IEFBE 3735
25 april 2024
Uitspraak

Arrest van Benelux-Gerechtshof over woordmerk NIELSON

 
IEFBE 3734
18 april 2024
Uitspraak

HvC over auteursrechten in beroepsuitoefening advocaat

 
IEFBE 3733
16 april 2024
Uitspraak

HvC over de bevoegdheid van de stakingsrechter

 
IEFBE 2412

HvJ EU: Cloud-kopieën van tv-programma's kunnen alleen met toestemming ter beschikking worden gesteld

HvJ EU - CJUE 29 nov 2017, IEFBE 2412; ECLI:EU:C:2017:913 (VCast tegen RTI), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-cloud-kopie-n-van-tv-programma-s-kunnen-alleen-met-toestemming-ter-beschikking-worden-gesteld

HvJ EU 29 november 2017, IEF 17308; IEFbe 2412; ECLI:EU:C:2017:913; C‑265/16 (VCast tegen RTI). Privékopie-exceptie. Zie eerder conclusie A-G [IEF 17142]. Verrichting van een dienst voor video-opname in de cloud (cloud computing) van kopieën van auteursrechtelijk beschermde werken zonder toestemming van de betrokken auteur – Actieve tussenkomst bij die opname door de aanbieder van de dienst. Persbericht: Kopieën van in de cloud opgeslagen televisieprogramma’s kunnen alleen met toestemming van de houder van de auteursrechten of de naburige rechten ter beschikking worden gesteld. Die dienst betreft immers een wederdoorgifte van de betrokken programma’s. HvJ EU:

[InfoSocrichtlijn] met name artikel 5, lid 2, onder b), moet aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling die een commerciële onderneming toestaat aan particulieren de dienst aan te bieden van het zonder toestemming van de rechthebbende door middel van een informaticasysteem op afstand in de cloud opslaan van privékopieën van auteursrechtelijk beschermde werken, waarbij zij actief bijdraagt aan de opname van die kopieën.

IEFBE 2411

Uitspraak ingezonden door Karin Ottelohe, ADVOCANT.

Woordelement complex merk Tegeloutlet behoort tot publiek domein en is louter beschrijvend

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 17 nov 2017, IEFBE 2411; (V. Hansen tegen Basic Import), https://www.ie-forum.be/artikelen/woordelement-complex-merk-tegeloutlet-behoort-tot-publiek-domein-en-is-louter-beschrijvend

Vz. Rechtbank van Koophandel (afd.) Antwerpen 17 november 2017, IEF 17304; IEFbe 2411 (V. Hansen tegen Basic Import) Eiser is houder van 'complex' beeldmerk TEGELOUTLET en stelt dat het gebruik van het teken als domeinnaam een inbreuk maakt op haar merk, handelsnaam en op de eerlijke marktpraktijken. Het merk is een 'complex merk' met verschillende elementen waarvan sommige (het woord Tegeloutlet) tot het publiek domein behoren en andere niet (het tegelmannetje). De eerdere weigering van het BBIE tot registratie van het woordmerk Tegeloutlet bevestigt dat het teken louter beschrijvend is en onderscheidend vermogen mist. Ook beroep op handelsnaamrecht en oneerlijke marktpraktijken treft geen doel.

 

IEFBE 2410

Uitspraak ingezonden door Karin Ottelohe, ADVOCANT.

