Gepubliceerd op woensdag 19 oktober 2016
IEFBE 1972
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) ||
12 mei 2016
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 12 mei 2016, IEFBE 1972; (VHS Business Transportation tegen Gele Taxi), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-merkinbreuken-noch-inbreuken-tegen-de-eerlijke-marktpraktijken-bij-yellow-cabs

Geen merkinbreuken, noch inbreuken tegen de eerlijke marktpraktijken bij ‘Yellow Cabs’

Rechtbank van Koophandel Antwerpen 12 mei 2016, IEFBE 1972 (VHS Business Transportation tegen Gele Taxi) Oneerlijke marktpraktijken. Merkinbreuk. Business Transportation is een taxibedrijf en voerde vanuit de VS drie Fords in, de wagens die in New York als taxi’s worden gebruikt. Gele Taxi begon ook met het gebruik van gele voertuigen. Partijen zijn het oneens over de merkenrechtelijke implicaties van hun wederzijdse handelingen en verwijten elkaar oneerlijke marktpraktijken. Business Transportation stelt dat Gele Taxi een inbreuk maakt op het intellectuele eigendom. Zij vordert dat Gele Taxi wordt veroordeeld om het verval kenbaar te maken aan het Benelux Merkenbureau. Zij vordert verder dat Gele Taxi een inbreuk maakt op het Wetboek Economisch Recht, door misleidende reclame te hebben gevoerd en door afbrekende gegevens te hebben geuit. Gele Taxi formuleert een tegenvordering opdat Business Transportation zou worden veroordeeld tot staking van het misleidend en verwarring stichtend gebruik van de term ‘gele taxi’ en van de oneerlijke en agressieve marktpraktijken, dit onder verbeurte van een dwangsom. De rechtbank verklaart dat er geen sprake is van merkinbreuken, noch inbreuken tegen de eerlijke marktpraktijken.

3. De rechtbank begrijpt dat VHS BUSINESS TRANSPORTATION niet gediend is met het feit dat zij eerst zelf yellow cabs uit de Verenigde Staten importeert, waarna een rechtstreekse concurrent dit merk deponeert. Dit is volstrekt logisch. De vordering die VHS BUSINESS TRANSPORTATION hier stelt is echter gebaseerd op het merkenrecht, wat een technische materie is. Deze vordering zal dan ook aan de bepalingen van het merkenrecht, en meer bepaald aan het Benelux– verdrag inzake de intellectuele eigendom moeten worden getoetst. 

5. Krachtens artikel 2.1, lid 1 worden als individuele merken beschouwd, tekens die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. Krachtens lid 2 kunnen tekens die uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald, die een wezenlijke waarde aan de waar geeft of die noodzakelijk is om een technische uitkomst te ver- krijgen, evenwel niet als merken worden beschouwd. Het feit dat GELE TAXI zich net als VHS BUSINESS TRANSPORTATION laat inspireren door de New Yorkse ‘yellow cabs’, maakt geen afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het teken dat zij als merk heeft gedeponeerd. Het gedeponeerde merk wordt niet uitsluitend bepaald door de aard van de geleverde dienst. Het merk ‘taxi’ zou hier evident in mee in strijd zijn, maar de toevoeging van een kleur (weze het geel) zorgt voor onderscheid. Hierin zit net de tweespalt in de argumentatie van VHS BUSINESS TRANSPORTATION: enerzijds hamert zij op het ‘iconische’ karakter van de yellow cab en het feit dat dit wereldwijd symbool zou zijn voor taxi’s, maar anderzijds benadrukt zij dat zij als eerste (en wellicht enige) in de Benelux werkelijke yellow cabs, Fords Crown Victoria, uit de V.S. heeft geïmporteerd. Het is dus niet omdat het symbool alom- bekend zou zijn, dat er op de markt die hier relevant is, een gebrek aan onderscheidende vermogen zou bestaan in het merk in kwestie. Hierbij moet ook worden opgemerkt dat andere elementen van de yellow cabs, zoals het logo dat in New York wordt gebruikt, alsook het ‘dambordmotief’, hier geen rol spelen: zij komen geenszins voor in het beeldmerk waar het hier over gaat.  In het normale taalgebruik stemt een ‘gele taxi’ ook niet overeen met een ‘taxi’. 

