IEFBE 3723
19 maart 2024
Uitspraak

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

 
IEFBE 3722
12 maart 2024
Artikel

De Inzet van Neurowetenschap bij het Beoordelen van Verwarringsgevaar

 
IEFBE 3721
11 maart 2024
Uitspraak

Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen

 
IEFBE 2400

Vragen aan HvJ EU: Is het relevant of een merk als beeld- of als kleurmerk wordt aangevraagd?

HvJ EU - CJUE 28 sep 2017, IEFBE 2400; (Hartwall), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-het-relevant-of-een-merk-als-beeld-of-als-kleurmerk-wordt-aangevraagd

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 28 september 2017, IEF 17264; IEFbe 2400; C-578/17 (Hartwall) Merkenrecht. Via MinBuZa: Verzoeker (Oy Hartwall Ab) heeft op 20.09.2012 bij verweerder (nationaal octrooi- en registratiebureau) een aanvraag ingediend voor inschrijving van een teken als kleurmerk voor waren van klasse 32: minerale wateren. Verzoeker heeft naar aanleiding van een tussenbeslissing van verweerder toegelicht dat zij om inschrijving verzoekt van het aangevraagde merk als kleurmerk (niet als beeldmerk). Verweerder heeft de aanvraag (bij beslissing van 05.06.2013) afgewezen op grond dat het aangevraagde merk onderscheidend vermogen mist. Er zou geen uitsluitend recht op inschrijving van bepaalde kleuren kunnen worden verleend zonder gefundeerd bewijs dat de betrokken kleuren door langdurig en grootschalig gebruik onderscheidend vermogen hebben gekregen voor de betrokken waren. Het overlegde martktonderzoek van verzoeker zou niet hebben aangetoond dat de kleuren zelf bekend zijn, maar dat het beeldmerk bekend is. Verzoeker stelde beroep in tegen de beslissing van verweerder bij de handelsrechter, welke het beroep heeft verworpen bij bestreden beslissing. Omdat het aangevraagde kleurmerk niet voldoet aan de voor een merk geldende voorwaarden van §1(2) tweede alinea, van de merkenwet, die overeenkomt met artikel 2 van de merkenrichtlijn, behoeft volgens de handelsrechter in de onderhavige zaak niet te worden ingegaan op de in §13 van de merkenwet bedoelde vereisten betreffende het onderscheidend vermogen van een merk. Verzoeker heeft tegen de beslissing van de handelsrechter hoger beroep ingesteld bij de verwijzende rechter (de hoogste bestuursrechter).

 

IEFBE 2399

Uitspraak ingezonden door Wouter Pors, Bird & Bird LLP.

Beneluxpubliek kent de betekenis van het Spaanse woord HOYA niet, maar wel van HOLA BANANA!

7 nov 2017, IEFBE 2399; (Fyffes tegen Chiquita), https://www.ie-forum.be/artikelen/beneluxpubliek-kent-de-betekenis-van-het-spaanse-woord-hoya-niet-maar-wel-van-hola-banana

Hof Den Haag 7 november 2017, IEF 17250; IEFbe 2399 (Fyffes tegen Chiquita) Merkenrecht. Fyffes is houdster van HOYA-merken. Chiquita, ook distributeur van vers fruit, waaronder bananen, gebruikt de tekens 'HOLA BANANA!'. De voorzieningenrechter wees de vorderingen terecht af. Het Fyffes-woordmerk en ruitvorming merk zijn niet normaal gebruikt, voor het ovale Uniemerk is er slechts geringe mate van auditieve overeenstemming [IEF 16145; IEFbe 1880]. De vergelijking mag niet worden gereduceerd tot woordmerk HOYA met enkel het woord bestanddeel HOLA. Vanwege het gebruikte uitroepteken en de betekenis van de woorden, zal de gemiddelde consument HOLA BANANA! opvatten als één uitroep. Het relevante Beneluxpubliek is niet op de hoogte van de betekenis van het Spaanse woord HOYA (voor grafkuil) en dus geen begripsmatige overeenstemming kan vaststellen, maar weet wel dat HOLA BANANA!, 'Hallo Banaan!' betekent. Het woord voor 'hallo' is immers een van de eerste woorden die men in een vreemde taal leert. Er is geen sprake van merkinbreuk, het hof bekrachtigt het afwijzende vonnis.

 

IEFBE 2398

Een bijdrage van Bas Pinckaers, Secretaris Nederlandse Groep van AIPPI.

AIPPI World Congress Sydney resolutions

Van 13 tot 17 oktober vond het 47e World Congress van AIPPI plaats in Sydney. Ongeveer dertien leden van de Vereniging voor Intellectuele Eigendom (VIE), de Nederlandse groep van AIPPI, hebben dit congres bezocht, waarvan een aantal zich hebben ingespannen dat zes resoluties zijn aangenomen, waarvan vier naar aanleiding van Study Questions:

 

IEFBE 2397

'Saucisson d'Ardenne' opgenomen in register van beschermde geografische aanduidingen

Europese Commissie 26 oktober 2017, IEF 17238; IEFbe 2397; Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1956 (Saucisson d'Ardenne). Merkenrecht. Geografisch beschermde aanduiding. In vervolg op eerdere uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Belgische Raad van State [IEF 11830], heeft de Europese Commissie Uitvoeringsverordening 2017/195 uitgevaardigd waarbij de aanduiding 'Saucisson d'Ardenne' is opgenomen als Beschermde Geografische Aanduiding. 

