DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 10 april 2020
IEFBE 3065

Artikel ingezonden door Paul Steinhauser, Jurist IE.

Paul Steinhauser: de positie van het platform voor elektronische handel naar aanleiding van Coty/Amazon

Het komt veel voor dat merkproducten verkocht worden op een platform voor elektronische handel. De onderneming die dat platform inricht en aan verkopers ter beschikking stelt, treedt met die merkproducten naar buiten. Die onderneming wordt in de Richtlijn elektronische handel dienstverlener genoemd. De betrokkenheid van dergelijke dienstverleners tot de verkoop van de producten varieert in de praktijk. In het onderhavige arrest doet zich de merkwaardigheid voor dat de verwijzende rechter, het Duitse BGH, de dienstverlener Amazon omschrijft als een persoon die waren opslaat die inbreuk op een merkrecht maken, zonder van die inbreuk te weten, terwijl hij niet zelf, maar een derde beoogt de waren aan te bieden of in de handel te brengen [IEF 19119].

Uit het arrest blijkt echter dat de verwijzende rechter de activiteit van Amazon ten onrechte zo passief heeft neergezet. Zowel Coty als de AG wijzen het Hof erop dat in werkelijkheid Amazon veel actiever is.
De AG gaat zelfs zo ver die betrokkenheid uitvoerig te beschrijven en de relevantie daarvan voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van de dienstverlener te onderzoeken en toe te lichten. Hij realiseert zich dat het Hof gebonden is aan het verwijzingsarrest, maar adviseert het Hof zich in te spannen om nuttige antwoorden te verschaffen en dat niets het Hof belet om de nationale rechter op basis van het dossier van het hoofdgeding en de opmerkingen van partijen aanwijzingen te geven die in de prejudiciële verwijzing niet aan de orde zijn gesteld “indien het Hof dat passend acht om zijn samenwerking met de verwijzende rechter te verbeteren”. 

Lees verder.