Gepubliceerd op maandag 31 juli 2017
IEFBE 2275
Hoven van Beroep - Cours d'Appel ||
27 jun 2016
Hoven van Beroep - Cours d'Appel 27 jun 2016, IEFBE 2275; (Anglo Belgian Corp tegen Industrial & Marine Services Engineering), https://www.ie-forum.be/artikelen/imse-mag-reclame-maken-met-verkoop-wisselstukken-die-geschikt-zijn-voor-abc-dieselmotoren

IMSE mag reclame maken met verkoop wisselstukken die geschikt zijn voor ABC-dieselmotoren

Hof van beroep Gent 27 juni 2016, IEFbe 2275 (Anglo Belgian Corp tegen Industrial & Marine Services Engineering) Ongeoorloofde reclame. ABC is een producent van ABC-dieselmotoren. IMSE is gespecialiseerd in de verkoop en distributie van wisselstukken die nodig zijn voor revisie en onderhoud van motoren etc. In haar publiciteit stelde IMSE dat zij gespecialiseerd is in 4-takt dieselmotoren wisselstukken, zowel nieuwe als tweedehands wisselstukken geschikt voor o.a. ABC. Appellante stelt dat deze handelswijze onrechtmatig gebruik maakt van de naamsbekendheid van appellante. IMSE zou zowel op haar website als in haar verkoopbrochures onrechtmatig echte en gekopieerde onderdelen aanbieden van ABC-dieselmotoren. Appellante legt geen enkele intellectuele eigendomsrechtelijke bescherming op deze wisselstukken voor. Geïntimeerde is dan ook vrij deze wisselstukken te verkopen en mag daarbij melding maken van het feit dat deze gebruikt kunnen worden voor ABC-motoren. Geïntimeerde verkoopt alle soorten wisselstukken, zowel originele als niet originele, en stelt dit op correcte wijze op de website. Nu deze wisselstukken echter niet het voorwerp uitmaken van enige intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming, is de handel in wisselstukken die niet werden gefabriceerd door de merkhouder of een door de merkhouder erkende producent, niet onrechtmatig. Er wordt door geïntimeerde geen verwarring gezaaid en geen sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame.

4. Het eerste blijvend discussie punt betreft het gebruik maken van de naambekendheid, de goede naam en faam van appellante (ABC). Appellante stelt :"geïntimeerde heeft kennelijk besloten de (onderdelen van) motoren van appellante te kopiëren en te verkopen, hierbij onrechtmatig gebruik makend van de goede naam en faam van appellante." Appellante laat uitschijnen alsof geïntimeerde onderdelen van ABC-dieselmotoren verkoopt zonder dat zij hiertoe gerechtigd zou zijn. Nochtans legt appellante geen enkele intellectuele eigendomsrechtelijke bescherming op deze wisselstukken voor: het betreft bouten, pistons, cilinders, etc. die vrij te koop zijn op de markt en die op geen enkele wijze het voorwerp uitmaken van een modelbescherming of octrooi of ander intellectueel recht. Appellante kan niet worden gevolgd in haar bewering dat geïntimeerde niet gerechtigd zou zijn dergelijke wisselstukken te verkopen. Al evenmin kan appellante stellen dat geïntimeerde daarbij geen melding zou mogen maken van het feit dat deze wisselstukken gebruikt kunnen worden voor ABC-motoren. Er kan verwezen worden naar art. 12 c) van de EG Verordening nr. 207/2009 van 26 februari 2009, welk bepaalt dat de merkhouder een derde niet kan verbieden om gebruik te maken in het economisch verkeer van zijn merk, "wanneer dat nodig is om de bestemming van een waar of dienst, met name als accessoire of onderdeel, aan te geven". Geïntimeerde is dan ook gerechtigd om de benaming ABC te gebruiken met het oog op de verkoop van de betrokken wisselstukken.

5. Appellante klaagt het feit aan dat geïntimeerde zowel "echte" als "gekopieerde" onderdelen zou aanbieden. Geïntimeerde verkoopt alle soorten wisselstukken (zowel originele als niet originele) en stelt dit op correcte wijze voor op haar website. Nu deze wisselstukken echter niet het voorwerp uitmaken van enige intellectueel eigendomsrechtelijke bescherming, is de handel in wisselstukken die niet werden gefabriceerd door de merkhouder of een door de merkhouder erkende producent, niet onrechtmatig. Dit wordt terecht bevestigd door de eerste rechter die stelt dat, gezien ABC-onderdelen kennelijk vrij verhandelbare goederen zijn, de overwegingen van appellante die betrekking hebben op de wijze waarop geïntimeerde mogelijkerwijze in het bezit komt van originele ABC-onderdelen, niet relevant zijn.