IEFBE 3723
19 maart 2024
Uitspraak

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

 
IEFBE 3722
12 maart 2024
Artikel

De Inzet van Neurowetenschap bij het Beoordelen van Verwarringsgevaar

 
IEFBE 3721
11 maart 2024
Uitspraak

Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen

 
IEFBE 2200

Keurmerken alleen 'normaal gebruikt' indien wordt ingestaan voor kwaliteitscontrole

HvJ EU - CJUE 8 jun 2017, IEFBE 2200; ECLI:EU:C:2017:434 (Gözze Frottierweberei tegen Verein Bremer Baumwollbörse), https://www.ie-forum.be/artikelen/keurmerken-alleen-normaal-gebruikt-indien-wordt-ingestaan-voor-kwaliteitscontrole

HvJ EU 8 juni 2017, IEF 16861; IEFbe 2200; C‑689/15; ECLI:EU:C:2017:434 (Gözze Frottierweberei tegen Verein Bremer Baumwollbörse) Uniemerk. Normaal gebruik van keurmerk. Certificeringsmerk. Geen regelmatige kwaliteitscontrole bij licentienemers. Indiening van het teken ,bloem van de katoenplant’ door een vereniging – Inschrijving als individueel merk – Concessie van licentieovereenkomsten voor het gebruik van dit merk aan textielfabrikanten die lid zijn van deze vereniging – Vordering tot nietig- of vervallenverklaring – Begrip ,normaal gebruik’ – Wezenlijke functie van herkomstaanduiding

HvJ EU:

1)      Artikel 15, lid 1, van [UniemerkenVo] moet aldus worden uitgelegd dat het aanbrengen van een individueel Uniemerk, door de houder ervan of met zijn instemming, op waren als keurmerk niet kan worden beschouwd als een gebruik daarvan als merk dat onder het begrip „normaal gebruik” in de zin van deze bepaling valt. Het aanbrengen van dat merk levert evenwel een dergelijk normaal gebruik op indien daardoor tevens en tegelijkertijd de consument de waarborg wordt geboden dat de betrokken waren afkomstig zijn van eenzelfde onderneming en dat deze waren zijn vervaardigd onder controle van deze onderneming die kan worden geacht in te staan voor de kwaliteit ervan. In dat geval kan de houder van dat merk op grond van artikel 9, lid 1, onder b), van deze verordening verbieden dat een derde een overeenstemmend teken op identieke waren aanbrengt, indien daardoor gevaar voor verwarring bij het publiek kan ontstaan.

IEFBE 2199

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, HYONG ROKH MONEGIER.

G-Star Raw succesvolle oppositie tegen GINRAW

Gerecht EU - Tribunal UE 7 jun 2017, IEFBE 2199; (GINRAW), https://www.ie-forum.be/artikelen/g-star-raw-succesvolle-oppositie-tegen-ginraw

Gerecht EU 7 juni 2017, IEF 16860; IEFbe 2199 (GINRAW) MPS vraagt het EU woordmerk GINRAW aan. G-Star Raw voert met succes oppositie op basis van haar woordmerk. Onterecht doet MPS een beroep op een vermoedelijke serie van fouten die zijn gemaakt bij de analyse van de visuele, fonetische en conceptuele vergelijking van de onderhavige tekens. Het beroep hiertegen wordt afgewezen en het Gerecht EU wijst de actie af. MPS wordt veroordeeld tot betaling van de kosten.

IEFBE 2197

BVerfG heeft de ratificering EU-octrooi en UPC stopgezet

Via Frankfurter Allgemeine Zeitung: Die Gesetze für eine EU-Patentrechtsreform und ein einheitliches europäisches Patentgericht liegen auf Eis. Das Bundesverfassungsgericht hat den Bundespräsidenten gebeten, die schon von Bundestag und Bundesrat gebilligten Gesetzentwürfe nicht auszufertigen, wie diese Zeitung erfahren hat. Ohne die Ratifizierung durch Deutschland kann das ganze EU-Patent nicht in Kraft treten.

