IEFBE 3738
8 mei 2024
Uitspraak

European Copyright Society steunt Kwantum in rechtszaak rond Eames-stoel

 
IEFBE 3650
7 mei 2024
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair vanaf juni/juli 2024

 
IEFBE 3737
29 april 2024
Artikel

Hoe Belgische IER-handhaving de Europese rechtspraak doorstaat

 
IEFBE 3729

HvC over titulariteit van auteursrecht

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 25 jan 2024, IEFBE 3729; ECLI:BE:CASS:2024:ARR.20240125.1N.4 (P.M tegen WEAREONE.WORLD), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvc-over-titulariteit-van-auteursrecht

Hof van Cassatie van België 25 januari 2024, IEFbe 3729; ECLI:BE:CASS:2024:20240125.1N.4, C.22.0390.N (P.M tegen WEAREONE.WORLD) Eiser, met de Nederlandse nationaliteit, werkte sinds 2009 samen met Verweerster, een Belgische vennootschap die jaarlijks het festival Tomorrowland organiseert. Eiser ontwierp in Nederland bepaalde creaties, onder meer het logo, de hoofdpodia en de festivaldecoratie, die de verweerster in België gebruikte. Tussen partijen ontstond een geschil over de auteursrechten betreffende deze creaties, wat ertoe leidde dat de verweerster de samenwerking met de eiser in 2017 beëindigde. Zowel de arrondissementsrechtbank Antwerpen, als het hof van beroep Antwerpen heeft betaling van de beëindigingsvergoeding ten bedrage van 75.000 euro in hoofdsom toegewezen. Eiser komt op tegen de beslissing van het hof van beroep Antwerpen en meent dat de titulariteit van de vermogens- en morele rechten beoordeeld moeten worden op grond van het Belgische auteursrecht. Het HvC merkt op dat in verschillende lidstaten discussie blijkt te bestaan over de vraag of de kwestie van de titulariteit van een auteursrecht op een creatie die in uitvoering van een arbeids- of opdrachtovereenkomst is ontstaan, als zakenrechtelijk dan wel als contractueel moet worden gekwalificeerd. De kwalificatie heeft gevolgen voor het al dan niet vallen binnen de werkingssfeer van artikel 1 lid 1 EVO en de Rome I- Verordening. Het HvC stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende prejudiciële vraag:

IEFBE 3728

HvC over samenhang burgerlijke en correctionele procedure

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 15 feb 2024, IEFBE 3728; ECLI:BE:CASS:2024:ARR.20240215.1N.6 (Eiseres tegen DJ), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvc-over-samenhang-burgerlijke-en-correctionele-procedure

Hof van Cassatie van België 9 april 2024, IEFbe 3728; ECLI:BE:CASS:2024:ARR.20240215.1N.6, C.22.0491.N (Eiseres tegen DL) Eiseres werd opgericht in 1980 en heeft als activiteit de ontwikkeling en verkoop van reinigings- en desinfecterende producten onder het merk 'NERTA'. DL is van opleiding industrieel ingenieur chemie en was gedurende een periode van 22 jaar in dienst bij Eisers. DL werd wegens dringende redenen ontslaan door Eiseres op 7 augustus 2018 wegens vermeende feiten van diefstal van NERTA-producten. Er is op grond van onder meer schending van bedrijfsgeheimen een afzonderlijke procedure aanhangig gemaakt bij zowel de burgerlijke rechtbank, als de correctionele rechtbank. In cassastie klaagt DL dat wanneer de vereiste voorwaarden uit artikel 4 VT.Sv vervuld zijn, de schorsing van de burgerlijke procedure moet worden uitgesproken door de burgerlijke rechter en dit op straffe van nietigheid. Het HvC oordeelt dat uit de samenhang tussen artikel artikel XVII.1 lid 1 en artikel XVII.21/3, lid 2 WER volgt dat uitspraak kan worden gedaan over een vordering tot staking wegens het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van een bedrijfsgeheim, ook wanneer wegens dezelfde feiten een vervolging voor de strafrechter is ingesteld en hierover nog niet definitief is beslist.

IEFBE 3727

Enquête over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten in de EU krachtens Richtlijn

Recentelijk heeft de Europese Commissie een enquête gelanceerd met betrekking tot de Handhavingsrichtlijn, waarmee zij beoogt de effectiviteit, efficiëntie en relevantie van de bestaande maatregelen ter bescherming van IE-rechten in de EU te evalueren. Deze enquête richt zich op een breed scala aan belanghebbenden in de waardeketen van intellectuele eigendom, waaronder zowel de publieke sector als de private sector. Middels deze weg brengen wij dit graag onder uw aandacht. Onderaan dit artikel vindt u de link naar de enquête.

