Gepubliceerd op woensdag 22 april 2015
IEFBE 1303
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Beslag inzake namaak mag enkel worden gebruikt in IE-procedures

Hof van Beroep Gent 30 maart 2015, IEFbe 1303 (X / Y & Stereyo)
Uitspraak ingezonden door Karin Ottelohe, Advocant. Beslag inzake namaak. Auteursrecht. Y & bvba Stereyo hebben banden met nv X verbroken, waarna X een beslag inzake namaak verzoekt bij de Afdelingsvoorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent, afdeling Gent. Deze willigt 8 augustus het verzoekschrift in. Beslag inzake namaak wordt betekend en uitgevoerd op 22 augustus 2014. De rechter in eerste aanleg verklaart later in de in het hoger beroep bestreden beschikking van 22 september 2014 dat X wordt verboden om: het proces-verbaal van beslag inzake namaak van 22 augustus 2014, het op 5 september 2014 door deskundige Walter Huys neergelegd verslag, en de bijlagen aan dit verslag, vrij te geven en/of te gebruiken in een procedure ten gronde of in kort geding die er niet op gericht is om de beweerde inbreuk op de beweerdelijk aan X toebehorende intellectuele rechten te horen vaststellen, onder verbeurte van een dwangsom [...].

Voorwerp van het hoger beroep

13. X tekent beperkt hoger beroep aan met grieven, die het Hof als volgt samenvat. 1) De bestreden beschikking Is onduidelijk omdat de motivering "bijzonder summier en onduidelijk" is. Met name verduidelijkt de Voorzitter niet wanneer er een "voldoende link met de beweerde geschonden intellectuele rechten [bestaat] en niet eender welke procedure". X is van mening dat zij het verslag mag gebruiken in elke procedure die gevoerd wordt naar aanleiding van de gegevens die ze ter gelegenheid van het beslag inzake namaak aangetroffen heeft. 2) De bestreden beschikking is strijdig met artikel 1369bls/7 Ger. Wb .. Dit artikel viseert niet het proces-verbaal van beslag inzake namaak. Ook de vertrouwelijkheid van het deskundigenverslag en de bijlagen erbij zijn niet wettelijk gegarandeerd, zodat de beschikking wettelijke grondslag mist. Ten onrechte heeft de eerste rechter artikel 13.69bis/7 en /9 Ger. Wb. samen gelezen. Verder past X artikel 1369bis/9 Ger. Wb. a contrario toe. 3) De eerste rechter Is de ratio legis van de procedure tot beschrijvend beslag inzake namaak en van artikel 1369bis/7 Ger. Wb. in het bijzonder "uit het oog verloren". 4) De bestreden beslissing schendt de rechten van verdediging van X. De beperking die aan X wordt opgelegd, Is niet aan Stereyo en de heer Y opgelegd. In een andere procedure werd zij hierdoor met een wapen ongelijkheld geconfronteerd, waardoor zij, volgens X, verloor in de andere procedure.

De gronden van de beslissing en het antwoord op de middelen

15. Voorafgaandelijk wordt In eerste instantie herhaald dat het hoger beroep beperkt is tot het verbod dat de Voorzitter van de rechtbank van koophandel in de bestreden beschikking opgelegd heeft. De geding inleidende dagvaarding van de heer Y en Stereyo in derdenverzet tegen de beschikking tot het leggen van een beschrijvend beslag inzake namaak is tweeledig. In een eerste gedeelte vorderen zij met toepassing van artikel 735 §1 Ger. Wb. het verbod op te leggen om het pv van beslag inzake namaak van 22 augustus 2014, het verslag van de deskundige van 5 september 2014 en de bijlagen erbij vrij te geven en/of te gebruiken In enige procedure ten gronde of in kort geding die niet een procedure betreft in kort geding of ten gronde die er niet op gericht is de beweerde inbreuk op beweerde intellectuele rechten te horen vaststellen, de oorsprong ervan, de bestemming en de hoegrootheid ervan. X heeft naar zeggen van Stereyo en de heer Y inderdaad in de procedure tot gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord het beslag inzake namaak aangewend naar aanleiding van het indienen van de schuldvordering van VER tegen X. Zij heeft het verslag ook gebruikt in de procedure in kort geding, voor het Hof gekend onder rolnummer 2014/RK/178. Hierover heeft de Voorzitter van de rechtbank van koophandel uitspraak gedaan. In een tweede gedeelte is de vernietiging van de beschikking tot het leggen van een beschrijvend beslag inzake namaak gevorderd. Dit deel heeft de Voorzitter naar de bijzondere rol verwezen. Het gedeelte van de betwisting dat de Voorzitter naar de bijzondere rol verzonden heeft, hebben de partijen uitgesloten van de huidige betwisting In de procedure in hoger beroep. De zaak Is bijgevolg niet in haar geheel aanhangig.

