DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 3942

Uitspraak ingezonden door Herwin Roerdink en Nicky Brouwer, Vondst Advocaten

Gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing wegens motiveringsgebrek over homogene categorie ontluchtingskappen

Gerecht EU - Tribunal UE 9 jul 2025, IEFBE 3942; ECLI:EU:T:2025:700 (Bouwbenodigdheden Hoogeveen BV tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/gedeeltelijke-vernietiging-euipo-beslissing-wegens-motiveringsgebrek-over-homogene-categorie-ontluchtingskappen

Gerecht van de Europese Unie 9 juli 2025, IEF 22801, IEFbe 9342; ECLI:EU:T:2025:700 (Bouwbenodigdheden Hoogeveen BV tegen EUIPO). Bouwbenodigdheden Hoogeveen heeft in 2010 het woordteken BIENENBEISSER als Uniewoordmerk ingeschreven in de klassen 6 en 19. Dit zijn de klassen voor, kort gezegd, bouwmaterialen van metaal en bouwmaterialen niet van metaal, waaronder het product ontluchters. In 2021 heeft Sören Pürschel een vordering tot nietigverklaring van dit merk ingesteld. Deze is gedeeltelijk toegewezen en in 2023 heeft de nietigheidsafdeling van het EUIPO het merk vervallen verklaard voor zowel klasse 6 als klasse 19. Bouwbenodigdheden Hoogeveen heeft beroep ingesteld tegen de beslissing om het merk nietig te verklaren in klasse 19. Dit beroep is verworpen. Nu verzoekt Bouwbenodigdheden Hoogeveen bij het Gerecht alsnog om de bestreden beslissing gedeeltelijk te vernietigen. Zij voert in haar beroep drie samenhangende middelen aan: (1) onjuiste toepassing van het classificatiesysteem van de Overeenkomst van Nice, (2) onjuiste uitlegging van de rechtspraak, en (3) ten onrechte analoge toepassing van artikel 33, lid 7, van de Uniemerkenverordening. Bouwbenodigdheden Hoogeveen stelt dat zij het merk normaal heeft gebruikt voor een homogene warencategorie, namelijk “ontluchtingskappen”, ongeacht of deze van metaal (klasse 6) of niet-metaal (klasse 19) zijn. Volgens het EUIPO moet de beschermingsomvang uitsluitend gebaseerd zijn op de waren zoals ingeschreven volgens de Nice-classificatie.

IEFBE 3941

Uitspraak ingezonden door Mireille Buydens, Janson.

Hof van beroep te Brussel verklaart capsule vormmerk van Nestlé nietig

Brussel - Bruxelles 3 jul 2025, IEFBE 3941; 2017/AR/459 (Nestlé tegen Mondelez en Kraft Foods), https://www.ie-forum.be/artikelen/hof-van-beroep-te-brussel-verklaart-capsule-vormmerk-van-nestle-nietig

Hof van beroep Brussel 3 juli 2025, IEFbe 3941; 2017/AR/459 (Nestlé tegen Mondelez en Kraft Foods). Met arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 3 juli 2025 heeft Jacobs Douwe Egberts weer een slag gewonnen in de Nespresso-capsule-oorlog. Het vormmerk van Nestlé (bestaande uit de vorm van de Nespresso-capsule, ingeschreven voor met name dranken (koffie, thee, enz.) werd wederom nietig verklaart. Mondelez (dat de betreffende activiteiten gedurende de procedure had overgedragen aan Jacobs Douwe Egberts) had in eerste aanleg de geldigheid van dit merk betwist, met het argument dat het uitsluitend bestaat uit een vorm die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen. ​ De Ondernemingsrechtbank van Brussel had Mondelez in het gelijk gesteld en het merk van Nestlé nietig verklaard, waarna Nestlé in beroep ging. Het Hof heeft de nietigheid van het merk bevestigd. Het is van oordeel dat het litigieuze merk uitsluitend bestaat uit de vorm van het product die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen. Na eerst de essentiële kenmerken van de betrokken vorm te hebben vastgesteld, constateert het Hof vervolgens, dat al deze kenmerken van het merk (dubbele kegelvorm, cirkelvormige rand, omvouw, enz.) specifieke technische functies vervullen, zoals drukbestendigheid, stabiliteit en een effectieve afsluiting, en dat zij geen decoratieve of fantasie-elementen bevatten. Het feit dat er andere vormen bestaan waarmee hetzelfde technische resultaat kan worden bereikt, doet aan de nietigheid niet af, en het is niet nodig om de algemene doelstelling van het capsule-machine-systeem in aanmerking te nemen. Voorts merkt het Hof op, dat de vorm van een product die noodzakelijk is om een technisch uitkomst te verkrijgen, geen geldig merk kan vormen, zelfs niet indien de betrokken vorm (in casu de vorm van de capsule) door de relevante doelgroep als merk wordt erkend.

