IEFBE 3734
18 april 2024
Uitspraak

HvC over auteursrechten in beroepsuitoefening advocaat

 
IEFBE 3733
16 april 2024
Uitspraak

HvC over de bevoegdheid van de stakingsrechter

 
IEFBE 3732
15 april 2024
Uitspraak

HvC over gebruik teken in advertenties van online marktplaats

 
IEFBE 2725

Adicar heeft onrechtmatig belang voor opheffen beleveringsverbod BAT-producten

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 2 mrt 2017, IEFBE 2725; (Adicar tegen British America Tobacco), https://www.ie-forum.be/artikelen/adicar-heeft-onrechtmatig-belang-voor-opheffen-beleveringsverbod-bat-producten

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 2 maart 2017, IEFbe 2725 (Adicar tegen British America Tobacco) Oneerlijke handelspraktijken. Onrechtmatig belang. Adicar is detailhandelaar in tabaksproducten en baat een winkel uit (Eurobaccy) waar onder andere producten van het merk British American Tobacco (BAT) wordt verkocht. Verwerende partij is een Belgische distributeur van BAT. De Britse tabaksaccijnzen liggen lager dan de Belgische tabaksaccijnzen. De Britse douane wenst de hoeveelheden tabak die Britse toeristen aankopen in de Belgische kuststreek evenwel te beperken. De indicatieve minimumniveaus en het opleggen van een quota zijn een aantal van de maatregelen.. Tevens bevatten de tabaksproducten een traceersysteem. Op 21 juni 2016 wordt de Adicar gecontroleerd. Op 10 oktober 2016 ontving Adicar een email van BAT met de mededeling dat er naar aanleiding van het onderzoek ernstige aanwijzingen zijn dat de winkel illegale handel in BAT producten faciliteert. BAT is genoodzaakt om haar klanten te laten verzoeken om de Adicar niet meer te bevoorraden. Adicar vordert om het verbod tot belevering op te heffen. Agadir heeft een onrechtmatig belang aangezien er sterke aanwijzingen van smokkelpraktijken zijn. Door Agadir toe te laten die handelingen voort te zetten, zouden ze de smokkel van BAT-producten (Cutters Choice en Samson) kunnen blijven faciliteren.

IEFBE 2727

ADVERTORIAL - Wolters Kluwer

Hoe kleine juridische afdelingen omgaan met een toenemende werkdruk

Download eBook Digital Transformation for legal departments, Wolters Kluwer. Indien u steeds meer werkdruk ervaart en vindt dat uw werkzaamheden in de laatste jaren zijn toegenomen, dan bent u niet de enige. Ongeveer driekwart van de bedrijfsjuristen vindt dat hun werkzaamheden sinds 2016 steeds verder toenemen. De vraag is, hoe kunnen kleine juridische afdelingen omgaan met de toenemende werkdruk?

Voor kleine juridische afdelingen die niet over het budget beschikken om meer personeel aan te nemen of die bepaalde werkzaamheden uitbesteden, betekent het vaak dat ze zich bezig houden met administratieve werkzaamheden ten koste van een strategische rol binnen het bedrijf. Veel bedrijfsjuristen besteden slechts 32% van hun tijd aan het adviseren, terwijl ze meer dan 50% van hun tijd aan administratieve werkzaamheden besteden zoals archiveren, zoeken naar documenten en e-mails versturen.

Gelukkig kan ‘legal tech’ kleine juridische afdelingen ondersteunen met de toenemende werkdruk, zodat ze in staat zijn om het bestuur te adviseren, bij te dragen aan de doelstellingen van het bedrijf en risico’s te beheersen. Door gebruik te maken van gestructureerde systemen en processen voor het beheer van juridische informatie (zoals contracten, compliance, bedrijfsdocumenten, claims, IE en data privacy) hoeven juridische afdelingen minder tijd te besteden aan het zoeken, beheren, en rapporteren van juridische informatie. Maar dat is niet alles.

