DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 21 juni 2016
IEFBE 1839

Bijdrage ingezonden door Mark Buijnsters, BRight Advocaten.

Mark Buijnsters-Popquiz: wat hebben Madonna en Kraftwerk gemeen?

Beide iconen zijn betrokken (geweest) bij langlopende procedures over muzikale sampling. De uitkomst hiervan heeft hiphop-producenten en dj’s in Duitsland en de VS weer wat ademruimte gegeven. Een korte beschouwing (of ‘sample’ - zo u wilt).

Componisten en platenmaatschappijen versus hiphop-producten: wie wint? Vooral in de hiphop-scene worden vanouds veel samples gebruikt; fragmentjes die geknipt worden uit andere auteursrechtelijk en nabuurrechtelijk beschermde songs. Het is cruciaal om daarbij een balans te vinden tussen muziekrechten en artistieke vrijheid. Vaak zal het hier overigens wel gaan om naburige rechten, en niet om auteursrechten. Tenzij de sample zelf zó onderscheidend is (‘I can’t go for that’ - Hall & Oates?), zal het niet zo snel zijn dat dat ene stukje op zichzelf voldoet aan de werktoets. En geen beschermd werk betekent natuurlijk ook geen auteursrechtinbreuk.

Een platenmaatschappij met naburige rechten heeft dat probleem niet. Uitspraken van de US Court of Appeals (US Court of Appeals for the Sixth Circuit 3 juni 2005 (Bridgeport Music, Inc. vs. Dimension Films)) en het Bundesgerichtshof (BGH 20 november 2008, nr. I ZR 112/06 (Metall auf Metall II); BGH 13 december 2012, I ZR 182/11 (Metall auf Metall II)) hebben de weg geplaveid voor bescherming van elk stukje van de master opname. Dat betekent dat iedere overname van een fragment, hoe kort ook, ‘nabuurrechtelijk’ relevant is en toestemming vereist van de rechthebbende. In het geval van Amerika gaat het daarbij technisch gezien om een sound recording copyright. Voor hiphop-producenten en dj’s wordt dat dus óf een licentie afnemen, óf het fragment maar naspelen.

Madonna had in haar 1990-hit Vogue een hoorngeluid overgenomen van maar liefst 0.23 seconden. Op basis van de genoemde eerdere VS-uitspraak uit 2005 zou dat dus toch inbreuk hebben betekend. De verschillende Courts of Appeal zijn echter niet aan elkaar gebonden, dus de nieuwe rechters (uiteraard in California) vonden er het hunne van en oordeelden dat de de minimis-uitzondering van toepassing was [US Court of Appeals for the 9th Circuit 2 juni 2016, VMG SALSOUL tegen Madonna]. De hele sample was zodanig getransponeerd en digitaal aangepast dat de hele hoorn niet eens herkenbaar was als vanuit het originele nummer. Als het publiek de sample niet eens herkent, hoe derft de originele producent dan inkomsten?

Ook in Duitsland ging het om een semi-de minimis. Producenten Pelham en Haas hadden een eveneens omvangrijke drumbeat van twee seconden gehaald uit Kraftwerk’s Metall auf Metall (1977). Tot voor kort was duidelijk: deze sample, hoe kort ook, maakt inbreuk. Uiteindelijk lijkt het beroep van de producenten op Freie Benutzung (art. 24 UhrG) hen echter geen windeieren te leggen. Dit Duitse equivalent van vrije bewerking is een fraai voorbeeld van de gepoogde bescherming van cultuurontwikkeling en artistieke vrijheid. ‘Overnemen mag, maar doe er alsjeblieft wel iets creatiefs mee’. Of het fragment vervolgens nagenoeg onherkenbaar is (zoals bij de Amerikaanse de minimis) is dan weer minder een vereiste. Het lagere Hof vond dat deze uitzondering echter niet ingeroepen kon worden als het originele fragment ook gewoon kon worden nagespeeld. In dat geval is de artistieke vrijheid zonder kopieerbevoegdheid ook al wel voldoende gewaarborgd (volgens het Bundesgerichtshof). Het grondwettelijke Hof ziet die vrijheid nu wel teveel ingeperkt: moet elke hiphop-producent dan maar ieder fragment opnieuw inspelen of (proberen te) kopen? En dat terwijl de maker van het originele fragment er commercieel feitelijk niets op achteruit gaat? Nee, aldus het Bundesverfassungsgericht: de artistieke vrijheid wint hier toch van de beschermde rechten op een mini-fragment [Bundesverfassungsgericht 31 mei 2016, 1 BvR 1585/13 (Metall auf Metall III)].

Samplers lijken dus niet meer zo vogelvrij, in ieder geval als het gaat om getransformeerde/korte samples die niet teveel afbreuk doen aan andermans commerciële belangen. Gaat dit argument ook op als de Nederlandse rechter moet oordelen over een gebruikt fragment van DJ Tiësto? Goede kans dat het de minimis-verweer hier niet opgaat, omdat de wetgever dat heeft geblokkeerd [MvT bij artikel 18a Aw, Kamerstukken II 2002/03, 28 482, nr. 3, p. 52-53]. Dat laat onverlet dat er alleen sprake zal zijn van een nabuurrechtelijke reproductie als er een herkenbaar gedeelte is overgebleven [Zie onder meer: Ch. Gielen & D.J.G. Visser, Tekst en commentaar, Deventer: Kluwer 2013, p. 155]. Een voldoende getransformeerde/korte sample zal dan ook hier (à la in de VS) geen inbreuk maken, omdat dat dat de economische belangen van de originele maker net zo min zal schaden.

De vraag is wat de rechter vindt van een vervormde of korte sample die alsnog herkenbaar is. Hebben we het dan over inbreuk, of toch over artistieke vrijheid? We wachten het Nederlandse Blurred Lines-vonnis af.