IEFBE 2396

EU-Hof verklaart onderhandelingsmandaat oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen nietig

HvJ EU - CJUE 25 okt 2017, IEFBE 2396; ECLI:EU:C:2017:798 (Europese Commissie tegen Raad van de EU), https://www.ie-forum.be/artikelen/eu-hof-verklaart-onderhandelingsmandaat-oorsprongsbenamingen-en-geografische-aanduidingen-nietig

HvJ EU 25 oktober 2017, IEF 17236 ; IEFbe 2396; ECLI:EU:C:2017:798; C-389/15 (Europese Commissie tegen Raad van de EU) Minbuza: Het ontwerp tot herziening van de Overeenkomst van Lissabon over oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen valt volgens het EU-Hof onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek. De Raad heeft zijn machtigingsbesluit tot het openen van de onderhandelingen over die herziene Overeenkomst ten onrechte gebaseerd op de interne markt rechtsgrondslag. Het besluit van de Raad wordt daarom vernietigd door het EU-Hof. De Raad zal nu een nieuw besluit moeten nemen.

IEFBE 2395

Vragen aan HvJEU over collectief beheer merkenrechten en over IP-adressen als dienst onder de Richtlijn Elektronische Handel

HvJ EU - CJUE 28 aug 2017, IEFBE 2395; C-521/17 (SNB-REACT), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-collectief-beheer-merkenrechten-en-over-ip-adressen-als-dienst-onder-de-richtl

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 28 augustus 2017, IEF 17225; IEFbe 2395; IT2389; C-521/17 (SNB-REACT). Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Via MinBuZa: Verzoekster (SNB-REACT) heeft op 13.02.2014 bij de rechter in eerste aanleg een vordering tegen verweerder (Deepak Mehta) ingesteld tot beëindiging van de inbreuk op merkrechten en tot schadevergoeding. Verzoekster is een instantie voor de vertegenwoordiging van merkhouders en vertegenwoordigt tien merkhouders. Verweerder heeft websites op zijn naam geregistreerd, waarop onlinewinkels onrechtmatig goederen te koop aanbieden die zijn voorzien van met merken identieke tekens. Bovendien bevatten enkele van de door verweerder geregistreerde domeinnamen tekens die identiek zijn met ingeschreven merken. Verzoekster heeft in de procedure betoogd dat de door haar genoemde websites allemaal in de aan verweerder toegewezen IP-gebieden zijn geregistreerd en dat verweerder houder van deze IP-adressen is. Verweerder betwist de vordering. Hij heeft geen enkele van de door verzoekster genoemde domeinnamen geregistreerd. Hij was vroeger enkel houder van de IP-adressen. Een IP-adres en een domeinnaam moeten evenwel van elkaar worden onderscheiden. De rechter in eerste aanleg heeft bij vonnis van 27 oktober 2016 de vordering in haar geheel afgewezen. Verzoekster betwist in hoger beroep het vonnis van de rechter in eerste aanleg, voor zover hij de vordering heeft afgewezen. Volgens verzoekster heeft de rechter in eerste aanleg ten onrechte beslist dat zij niet bevoegd was om een vordering in te stellen wegens een inbreuk op de rechten van merkhouders. 

IEFBE 2394

Vragen aan HvJEU over gelijkstelling ABC-certificaat met handelsvergunning geneesmiddel

HvJ EU - CJUE 18 jul 2017, IEFBE 2394; C-527/17 (Paclitaxel), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvjeu-over-gelijkstelling-abc-certificaat-met-handelsvergunning-geneesmiddel

