IEFBE 3723
19 maart 2024
Uitspraak

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

 
IEFBE 3722
12 maart 2024
Artikel

De Inzet van Neurowetenschap bij het Beoordelen van Verwarringsgevaar

 
IEFBE 3721
11 maart 2024
Uitspraak

Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen

 
IEFBE 2523

Décision envoyée par Eric De Gryse, Simont Braun.

La Cour ordonne de cesser tout usage au Benelux du signe TIGERCAT

Luik - Liège 20 mrt 2018, IEFBE 2523; (Caterpillar contre Clohse), https://www.ie-forum.be/artikelen/la-cour-ordonne-de-cesser-tout-usage-au-benelux-du-signe-tigercat

Cour d'appel Liège 20 mars 2018, IEFbe 2523 (Caterpillar contre Clohse) Droit des marques. Le Président du Tribunal de commerce de Liège a décidé que l’usage du signe TIGERCAT ne constitue pas une atteinte à la marque CAT, que ce soit sur base de l’article 2.20.1 -b ou -c de la CBPI [IEFbe 1853]. La court constate qu'en faisant usage du signe <TIGERCAT> pout les produits, notamment les machines (...) la SPRL crée un risque de confusion avec la marque CAT et porte en conséquence atteinte au sens de l'article 2.20.1. b) de la CBPI aux les enregistrements Benelux de la marque <CAT>. La Cour ordonne de cesser tout usage au Benelux du signe TIGERCAT pour désigner tout produit des classes 7 en 12, y compris dans le secteur forestier sous peine d'une astreinte de €1.000, par fait unique d'usage et notamment par usage unique - y compris dans la publicité ou sur internet (...) à compter d'un délai de 9 mois à dater de la signification de l'arrêt à intervenir.

IEFBE 2521

Joint Statement on Brexit

MARQUES – along with AIM, APRAM, BMM, CITMA, ECTA and INTA – has sent a Joint Statement to the EU Commission’s Brexit team regarding the negotiations concerning the exit of the UK particularly with regard to trade marks and designs. The joint Statement can be downloaded from the MARQUES website here (PDF version).

IEFBE 2520

Uitspraak aangebracht door Kristof Neefs en Sofie Cubitt, Inteo.

Geen doorhaling kleurmerk, want paarse inhalator is ingeburgerd

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 12 jul 2018, IEFBE 2520; (Sandoz tegen Glaxo), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-doorhaling-kleurmerk-want-paarse-inhalator-is-ingeburgerd

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 12 juli 2017, IEF 17584; IEFbe 2520 (Sandoz tegen Glaxo) Sandoz vordert nietigverklaring en doorhaling van het Benelux(kleur)merk 0977861 van Glaxo. De tegenvordering is te verklaren voor recht dat de aangekondigde conditionering van Airflusal en de inhalator inbreuk plegen op haar merk. Het Kleurmerk met PMS-codering Violet 2587 C werd bijna 16 jaar na commercialisering van Seretide ingediend en ingeschreven. De aangekondigde paarse inhalator heeft door inburgering onderscheidend vermogen gekregen. De vordering wordt afgewezen. De marketingcampagnes hebben, gelet op de afwezigheid van vrije verkrijgbaarheid in de handel, als belangrijkste doelpubliek de artsen en apotheken, die niet in de eerste plaats hun keuze op basis van kleur zullen bepalen. De tegenvordering wordt afgewezen als ongegrond.

