IEFBE 3734
18 april 2024
Uitspraak

HvC over auteursrechten in beroepsuitoefening advocaat

 
IEFBE 3733
16 april 2024
Uitspraak

HvC over de bevoegdheid van de stakingsrechter

 
IEFBE 3732
15 april 2024
Uitspraak

HvC over gebruik teken in advertenties van online marktplaats

 
IEFBE 2484

Conclusie AG over 'indirect gebruik' van geografische aanduiding door gebruik van 'Glen' voor whiskeymerk

HvJ EU - CJUE 22 feb 2018, IEFBE 2484; ECLI:EU:C:2018:111 (Glen Buchenbach), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-over-indirect-gebruik-van-geografische-aanduiding-door-gebruik-van-glen-voor-whiskeymer

Conclusie AG HvJ EU 22 februari 2018, IEF 17516; IEFbe 2484; C-44/17; ECLI:EU:C:2018:111 (Glen Buchenbach) Etikettering; bescherming geografische oorsprong; ‘indirect gebruik’. Uit het persbericht: Advocaat-generaal Saugmandsgaard Øe spreekt zich uit over de uitlegging van Unierechtelijke bepalingen inzake geografische aanduidingen voor gedistilleerde dranken in het kader van een geschil over een Duitse whisky met de naam "Glen Buchenbach". Een Duitse rechtbank heeft het Hof van Justitie gevraagd of het gebruik van een dergelijke whisky naam kan een "indirect gebruik" of een "zinspeling" van de geregistreerde geografische aanduiding "Scotch Whisky" vormen of een "valse of misleidende aanduiding die een onjuiste indruk kan wekken met betrekking tot [de] oorsprong" van het betreffende product. Conclusie AG:

IEFBE 2485

AIPPI One-day Conferentie Brussel 20 april 2018

Les plateformes, les fournisseurs d’accès et le respect des droits intellectuels
Les plateformes et les fournisseurs d’accès internet jouent un rôle important lorsqu’il s’agit d’assurer le respect des droits intellectuels dans l’environnement numérique. Quelques projets législatifs ont été proposés récemment ou le seront bientôt, à la fois au niveau de l’Union européenne et au niveau belge. Par ailleurs, la jurisprudence a beaucoup évolué pendant que les différents acteurs en cause ont accompli des progrès significatifs à divers égards. C’est pourquoi les groupes belges de l’AIPPI et de l’ALAI ont décidé de joindre leurs forces pour organiser une conférence à ce sujet. Les exposés traiteront successivement des développements législatifs et jurisprudentiels récents (par des fonctionnaires européens et belges ainsi que des magistrats) et de questions juridiques importantes telles que les moyens d’action basés sur la responsabilité ou sans lien avec celle-ci (par des enseignants ou chercheurs à l’université et des avocats). Des représentants des ayants droit (marques et droit d’auteur), des plateformes et des fournisseurs d’accès exposeront leurs vues et leurs expériences confrontées à leurs besoins pratiques et aux questions juridiques qui leur sont propres.

Voor Nederlands, lees verder.

IEFBE 2483

Uitspraak ingezonden door Carina Gommers, Margot Van Meerbeeck, HOYNG ROKH MONEGIER.

Derdenverzet beschikking mini-portefeuille ongegrond

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 13 feb 2018, IEFBE 2483; C/17/00087 (Griffe J tegen Secrid), https://www.ie-forum.be/artikelen/derdenverzet-beschikking-mini-portefeuille-ongegrond

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 13 februari 2018, IEFbe 2483; C/17/00087 (Griffe J tegen Secrid) Kort geding. Derdenverzet. Octrooirecht. Modellenrecht. Verweerster is houdster van Europees octrooi EP 2 434 922 B1 met de titel "Houder voor betaalkaarten" en Benelux modelregistratie 38548-01 dat het ontwerp van de "mini-portefeuille" beschermt. Eisende partij op derdenverzet biedt eveneens mini portefeuilles aan via webshops. Verweerster heeft eiser in gebreke gesteld. Verweerster meent dat eiser na deze ingebrekestelling nog steeds de inbreukmakende producten aanbiedt. De voorzitter van de rechtbank van koophandel staat toe dat er een beschrijvend en bewarend beslag wordt gelegd. Deze beschikking is proportioneel. De vorderingen van eiser op derdenverzet zijn ongegrond.