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJEU 18 juli 2017, IEF 17226; IEFbe 2394; LS&R 1527; C-527/17 (Paclitaxel). Octrooirecht. Beschermingscertificaat. Geneesmiddel. Via MinBuZa: Verzoekster (LN) is houdster van het op 26.01.1994 aangevraagde (op 27.10.2010 verleende) Europese octrooi EP 0 681 475 B1 dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi omvat het gebruik van geneesmiddelen ter vermindering van restenose na een angioplastiek, een behandeling voor de verwijding van vaatvernauwingen. Daarna kan een hernieuwde vernauwing van de vaatwand ontstaan, restenose genoemd. Conclusie 8 van het basisoctrooi luidt: “Gebruik van taxol voor de productie van een geneesmiddel ter handhaving van een verwijd vaatoppervlak”. In het bijzonder werd ontdekt dat taxol voor dit doel geschikt is, een uit de kankertherapie bekende werkzame stof met de algemene internationale benaming Paclitaxel, die door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) met gelding in de Europese Unie als geneesmiddel voor de behandeling van kanker werd toegelaten. Op 21.01.2003 werd aan verzoekster door de Technische Überwachungsverein (TÜV) Rheinland een EG-certificaat voor het medisch hulpmiddel TAXUS™ Express2 Paclitaxel-Eluting Coronary Stent System afgegeven. In het kader van de EG-certificeringsprocedure werd het geneesmiddelbestanddeel Paclitaxel van het medisch hulpmiddel door de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit Medicines Evaluation Board in the Netherlands (CBG-MEB) overeenkomstig richtlijn 93/42 gecontroleerd. Op 29.03.2011 verzocht verzoekster bij het Duitse octrooi- en merkenbureau (hierna: DPMA) om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi en baseerde zich daarbij ten aanzien van de vereiste vergunning voor het als geneesmiddel in de handel brengen op een EG-certificaat uit het jaar 2007. Bij besluit van 19.02.2016 heeft DPMA het verzoek afgewezen en aangevoerd dat het product zoals omschreven in het verzoek niet beschikte over een vergunning als geneesmiddel in de zin van de ABC-verordening. Tegen dit besluit heeft verzoekster beroep ingesteld, waarmee zij vasthoudt aan haar verzoek tot afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product Paclitaxel en onder vermelding van het door TÜV Rheinland aan haar afgegeven EG-certificaat van 21.01.2003. 

IEFBE 2393

Jugement envoyée par Frédéric Lejeune.

La marque française GRANDS MYSTÈRES DE L'HISTOIRE ne jouit d'aucune protection en Belgique

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 26 jun 2017, IEFBE 2393; (GRANDS MYSTÈRES DE L'HISTOIRE), https://www.ie-forum.be/artikelen/la-marque-fran-aise-grands-myst-res-de-l-histoire-ne-jouit-d-aucune-protection-en-belgique

Tribunal de commerce francophone de Bruxelles 26 juin 2017, IEFbe 2393 (GRANDS MYSTÈRES DE L'HISTOIRE) Les défendeurs ont soulevé l'incompétence du juge des cessations belge en invoquant le fait qu'ils sont domiciliés en France et que la marque du demandeur a été déposée et enregistrée en France et ne jouit d'aucune protection en Belgique. Sauf à considérer que la simple adjonction de l'épithète 'grands' à 'mystères de l'histoire' constituerait un apport et un travail créatif et original reflétant la personnalité du demandeur, le titre <<Les grans mystères de l'histoire>> n'est en rien original; il est au contraire d'une grande banalité, et le demandeur ne prouve en rien son apport créatif, sa touche personnelle.

 

IEFBE 2392

'Voetbalglas' wijkt niet wezenlijk af van wat gebruikelijk is

Gerecht EU - Tribunal UE 26 okt 2017, IEFBE 2392; ECLI:EU:T:2017:754 (Erdinger Weißbräu Franz Brombach), https://www.ie-forum.be/artikelen/voetbalglas-wijkt-niet-wezenlijk-af-van-wat-gebruikelijk-is

Gerecht EU 26 oktober 2017, IEF 17215; IEFbe 2392; ECLI:EU:T:2017:754; T‑857/16 (Erdinger Weißbräu Franz Brombach) Merkaanvraag voor de vorm van een groot glas werd afgewezen door de Kamer van Beroep. Het ontwerp van het glas is niet zo ongewoon of fantasierijk is dat op het eerste zicht de herkomst duidelijk is. Deze vorm wijkt niet wezenlijk af van de norm en wat gebruikelijk is in de branche. Het bovenste deel lijkt ietwat op een voetbal, maar is niet meer dan een versiering. De klacht wordt afgewezen.

IEFBE 2391

Gerecht EU over normaal gebruik en distinctief karakter van een 3D-vormmerk voor biscuitverpakking

Gerecht EU - Tribunal UE 23 okt 2017, IEFBE 2391; ECLI:EU:T:2017:745 (Galletas Gullón), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-over-normaal-gebruik-en-distinctief-karakter-van-een-3d-vormmerk-voor-biscuitverpakking

Gerecht 23 oktober 2017, IEF 17213; IEFbe 2391; ECLI:EU:T:2017:745 (Galletas Gullón). Merkenrecht. Vormmerk. In 2003 heeft Galletas Gullón een merkaanvraag ingediend voor een drie-dimensionaal vormmerk voor 'biscuits' waarin de kleuren blauw, groen, rood, wit, geel en zwart terug te vinden zijn. In 2014 heeft verweerder bij de Cancellation Division om herroeping van het merk verzocht. Verweerder stelde dat er geen sprake was van normaal gebruik van het merk. De Cancellation Division verwierp dit beroep. In beroep bij de Board of Appeal van het EUIPO werd het vormmerk van Galletas Gullón ingetrokken. Galletas Gullón gaat in beroep bij het Gerecht, welke de beslissing van het EUIPO vernietigt. Redengevend voor het Gerecht hiertoe is dat zij vindt dat het distinctieve karakter van het merk door de jaren heen niet is gewijzigd. Daarnaast oordeelt het Gerecht dat Galletas Gullón voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van normaal gebruik van het merk.