DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 5 december 2023
IEFBE 3701
HvJ EU - CJUE ||
23 nov 2023
HvJ EU - CJUE 23 nov 2023, IEFBE 3701; ECLI:EU:C:2023:916 (Weingut A tegen Land Rheinlan-Pfalz), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudiciele-vragen-over-oorsprongsbenaming-van-wijnbouwproducten

Prejudiciële vragen over oorsprongsbenaming van wijnbouwproducten

HvJEU 23 november 2023, IEF 21796, IEFbe 3701; ECLI:EU:C:2023:916 (Weingut A tegen Land Rheinland-Pfalz). Verzoek om een prejudiciële beslissing betreffende de bescherming van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele aanduidingen in de wijnsector. Weingut A is eigenaar van een wijnbouwbedrijf in de Moezelstreek. Hij produceert wijn van druiven die niet alleen afkomstig zijn uit zijn eigen wijngaard, maar ook uit andere wijngaarden die hij pacht. Een van deze gepachte wijngaarden behoort toe aan wijnbouwer B. Zij hebben een overeenkomst gesloten op grond waarvan wijnbouwer B de gepachte wijnstokken teelt en daarnaast aan Weingut A elk jaar een wijnpersinstallatie verhuurt voor exclusief gebruik. De deelstaat Rheinland-Pfalz heeft verklaard dat Weingut A onder deze omstandigheden niet de aanduidingen 'Weingut' (wijngoed) en 'Gutsabfüllung' (gebotteld op het wijngoed met uitsluitend uit eigen oogst afkomstige druiven) mocht gebruiken. Daartegen heeft Weingut een vordering ingesteld, die door de bestuursrechter in eerste aanleg is toegewezen. In hoger beroep werd dit vonnis alsnog afgewezen. Hiertegen heeft Weingut A beroep in Revision ingesteld bij de hoogste federale bestuursrechter, die het Hof heeft verzocht om een prejudiciële beslissing.

De belangrijkste vraag die het Bundesverwaltungsgericht stelt, is als volgt samen te vatten. Allereerst wordt de vraag gesteld of, volgens artikel 54, lid 1, tweede alinea, van gedelegeerde verordening 2019/33, het persen van druiven van gepachte wijngaarden met een tijdelijk gehuurde pers, exclusief voor het wijnbouwbedrijf waarnaar de wijn is vernoemd, betekent dat de wijnbereiding niet als volledig op dat wijnbouwbedrijf heeft plaatsgevonden volgens die bepaling. De vragen van de verwijzende rechter hebben dus betrekking op de voorwaarden waaronder kan worden aangenomen dat de wijnbereiding volledig heeft plaatsgevonden op het wijnbouwbedrijf waarnaar de wijn is vernoemd.

Het Hof oordeelde al eerder dat een wijnbouwer alle productie-eenheden moet beheren. Hierbij is het niet vereist dat de exploitant eigenaar is van alle door hem gebruikte installaties. Beheer impliceert volgens het Hof evenmin dat de landbouwer onbeperkt over die oppervlakte kan beschikken. Wat het Hof wel van belang acht, is dat de landbouwer bij de uitoefening van zijn landbouwactiviteiten over voldoende autonomie beschikt. Dit principe geldt ook voor gebruik van het begrip "gebotteld door de producent". Ook hier gaat het niet om het beschikken over de bottelinstallatie, maar eerder over de daadwerkelijke leiding, toezicht en verantwoordelijkheid. Het Hof concludeert dat het mogelijk is om gepachte productie van wijn toe te rekenen aan het wijnbouwbedrijf, op voorwaarde dat de pers uitsluitend voor dat wijnbouwbedrijf wordt gebruikt gedurende de tijd die nodig is voor het persen en onder het leiderschap, toezicht en de verantwoordelijkheid van dat bedrijf. Het feit dat de druiven afkomstig zijn van gepachte wijngaarden en de pers gehuurd is van een ander wijnbouwbedrijf, staat de aanduiding van artikel 54, lid 1, tweede alinea dus niet in de weg.

45. Met betrekking tot het geografische gebied waarin de verschillende productie-eenheden zich moeten bevinden om te worden geacht deel uit te maken van het bedrijf, heeft het Hof geoordeeld dat een producent vrij is om de productielocatie te kiezen zolang deze op het grondgebied van een lidstaat is gelegen. Hij moet echter alle productie-eenheden beheren, zonder dat daartoe vereist is dat de exploitant eigenaar is van de voor zijn productie gebruikte installaties (zie in die zin arrest van 8 mei 2003, Agrargenossenschaft Alkersleben, C‑268/01, EU:C:2003:263, punten 30 en 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

46. Wat het vereiste betreft dat een productie-eenheid moet worden beheerd door de landbouwer zelf, heeft het Hof reeds geoordeeld dat het begrip „beheer” niet impliceert dat de landbouwer in het kader van het gebruik van de betrokken oppervlakte voor landbouwdoeleinden onbeperkt over die oppervlakte kan beschikken. De landbouwer moet echter bij de uitoefening van zijn landbouwactiviteiten op die oppervlakte over voldoende autonomie beschikken (arrest van 7 april 2022, Avio Lucos, C‑176/20, EU:C:2022:274, punt 56 en aldaar aangehaalde rechtspraak). 

 

51. Evenzo heeft het Hof er in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van het begrip „gebotteld door de producent”, dat aangeeft dat de producent en de persoon die of het bedrijf dat de botteling verricht een en dezelfde zijn, op gewezen dat het bottelen door de producent zelf moet zijn verricht, hetzij op zijn eigen wijnbouwbedrijf, hetzij – wanneer de producent niet over een bottelinstallatie beschikt – onder voorwaarden die in wezen identieke waarborgen bieden. Dergelijke waarborgen bestaan met name wanneer de wijnbereiding plaatsvindt onder daadwerkelijke leiding, strikt en permanent toezicht en uitsluitende verantwoordelijkheid van de producent. Die vereisten dienen ter verwezenlijking van het doel om de consument te beschermen en correct te informeren (zie in die zin arrest van 18 oktober 1988, Erzeugergemeinschaft Goldenes Rheinhessen, C‑311/87, EU:C:1988:483, punten 14‑16).

52. Voorts zij, zoals de advocaat-generaal in punt 65 van zijn conclusie in wezen heeft gedaan, opgemerkt dat, wanneer wordt erkend dat het voor het gebruik van de in artikel 54, lid 1, van gedelegeerde verordening 2019/33 bedoelde aanduidingen niet noodzakelijk is dat het telen en het oogsten van de druiven – welke activiteiten essentieel zijn voor het eindresultaat – plaatsvinden op de aan de wijnbouwer toebehorende grond of op gronden die gelegen zijn in de nabijheid daarvan, die redenering ook opgaat voor het wijnpersen. Daarentegen moet er, net als voor het telen en het oogsten van de druiven, voor worden gezorgd dat de eigenaar van dat bedrijf ook voor het wijnpersen de daadwerkelijke leiding, het strikte en permanente toezicht en de verantwoordelijkheid op zich neemt.