IEFBE 3726

Conclusie A-G: schending van uitingsvrijheid kan tenuitvoerlegging vonnis in de weg zitten

HvJ EU - CJUE 8 feb 2024, IEFBE 3726; ECLI:EU:C:2024:127 (Real Madrid Club de Fútbol), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-schending-van-uitingsvrijheid-kan-tenuitvoerlegging-vonnis-in-de-weg-zitten

HvJ EU Conclusie A-G 8 februari 2024, IEF 21969, IEFbe 3726; ECLI:EU:C:2024:127 (Real Madrid Club de Fútbol). De uitgave van de krant Le Monde uit 2006 bevatte een stuk dat de voetbalclub Real Madrid geassocieerd zou hebben met Dr Fuentès, hoofd van een bloeddopingnetwerk in de wielerwereld. De krant beweerde dat de voetbalclub gebruikmaakte van de diensten van dr Fuentès. De Spaanse rechtbank was van oordeel dat het artikel lasterlijk en schadelijk was voor de voetbalclub en heeft het krantenbedrijf Société Éditrice du Monde veroordeeld tot het betalen van een boete van €390.000,- en dat bedrijf en zijn journalist, hoofdelijk, een boete van €33.000,- betalen. Real Madrid heeft in Frankrijk om tenuitvoerlegging van die Spaanse vonnissen verzocht, maar in 2020 heeft de Franse rechter in tweede aanleg (cour d’appel de Paris) de vordering afgewezen met oog op de openbare orde en persvrijheid. De verwijzende rechter heeft aan de hand hiervan prejudiciële vragen gesteld [zie IEF 21154].

IEFBE 3725

HvJ EU: Italiaanse CBO-wetgeving in strijd met VWEU

HvJ EU - CJUE 21 mrt 2024, IEFBE 3725; ECLI:EU:C:2024:254 (LEA tegen Jamendo), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-italiaanse-cbo-wetgeving-in-strijd-met-vweu

HvJ EU 21 maart 2024, IEF 21960, IEFbe 3725; ECLI:EU:C:2024:254 (LEA tegen Jamendo SA). LEA is een aan het Italiaanse recht onderworpen collectieve beheerorganisatie die gerechtigd is om in Italië te bemiddelen inzake auteursrechten. Jamendo SA is een onafhankelijke beheerentiteit die sinds 2004 in Italië actief is. LEA heeft de rechter verzocht om Jamendo te bevelen haar bemiddelingsactiviteiten inzake auteursrechten in Italië te staken. Jamendo stelt dat naar Italiaans recht bemiddelingsactiviteiten voorbehouden zijn aan de SIAE (de Italiaanse vennootschap van auteurs en uitgevers), waardoor het voor onafhankelijke beheerentiteiten onmogelijk is om aldaar te bemiddelen inzake auteursrechten en deze entiteiten gedwongen worden om vertegenwoordigingsovereenkomsten te sluiten met de SIAE of met andere erkende collectieve beheerorganisaties. De rechter stelt de prejudiciële vraag of de Richtlijn collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten (RI 2014/26) het verbiedt een nationale regeling te hanteren die toegang tot de markt voor bemiddeling voorbehoudt aan collectieve beheerorganisaties, met uitsluiting van organisaties die kunnen worden gekwalificeerd als onafhankelijke beheerentiteiten die in dezelfde staat of in andere lidstaten zijn opgericht.

IEFBE 3724

HvJ EU licht toe wanneer een advocaat onafhankelijk is

HvJ EU - CJUE 30 jan 2024, IEFBE 3724; ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-licht-toe-wanneer-een-advocaat-onafhankelijk-is

HvJ EU 30 januari 2024, IEF 21953, IEFbe 3724; ECLI: ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO). In deze zaak wordt ingegaan op de genuanceerde interpretatie van het begrip “advocaat” binnen de context van het EU-recht. In casu werd door Bonnanwalt intrekking van het Uniemerk “tagesschau” gevorderd wegens non-usus. Het EUIPO trok het Uniemerk slechts gedeeltelijk in, waartegen Bonnanwalt in beroep ging en de zaak uiteindelijk bij het Hof terechtkwam. Het Gerecht achtte het beroep niet-ontvankelijk, op grond van een gebrek aan behoorlijke vertegenwoordiging in de zin van art. 51, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht en art. 19, leden 3 en 4, van het Statuut van het Hof van Justitie. De kern van het door het Gerecht gewezen arrest was het waargenomen gebrek aan onafhankelijkheid van de advocaat van Bonnanwalt, die werkte voor een kantoor dat eigendom was van de directeur van Bonnanwalt. De directeur van appellant was dus tevens de leidinggevende van het advocatenkantoor dat appellant vertegenwoordigede. Dit zou volgens het Gerecht leiden tot gelijklopende belangen tussen het advocatenkantoor en Bonnanwalt.