(vertaling:) De wetten voor de EU-octrooihervorming en een eenheidsoctrooigerecht zijn in de ijskast gezet. Het BVerfG heeft de Bundespresidenten gevraagd, die reeds door de Bundestag en de Bundesrat goedgekeurde wetsontwerpen niet uit te vaardigen. Zonder ratificering door Duitsland kan het hele EU-octrooi niet in kracht treden.

IEFBE 2196

Uitspraak ingezonden door Dieter Geernaert, Praetica.

 

Rechtbank KH te Kortijk volstrekt onbevoegd inzake overdracht octrooiaanvraag

Gent(afd. Kortrijk) - Gand(div. Courtrai) 7 mrt 2017, IEFBE 2196; (C.O.W. NV tegen Marcram BVBA), https://www.ie-forum.be/artikelen/rechtbank-kh-te-kortijk-volstrekt-onbevoegd-inzake-overdracht-octrooiaanvraag

Rechtbank van KH Gent, afdeling Kortrijk 7 maart 2017, IEFbe 2196 (C.O.W. NV tegen Marcram BVBA) Exclusieve bevoegdheid van de Brusselse rechter inzake octrooigeschillen (artikel XI.337 WER). COW vordert nietigverklaring van overdrachtsakte tussen COW en Marcram aangaande Belgische octrooiaanvraag 2013/0012 voor een 'geboortebewaker voor het bewaken van de start van de geboorte van een kalf en de werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk geboortebewaker'. Verwerende partij beroept zich op XI.337 WER en 537 lid 1 Ger.W jo. XI.50 WER om te besluiten tot materiële onbevoegdheid. De rechtbank verklaart zich volstrekt onbevoegd en verwijst ex 660 Ger.W. naar de NL rechtbank van KH Brussel.

IEFBE 2195

Metall auf Metall III - wederom prejudiciële vragen over music sampling

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 1 jun 2017, IEFBE 2195; (Metall auf Metall III), https://www.ie-forum.be/artikelen/metall-auf-metall-iii-wederom-prejudici-le-vragen-over-music-sampling

BGH 1 juni 2017, IEF 16844; IEFbe 2195 (Metall auf Metall III) Uit het persbericht: Vgl. IEF 12135. Eisers zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. Zij hebben in 1977 een plaat uitgebracht waarop onder andere het muziekwerk “Metall auf Metall” staat. Gedaagden hebben een rythmereeks van ongeveer 2 seconden elektronisch gekopieerd en deze voortdurend herhaald voor het nummer “Nur mir”. Het BGH oordeelt in Metall auf Metall II dat eiser in zijn “Tonträgerherstellerrecht” is aangetast (§ 85 Abs. 1 UrhG) door het gebruik van de betreffende twee maten. Gedaagden kunnen zich niet met succes beroepen op het “Recht zur freien Benutzung”. Nu worden er ten derde malen vragen gesteld (NL vertaling hieronder):

Nach Ansicht des BGH stellt sich zunächst die Frage, ob ein Eingriff in das ausschließliche Recht des Tonträgerherstellers zur Vervielfältigung seines Tonträgers aus Art. 2 Buchst. c Richtlinie 2001/29/EG** vorliegt, wenn seinem Tonträger kleinste Tonfetzen entnommen und auf einen anderen Tonträger übertragen werden, und ob es sich bei einem Tonträger, der von einem anderen Tonträger übertragene kleinste Tonfetzen enthält, im Sinne von Art. 9 Abs. 1 Buchst. b Richtlinie 2006/115/EG*** um eine Kopie des anderen Tonträgers handelt.

IEFBE 2194

Uitspraak mede ingezonden door Marc de Boer, Boekx.