IEFBE 2482

Uitspraak aangebracht door Frederic Debusseré,  Time.lex.

Facebook moet plaatsen van cookies en equivalente technieken staken voor gebruikers op Belgisch grondgebied

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 16 feb 2018, IEFBE 2482; (Privacycommissie tegen Facebook), https://www.ie-forum.be/artikelen/facebook-moet-plaatsen-van-cookies-en-equivalente-technieken-staken-voor-gebruikers-op-belgisch-gron

NL Rechtbank van EA Brussel 16 februari 2018, IEFbe 2482 (Privacycommissie tegen Facebook) Privacyrecht. Zie eerder IEFbe 1569. De onlinedienst Facebook haalt in belangrijke mate inkomsten uit reclame/advertenties, meer specifiek reclame gericht op persoonlijke eigenschappen, interesses en gedragspatronen van individuele gebruikers. De Privacycommissie beoogt een einde te doen stellen aan inbreuken middels cookies, social plug-ons en pixels. Facebook wordt bevolen ten aanzien van elke internetgebruiker op Belgisch grondgebied om het plaatsen van cookies of eender welke andere equivalente cookie met vergelijkbare functionaliteit en aanwending te staken, tenzij voorafgaandelijk duidelijk en begrijpelijk wordt geïnformeerd. Staking van informatie te verschaffen die betrokkenen zou kunnen misleiden omtrent de draagwijdte van de mechanismen die Facebook ter beschikking stelt. Vernietiging van alle persoonsgegevens. Publicatie van het vonnis op Facebook.com en het beschikkend gedeelte in Belgische papieren dagbladen. Dwangsom van €250.000 per kalenderdag vertraging, maximum van 100 miljoen euro.

IEFBE 2481

EHRM: Gebruik verborgen camera's om diefstal door kassières te ontdekken is disproportioneel

EHRM - Cour eur. D.H. 9 jan 2018, IEFBE 2481; Application nos. 1874/13 en 8567/13 (López Ribalda en anderen tegen Spanje), https://www.ie-forum.be/artikelen/ehrm-gebruik-verborgen-camera-s-om-diefstal-door-kassi-res-te-ontdekken-is-disproportioneel

EHRM 9 januari 2018, IT 2485; IEFbe 2481; Application nos. 1874/13 en 8567/13 (López Ribalda en anderen tegen Spanje) Een filiaalmanager van een Spaanse supermarkt merkte enkele onregelmatigheden op tussen voorraadniveaus van de supermarkt en wat er dagelijks werd verkocht. Om de economische verliezen te onderzoeken heeft hij zowel zichtbare als verborgen bewakingscamera's geïnstalleerd. De cassières werden op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van de zichtbare, maar niet van de onzichtbare camera's. Alle werknemers die verdacht werden van diefstal werden opgeroepen voor individuele vergaderingen. Tijdens deze vergaderingen erkenden de eisers in deze zaak hun betrokkenheid bij de diefstallen. Eisers vochten hun ontslag aan met een beroep op inbreuk op hun privacy. De nationale gerechten oordeelden dat de inbreuk gerechtvaardigd was. Het Hof oordeelt dat het gebruik van de bewakingscamera's niet proportioneel was. De kassières waren niet op de hoogte van het bestaan van de verborgen camera's en het doel van deze camera's.