8. (…)VHS BUSINESS TRANSPORTATION toont niet aan dat zij zelf een merk verwijzend naar haar gele taxi’s heeft gebruikt. Zij toont zelfs niet aan dat zij het teken gele taxi überhaupt in het han- delsverkeer zou hebben aangewend. Er is dan ook geen sprake van een merkdepot te kwader trouw dat tot de nietigheid van het merk zou kunnen leiden. 

9. VHS BUSINESS TRANSPORTATION roept verder in dat het merk vervallen zou moeten worden verklaard. 

10. Hoewel VHS BUSINESS TRANSPORTATION ook hier (zonder nadere precisering) stelt dat “alle voorwaarden” vervuld zijn, kan de rechtbank haar niet bijtreden: 
            –  er is geen sprake van gebrek aan gebruik gedurende vijf jaren (hetgeen evident is nu het depot zelf veel jonger is dan vijf jaren);

            –  het merk is niet verworden tot een soortnaam (wat hierboven reeds werd vastgesteld), laat staan dat GELE TAXI zelf hiertoe aanleiding zou geven;

            –  hierboven werd reeds aangegeven dat het merk niet misleidend is.

11. Er bestaat dan ook geen grond om het merk vervallen te verklaren.

12. Verder stelt VHS BUSINESS TRANSPORTATION dat GELE TAXI zich zou bezondigen aan oneerlijke marktpraktijken in haar communicatie naar klanten toe.

14. Het voorbeeld dat VHS BUSINESS TRANSPORTATION aanhaalt (de zin “Helaas is [VHS BUSINESS TRANSPORTATION] ook gekend voor het niet afleveren van betalingsbewijsjes, spreken uit onder- vinding van meerdere klanten.”) is geen reclame: zij werd geschreven aan een persoon die om een factuur vroeg. Het staat dan ook niet vast dat GELE TAXI met deze uitlating tot doel had haar eigen diensten aan te prijzen. Er kan dan ook geen inbreuk vanwege GELE TAXI op de eerlijke marktpraktijken worden vastge- steld. 

16. Hierboven werd reeds vastgesteld dat er geen merkinbreuken kunnen worden vastgesteld, noch inbreuken tegen de eerlijke marktpraktijken. 

17. Volledigheidshalve merkt de rechtbank het volgende op. Voor zover het inderdaad zou gaan om ‘morele schade’, toont zij niet aan hoe zij, als rechtspersoon, morele schade zou kunnen lijden. Voor zover dit moet worden begrepen als een aantasting van haar reputatie als onderneming, met winstderving tot gevolg, stelt de rechtbank vast dat zij hoegenaamd niet aantoont dat haar inkomsten verminderd zouden zijn, laat staan dat dit een gevolg zou zijn van een foutieve handelswijze van GELE TAXI. Ook dit onderdeel van de vordering moet daarom worden afgewezen als ongegrond. 

23. In dit geval blijkt er geen verwarringsgevaar te bestaan tussen handelsnamen. Die zijn immers de namen waarmee partijen zich naar de consument toe profileren, hetzij enerzijds Gele Taxi en anderzijds VHF. 

V. BESLISSING 
Rechtdoende op tegenspraak en na erover te hebben beraadslaagd, komt de Rechtbank tot volgende beslissing: 

            –  zij verklaart zowel de hoofd– als de tegenvordering toelaatbaar doch ongegrond en wijst ervan af,

            –  zij verwerpt alle andere en strijdige middelen als niet ter zake dienend,

            –  zij slaat de kosten van het geding om.