Politieke partij Artikel 1 moet haar naam wijzigen vanwege merkinbreuk Art. 1

6 jun 2017, IEFBE 2194; ECLI:NL:RBAMS:2017:3912 (Stichting Expertisecentrum Discriminatie tegen Artikel 1), https://www.ie-forum.be/artikelen/politieke-partij-artikel-1-moet-haar-naam-wijzigen-vanwege-merkinbreuk-art-1

Vzr. Rechtbank Amsterdam 6 juni 2017, IEF 16838; IEFbe 2194; ECLI:NL:RBAMS:2017:3912 (Stichting Expertisecentrum Discriminatie tegen Artikel 1) Merkenrecht. Politieke partij Artikel 1 moet binnen een maand haar naam wijzigen. De huidige naam lijkt te veel op de naam van onderzoeksinstituut Art. 1 en maakt daarmee inbreuk op het merkrecht van de Stichting Expertisecentrum Discriminatie (SED), waar Art. 1 deel van uitmaakt. Haar reële en gerechtvaardigde belang is dat niet de indruk ontstaat dat zij gelieerd is aan een politieke partij, waardoor verwarring ontstaat over haar onafhankelijke positie. Zij heeft belang bij snelle duidelijkheid hierover naar de buitenwereld. Het belang van SED weegt om deze redenen zwaarder dan dat van Artikel 1.

 

IEFBE 2193

Uitspraak ingezonden door Léon Dijkman, Hoyng Rokh Monegier.

Hof: SPARTAN RACE heeft op zijn best een zeer beperkt onderscheidend vermogen voor obstacle races

30 mei 2017, IEFBE 2193; ECLI:NL:GHDHA:2017:1533 (Spartan Race tegen TV Entertainment Reality Network), https://www.ie-forum.be/artikelen/hof-spartan-race-heeft-op-zijn-best-een-zeer-beperkt-onderscheidend-vermogen-voor-obstacle-races

Hof Den Haag 30 mei 2017, IEF 16828; IEFbe 2193; ECLI:NL:GHDHA:2017:1533 (Race tegen TV Entertainment Reality Network) Merkenrecht. Voorzieningenrechter oordeelde dat 'Spartan Race' beschrijvend is en dat het merk nietig moest worden gehouden [IEF 15997]. In hoger beroep waren twee merken in het geding SPARTAN RACE en SPARTAN UP. Het beroep van Spartan Race op het woord- en beeldmerk SPARTAN wordt verworpen omdat het niet voor dezelfde categorie is ingeschreven als van TERN, ook geen sprake van soortgelijkheid tussen de tv-programma's van TERN en de waren en diensten van Spartan Race. SPARTAN X bevat het bestanddeel SPARTAN maar het teken bevat ook de X die visueel, auditief en begripsmatig duidelijk verschilt van het element RACE. SPARTAN RACE heeft een zeer beperkt onderscheidende vermogen voor obstacle races. RACE is puur beschrijvend en SPARTAN kan verwijzen naar de eigenschappen 'disciplined, courageous, showing great endurance'. De samenstelling kan dus duiden op een race van of voor personen met discipline, moed en uithoudingsvermogen. Beroep op het merk SPARTAN UP wordt op vergelijkbare gronden verworpen. Proceskosten worden gematigd.

IEFBE 2192

Uitspraak ingezonden door Kirian Claeyé, Altius.

Inbreuk Belgische aardappelras omdat 'landbouwersvoorrecht' ten tijde van inbreuken niet gold

Antwerpen - Anvers 2 mei 2017, IEFBE 2192; (NV Breeders Trust e.a. tegen BVBA Van Ginhoven-Verheyen), https://www.ie-forum.be/artikelen/inbreuk-belgische-aardappelras-omdat-landbouwersvoorrecht-ten-tijde-van-inbreuken-niet-gold

Hof van beroep Antwerpen 2 mei 2017, IEFbe 2192 (NV Breeders Trust e.a. tegen BVBA Van Ginhoven-Verheyen) EU en Belgisch kwekersrecht. Aardappelrassen Fontane en Asterix. Inbreuk. Schadevergoeding. Breeders Trust is een “organisatie van houders” in de zin van Verordening 1768/95 en kan inbreukzaken opstarten namens haar leden-titularissen van de kwekersrechten. Na beslag inzake namaak komt niet enkel inbreuk ras Asterix aan het licht, maar tevens ras Fontane. Bewijs inzake Fontane is rechtmatig bekomen. De inbreuk op beide rassen is bewezen.