IEFBE 2480

EHRM: Plaatsen camera's in hoorcollegezalen maakt inbreuk op privacy studenten

EHRM - Cour eur. D.H. 28 nov 2017, IEFBE 2480; Application no. 70838/13 (Antović en Mirković tegen Montenegro), https://www.ie-forum.be/artikelen/ehrm-plaatsen-camera-s-in-hoorcollegezalen-maakt-inbreuk-op-privacy-studenten

EHRM 28 november 2017, IT 2484; IEFbe 2480; Application no. 70838/13 (Antović en Mirković tegen Montenegro) Privacy. De school voor wiskunde van de universiteit van Montenegro heeft camera’s opgehangen in de hoorcollegezalen om de veiligheid van studenten en eigendommen te waarborgen. Hiertegen hebben eisers een klacht ingediend bij de nationale DPA. De universiteit heeft op bevel van de DPA de camera’s uit de hoorcollegezalen verwijderd. Eisers vorderde compensatie van de universiteit voor de inbreuk op hun privacy. De nationale gerechten wijzen de vordering af. Het EHRM oordeelt dat de universiteit een ongerechtvaardigde inbreuk heeft gemaakt op het recht op privacy van eisers. Er was geen reden om aan te nemen dat de studenten of eigendommen in gevaar waren. Er is dus geen rechtvaardiging voor het plaatsen van de camera’s. De vorderingen van eisers worden toegewezen.

IEFBE 2479

Vragen aan HvJ EU: Dient de uitdrukking „passende schadeloosstelling” uit de Handhavingsrichtlijn te worden uitgelegd dat de lidstaten zorg moeten dragen voor de vaststelling van materieelrechtelijke regels?

HvJ EU - CJUE 9 nov 2017, IEFBE 2479; C-688/17 (Bayer Pharma), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-dient-de-uitdrukking-passende-schadeloosstelling-uit-de-handhavingsrichtlijn-te-wo

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 9 november 2017, IEF 17498; IEFbe 2479; LS&R 1573; C-688/17 (Bayer Pharma) Octrooirecht. Via Minbuza: Verzoekster (Bayer Pharma) heeft op 08.08.2000 octrooi aangevraagd bij het Hongaars bureau voor intellectueel eigendom (hierna: bureau) voor een uitvinding op het gebied van geneesmiddelen. Het bureau heeft het gevraagde octrooi op 04.10.2010 verleend. Verweersters hebben hun geneesmiddelen in november 2009, augustus 2010 en oktober 2010 geïntroduceerd op de Hongaarse markt. Verweersters hebben op 08.12.2010 een vordering tot nietigverklaring van het octrooi ingediend bij het bureau. Verzoekster verzocht om voorlopige maatregelen bij de verwijzende rechter. Naar aanleiding van dit verzoek werd bij vonnissen van 11.07.2011 verweersters verboden de producten nog langer te verhandelen. De voorlopige maatregelen zijn op 08.08.2011 in werking getreden. Verweersters dienden hiertegen hoger beroep in. Bij vonnissen van 23.01.2012 en 30.01.2012 heeft de rechtbank de verzoeken van verzoekster om voorlopige maatregelen afgewezen.

IEFBE 2478

Vragen aan HvJ EU: Kan de beoordeling van het verwarringsgevaar worden beïnvloed door het feit dat bij inschrijving een zogenaamde disclaimer is opgenomen?

HvJ EU - CJUE 20 nov 2017, IEFBE 2478; C-705/17 (Roslags Punsch tegen Roslagsöl), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-kan-de-beoordeling-van-het-verwarringsgevaar-worden-be-nvloed-door-het-feit-dat-bi

