Gepubliceerd op vrijdag 17 juni 2016
IEFBE 1835
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise ||
15 jun 2016
Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 15 jun 2016, IEFBE 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH Retail tegen Superdry), https://www.ie-forum.be/artikelen/op-marktplaats-verhandelde-superdry-producten-zouden-overjarige-en-b-keuze-zijn

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.

Op Marktplaats verhandelde Superdry-producten zouden overjarige en B-keuze zijn

Rechtbank Den Haag 15 juni 2016, IEF 16037; IEFbe 1835; ECLI:NL:RBDHA:2016:6692 (DKH tegen X)
Merkenrecht. Namaak. DKH is houdster van Superdry-beeldmerken. X verhandeld op marktplaats hoodies en polo's voorzien van het teken Superdry. Na aankoop door bedrijfsrecherche is er onderzoek naar de kleding gedaan. De verkoop zou originele, in opdracht van DKH geproduceerde producten zijn afkomstig uit overjarige en zogenaamde B-keuze partijen. Iedere aanwijzing daarvoor ontbreekt en de producten wijken op meerdere punten af. X wordt veroordeeld tot staking van de merken, doen van opgave en moet de producten laten vernietigen.

4.5. Het verweer dat de producten van X originele Superdry-producten zijn en dat - kort gezegd - aan de bevindingen van het vergelijkend onderzoek geen waarde toekomt, wordt door de rechtbank als onvoldoende gemotiveerd verworpen. Dit wordt als volgt toegelicht. DKH heeft ter zittin, overeenkomstig het onderzoeksrapport, laten zien dat de producten van X op meerdere punten afwijken van de DKH-producten met dezelfde productcode. Zo is het oplichtend effect dat zich voordoet wanneer met een lamp op de labels van de BKH-producten wordt geschenen - het woord "superdry" wordt dan zichtbaar - bij de producten van X niet of vrijwel niet aanwezig, is de hoody van X uitgevoerd in een van de hoody van DKH afwijkende kleurencombinatie, waarvan DKH stelt dat die onder de betreffende productcode nooit op de markt is gebracht, en wijken de merklabels van de producten van X op diverse punten (waaronder de wijze van bedrukking en de leesbaarheid) af van de merklabels van de DKH-producten.
DKH heeft hiermee onderbouwd gesteld dat de producten van X niet van DKH afkomstig zijn en zonder haar toestemming op de markt zijn gebracht. X heeft aangevoerd dat kledingstukken en labels van DKH door productie in diverse lage lonen landen niet uniform zijn en dat zij zelf wel eens in een winkel heeft geconstateerd dat oplichting effect zich niet bij alle labels voordoet. Dat het oplichtend effect (tegenwoordig) een door DKH gehanteerd echtheidskenmerk is, heeft zij als zodanig echter niet bestreden, terwijl zij voorts geen concrete gegevens ter ondersteuning van voornoemde stellingen heeft verschaft. Ook haar stelling dat de door haar op internet aangeboden producten door DKH als B-keuze op de markt zijn gebracht dna wel overjarig zijn (en om die reden niet aan de huidige standaarden van DKH voldoen), heeft X niet met concrete gegevens onderbouwd. Dit verweer legt tegenover het onderbouwde standpunt van DKH dan ook onvoldoende gewicht in de schaal.