DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten - Contrats  

IEFBE 3425

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.

Q-Music overtreedt co-existentie overeenkomst

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 19 apr 2022, IEFBE 3425; ECLI:NL:RBAMS:2022:2083 (Q-Dance tegen Q-Music), https://www.ie-forum.be/artikelen/q-music-overtreedt-co-existentie-overeenkomst

Vzr. Rb Amsterdam 19 april 2022, IEF 20669, IEFbe 3425; ECLI:NL:RBAMS:2022:2083 (Q-Dance tegen Q-Music) Q-Dance organiseert in Nederland muziekfestivals en -evenementen. Hiervoor heeft Q-Dance het woordmerk Q-Dance als Beneluxmerk gedeponeerd. Q-Music exploiteert een commerciële radio-omroep die uitzendt onder de naam Q-Music. Partijen hebben een co-existentie overeenkomst gesloten. Zij spraken hiermee af dat partijen hun respectievelijke activiteiten naast elkaar in dezelfde landen kunnen uitvoeren op zodanige wijze dat het voor het publiek zo duidelijk mogelijk is dat partijen niet aan elkaar gelieerd zijn. Ze spraken ook af dat partijen niet rechtstreeks met elkaar in concurrentie treden.

IEFBE 3421

HvJ EU: Vermelding van bestelling met betalingsverplichting moet ondubbelzinnig op bestelknop

HvJ EU - CJUE 7 apr 2022, IEFBE 3421; ECLI:EU:C:2022:269 (Fuhrmann-2), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-vermelding-van-bestelling-met-betalingsverplichting-moet-ondubbelzinnig-op-bestelknop

HvJ EU 7 april 2022, IEF 20657, IT 3897, IEFbe 3421; ECLI:EU:C:2022:269 (Fuhrmann-2) Fuhrmann-2 is een Duitse vennootschap die eigenaar is van een hotel. Een consument heeft via booking.com vier dubbele kamers geboekt bij Fuhrmann-2 door op de knop ‘ik ga boeken’ te klikken en vervolgens persoonsgegevens in te voeren. Hierna heeft hij op de knop met de woorden ‘voltooi boeking’ gedrukt. Uiteindelijk is de consument niet verschenen en heeft Fuhrmann-2 overeenkomstig haar algemene voorwaarden de annuleringskosten in rekening gebracht bij de consument. Deze zijn niet betaald.

IEFBE 3414

HvJ EU: DM tegen CTS Eventim

HvJ EU - CJUE 31 mrt 2022, IEFBE 3414; ECLI:EU:C:2022:238 (DM tegen CTS Eventim), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-dm-tegen-cts-eventim

HvJ EU 31 maart 2022, IEF 20635, IEFbe 3414, IT 3882; ECLI:EU:C:2022:238 (DM tegen CTS Eventim) DM heeft via een online boekingsplatform van CTS Eventim toegangsbewijzen voor een door een derde georganiseerd concert besteld. Het concert werd geannuleerd wegens de beperkende maatregelen van de Duitse autoriteiten in het kader van de COVID-19-pandemie. DM heeft CTS Eventim verzocht om terugbetaling van de aankoopprijs van de toegangsbewijzen en de bijkomende kosten. CTS Eventim heeft echter een door de organisator afgegeven tegoedbon doen toekomen.

IEFBE 2968

Handhaving geschillen auteursrecht en contractuele aansprakelijkheid is aan nationale wetgever

HvJ EU - CJUE 12 sep 2019, IEFBE 2968; (IT Development tegen Free Mobile), https://www.ie-forum.be/artikelen/handhaving-geschillen-auteursrecht-en-contractuele-aansprakelijkheid-is-aan-nationale-wetgever

HvJ EU 12 september 2019, IEF 18757, IT 2905, IEFbe 2968;C‑666/18 (IT Development tegen Free Mobile) Free Mobile is aanbieder van mobiele telefonie en licentiehouder van het computerprogramma “ClickOnSite“. Het auteursrecht van “ClickOnSite“ berust bij de vennootschap IT Development. De licentiehouder heeft zonder toestemming van de auteursrechthebbende wijzigingen in het computerprogramma aangebracht. De houder van het auteursrecht op dat computerprogramma heeft de licentiehouder vervolgens gedagvaard. De vordering in eerste aanleg was gebaseerd op de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad en werd afgewezen. De Franse  appelrechter twijfelt of de gedraging van geïntimeerde een inbreuk op het op het programma rustende auteursrecht vormt ofwel een tekortkoming in de nakoming vormt. Naar Frans recht kan een vordering uit onrechtmatige daad slechts worden ingesteld indien tussen partijen geen contractsverhouding bestaat.

