DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 18 april 2018
IEFBE 2544

Bijdrage ingezonden door Bernt Hugenholtz, IViR.

Bernt Hugenholtz - Gecombineerde noot onder vier HvJ EU-arresten over het mededelingsrecht

Gecombineerde noot gepubliceerd onder vier arresten van het HvJEU over het mededelingsrecht: The Pirate Bay (Brein/Ziggo), Filmspeler, GS Media en Svensson, NJ 2018/114, p. 1700-1705. 1.1. de introductie van het world wide web (het wereldwijde web) in het begin van de jaren negentig was een ware revolutie. Oudere NJ-lezers herinneren zich nog het internet van voor die tijd: geen mooi opgemaakte webpagina’s, maar kale tekst waar nergens op te klikken viel. Het WWW maakte het mogelijk om met behulp van een webbrowser gemakkelijk door het snel groeiende informatieaanbod van het internet te navigeren. daarbij speelde de hyperlink, een verwijzing in ‘hypertext’ naar het webadres van een document, een essentiële rol. Voortaan konden internetgebruikers door het aanklikken van een link direct naar andere pagina’s op het web worden geleid, waar deze zich ook bevonden. Zo werd de hyperlink een belangrijke bouwsteen van het moderne internet.

1.2. de hierboven afgedrukte vier arresten van het HvJ EU betreffen de vraag of en onder welke omstandigheden het zonder toestemming van de auteursrechthebbende geoorloofd is naar een document te hyperlinken. Jarenlang werd er in auteursrechtkringen voetstoots van uitgegaan dat linken gewoon is toegestaan. Een hyperlink, zo werd algemeen aan genomen, is weinig anders dan een digitale literatuurverwijzing. Voor een voetnoot is toch ook geen toestemming van de auteur vereist? Bovendien, als voor iedere hyperlink toestemming zou moeten worden gevraagd, kon het world wide web wel sluiten. de enkeling die over deze kwestie anders dacht, werd destijds nauwelijks serieus genomen (G. Brunt, ‘Is de hyperlink hyperlink?’, IT&Recht 1997‑I, p. 1‑2).

 

(...)
6.6. door de casuïstische benadering van het mededelingsrecht en het introduceren van subjectieve factoren, zoals het Hof in deze arresten gedaan heeft, wordt het mededelingsrecht een ‘bewegliches System’ (Targosz, Kluwer Copyright Blog , 9 september 2016) dat in hoge mate fluïde en onvoorspelbaar is, zulks ten koste van het rechtskarakter van het auteursrecht en van de rechts zekerheid. Toegegeven, een zekere mate van openheid en flexibiliteit is in het auteursrecht in het licht van de snelle ontwikkeling van de technologie gewenst, maar daarvoor zijn de wettelijke beperkingen van het auteursrecht en de regels inzake aansprakelijkheid veel beter geschikt. Bedenk hierbij dat auteursrechtelijke vermogensrechten op grote schaal plegen te worden overgedragen. Wat is nog de waarde van een auteursrecht waarvan de reikwijdte in ieder geval afzonderlijk, ‘geïndividualiseerd’ moet worden vastgesteld?
(...)

6.8. Met dat al zijn de hier besproken arresten van grote invloed op de rechtsvorming in Nederland en Europa, en op het toekomstig functioneren van het internet. Mede gezien de directe betrokkenheid van ons land bij drie van deze zaken, wekt het verbazing dat Nederland in geen enkel geval bij het Europees Hof heeft geïntervenieerd.

Bernt Hugenholtz