DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 7 oktober 2021
IEFBE 3290

Inhoudsopgave Computerrecht

Inhoudsopgave van Computerrecht 5-2021.
EDITORIAL
206 AI, robots en auteurs: bescherming van creativiteit / p. 401. S. Depreeuw

ARTIKELEN
207 Update Nederlandse zorgplicht-jurisprudentie / p. 403.  Dit artikel bouwt verder op de eerder verschenen bijdrage over de bijzonder zorgplicht van IT-leveranciers (Computerrecht 2018/160). Het behandelt recente jurisprudentie en literatuur, maar identificeert ook enkele actuele thema’s zoals de rol van kwaliteitsnormen, de verantwoordelijkheden van de IT-klant uit hoofde van zijn opdrachtgeverschap, agile-projecten en de weigerplicht die op leveranciers kan rusten. P.G. van der Putt & C.A.M. van de Bunt

208 Conventie 108+ en (toezicht op) gegevensverwerkingen in het nationale veiligheidsdomein / p. 411
Op 10 oktober 2019 is het Protocol tot wijziging van het Dataprotectieverdrag, ook wel: Conventie 108+, tot stand gekomen. In deze bijdrage staan de voornaamste verdragswijzigingen centraal. In dat kader wordt ook de verhouding tussen Conventie 108+ en de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) besproken. Bovendien komt de verwerking van persoonsgegevens in het nationale veiligheidsdomein aan bod, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de verdragsrechtelijke implicaties voor het toezicht op de AIVD en de MIVD. R.H.T. Jansen & M.D. Reijneveld

209 Een goed ontwerp is het halve werk: naar een servicerobot met zo min mogelijk aansprakelijkheidsrisico’s / p. 423
In dit artikel staat de vraag centraal hoe de producent van een servicerobot zijn ontwerp zodanig kan aanpassen, dat schade en productaansprakelijkheid zo veel mogelijk voorkomen wordt. Ook wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre de productaansprakelijkheid beperkt of uitgesloten kan worden in de uitvoeringsfase, om op die manier de weg vrij te maken voor de verdere ontwikkeling van servicerobots.
N.  Lavrijssen & N.A.M. Stabel

RECHTSPRAAK
EUROPA
210 HvJ EU 22 juni 2021, C-682/18, ECLI:EU:C:2021:503, m.nt. P. Polter / p. 433
Arrest over de rol van videodeelplatforms of host- en deelplatforms, zoals YouTube en Uploaded, bij het delen van auteursrechtelijk beschermde werken. Verrichten deze platformen een mededeling aan het publiek en kunnen zij een beroep doen op een safe harbour-vrijstelling van aansprakelijkheid?

NEDERLAND
211 Hof Amsterdam 1 juni 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1560, m.nt. S. Eskens / p. 441
Studenten van de Universiteit van Amsterdam vorderen de UvA te verbieden online proctoring te gebruiken voor het op afstand surveilleren van tentamens tijdens de Covid-19-crisis. Het Hof beslist dat de studentenraad geen instemmingsrecht heeft en dat het gebruik van online proctoring voldoet aan de vereisten van de AVG en artikel 8 EVRM. Het Hof bekrachtigt het afwijzende vonnis van de voorzieningenrechter. De UvA mag  online proctoring inzetten.

BELGIË
212 Ondernemingsrechtbank Antwerpen 17 juni 2021, AR 20/3252, m.nt. J. Van Loon / p. 447
De toepassing van de buitengerechtelijke ontbinding krachtens artikel 1184 van het oud Burgerlijk Wetboek vereist naar omstandigheden van een partij dat zij haar wederpartij voorafgaandelijk waarschuwt over de gevolgen van een verdere niet-nakoming van de afgesproken verbintenis.

213 Vrederechter Zaventem 8 juni 2021, AR 20A1227, m.nt. T. Van Canneyt / p. 451
De essentie van een co-locatieovereenkomst betreft niet de verhuur van een (deel) van een onroerend goed (d.w.z. het datacenter), maar de  operationele diensten die in dit kader worden geleverd om het de klant mogelijk te maken zich toegang te verschaffen tot de specifieke data- en telecommunicatiefaciliteiten. Nu de overeenkomst niet gekwalificeerd kan worden als de huur van een onroerend goed, is de Vrederechter onbevoegd om van het geschil kennis te nemen.

214 Geschillenkamer van de GBA 6 mei 2021, 57/2021, m.nt. J. Clinck / p. 455
De Geschillenkamer herziet een eerdere beslissing na vernietiging door het Marktenhof. Ze bevestigt het belang van een uitgewerkte  belangenafweging wanneer een verwerking steunt op de rechtsgrond “gerechtvaardigd belang”. Daarnaast beslist ze dat een verwerkingsgrond vereist is voor elke doorgifte van gegevens aan derden om die derde in staat te stellen de betreffende persoonsgegevens te verwerken voor eigen doeleinden.

215-224 TELECOMMUNICATIE / p. 472
225-236 PRIVACYBESCHERMING / p. 477
237-244 STRAFRECHT / p. 483
245 KORT NIEUWS / p. 490
246 BOEKBESPREKING / p. 492