IEFBE 2724

Stakingsvordering wordt afgewezen vanwege het banaal en beschrijvend karakter van het woord videocrew

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 2 mrt 2017, IEFBE 2724; (Videocrew tegen WISA), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-wordt-afgewezen-vanwege-het-banaal-en-beschrijvend-karakter-van-het-woord-videocre

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 2 maart 2017, IEFbe 2724 (Videocrew tegen WISA) Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. Eiser heeft een eenmanszaak actief in de audiovisuele sector onder de handelsnaam Videocrew en domeinnaam videocrew.be. WISA maakt gebruik van domeinnamen brusselsvideocrew.com en .be en van handelsnaam Brussels Video Crew. Eiser vordert staking van het gebruik van de handels- en domeinnaam. Eisende partij is noch de enige noch de eerste die dergelijke diensten aanbiedt. Het woord Videocrew is banaal en beschrijvend in de audiovisuele sector. Dit woord op zichzelf kan dan ook niet gebruikt worden om een vennootschap binnen deze sector te onderscheiden van een andere. Eisende partij mag het gebruik van dit woord als handelsnaam en/of domeinnaam niet monopoliseren. Gezien het banaal en beschrijvend karakter van het woord videocrew sluit de toevoeging van het woord Brussel zowel de visuele als de fonetische gelijkenis met het geïsoleerde beschrijvende woorden videocrew uit. Er is geen sprake van verwarringsgevaar. De stakingsvordering wordt afgewezen.

IEFBE 2723

Stakingsvordering van Emirdag afgewezen omdat ze geen eigenaar is van merk Emirdag

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 2 mrt 2017, IEFBE 2723; (Emirdag tegen Tadal), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-van-emirdag-afgewezen-omdat-ze-geen-eigenaar-is-van-merk-emirdag

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 2 maart 2017, IEFbe 2723 (Emirdag tegen Tadal) Handelsnaamrecht. Emirdag drijft handel in Halal-vleeswaren, deze worden in België, Nederland en Duitsland op de markt gebracht onder de handelsbenaming Emirdag. Tadal is actief in de import, export en distributie van onder andere halal vleeswaren. Tadal gebruikt de handelsbenaming Emirdag. Emirdag vordert het gebruik van handelsbenaming EMIRDAG op de verpakking van Tadal Halal-vleeswaren te staken en gestaakt te houden. In tussenarrest van 28 oktober 2016 [IEFbe 2287] is bepaalt dat Emirdag de licentieovereenkomst moet voorleggen waarop zij zich beroept. Partijen hebben hun middelen en conclusies voorgedragen in de  openbare terechtzitting die daarna volgde. Uit die stukken blijkt dat Emirdag geen eigenaar is van het merk en zelfstandige vordering kan instellen. De stakingsvordering wordt afgewezen.

IEFBE 2719

Consumenten zullen niet verward worden door Aldi's Buval door volledig onderscheiden markt en niet-identiek product Duvel

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 26 mrt 2017, IEFBE 2719; (Duvel tegen Aldi), https://www.ie-forum.be/artikelen/consumenten-zullen-niet-verward-worden-door-aldi-s-buval-door-volledig-onderscheiden-markt-en-niet-i

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 28 maart 2017, IEFbe 2719 (Duvel tegen Aldi) Merkenrecht. Aldi heeft de naam BUVAL geregisteerd als Beneluxmerk en onder die naam bier op de markt bracht op de Belgische markt. Duvel vordert dat Aldi de verkoop van BUVAL stopzet. Consumenten zullen bij Duvel denken aan een duivel en Buval is een fantasienaam. Een gemiddelde consument van bieren in België maakt een onderscheid tussen pilsbieren zoals Buval enerzijds en zware bieren of speciaalbieren zoals Duvel anderzijds. Het uitzicht van de standaardflesjes en blikjes van Buval is volledig verschillend van dat van Duvel. De gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument van speciaalbieren zal de verschillen herkennen en duiden waardoor geen mogelijkheid is tot verwarring. De vordering wordt afgewezen.

IEFBE 2718

Weddingplanner van Great Weddings.vlaanderen maakt inbreuk op handel- en domeinnaam Great Weddings.be

Antwerpen - Anvers 20 apr 2017, IEFBE 2718; (Apellante tegen Suc6), https://www.ie-forum.be/artikelen/weddingplanner-van-great-weddings-vlaanderen-maakt-inbreuk-op-handel-en-domeinnaam-great-weddings-be

