Gepubliceerd op donderdag 14 november 2013
IEFBE 542
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onder Frans recht dienen auteurs binnen 10 jaar betaling te vorderen voor commerciële exploitatie auteursrecht

Cour administrative d'appel de Lyon, 5ème chambre, 7 november 2013, 12LY02627 (sa Les Editions de l'Armançon vs. Ministère de l’Economie et des Finances)
Met samenvatting van Bart Van den Brande, Sirius Legal.
Auteursrecht. Fiscaal Recht. Verjaringstermijnen. Een Franse uitgeverij, sa Les Editions de l'Armançon, heeft tijdens de boekjaren 2006, 2007 en 2008 boekhoudkundige provisies ingeschreven voor een totaal bedrag van om en bij de 45.000 euro aan auteursrechten die zij nog zou verschuldigd zijn aan een aantal auteurs waarmee zij tijdens de afgelopen jaren had samengewerkt, maar waarvoor de betrokken auteurs (nog) geen factuur hadden uitgeschreven. Deze provisies had zij vervolgens ingebracht als aftrekbare kost in het kader van haar belastingaangifte. Naar aanleiding van een belastingcontrole oordeelde de Franse fiscus dat les Editions de l’Armançon ten onrechte de betreffende bedragen als kost had ingebracht omdat volgens de fiscus de betrokken vorderingen verjaard waren en dus niet langer konden opgeëist worden door de auteurs. De Franse fiscus beriep zich hiervoor op artikel L. 110-4 van de Franse code de commerce, waarin wordt voorzien dat vorderingen tussen handelaars onderling of tussen handelaars en privépersonen verjaren na tien jaar en klaarblijkelijk sloegen de genomen provisies voor 45.000 euro op prestaties of verleende rechten van meer dan tien jaar geleden.

Les Editions de l’Armançon verzette zich hiertegen met het argument dat auteursrechten onderworpen zijn aan een eigen verjaringsregime, waaronder het auteursrecht blijft bestaan tot 70 jaar na het overlijden van de auteur en dat de betrokken auteurs dus op elk ogenblik nog een factuur konden opstellen voor de aan hen verschuldigde auteursrechten. De 45.000 euro aan auteursrechten was dus terecht in provisie gehouden en als kost ingebracht. Ondergeschikt meende les Editions de l’Armançon dat zelfs als de tienjarige verjaringstermijn van artikel L. 110-4 van de Franse code de commerce van toepassing zou zijn, die verjaringstermijn minstens geschorst zou zijn van het ogenblik dat zij de betwiste provisie had aangelegd in afwachting van ontvangst van de factuur van de betrokken auteurs. Ook in dat geval zou de genomen provisie regelmatig zijn.

Het geschil werd vervolgens achtereenvolgens voorgelegd aan de Tribunal administratif de Dijon en aan het Cour administrative d'appel de Lyon, die beiden de argumenten van les Editions de l’Armançon verwierpen. Het hof bevestigt dat op vorderingen tussen handelaars onderling of tussen handelaars en privépersonen (zoals auteurs) wel degelijk de tienjarige verjaringstermijn van artikel L. 110-4 van de Franse code de commerce van toepassing is, ongeacht het feit dat de beschermingsduur van het auteursrecht doorloopt tot 70 jaar na het overlijden van de auteur. Het hof maakt aldus een onderscheid tussen de beschermingsduur voor auteursrechtelijke prestaties en de verjaringstermijn waarbinnen met in het kader van een commerciële relatie aangaande die auteursrechten betaling van de overeengekomen rechten kan vorderen. De vordering van de auteurs is wel degelijk verjaard indien zijn niet binnen tien jaar volgend op hun prestatie of op de door hen verleende exploitatierechten betaling vorderen. Het Hof voegt daaraan toe dat het eenzijdig aanleggen van een provisie door de schuldenaar de verjaringstermijn van de schuldeiser niet kan schorsen, temeer daar de auteurs niet eens op de hoogte waren van de genomen provisie.

De te onthouden les onder Frans recht is dat ook auteurs binnen 10 jaar betaling dienen te vorderen van het aan hen verschuldigde bedrag voor een specifieke prestatie of een specifiek verleend (exploitatie-)recht. Het feit dat de auteurswet hen een veel langere beschermingsduur verleend tot 70 jaar na hun overlijden, doet niets af aan de noodzaak om tijdig facturen op te stellen in het kader van de commerciële exploitatie van hun auteursrecht.