Gepubliceerd op donderdag 28 juli 2022
IEFBE 3512
Brussel - Bruxelles ||
30 aug 2019
Brussel - Bruxelles 30 aug 2019, IEFBE 3512; (Altunis Trading tegen X), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-vergelijking-van-tekens-vanwege-inschrijving-andere-klassen

Geen vergelijking van tekens, vanwege inschrijving andere klassen

Hof van beroep Brussel 30 augustus 2019, IEFbe 3512; rolnr. 2016/AR/1143 (Altunis Trading tegen X) Altunis heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het gecombineerde woord/beeldmerk van X. Het BBIE heeft in eerste instantie geoordeeld dat de oppositie wordt afgewezen, waarna Altunis in hoger beroep komt tegen deze beslissing. Het hof besluit tot ongegrondheid van het hoger beroep. Hierbij sluit het hof aan bij het door het BBIE overwogene dat de merkaanvraag in een andere klasse wordt gedaan dan waar Altunis zijn merken op heeft ingeschreven. Hierbij is er dus geen sprake van soortgelijkheid van waren en diensten, waardoor niet wordt overgegaan tot vergelijking van de tekens.

15.

(...)

37. In casu is het Bureau van oordeel dat er geen sprake is van een dergelijke nauwe band tussen de waren in de klassen 29, 30, 32 en 33 en de diensten "restauratie (het verstrekken van voedsel en dranken), waaronder het bereiden van pizza's, pita's, tortilla's en wraps voor consumptie; cateringdiensten; horecadiensten" In klasse 43. Deze diensten zijn gericht op het serveren van voedsel en dranken voor directe consumptie en verschillen van de waren van de ingeroepen rechten. Weliswaar zijn ook deze waren bestemd voor menselijke consumptie, maar dit verband met de diensten van het bestreden teken is te ver verwijderd om complementariteit te kunnen aannemen.

(...)

Het hof oordeelt, net als het BBIE, dat er in casu geen sprake is van complementariteit, van een nauwe band of van soortgelijkheid tussen de waren in de klassen 29, 30, 32 en 33 en de diensten in klasse 43 en dit om de redenen die door het BBIE werden opgegeven, die het hof bijtreedt en die hier als hernomen dienen te worden beschouwd.

Het hof oordeelt dat de door Altunis neergelegde stavingstukken niet bewijzen hetgeen zij aanvoert, of minstens niet op voldoende overtuigende wijze, met name dat er een onlosmakelijke link bestaat tussen de Cipriani voedingsmiddelen en de Cipriani restaurants over de hele wereld, en dus met inbegrip van de Benelux.

Altunis maakt dit zelfs niet minstens voldoende aannemelijk.