Voor wat betreft het Belgische ras (Asterix) is er sowieso inbreuk nu er sprake is van vermeerdering zonder betaling van enige vergoeding en ten tijde van de inbreukmakende handelingen het “landbouwersvoorrecht” nog niet was ingevoerd in België. Voor wat betreft het Europees beschermde ras (Fontane), is niet aan de voorwaarden van dit “landbouwersvoorrecht” onder artikel 14 van Verordening 2100/94 voldaan, nu voor een deel van het betrokken hoevepootgoed geen billijke vergoeding werd betaald, en een ander deel niet werd uitgeplant op hetzelfde bedrijf als datgene waar het werd geproduceerd, minstens er geen pachtovereenkomst voorlag (de “dubbele eigen-bedrijfsvereiste” van artikel 14 van Verordening 2100/94).

IEFBE 2191

Uitspraak ingezonden door Matthijs Schonewille, DLA Piper.

'MEMORY' is niet beschrijvend en geen soortnaam

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 23 mei 2017, IEFBE 2191; (Ravensburger tegen Jaludo), https://www.ie-forum.be/artikelen/memory-is-niet-beschrijvend-en-geen-soortnaam

Hof Amsterdam 23 mei 2017, IEF 16823; IEFbe 2191 (Ravensburger tegen Jaludo) Merkenrecht. Ravensburger is houdster van het Benelux-woordmerk 'MEMORY'. Jaludo heeft online spellen met een woordcombinatie met memory. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af, omdat het publiek begrijpt dat met het woord memory wordt gedoeld op de inhoud van het spel, niet op het merk. Het hof acht het woordmerk 'MEMORY' onderscheidend en rechtsgeldig. Het feit dat het bij het spelen van een spel aankomt op gebruik van het geheugen, maakt het woord 'memory' niet zuiver beschrijvend. De onderscheidende kracht van het woordmerk is door het wijdverbreide gebruik van het merk door Ravensburger in de Benelux aanzienlijk toegenomen. Ravensburger heeft actief opgetreden tegen derden die het teken 'memory' gebruiken, waardoor het merk niet tot soortnaam is verworden. Gebruik van 'memory' in verband met spellen kan door het relevante publiek als herkomstaanduiding worden opgevat, waardoor de suggestie kan ontstaan van een verband tussen merkhouder Ravensburger en de desbetreffende spellen. Ook het gebruik van het woord 'memory' in beschrijvende zin ("een leuke Memory-variant" en "net als in Memory") moet als inbreuk worden aangemerkt. Het hof vernietigt het vonnis en beveelt staking van gebruik van het merk/teken MEMORY op last van een dwangsom.

IEFBE 2189

Bijdrage ingezonden door Michaël De Vroey, Baker & McKenzie.

Michaël De Vroey - Het recht van de verweerder in een stakingsprocedure

We hebben in een aantal recente beslissingen kunnen vaststellen dat de stakingsrechter te Brussel herhaaldelijk voorlopige inbreukverboden uitspreekt op grond van artikel 19, lid 3 Ger.W., in afwachting van een beslissing ten gronde (zie onder meer Voorz. NL Rechtbank van KH Brussel 11 mei 2017, IEFbe 2180; IEF 16804 (Fatboy the Original tegen Makro en Belgocamp) en Rechtbank van Koophandel Brussel 14 september 2016, IEFbe 1971 (BBraun Becton Dickinson)). Dit maakt het de IE-rechtenhouder wel heel gemakkelijk die op die manier een (weliswaar voorlopig maar even reëel) stakingsbevel bekomt op straffe van dwangsommen, op basis van een laagdrempelige prima facie beoordeling en zonder vereiste van urgentie. De stakingsrechter van zijn kant bespaart zich - minstens voorlopig - een diepgaande beoordeling ten gronde.