Boektitel 'De illegale Ghelamco Arena' toegestaan - GHELAMCO heeft haar naam aan het stadion verbonden, en moet de keerzijde van deze sponsoringmedaille aanvaarden

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 24 nov 2017, IEFBE 2410; (Ghelamco tegen Doorbraak Boeken), https://www.ie-forum.be/artikelen/boektitel-de-illegale-ghelamco-arena-toegestaan-ghelamco-heeft-haar-naam-aan-het-stadion-verbonden-e

Vz. Rechtbank van Koophandel (en afd.) Antwerpen 24 november 2017, IEFbe 2410 (Ghelamco tegen Doorbraak Boeken) Ghelamco is houders van woordmerk in verschillende klassen. De verwerende partijen zijn uitgever en maken zich op een het boek 'De illegale Ghelamco Arena- Als politici zich met voetbal bemoeien' waarin kennelijk de aandacht zal worden gevestigd op bepaalde problemen bij de bouw van het stadion. Sub c: het is duidelijk dat de titel van het boek geen gebruik maakt van Ghelamco als merk; het is integendeel een onderdeel van de waar zelf. sub d: Echter, telkens het aanhalen van een merk in de media nodig of zelfs maar nuttig is, kan artikel 2.20, 1., d. niet ter sprake komen. De geldige reden is de vrijheid van meningsuiting uit 10 EVRM en 11 van het EU-Handvest. GHELAMCO heeft haar naam aan het stadion verbonden, en moet dan ook de keerzijde van deze sponsoringmedaille aanvaarden. Tevens geen oneerlijke marktpraktijk of sprake van laster en eerroof. Afwijzing van de vorderingen.

IEFBE 2408

Noorse klachtencommissie bevestigt dat Vigelands werken niet als merk kunnen worden geregistreerd

Overig - Autres 13 nov 2017, IEFBE 2408; (Oslo Municipality - Vigeland), https://www.ie-forum.be/artikelen/noorse-klachtencommissie-bevestigt-dat-vigelands-werken-niet-als-merk-kunnen-worden-geregistreerd

Noorse KFIR 13 november 2017, IEF 17288; IEFbe 2408; cases: 16/00148, 16/00149, 16/00150, 16/00151, 16/00153 and 16/00154 (Oslo Municipality - Vigeland) Tijdens de voorbereiding van de zaak heeft de Kamer van Beroep de zaak voorgelegd aan het EFTA-Hof [IEF 16706] voor een advies. De klachtencommissie concludeerde dat de merkregistratie moest worden geweigerd op basis van artikel 15, eerste alinea, letter a, van de merkenwet, deels omdat het merken zijn die die kunstwerken vertegenwoordigen met een zeer speciale culturele waarde voor de Noorse samenleving, en deels omdat de beperking van de auteursrechtperiode op grond van de auteursrechtwetgeving de basis moet zijn op fundamentele, sociale overwegingen.

IEFBE 2409

Uitspraak aangebracht door Hannes Abraham, Philippe Péters en Tanguy de Haan, NautaDutilh.

In de EER ingevoerde waren die niet verkocht raken, zijn niet in de handel gebracht

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 2 nov 2017, IEFBE 2409; ECLI:BE:CASS:2017:ARR.20171102.2 (Impro tegen Xerox), https://www.ie-forum.be/artikelen/in-de-eer-ingevoerde-waren-die-niet-verkocht-raken-zijn-niet-in-de-handel-gebracht

Hof van Cassatie van België 2 november 2017, IEFbe 2409 (Impro tegen Xerox); ECLI:BE:CASS:2017:ARR.20171102.2 Binnen de EER in de handel brengen. Eigendomsvoorbehoud. Zie eerder IEFbe 1603. Wanneer de merkhouder aldus zijn waren in de EER heeft ingevoerd om ze aldaar te verkopen of wanneer hij ze in zijn eigen winkels of in die van een gelieerde vennootschap aan de consumenten in de EER te koop heeft aangeboden, maar er niet in geslaagd is ze te verkopen, brengt hij deze waren evenwel niet in de handel in de zin van artikel 7.1 van de richtlijn. De uitsluitende mogelijkheid tot facturatie door de tweede verweerster van de niet-terugbezorgde verbruiksgoederen kan niet worden gelijkgesteld met het in de handel brengen van deze verbruiksgoederen. Het Hof verwerpt het cassatieberoep.