Hof van beroep Antwerpen 20 april 2017, IEFbe 2718 (Appellante tegen Suc6) Handelsnaamrecht. Domeinnaamrecht. SUC6 is een evenementenbureau en heeft in het kader van de organisatie van trouwfeesten een nieuw concept bedacht: 'Great Weddings'. Appellante en Suc6 werkten samen. Suc6 stelt dat appellante op den duur in eigen naam trouwfeesten is gaan organiseren met handelsnaam 'Great Weddings' met de website met domeinnaam www.greatweddings.vlaanderen. Suc6 vordert bij de rechtbank [IEFbe 2271] overdracht van de website greatweddings.be en om gebruik van benaming te staken. De vordering wordt toegewezen omdat Suc6 nooit de handelsnaam heeft overgedragen aan appellante. Daarna veranderde appellante de handelsnaam van Great Weddings naar Grand Weddings. In hoger beroep vordert de appellante dat het stakingsverbod opgeven moet worden. Er wordt gebruik gemaakt van een identieke handelsnaam, de aard van de activiteiten is identiek, namelijk het organiseren van huwelijksfeesten en de activiteiten worden beide uitgevoerd in Limburg. De loutere toevoeging 'Vlaanderen' aan de domeinnaam neemt het verwarringsgevaar niet weg. De vordering wordt afgewezen en het vonnis van 27 mei 2016 wordt bevestigd.

IEFBE 2716

Stakingsvordering toegewezen wegens parallelimport Singulair zonder vermelding enititeit van ompakker of heretiketteerder door PI Pharma

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 27 apr 2017, IEFBE 2716; (Merck Sharp & Dohme en MSD tegen PI Pharma), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-toegewezen-wegens-parallelimport-singulair-zonder-vermelding-enititeit-van-ompakke

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 27 april 2017, IEF 17924; IEFbe 2716 (Merck Sharp & Dohme en MSD tegen PI Pharma) Parallelimport. Merck Sharp & Dohme is een farmaceutische onderneming. MSD is verantwoordelijk voor de verdeling van haar geneesmiddelen op de Belgische markt. Pharma is een groothandelaar in geneesmiddelen. MSD heeft een farmaceutisch geneesmiddel voor hooikoorts ontwikkeld met montelukast. Dit product wordt door MSD op de markt gebracht onder de naam Singulair. Singulair is ingeschreven als EU en Benelux woordmerk. Pharma heeft een vergunning tot parallelinvoer voor het op de Belgische markt brengen van Singulair. MSD vordert staking van het op de markt brengen van Singulair door Pharma. Het product vermeldt geen entiteit als ompakker of heretiketteerder. En Pharma gebruikt een inadequate verpakking gebaseerd op de oude en afgewezen versie. De vordering wordt toegewezen.

IEFBE 2715

Stakingsvordering gunningsbeslissing voor aanleg van lagevloertrams niet-ontvankelijk omdat Bombardier geen octrooihouder is

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 20 apr 2017, IEFBE 2715; (Bombardier tegen CAF), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-gunningsbeslissing-voor-aanleg-van-lagevloertrams-niet-ontvankelijk-omdat-bombardi

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2017, IEFbe 2715 (Bombardier tegen CAF) Aanbestedingsvergunning. Octrooirecht. Vervoersmaatschappij De Lijn had een aanbestedingsopdracht gepubliceerd. CAF en Bombardier werden beide geselecteerd. De lijn stelde een gunningsverslag op waaruit blijkt dat de offerte van CAF superieur is aan die van Bombardier. Bombardier diende een verzoekschrift in bij de Raad van State tot schorsing van de gunningsbeslissing. De Raad van State oordeelde dat De Lijn haar zorgvuldigheidsplicht en de plicht tot gelijke handeling schond omdat ze niet hebben onderzocht waarom CAF goedkoper was. Bombardier beschikt over een Europees Octrooi op een uitvinding voor aanleg voor lagevloertrams. CAF zou het octrooi schenden en daarom lagere kosten maken. Bombardier vordert om de stakingsvordering van het verzoekschrift bij de Raad van State gegrond en ontvankelijk te verklaren. Eiseres, Bombardier AT, is niet meer de houder van het octrooi omdat dit is gewijzigd en op naam van Bombardier (Holdings) staat. De stakingsvordering is niet-ontvankelijk.

