Nederlands Octrooicongres 2023
Het is een lustrumjaar voor het Nederlands Octrooicongres van deLex: deze zomer vindt alweer de 15e editie plaats, op dinsdag 13 juni in Hotel Jakarta te Amsterdam.
Ook dit jaar zijn we trots op het programma dat mr. drs. Gertjan Kuipers (Hogan Lovells) en prof. mr. Peter Blok (CIER, Hof Den Haag) hebben samengesteld. Met o.a. mr. drs. András Kupecz, (technically qualified judge UPC), mr. drs. Anne Marie Verschuur (Nauta Dutilh) en Frédéric Bostedt (Legally qualified member of the Boards of Appeal · European Patent Office) zorgen zij voor een gevarieerd en degelijk programma met internationale sprekers, actuele onderwerpen en paneldiscussies.
Daarbij staan natuurlijk het jaarlijkse jurisprudentieoverzicht en het overzicht van EOB-uitspraken op de agenda, samen met de onderdelen ´plausibiliteit´, ´hulpverzoeken´, ´actualiteiten UPC´ en een paneldiscussie onder leiding van prof. Willem Hoyng (HOYNG ROKH MONEGIER). Als altijd ronden we de dag af met een borrel op locatie.
Gerecht bevestigt opening nietigheidsprocedure Cripps Pink en Cripps Red
Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22976; IEFbe 4000; ECLI:EU:T:2025:895 (WAAA tegen CPVO en Teak Enterprises Pty Ltd). Het Gerecht verwerpt het beroep van Western Australian Agriculture Authority (WAAA) tegen de beslissing van de Raad van Beroep van het CPVO van 12 januari 2024 om nietigheidsprocedures te openen voor de communautaire kwekersrechten op de appelrassen Cripps Pink (Pink Lady) en Cripps Red (Sundowner). De procedurele context: WAAA vroeg vernietiging van die beslissing; opmerkelijk is dat het CPVO in rechte de stellingen van WAAA steunde, terwijl Teak Enterprises als interveniënt verdedigde dat de beslissing van de Raad moest blijven staan. Het Gerecht bevestigt de twee-fasen-toets van art. 53a Verordening 874/2009: in fase 1 is alleen de vraag of de door de nietigheidsaanvrager overgelegde gegevens “serious doubts” over de geldigheid wekken; pas in fase 2 volgt het volledige, contradictoire onderzoek. Binnen die beperkte toets mocht de Raad concluderen dat vier nieuwe stukken-Exhibit 3 (rapport Special Rural Research Fund, 17-2-1988), Exhibit 15 (statutory declaration Allan Price, 2017), Exhibit 17 (statutory declaration John Cripps, 2018) en Exhibit 19 (statutory declaration teler Francis Atherton, 2018), op zichzelf voldoende ernstige twijfel vestigen over nieuwheid (art. 10(1) Verordening 2100/94) vóór de novelty bar date 29-8-1989. Dat eerdere Pink Lady-arrest uit 2019 (T-112/18) niet tot nietigheid leidde, blokkeert een nieuwe aanvraag niet: het gaat om een andere aanvrager, andere bewijsstukken (met name leveringen in 1987-1989 zonder restricties) en dus om een nieuwe feitelijke basis; art. 53a fungeert als filter tegen lichtvaardige herhalingen.
Domeinnaamfraude: Geen schadevergoeding, wel gedeeltelijke ontbinding
Hof Amsterdam 19 november 2024, IEF 22460, IT 4727; ECLI:NL:GHAMS:2024:3205 (Stands4 LTD tegen Undeveloped B.V.). Het Gerechtshof oordeelt over een geschil tussen Stands4, een Israëlisch bedrijf, en Undeveloped, een Nederlands handelsplatform voor domeinnamen. Stands4 vordert schadevergoeding van Undeveloped nadat bleek dat een via het platform aangekochte domeinnaam mogelijk door een onbevoegde derde was verkocht. De rechtbank Amsterdam wees de vordering eerder af, waarop Stands4 in hoger beroep ging. In hoger beroep stelt het hof vast dat Undeveloped tekortgeschoten is in haar verplichting om de identiteit van de verkoper zorgvuldig te verifiëren. Hoewel Undeveloped enkele verificatiestappen had ondernomen, zoals controle van WHOIS-gegevens en het opvragen van identificatiedocumenten, acht het hof deze maatregelen onvoldoende. Het platform had volgens het hof aanvullende verificatiestappen moeten nemen, zoals het vragen om een foto van de verkoper met zijn identiteitsbewijs. Ondanks dit oordeel concludeert het hof dat de tekortkoming van Undeveloped geen causaal verband heeft met de door Stands4 geleden schade. De fraude was professioneel uitgevoerd, en zelfs met een extra verificatiestap was het waarschijnlijk niet mogelijk geweest om de identiteit van de frauduleuze verkoper aan het licht te brengen. Dit leidt ertoe dat de primaire en subsidiaire vorderingen van Stands4 tot schadevergoeding worden afgewezen.