IEFBE 2406

Vragen aan HvJEU over het verbod om in een lidstaat kansspelen via internet aan te bieden

HvJ EU - CJUE 16 mrt 2017, IEFBE 2406; C-166/17 (Sportingbet), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-het-verbod-om-in-een-lidstaat-kansspelen-via-internet-aan-te-bieden

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 maart 2017, IT&R 2412; RB 3035; IEFbe 2406; C-166/17 (Sportingbet). Kansspelen. Internet. Via MinBuZa: In het aangehaalde arrest in zaak C-42/07 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 49 EG niet in de weg staat aan een regeling van een lidstaat als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die marktdeelnemers als Bwin International Ltd die in andere lidstaten zijn gevestigd, waar zij rechtmatig soortgelijke diensten verrichten, verbiedt om via het internet kansspelen aan te bieden op het grondgebied van deze lidstaat. Dat arrest is gewezen op een verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende de uitlegging van de artikelen 43, 49 en 56 EG. In casu betoogt een van de verwerende partijen echter dat de onderhavige zaak niet alleen die verdragsbepalingen betreft, maar ook de artikelen 2, 3, 23, 30, 31, 46, 55, 59, 66, 86, 106 en 107. Aangezien de Supremo Tribunal de Justiça in laatste aanleg uitspraak moet doen en bij twijfel verplicht is een verzoek om een prejudiciële beslissing te doen, opdat aldus een duidelijk oordeel kan worden gevormd aan de hand van de benodigde toelichting, verzoekt deze rechterlijke instantie het Hof om een beslissing over de hierboven weergegeven prejudiciële vragen, zoals toegelicht in het verzoek van de verwerende partijen. 

IEFBE 2407

Beslissing ingezonden door Mirjam Mollema, De Merkplaats.

EUIPO: Portretmerk van model Maartje Verhoef is geldig

EUIPO - BHIM - OHMI 16 nov 2017, IEFBE 2407; (Maartje Verhoef-portretmerk), https://www.ie-forum.be/artikelen/euipo-portretmerk-van-model-maartje-verhoef-is-geldig

EUIPO Board of Appeal 16 november 2017, IEF 17285; IEFbe 2407; R-2063/2016-4 (Maartje Verhoef-portretmerk) Merkenrecht. Portretmerk. Maartje Verhoef heeft haar portret als beeldmerk ingeschreven. Het bureau weigert het merk omdat het gedeeltelijk beschrijvend is. Er kan juist wel van uitgegaan worden dat het doelpubliek het fotografische teken van de jonge vrouw als identificatiemiddel van de herkomst van de waren en diensten zal opvatten. De foto van het gezicht van een persoon, in de vorm van een pasfoto, is een unieke weergave van deze persoon, met diens specifieke uiterlijke kenmerken. Er is geen absolute weigeringsgrond. De bestreden weigeringsbeslissing wordt opgeheven, het merk wordt aldus ingeschreven.

IEFBE 2405

Vragen aan HvJEU over proceskostenverdeling wanneer vorderingen slechts ten dele worden toegewezen