17. Er dient een onderscheid gemaakt te warden tussen drie zaken: 1) de rechtsgeldigheid van een bewijsmiddel en de bewijswaarde ervan; 2) de bevoegdheid van de Voorzitter van de rechtbank, die zoals in kort geding ten gronde oordeelt over een verzoek tot beslag inzake namaak om beslissingen te nemen over de waarde van het deskundigenverslag en de eventuele bijlagen; 3) de bevoegdheid van de Voorzitter van de rechtbank die zoals in kort geding oordeelt om een voorlopige maatregel te nemen over het verslag van de deskundige, met toepassing van artikel 19, lid 3 Ger. Wb.

22. Artikel 1369bis/7 §2 Ger. Wb. bepaalt dat het verslag van de deskundige tot beslag inzake namaak evenals alle stukken, monsters of inlichtingen, vergaard gedurende de handelingen van beschrijving, vertrouwelijk zijn. Ze mogen slechts vrijgegeven of gebruikt worden door de verzoeker of zijn rechthebbende binnen het kader van een procedure ten gronde of in kort geding. Gelet op de wettelijke doelstelling van het beslag inzake namaak moeten de procedure ten gronde en de procedure in kort geding, waarin het verslag en de vaststellingen aangewend kunnen worden, de vaststelling en het rechtsherstel van de beweerde namaak beogen. In procedures die een ander oogmerk hebben dan de handhaving van intellectuele rechten, zoals de gerechtelijke reorganisatie, valt het dan ook te verwachten dat de gevatte rechter dit bewijsmiddel zal weren, nu het verslag In een beslag inzake namaak wettelijk niet in een dergelijke procedure gebruikt kan worden. Het argument van X dat artikel 1369bis/7 Ger. Wb. niet beperkt is tot "namaakprocedures" (p. 23 van haar conclusie In hoger beroep) en dat er anders over oordelen tegen de wet is, wordt bijgevolg als ongegrond verworpen.

24. Zonder aan de bevoegdheid van enige rechter ten gronde te raken zegt het Hof voor recht op grond van artikel 1369bis/7 en 9 Ger. Wb. dat het deskundigenverslag en de bijlagen ervan, zoals neergelegd op 5 september 2014, enkel mogen aangewend warden door X In procedures die de handhaving van haar beweerde auteursrechten tot voorwerp hebben. Deze beperking van de aanwending van het deskundigen verslag en alle stukken, monsters of inlichtingen vergaard gedurende de handelingen van beschrijving is volledig in overeenstemming met de wettelijke opdracht van de deskundige tot beschrijvend beslag inzake namaak. (zie ook randnummer 21 hiervoor) Artikel 1369bis/7 §2 en 9 Ger. Wb. leggen enkel beperkingen op aan de verzoeker. In deze zaak is dat X. Het argument dat dit tot onbillijke situaties zou leiden, weegt niet op tegen de wettelijke bepalingen ter zake. Het is uiteraard wel zo dat in de procedure op derdenverzet het verslag en de bijhorende stukken, monsters en inlichtingen nog voorgelegd kunnen warden, nu incidenten na het leggen van .het beslag inzake namaak op grond van artikel 1369bls/8 Ger. Wb. tot de bevoegdheid van de gevatte rechter behoren en nu precies het toestaan van het beschrijvend beslag betwist wordt.

Indien X andere inbreuken dan inbreuken op intellectuele rechten verwijt aan de bvba Stereyo en de heer Y, dan dient zij de daartoe geëigende procedures In te stellen.

Zie voor eerste aanleg IEFbe 1001