DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 12 april 2022
IEFBE 3420
HvJ EU - CJUE ||
7 apr 2022
HvJ EU - CJUE 7 apr 2022, IEFBE 3420; ECLI:EU:C:2022:271 (TU en RE tegen Google LLC), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-hvj-google-moet-controles-uitvoeren-binnen-concrete-mogelijkheden

Conclusie A-G HvJ: Google moet controles uitvoeren binnen concrete mogelijkheden

HvJ EU Conclusie A-G 7 april 2022, IEF 20656, IT 3896, IEFbe 3420; ECLI:EU:C:2022:271 (TU en RE tegen Google LLC) TU en RE hebben tegen Google LLC een vordering ingesteld om bepaalde links naar online-artikelen van een derde waarin TU en RE met naam worden genoemd te verwijderen uit de resultaten van zoekopdrachten die worden verricht met de door Google LLC geëxploiteerde zoekmachine, en om te stoppen met het weergeven van thumbnails van de in een van die artikelen getoonde foto’s.

De Duitse rechter heeft het Hof van Justitie twee vragen gesteld. De eerste vraag betreft de specifieke aard van de functie van zoekmachines en de spanning die daardoor ontstaat tussen de grondrechten die zijn vervat in de artikelen 7, 8 en 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De tweede betreft de vraag of bij de beoordeling van een verzoek om verwijdering van miniaturen uit de resultaten van een zoekopdracht naar afbeeldingen rekening moet worden gehouden met de inhoud van de webpagina waarop de desbetreffende afbeelding is geplaatst.

Beantwoording van de prejudiciële vragen door de A-G:

61. Gelet op een en ander geef ik het Hof in overweging de prejudiciële vragen van het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in burgerlijke en strafzaken, Duitsland) te beantwoorden als volgt:

„1)      Artikel 17, lid 3, onder a), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG moet aldus worden uitgelegd dat bij de afweging van de uit de artikelen 7, 8, 11 en 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie voortvloeiende tegenstrijdige grondrechten die moet worden verricht in het kader van de toetsing van een verzoek om verwijdering van links dat bij de exploitant van een zoekmachine is ingediend op basis van de vermeende onjuistheid van de informatie in de inhoud waarnaar de links verwijzen, niet in belangrijke mate rekening dient te worden gehouden met de vraag of de betrokkene redelijkerwijs – bijvoorbeeld middels een verzoek om een voorlopige voorziening – rechtsbescherming kan krijgen tegen de aanbieder van de inhoud. In het kader van een dergelijk verzoek staat het aan de betrokkene om een begin van bewijs te leveren dat de inhoud die het voorwerp is van het verzoek om verwijdering van links onjuist is, voor zover dit – met name gelet op de aard van de informatie – niet kennelijk onmogelijk of uiterst moeilijk is. Het staat aan de exploitant van de zoekmachine om de controles met betrekking tot de vermeende onjuistheid van de verwerkte gegevens uit te voeren die binnen zijn concrete mogelijkheden liggen, en daarbij zo mogelijk contact op te nemen met de redacteur van de geïndexeerde webpagina. Indien de omstandigheden van het geval zulks vereisen om onherstelbare schade voor de betrokkene te voorkomen, kan de exploitant van de zoekmachine overgaan tot tijdelijke opschorting van de opneming van de links in zijn resultatenlijst of kan hij in de zoekresultaten vermelden dat de juistheid van een deel van de informatie in de inhoud waarnaar de betreffende link verwijst, wordt betwist.

2)      Artikel 12, onder b), en artikel 14, eerste alinea, onder a), van richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en artikel 17, lid 3, onder a), van verordening 2016/679 moeten aldus worden uitgelegd dat bij de afweging van de uit de artikelen 7, 8, 11 en 16 van het Handvest voortvloeiende tegenstrijdige grondrechten die dient te worden verricht in het kader van een tot de exploitant van een zoekmachine gericht verzoek om links – meer bepaald als miniaturen weergegeven foto’s waarop een natuurlijke persoon is afgebeeld – te verwijderen uit de resultaten van een zoekopdracht naar afbeeldingen op naam van die persoon, geen rekening dient te worden gehouden met de context van de internetpublicatie waarin deze foto’s oorspronkelijk zijn opgenomen.”