HvJ EU - CJUE 11 sep 2017, IEFBE 2405; C-554/17 (Société du Journal L’Est Républicain), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-proceskostenverdeling-wanneer-vorderingen-slechts-ten-dele-worden-toegewezen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 11 september 2017, IEF 17284; IEFbe 2405; C-554/17 (Société du Journal L’Est Républicain). Auteursrechten. Proceskosten. Via MinBuZa: Verzoekster heeft begin 2012 een persoon gefilmd tijdens een bungeejump vanaf een brug. Het koord is gebroken en de persoon is in het water gestort. De door verzoekster gemaakte film van dit voorval kon worden opgeroepen via de website van verweerder (de Société du Journal L’Est Républicain). Verzoekster heeft betoogd dat op die website ook een stilstaand beeld uit haar film te zien is geweest. Verzoekster heeft betoogd dat de film en het beeld beschermd zijn krachtens het auteursrecht en dat verweerder, door ze openbaar te maken, inbreuk heeft gemaakt op haar uitsluitende recht om over de film en het beeld te beschikken. Verzoekster heeft bij de rechter in eerste aanleg verzocht om verweerder te veroordelen tot betaling van schadevergoedingen en de proceskosten van verzoekster. Verweerder heeft de vordering van verzoekster bestreden en gevorderd dat zij wordt veroordeeld in haar kosten. De rechter in eerste aanleg heeft verzoekster schadeloosstelling toegekend voor een totaalbedrag van €1.101,-. Verzoekster ging hiertegen in hoger beroep en vorderde wederom de door haar in eerste aanleg gemaakte proceskosten. Tot staving van haar hoger beroep heeft verzoekster aangevoerd dat haar vorderingen in eerste aanleg op alle punten zijn toegewezen en dat zij slechts op ondergeschikte punten in het ongelijk is gesteld. Verweerder heeft tegen het hoger beroep verweer gevoerd en daartoe dezelfde argumenten aangevoerd als in eerste aanleg. 

IEFBE 2404

Uitspraak aangebracht door Thierry van Innis en Anthony Van der Planken, Van Innis & Delarue.

Auteursrechtelijke bescherming van Pliage-tas; slechts de techniek van plooibare tas is bekend uit een oud Amerikaans octrooi

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 6 nov 2017, IEFBE 2404; (Jean Cassegrain tegen Kamize en PB Fashion), https://www.ie-forum.be/artikelen/auteursrechtelijke-bescherming-van-pliage-tas-slechts-de-techniek-van-plooibare-tas-is-bekend-uit-ee

Rechtbank van Koophandel (en afdeling) Antwerpen 6 november 2017, IEFbe 2404 (Jean Cassegrain tegen Kamize en PB Fashion) Auteursrecht. Cassegrain is auteursrechthebbende op de handtas le Pliage en afgeleid model Shopping. PB fashion heeft namaak ingevoerd als groothandel en Kamize heeft deze als kleinhandel verkocht. Een Amerikaans octrooi uit 1925 voor een plooibare tas wijst uit dat de techniek al lang gekend is, dat element heeft een technisch bepaalde functie en valt dus niet onder het auteursrecht. Andere elementen zijn volledig verschillend. Cassegrain maakt aanspraak op schadevergoeding wegens winstderving. De rechtbank begroot de winstderviing ex aequo et bono op €25 per tas; tot €25.000 voor PB Fashion en tot €1.000 voor Kamize. De publicatie-aanspraak wordt afgewezen.

IEFBE 2403

Conclusie AG: Een consument verliest niet zijn hoedanigheid na langdurig gebruik van een particulier Facebookaccount om activiteiten te ontplooien

HvJ EU - CJUE 14 nov 2017, IEFBE 2403; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-een-consument-verliest-niet-zijn-hoedanigheid-na-langdurig-gebruik-van-een-particulier

Conclusie AG HvJ EU 14 november 2017, IEF 17276; IEFbe 2403; IT 2410; RB 3032; ECLI:EU:C:2017:863 (Schrems tegen Facebook) vgl. IT 1878 . Voor „socinfluencers”, „prosumers” (professionele consumenten) zijn hun persoonlijke accounts op sociale netwerken een onmisbaar instrument voor hun werk. Een consument verliest niet zijn hoedanigheid indien hij – na langdurig gebruik van een particuliere Facebookaccount om zijn rechten uit te oefenen – boeken publiceert, lezingen houdt (soms ook tegen betaling), websites exploiteert, giften inzamelt om de rechten te kunnen uitoefenen. Bevoegdheid in zaken betreffende consumentenovereenkomsten – Begrip ,consument’ – Sociale media –Facebookaccounts en Facebookpagina’s – Cessie van vorderingen door consumenten die woonplaats hebben in dezelfde lidstaat, in een andere lidstaat en in een derde land – Collectief verhaal.