IEFBE 3936

Kleurmerk blauw-groen van OMV mist onderscheidend vermogen volgens Gerecht EU

Gerecht EU - Tribunal UE 11 jun 2025, IEFBE 3936; ECLI:EU:T:2025:578 (OMV AG, Marques, International Trademark Association tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/kleurmerk-blauw-groen-van-omv-mist-onderscheidend-vermogen-volgens-gerecht-eu

Gerecht van de Europese Unie 11 juni 2025, IEF 22793; IEFbe 3936; ECLI:EU:T:2025:578 (OMV AG, Marques, International Trademark Association tegen EUIPO). OMV AG diende een aanvraag in voor internationale merkregistratie binnen de EU van een kleurcombinatie bestaande uit gentiaanblauw en geelgroen. De aanvraag had betrekking op goederen en diensten zoals brandstoffen, additieven, waterstof en aanverwante retail- en installatiediensten. OMV beriep zich op prioriteit van een Oostenrijks merk. De onderzoeker van het EUIPO weigerde de registratie wegens het ontbreken van onderscheidend vermogen. OMV ging in beroep, maar de Kamer van Beroep wees het beroep af. De kleurcombinatie werd volgens de Kamer niet opgevat als aanduiding van commerciële herkomst, maar als decoratief. OMV verzoekt het Gerecht om vernietiging van die beslissing, onder aanvoering van drie middelen: onvoldoende motivering, gebrekkige beoordeling van het onderscheidend vermogen en schending van de beginselen van rechtszekerheid, gelijke behandeling en behoorlijk bestuur. INTA en Marques treden op als interveniënten.

IEFBE 3939

Uitspraak ingezonden door Willem Timmers, Burst Legal. En door Sander Schouten, AMS Advocaten

Voortgezet gebruik van merk SAPPH na beëindiging licentieovereenkomst is merkinbreuk

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 9 jul 2025, IEFBE 3939; (OWIC tegen Ultracool c.s.), https://www.ie-forum.be/artikelen/voortgezet-gebruik-van-merk-sapph-na-beeindiging-licentieovereenkomst-is-merkinbreuk

Vzr. Rb. Rotterdam 9 juli 2025, IEF 22796, IEFbe 3939; C/10/700229 / KG ZA 25-482 (OWIC tegen Ultracool c.s.). Gedaagden in deze procedure, Ultracool, Ultrastar en Mothership (hierna: Ultracool c.s.) maken deel uit van een groep vennootschappen. Mothership is enig bestuurder van Ultracool en Ultrastar. Eiser, Orange Wings Investments (hierna: Orange Wings), was houdster van het woordmerk SAPPH, voor onder meer kleding en schoenen. Orange Wings heeft met Ultrastar een koopovereenkomst en een licentieovereenkomst gesloten. In de koopovereenkomst is vastgelegd dat Ultrastar Orange Wings maandelijks betaalt en dat Orange Wings IE-rechten, waaronder eerder genoemd Uniemerk, overdraagt aan Ultrastar zodra Ultrastar de volledige koopprijs heeft betaald. In de licentieovereenkomst is bepaald onder welke voorwaarden Ultrastar licentiehouder is van de IE-rechten van Orange Wings tot aan de overdracht. Na het sluiten van deze overeenkomsten is Orange Wings gefuseerd met OWIC, waarbij OWIC het vermogen van Orange Wings onder algemene titel heeft verkregen. Later heeft de advocaat van OWIC beide overeenkomsten per direct opgezegd, omdat Ultrastar diverse verplichtingen niet nakomt. OWIC heeft Ultrastar onder meer gesommeerd om het gebruik van de IE-rechten te staken. Vervolgens heeft OWIC de website www.sapph.com uit de lucht gehaald en daarop hebben Ultracool c.s. de website www.shopsapph.com gelanceerd. 