IEFBE 2801

Gerecht vernietigt ten dele besluit EC tot vaststelling bestaan beperkende overeenkomsten en misbruik machtspositie op markt perindopril

HvJ EU - CJUE 12 dec 2018, IEFBE 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Commissie), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-vernietigt-ten-dele-besluit-ec-tot-vaststelling-bestaan-beperkende-overeenkomsten-en-misbrui

HvJ EU 12 december 2018, IEF 18151; LS&R 1683; IEFbe 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Europese Commissie) Octrooirecht. Contractrecht. Via persbericht.De Servier-groep ontwikkelde perindopril, een geneesmiddel dat tot de klasse van angiotensine-converterende enzymremmers ('ACE') behoort, gebruikt in de cardiovasculaire geneeskunde en voornamelijk bedoeld voor de behandeling van hypertensie en hartfalen. Het perindopril samengestelde octrooi, ingediend bij het EPO in 1981, verliep in de loop van de jaren 2000 in verschillende EU-lidstaten. Het actieve farmaceutische bestanddeel van perindopril, dat wil zeggen de biologisch actieve chemische stof die de gewenste therapeutische effecten produceert, neemt de vorm aan van een zout, erbumine. Een nieuw octrooi met betrekking tot erbumine en zijn productieprocessen werd door Servier in 2001 bij het EPO ingediend en in 2004 verleend (het 947-octrooi). Naar aanleiding van geschillen waarbij de geldigheid van dat octrooi werd aangevochten, heeft Servier verschillende schikkingsovereenkomsten gesloten met een aantal generieke bedrijven, waarmee elk van deze ondernemingen moest afzien van toetreding tot de markt of het betwisten van dat octrooi. Het Gerecht vernietigt ten dele het besluit van de Europese Commissie tot vaststelling van het bestaan ​​van beperkende overeenkomsten en misbruik van een machtspositie op de markt voor perindopril. Het Gerecht bevestigt echter dat bepaalde overeenkomsten inzake octrooiering concurrentiebeperkend kunnen zijn. Lees verder. 

IEFBE 2799

Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

HvJ EU - CJUE 16 okt 2018, IEFBE 2799; (Free Mobile tegen IT Development), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-is-het-feit-dat-een-licentiehouder-van-software-zich-niet-houdt-aan-de

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.

IEFBE 2714

Resumé par Thibaut D'hulst et Lily Kengen, Van Bael & Bellis.

Message Interne Critiquant la qualité des prestations après la fin d’une collaboration constitue un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché

Waals Brabant - Brabant wallon 7 jun 2017, IEFBE 2714; (Ktapult contre Century 21), https://www.ie-forum.be/artikelen/message-interne-critiquant-la-qualit-des-prestations-apr-s-la-fin-d-une-collaboration-constitue-un-a

Tribunal de commerce du Brabant wallon, 7 juin 2017, IEFbe 2714 (Ktapult contre Century 21) Ktapult et Century 21 ont signé une convention de collaboration, dans le cadre de laquelle Ktapult était notamment chargée de la création de sites internet. Ces sites n’ont pas donné satisfaction et Century 21 a mis fin à la collaboration. Les relations entre les deux sociétés se sont dégradées, et celles-ci se sont mutuellement mises en demeure de cesser tout acte de dénigrement, diffamation ou calomnie. Ktapult a également introduit une procédure devant le Tribunal de commerce de Bruxelles tendant à obtenir des dommages et intérêts sur la base de l’article 1794 du Code civil. Alors que la procédure était en cours, Century 21 a adressé un e-mail à ses franchisés indiquant qu’il avait été mis fin à la collaboration avec Ktapult en raison de ses mauvaises prestations.

Ktapult estime qu’un tel acte, ainsi que le fait que Century 21 ait prétendument qualifié une personne, au sein de Ktapult, d’ « individu sans scrupules », est interdit au sens de l’article VI.104 du Code de droit économique et Ktapult demande donc sa cessation sous peine d’astreinte. Century 21 introduit une demande reconventionnelle à l’égard de Ktapult afin qu’elle cesse tout acte de dénigrement, diffamation ou calomnie.

