Gepubliceerd op maandag 17 maart 2014
IEFBE 684
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

In lidstaten en bij EOB een zeer gecontesteerd octrooi

Rechtbank van Koophandel Brussel 11 oktober 2013, IEFbe 684, A.R.A./10.01478 (Novartis tegen Mylan)
Uitspraak ingezonden door Patricia Cappuyns, Olswang. Octrooirecht. Novartis is houdster van EP 948320. Mylan brengt generische geneesmiddelen op de markt, waaronder Fluvastatine Retard Mylan. Het octrooi blijkt weliswaar een zeer gecontesteerd octrooi te zijn waarvan de talloze procedures in verschillende lidstaten en de uiteindelijke herroeping door het EOB getuigen, echter wordt niet aangetoond dat Novartis houder was van een ongeldig octrooi ten tijde van het inleiden van het kort geding. Dat Novartis in Spanje niet overging tot tenuitvoerlegging van verbodsmaatregelen toont niet aan dat er in België onvoorzichtig en foutief zou zijn gehandeld. De rechtbank verklaart de eisen zonder voorwerp.

Het EP’320 bleek weliswaar een zeer gecontesteerd octrooi te zijn waarvan de talloze procedures in verschillende Iidstaten en de uiteinde Iijke herroeping door het EQB getuigen.

MYLAN toont echter niet aan dat NOVARTIS wist dat zij houder was van een ongeldig octrooi op het ogenblik dat zij overging tot inleiding van de procedure in kort geding en tot de tenuitvoerlegging van het uit eindelijke verbod voor MYLAN om op de markt te komen.

De procedure voor het EQB had voor NOVARTIS een indicator kunnen zijn dat het octrool EP’320 mogelijk herroepen zou worden net zoals MYLAN rekening kon houden met de eventuele afwijzing van de her roeping. MYLAN heett dit trouwens zelf duidelijk verwoord in haar con clusie stellende dat” het Belgische luik van een Europees Octrooi als ogenschijnlijk geldig wordt beschouwd totdat het nietig wordt verklaard op basis van een beslissing die in kracht van gewijsde getreden is.