IEFBE 3937

Uitspraak ingezonden door Bram Bogaerts en Marnix van Keulen, Visser Schaap & Kreijger.

Geen merkenrechtelijke bescherming voor Rubik’s Cube

Gerecht EU - Tribunal UE 9 jul 2025, IEFBE 3937; ECLI:EU:T:2025:691 (Spin Master Toys tegen EUIPO - Verdes Innovations), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-merkenrechtelijke-bescherming-voor-rubik-s-cube

Gerecht EU 9 juli 2025, IEF 22794, IEFbe 3937; ECLI:EU:T:2025:691 (Spin Master Toys tegen EUIPO - Verdes Innovations). De Rubik's Cube wordt niet door het merkenrecht beschermd, omdat alle kenmerken noodzakelijk zijn om een technisch resultaat te bereiken. Dat oordeelde het Gerecht van het Hof van Justitie van de Europese Unie vandaag, in vier verschillende arresten: T-1170/23, T-1171/23, T-1172/23 en T-1173/23. Naast het vormmerk waren er (onder meer) vier merken ingeschreven voor de uiterlijke vormgeving van de Rubik's Cube met verschillende hoeveelheden deelkubussen (2x2, 3x3, 4x4 en 5x5). Het Gerecht oordeelt in huidige procedures dat ook deze merkinschrijvingen nietig zijn wegens de technische bepaaldheid. Het uiteindelijke doel van de Rubik's Cube is het oplossen van de kubusvormige puzzel door dezelfde kleuren aan dezelfde zijden te krijgen door middel van rotaties, hetgeen een technische functie heeft. De kleurvakken en de onlosmakelijk verbonden zwarte lijn ('grid') dragen direct bij aan dat doel. Daarbij maakt het niet uit of het om een 2x2, 3x3, 4x4 of 5x5 kubusvorm gaat, het doel blijft hetzelfde. De vier Rubik's Cube-merken zijn daarom ook nietig op grond van artikel 7 lid 1 onder e sub ii van de Uniemerkenverordening. 

Voor een uitgebreide samenvatting klikt u hier.

IEFBE 3934

Ferrari behoudt TESTAROSSA-merk: Gerecht EU vernietigt beslissing EUIPO

Gerecht EU - Tribunal UE 2 jul 2025, IEFBE 3934; ECLI:EU:T:2025:659 (Ferrari tegen EUIPO - Kurt Hesse (TESTAROSSA)), https://www.ie-forum.be/artikelen/ferrari-behoudt-testarossa-merk-gerecht-eu-vernietigt-beslissing-euipo

Gerecht EU 2 juli 2025, IEF 22788, IEFbe 3934; ECLI:EU:T:2025:659 (Ferrari tegen EUIPO - Kurt Hesse (TESTAROSSA)). Ferrari is sinds 2007 houder van het internationale woordmerk TESTAROSSA voor onder meer auto’s en voertuigonderdelen (klasse 12). In 2015 verzocht Kurt Hesse de Nietig- en Vervalverklaringsafdeling van het EUIPO om het merk vervallen te verklaren wegens gebrek aan normaal gebruik in de vijf jaar ervoor. De Nietig- en Vervalverklaringsafdeling van het EUIPO wees het verzoek op 16 december 2016 gedeeltelijk toe. Het merk werd doorgehaald voor vrijwel alle aangeduide waren, met uitzondering van automobielen. Beide partijen gingen hiertegen in beroep. Hesse wilde ook vervallenverklaring voor auto’s; Ferrari betoogde juist dat het merk ook voor voertuigonderdelen en motoren normaal werd gebruikt. Op 29 augustus 2023 (gecorrigeerd op 28 september 2023) verklaarde de Kamer van Beroep van het EUIPO het merk volledig vervallen. Ferrari stelde daarop beroep in bij het Gerecht van de EU en vorderde vernietiging van deze beslissing. Het Gerecht benadrukt dat het materiële geschil wordt beheerst door Verordening nr. 207/2009, terwijl de procedurele regels uit Verordening 2017/1001 van toepassing zijn. 