IEFBE 2631

Prejudicieel gestelde vragen over pay-for-delay toetreding van generieken

HvJ EU - CJUE 27 mrt 2018, IEFBE 2631; (Generics (UK) e.a.), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-pay-for-delay-toetreding-van-generieken

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 27 maart 2018, IEF 17803; IEFbe 2631; LS&R 1624; C-307/18 (Generics (UK) e.a.) Mededinging. Octrooirecht. Via Minbuza: GlaxoSmithKline (GSK) is houder van een octrooi op een farmaceutisch geneesmiddel. Zij heeft een overeenkomst gesloten met verscheidene ondernemingen die een generieke versie van het geneesmiddel op de markt wilden brengen. Onder deze overeenkomst heeft GSK contanten of met contanten gelijk te stellen voordelen aan deze ondernemingen overgedragen als tegenprestatie voor het staken of uitstellen van hun inspanningen om met GSK te concurreren. De autoriteit voor mededinging en markten (hierna: CMA) heeft in een besluit bepaald dat GSK en de andere betrokken ondernemingen (hierna: appellanten) met hun overeenkomst verschillende wetten die zien op het mededingingsrecht hebben geschonden. Appellanten hebben hiertegen beroep ingesteld. Appellanten voeren aan dat twee van de ondernemingen geen concurrenten waren van GSK en dat er daarom geen sprake is van overtreding van het verbod van artikel 101 VWEU. Daarnaast stellen zij dat iets alleen een pay-for-delay zaak is als verwacht wordt dat het octrooi de markttoetreding van een generiek geneesmiddel niet zou kunnen tegenhouden en dat als de initiërende onderneming in dit geval GSK, dan een groot bedrag aan de generieke concurrent overmaakt zodat hij van zijn betwisting afziet en buiten de markt blijft. Zij stellen ook dat de overeenkomsten mededingingsbevorderende effecten hebben zoals de levering van aanzienlijke hoeveelheden generiek geneesmiddel door GSK, voordelen voor groothandelaars en een kleine daling van de gemiddelde prijs die door de apotheken wordt betaald. Volgens de appellanten hangt de machtspositie van GSK samen met een incorrecte bepaling van de relevante productmarkt.

IEFBE 2546

Vragen aan HvJ EU over plaats van herstel van een op afstand gekocht consumptiegoed

HvJ EU - CJUE 27 dec 2017, IEFBE 2546; (Toolport), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-plaats-van-herstel-van-een-op-afstand-gekocht-consumptiegoed

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 27 december 2017, IT 2540; RB 3121; IEFbe 2546; C-52/18 (Toolport) Consumentenbescherming. Koop op afstand. Verzoeker heeft op 08.07.2015 telefonisch een partytent van verweerster gekocht. De tent is geleverd op het woonadres van verzoeker. Verzoeker beriep zich in de precontentieuze fase op gebreken die aan de tent zouden kleven. Verweerster wees alle klachten af. Verzoeker heeft enkel opheffing van de wanprestatie ter plaatse gevorderd, zonder de litigieuze waar terug te zenden naar verweerster of dit aan te bieden. Tussen partijen is niet gesproken over de plaats waar nakoming alsnog diende te geschieden. De tussen partijen gesloten overeenkomst bevat hierover geen informatie.

IEFBE 2531

La seule réelle obligation mise à charge de la Castor Productions par le contrat est celle d'assurer la promotion de l'œuvre selon les règles de la profession

Brussel - Bruxelles 8 sep 2016, IEFBE 2531; (Swolfs contre Castor), https://www.ie-forum.be/artikelen/la-seule-r-elle-obligation-mise-charge-de-la-castor-productions-par-le-contrat-est-celle-d-assurer-l

Cour d'appel Bruxelles 8 septembre 2016, IEFbe 2531 (Swolfs contre Castor) [Nous cherchons le jugement: Trib. Comm Bruxelles 25 juin 2012] Contrat d'édition. Obligations-résolution. Droit d'auteur. M. Swolfs est l'auteur compositeur de l'œuvre musicale <Boulevard des rêves brisés>. Il conclut avex Castor un contrat d'édition aux termes duquel il déclare <céder pour la durée du droit d'auteur à l'éditeur qui l'accepte, le droit d'édition et de reproduction sous n'importe quelle forme, sans réserve aucune de l'œuvre> précitée. Par un arrêt la cour de céans fait partiellement droit à la demande en constatant la contrefaçon et en condamnant Michael Jackson, Bill Botrell et Warner Chappel Musix à luid payer €10.000 à titre de dommage moral [nous cherchons: tribunal de première instance de Bruxelles 24 avril 1995 et 15 octobre 2004 et La Cour 18 décembre 2008 (Michael Jackson, Bill Botrell et SA Warner Chappel Music)]. M. Swolfs fait citer la Castor devant le tribunal de commerce de Bruxelles en vue d'entendre prononcer la résolution ex tunc du contract d'édition. La cour reçoit l'appel mais le dit non fondé.