IEFBE 2519

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

Dirk Visser - 2e Kamer BenGH wordt actief en er wordt meer mogelijk bij het BBIE

D.J.G. Visser, 2e Kamer BenGH wordt actief en er wordt meer mogelijk bij het BBIE, Wijzigingen BVIE per 1.6.2018, IEF 17580, voorpublicatie uit NJB IE Kroniek. Per 1 juni 2018 treden twee protocollen tot wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) in werking. Het gaat om twee protocollen uit 2014 (!). De reden waarom het zo lang heeft geduurd is ditmaal niet dat de Luxemburgse of Belgische regering erg lang heeft gewacht met de officiële goedkeuring. Dit keer is het de Nederlandse regering die de ‘akte van bekrachtiging’ pas in maart 2018 ‘neerlegt’. Lees meer

IEFBE 2516

eSURGIE is verwarringstichtende handelsnaam naam en niet de voorzetting van mislukte startup SURGIE

Antwerpen(afd. Tongeren) - Anvers(div. Tongres) 2 feb 2018, IEFBE 2516; (dLive tegen Surgie), https://www.ie-forum.be/artikelen/esurgie-is-verwarringstichtende-handelsnaam-naam-en-niet-de-voorzetting-van-mislukte-startup-surgie

Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afd. Tongeren, 2 februari 2018, IEFbe 2516 (dLive tegen Surgie) Handelsnaam. Oneerlijke handelspraktijk. Mislukken startupproject SURGIE. SURGIE wenste dmv een onlineplatform beeldcaptatie van medische ingrepen in virtual reality ter beschikking te stellen. Het minimaal leefbaar product zou een hardware platform en een web-based streaming platform zijn. De partijen verwijten elkaar van het mislukken. Er werd een nieuwe vennootschap opgericht (dLIVE) met de handelsbenaming 'eSURGIE', nagenoeg hetzelfde logo e.d., gebruikmakend van gefilmde operatie van SURGIE, en op haar twitteraccount zich presenteerde als opvolger. Inbreuk op artikel VI.104 WER door dLIVE met verwarringstichtende handelsnaam en mededeling op twitter. Staking om namen (e)SURGIE te gebruiken. Anderzijds een verbod voor SURGIE om (potentiële) zakenrelaties en cliënteel te benaderen om dLIVE zwart te maken of afbrekende gegevens te delen.

IEFBE 2517

Conclusie ingezonden door Lisbeth Depypere, Veerle Raus, CMS.

OHP-richtlijn niet van toepassing op handelspraktijken die worden geregeld door voorschriften van de stofzuigerverordening die de betrokken handelaars geen handelingsvrijheid laten

HvJ EU - CJUE 22 feb 2018, IEFBE 2517; ECLI:EU:C:2018:95 (Dyson tegen BSH), https://www.ie-forum.be/artikelen/ohp-richtlijn-niet-van-toepassing-op-handelspraktijken-die-worden-geregeld-door-voorschriften-van-de

Conclusie AG HvJ EU 22 februari 2018, IEFbe 2517; RB 3113; ECLI:EU:C:2018:95; C‑632/16 (Dyson tegen BSH) Op verzoek van de rechtbank van koophandel Antwerpen (België). Van de inzenders: Toepassingsgebied richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Geen misleidende omissie. Kort samengevat, adviseert Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe het Hof van Justitie om te oordelen dat de richtlijn oneerlijke handelspraktijken (2005/29) niet van toepassing is op de specifieke aspecten van handelspraktijken die door voorschriften van de stofzuigerverordening (665/2013) worden geregeld, aangezien deze geen handelingsvrijheid laat aan de betrokken handelaars, zoals de verplichting om een specifiek energie-etiket te gebruiken.

IEFBE 2514

Uniebeeldmerk LaMafia vergoelijkt illegale activiteiten, het merk beledigt elke persoon met een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel

Gerecht EU - Tribunal UE 15 mrt 2018, IEFBE 2514; ECLI:EU:T:2018:146 (La Mafia SE SIENTA A LA MESA), https://www.ie-forum.be/artikelen/uniebeeldmerk-lamafia-vergoelijkt-illegale-activiteiten-het-merk-beledigt-elke-persoon-met-een-gemid