IEFBE 2722

Conclusie AG: Unierecht staat niet in de weg aan Sloveense wetgeving over toegang tot overheidsinformatie

5 sep 2018, IEFBE 2722; (NKBM tegen Slovenie), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-unierecht-staat-niet-in-de-weg-aan-sloveense-wetgeving-over-toegang-tot-overheidsinform

Conclusie AG HvJ EU 5 september 2018, IEF 17929; IT 2621; IEFbe 2722; C‑215/17 (NKBM tegen Slovenie) Auteursrecht. NKBM is een Sloveense bank. Een journaliste heeft die bank verzocht om toegang tot een lijst met bepaalde informatie over overeenkomsten die de NKBM had gesloten met consultancyfirma’s, advocatenkantoren en bedrijven die diensten van intellectuele aard verrichten. Dat verzoek werd ingediend krachtens de Sloveense regels over toegang tot documenten. Ten tijde van het verzoek was de Republiek Slovenië meerderheidsaandeelhouder van de NKBM. De Staat had de bank ook geherkapitaliseerd. Daarom was de nationale wettelijke regeling over toegang tot documenten op dat moment van toepassing op de bank en kennelijk had de door de journaliste opgevraagde informatie volgens het nationale recht moeten worden verstrekt. De NKBM weigerde het verzoek van de journaliste in te willigen. De journaliste diende tegen die weigering een klacht in bij de Sloveense toezichthouder op de informatie. De toezichthouder stelde de journaliste in het gelijk en beval de NKBM om de opgevraagde gegevens aan de journaliste te verstrekken. De NKBM stelde beroep in tegen die beslissing, maar dit werd door de rechtbank van eerste aanleg verworpen. De NKBM stelde vervolgens cassatieberoep in betreffende een rechtsvraag. Voor die rechter betoogde de NKBM dat de ZDIJZ (Sloveense wetgeving) inbreuk maakt op de grondwettelijke rechten en dat die wet onverenigbaar is met het Unierecht. De rechter heeft daarover Prejudiciële vragen gesteld. De AG is van mening het Unierecht niet in de weg staat aan de wettelijke regelgeving die in het hoofdgeding aan de orde is.

Conlusie AG:Artikel 1, lid 2, onder c), derde streepje, van richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van richtlijn 2003/98/EG, staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die – enkel ten aanzien van instellingen die onder een overheersende invloed van de Staat staan – onbeperkte (absolute) toegang toestaat tot bepaalde informatie over overeenkomsten betreffende auteursrecht of consultancy.
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012, en met name artikel 432, lid 2, daarvan, staat niet in de weg aan een nationale wettelijke regeling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die een bank die onder de overheersende invloed van een publiekrechtelijk lichaam staat, verplicht bepaalde informatie openbaar te maken over overeenkomsten voor de verlening van consultancydiensten, advocatendiensten en andere diensten van intellectuele aard, zonder dat is voorzien in een uitzondering op die verplichting.
 

 

IEFBE 2712

Stakingsvordering tegen surprisedate.be gegrond ondanks dat in werkelijk geen handelsdaad gesteld is

Gent(afd. Dendermonde) - Gand(div. Termonde) 3 mei 2017, IEFBE 2712; (Smartflash tegen verweerder ), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-tegen-surprisedate-be-gegrond-ondanks-dat-in-werkelijk-geen-handelsdaad-gesteld-is

Voorz. Rechtbank van Koophandel Gent 3 mei 2017, IEFbe 2712 (Smartflash tegen Surprisedate) Oneerlijke handelspraktijken. Slaafse nabootsing. Smartflash organiseert onder meer speeddates en verrassingsdates onder de naam SmartVibes. Verweerder vatte het plan op om een evenement rond speeddaten te organiseren en ging over tot registratie van domeinnaam www.surprisedate.nl. Voor het maken van de website heeft verweerder contact gehad met een bureau dat verwees naar de website van eiseres als voorbeeld. Smartflash stelt vast dat de website van verweerder dezelfde diensten onder dezelfde vorm aanbiedt. Verweerder verklaarde dat per vergissing een testversie van de site in opbouw online werd geplaatst. Smartflash vordert aan verweerder het aanbod van diensten te staken. www.surprisedate.be is volledig geïnspireerd op de website www.smartvibes.be van Smartflash. Zo nam de website surprisedate teksten over, indeling van rubrieken, stijl en lay-out, getuigenissen van zogenaamde klanten en locaties. Het feit dat verweerder in werkelijkheid geen enkele handelsdaad zou gesteld hebben met betrekking tot de gewraakte website en hij ondertussen alleen maar actief zou zijn geweest in de afwerking van gebouwen, belet niet dat hij de opdracht gaf tot het maken van een website voor speeddating met als voorbeeld de website van de eiseres. De opdracht die verweerder gaf hield een rechtstreeks verband met de voorgenomen levering van dienst, zijnde de organisatie van een avond speeddaten. De stakingsvordering wordt toegewezen.