IEFBE 3723

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

22 feb 2024, IEFBE 3723; ECLI:EU:C:2024:151 (GEMA tegen GL), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-europese-a-g-inzake-mededeling-aan-het-publiek

HvJ EU Conclusie A-G 22 februari 2024, IEF 21951, IEFbe3723; ECLI:EU:C:2024:151 (GEMA tegen GL). GEMA is een organisatie voor het collectieve beheer van auteursrechten op het gebied van muziek en heeft bij de Duitse bodemrechter een vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen GL, de exploitant van een appartementsgebouw, op grond dat laatstgenoemde in die appartementen televisietoestellen ter beschikking stelt die zijn uitgerust met een kamerantenne waarmee uitzendingen kunnen worden ontvangen. Omdat in onderhavige zaak geen sprake is van een “centrale ontvangst” en de rechter eraan twijfelt of dit een mededeling aan het publiek is, heeft zij het HvJ EU de volgende vraag gesteld:

Is er sprake van een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3 van [richtlijn 2001/29] wanneer de exploitant van een flatgebouw televisietoestellen in het flatgebouw ter beschikking stelt die elk door middel van een kamerantenne uitzendingen ontvangen zonder een centrale ontvangst voor de doorgifte van de signalen?”

IEFBE 3722

Paper ingezonden door Femke van Horen, VU Amsterdam.

De Inzet van Neurowetenschap bij het Beoordelen van Verwarringsgevaar

Wat als in merkenrechtenzaken de waargenomen gelijkenis tussen twee merken direct via het brein gemeten zou kunnen worden, zonder dat daarbij een vragenlijst aan te pas zou hoeven komen?

Professor Femke van Horen, gespecialiseerd in consumentengedrag, heeft onlangs een artikel gepubliceerd in de Trademark Reporter, waarin wordt besproken hoe neurowetenschap de beoordeling van merkgelijkenis en consumentenverwarring kan verbeteren. In het experiment is gebruik gemaakt van herhalingsonderdrukking, waarbij de hersenactiviteit zwakker wordt wanneer dezelfde objecten meerdere keren waargenomen worden. Deze techniek biedt de mogelijkheid om de gelijkenis tussen twee merken puur op basis van hersenactiviteit te meten. Bovendien kan deze neuro index ook bias (vertekening) in een vragenlijst detecteren, waardoor bepaald kan worden of de vragenlijst bruikbaar is in de bewijsvoering. Hersenscans hebben zo het potentieel om de kwaliteit van juridisch bewijs in merkenrechtzaken te verbeteren.

IEFBE 3721

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Annemijn Schipper, Taylor Wessing.

Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen

Benelux Gerechtshof - Cour Benelux 6 feb 2024, IEFBE 3721; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited), https://www.ie-forum.be/artikelen/gele-stiksel-van-dr-martens-schoenen-niet-onderscheidend-voor-alle-schoenen

BenGH 6 februari 2024, IEF 21931, IEFbe 3721; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited). Deze zaak betreft een geschil over de geldigheid van een merkregistratie door Airwair, de fabrikant van Dr. Martens schoenen, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Dit merk betrof een positie merk dat bestond uit een specifieke gele stiksel op een zwarte zoolrand (trépointe), geregistreerd voor "veterlaarzen" in klasse 25. Van Haren daagde de geldigheid van dit merk aan op basis van gebrek aan onderscheidend vermogen, algemeenheid van de benaming, en het uitsluitend bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch resultaat of die een aanzienlijke waarde aan de producten geeft.

IEFBE 3720

HvJ EU: KaiKai

HvJ EU - CJUE 27 feb 2024, IEFBE 3720; ECLI:EU:C:2024:172 (KaiKai), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-kaikai

HvJEU 27 februari 2024, IEF 21926, IEFbe 3720 ;C-328/21 (KaiKai) Op 24 oktober 2018 heeft KaiKai bij het EUIPO een meervoudige aanvraag tot inschrijving van twaalf gemeenschapsmodellen ingediend waarbij zij voor al deze modellen aanspraak maakte op voorrang op grond van internationale aanvraag PCT/EP2017/077469. De onderzoeker van het EUIPO heeft KaiKai meegedeeld dat de betrokken inschrijvingsaanvraag in zijn geheel was aanvaard, maar dat het geclaimde recht van voorrang voor alle betrokken gemeenschapsmodellen werd geweigerd, aangezien de datum van indiening van de krachtens het PCT ingediende internationale aanvraag van 26 oktober 2017 meer dan zes maanden voor de datum van indiening van deze inschrijvingsaanvraag lag. KaiKai heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de onderzoeker. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft dit beroep verworpen.