Gerecht EU 15 maart 2018, IEF 175 ; IEFbe 2514; ECLI:EU:T:2018:146 (La Mafia SE SIENTA A LA MESA) Uniemerk – Nietigheidsprocedure – Uniebeeldmerk La Mafia SE SIENTA A LA MESA ('De Mafia gaat aan tafel'). Absolute weigeringsgrond. Strijdigheid met de openbare orde of de goede zeden. De maffia in verband brengen met voorstellingen van gezelligheid en ontspanning die door het gezamenlijk nuttigen van een maaltijd worden verbeeld, draagt er zodoende toe bij dat de illegale activiteiten van deze criminele organisatie worden vergoelijkt. Zoals het EUIPO en de Italiaanse Republiek aanvoeren, kan de associatie van het woordelement „la mafia” met de andere elementen van het betwiste merk daarom een in zijn geheel positief beeld schetsen van de daden van de maffia en de waarneming van de criminele activiteiten van die organisatie vergoelijken. Het betwiste merk schokt of beledigt niet alleen de slachtoffers van die criminele organisatie en hun gezinsleden maar ook elke persoon die op het grondgebied van de Unie met dat merk wordt geconfronteerd en een gemiddelde gevoeligheids- en tolerantiedrempel heeft.

 

IEFBE 2513

Uitspraak aangebracht door Eric De Gryse, Simont Braun.

Producent spanplafonds met digitale prints vermeld certificaten, misleidende marktpraktijken

Hoven van Beroep - Cours d'Appel 5 mrt 2018, IEFBE 2513; (Mona Visa tegen Normalu), https://www.ie-forum.be/artikelen/producent-spanplafonds-met-digitale-prints-vermeld-certificaten-misleidende-marktpraktijken

Hof van beroep Gent 5 maart 2018, IEFbe 2513 (Mona Visa tegen Normalu) Misleidende marktpraktijken, stakingsvorderingen en dwangsommen. Normalu plaatst spanplafonds van PVC van haar merk Barrisol. Mona Visa plaatst deze ook, met een mogelijkheid tot digitale prints voor een unieke plafondschildering of wandtekening. Op Mona Visas website stond een conformiteitscertificaat dat gold tot 14 april 2013; in een brochure verwijst ze naar nog 6 certificaten; beweert dat er koud geplaatst kon worden, dat de plafonds 100% PVC-vrij zijn, bevatten de vergelijkende tabellen onjuistheden, vermelding dat haar spanplafonds 15 keer sterker zijn, en een vermelding van 250.000 perforaties per vierkante meter. De voorzitter, Rb van KH Gent, afdeling Kortrijk 4 augustus 2016 [IEFbe 2515], wees de staking en dwangsommen toe. Het hof bevestigt het bestreden vonnis.

IEFBE 2512

Paul Geerts - noot onder HvJ EU Acacia tegen Audi en Porsche

P.G.F.A. Geerts, Noot onder HvJ EU 20 december 2017 (Acacia/Audi en Porsche), IEF 17569; IEFbe 2512; eerder gepubliceerd in IER 2018/6, p. 38-51. 1. Op welke onderdelen van een samengesteld voortbrengsel is de reparatieclausule (art. 110 GModVo) van toepassing? Dat is de centrale vraag in dit arrest.

2. Over het antwoord op die (door het HvJ EU geformuleerde eerste prejudiciële) vraag waren de meningen verdeeld. In zowel Duitsland als Engeland werd verdedigd dat de werkingssfeer van de reparatieclausule beperkt werd tot onderdelen waarvan de vorm wordt opgelegd door de vorm van het samengestelde voortbrengsel. Onderdelen die als resultaat van een gekozen design een zelfstandige en onafhankelijke stilistische functie hebben waar het design van de rest van het voortbrengsel geen afbreuk aan doet, zoals velgen en wieldoppen voor motorvoertuigen, kwamen volgens deze opvatting niet voor een geprivilegieerde behandeling in aanmerking. Een ander geluid (in jurisprudentie en literatuur) was met name uit Italië te horen. Daar heeft men zich in het belang van de vrije mededinging uitgesproken tegen een restrictieve interpretatie van de beschermingshindernis in de zin dat die zich zou beperken tot vormgebonden onderdelen. 1