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 20 november 2017, IEF 17497; IEFbe 2478; C-705/17 (Roslags Punsch tegen Roslagsöl) Merkenrecht. Via Minbuza: Het voor alcoholhoudende dranken van klasse 33 ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH wordt sinds 2007 gehouden door Norrtelje Brenneri Aktiebolag. Het merk is ingeschreven met de volgende disclaimer: “Inschrijving geeft geen uitsluitend recht voor het woord Roslagspunsch”. Roslagen is de naam van een geografisch gebied aan de oostkust van Zweden. Op 16.12.2015 heeft verzoeker (Mats Hansson) bij het Zweeds bureau voor intellectuele eigendom (hierna: PRV) een aanvraag ingediend voor de inschrijving van ROSLAGSÖL als nationaal woordmerk voor onder andere bepaalde alcoholvrije dranken en bier van klasse 32. Het PRV heeft de aanvraag bij beslissing van 14.07.2016 afgewezen op grond van de overweging dat er sprake was van gevaar voor verwarring tussen het aangevraagde merk en het ingeschreven beeldmerk ROSLAGS PUNSCH, en er derhalve sprake was van een weigeringsgrond.

IEFBE 2477

Conclusie AG: ABC-houder kan import naar Duitsland uit toetredende EU-lidstaten tegenhouden, ondanks dat er een ABC-regeling was, maar geen basisoctrooi van de ABC in die landen bestond

HvJ EU - CJUE 7 feb 2018, IEFBE 2477; C-681/16 (Pfizer tegen Orifarm), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-abc-houder-kan-import-naar-duitsland-uit-toetredende-eu-lidstaten-tegenhouden-ondanks-d

Conclusie AG HvJ EU 7 februari 2018, IEF 17495; IEFbe 2477; LS&R 1571; C-681/16 (Pfizer tegen Orifarm) Octrooirecht. ABC. Toetreding van nieuwe lidstaten. Product dat wordt beschermd in een oude lidstaat en dat in een nieuwe lidstaat in de handel is gebracht zonder bescherming door de houder van het patent. Parallelinvoer

1)       Degene aan wie een aanvullend beschermingscertificaat is verleend voor de Bondsrepubliek Duitsland kan zich op de regelingen van het specifiek mechanisme beroepen om te verhinderen dat producten uit Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië, Slowakije, Bulgarije, Roemenië en Kroatië (bijlage IV bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond; deel I van bijlage V bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond; bijlage IV bij de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) in de Bondsrepubliek Duitsland worden ingevoerd, wanneer het aanvullende beschermingscertificaat in de Bondsrepubliek Duitsland werd aangevraagd op een tijdstip waarop in die nieuwe lidstaten (die toen nog toetredende landen waren) al regelingen bestonden voor de verkrijging van een dergelijk aanvullend beschermingscertificaat, maar een dergelijk certificaat in die staten niet kon worden aangevraagd door of verleend aan de houder van het voor de Bondsrepubliek Duitsland afgegeven beschermingscertificaat, aangezien deze in de betrokken staten niet beschikte over een basisoctrooi, wat nodig was om een aanvullend beschermingscertificaat te kunnen verkrijgen.

IEFBE 2476

Conclusie AG ingezonden door Margot van Gerwen, Maarten Rijks en Eelco Bergsma, TaylorWessing en Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen.

Conclusie AG: Combinatie van een kleur en een vorm kan onder weigerings- of nietigheidsgrond van Uniemerkenrecht vallen

HvJ EU - CJUE 6 feb 2018, IEFBE 2476; ECLI:EU:C:2018:64 (Louboutin tegen Van Haren), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-combinatie-van-een-kleur-en-een-vorm-kan-onder-weigerings-of-nietigheidsgrond-van-uniem

Aanvullende Conclusie AG HvJ EU 6 februari 2018, IEF 17487; IEFbe 2476; ECLI:EU:C:2018:64; C-163/16 (Louboutin tegen Van Haren) Merkenrecht. Volgens advocaat-generaal Szpunar kan een merk dat een combinatie van een kleur en een vorm is, onder de weigerings- of nietigheidsgronden van het Uniemerkenrecht vallen. Het onderzoek moet uitsluitend zien op de intrinsieke waarde van de vorm en daarbij mag geen rekening worden gehouden met de aantrekkingskracht van de waar als gevolg van de reputatie van dat merk of van de merkhouder.