IEFBE 3932

Sub c-inbreuk op Harley-Davidson-merken

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 21 mei 2025, IEFBE 3932; ECLI:NL:RBDHA:2025:11712 (Harley-Davidson Motor Company tegen Game Castle), https://www.ie-forum.be/artikelen/sub-c-inbreuk-op-harley-davidson-merken

Rb. Den Haag 21 mei 2025, IEF 22785, IEFbe 3932; ECLI:NL:RBDHA:2025:11712 (Harley-Davidson Motor Company tegen Game Castle). Harley-Davidson handelt in motorrijwielen en gerelateerde producten en heeft meerdere merkregistraties op haar naam staan. Game Castle is een bedrijf dat zich richt op onderhoud, reparatie, verkoop, verhuur en organisatie van amusementsspelen en vintage geluid, games, verlichting, jukeboxen, games en dinerbanken. Via haar webshop onder de domeinnaam www.americanvintageunlimited.nl biedt ze vintage producten aan, waaronder neon verlichtingsborden met Harley-Davidson tekens (hierna: de neon signs). Hiermee maakt Game Castle volgens Harley-Davidson inbreuk op de Harley-Davidson-merken.

IEFBE 3931

Uitspraak ingezonden door mr. X.W. Koehoorn, Dillinger Law (voorheen SNB-REACT).

Hof van beroep Estland: bruto winstmarge merkhouder meest relevant bij begroting schadevergoeding door nalatigheid ISP bij takedown van namaakwebwinkels

Overige buitenlandse jurisprudentie - Autres decisions étrangères 24 jan 2025, IEFBE 3931; (Eiser tegen gedaagde), https://www.ie-forum.be/artikelen/hof-van-beroep-estland-bruto-winstmarge-merkhouder-meest-relevant-bij-begroting-schadevergoeding-door-nalatigheid-isp-bij-takedown-van-namaakwebwinkels

Tallinn Circuit Court 24 januari 2025, IEF 22779, IT 4903, IEFbe 3931; 2-14-6942 (Eiser tegen verweerder). De verweerder bezit verschillende IP-adresreeksen. Deze IP-adressen werden vervolgens gekoppeld aan inbreukmakende domeinnamen en webshops. De verweerder handelde in wezen als een proxy door zijn klanten toe te staan domeinnamen en websites anoniem te gebruiken. Het Hof van Justitie had in de prejudiciële beslissing van 2018 (HvJ zaak C-521/17 (SNB-REACT/Deepak Mehta)) geoordeeld dat er ook geen beperking van aansprakelijkheid ('safe harbor') is als aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij (ISPs) een actieve rol spelen door het hun klanten 'mogelijk te maken' hun online verkoopactiviteit te optimaliseren. Hiermee had het Hof het ‘actieve rol’-criterium uit L’Oréal/eBay, als dienstverleners de presentatie van verkoopaanbiedingen (zelf) optimaliseren of bevorderen, uitgebreid.

IEFBE 3928

HvJEU verduidelijkt verhouding tussen kwade trouw en absolute weigeringsgronden bij merkaanvraag na octrooiverval

HvJ EU - CJUE 19 jun 2025, IEFBE 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvjeu-verduidelijkt-verhouding-tussen-kwade-trouw-en-absolute-weigeringsgronden-bij-merkaanvraag-na-octrooiverval

HvJEU 19 juni 2025, IEF 22772, IEFbe 3928; ECLI:EU:C:2025:455 (CeramTec tegen Coorstek Bioceramics). Deze zaak speelt zich af tussen CeramTec GmbH, een Duitse fabrikant van technische keramische onderdelen voor implantaten, en Coorstek Bioceramics LLC, een Amerikaanse producent van vergelijkbare medische keramiek. CeramTec heeft kort na het vervallen van haar Europees octrooi voor composietmateriaal drie Uniemerken aangevraagd: een roze kleur-, beeld- en driedimensionaal merk in roze voor keramische heup- en kniedelen. CeramTec stelt dat Coorstek inbreuk maakt op deze merken. Volgens Coorstek zijn de merken ongeldig omdat zij onder absolute weigeringsgronden vallen en omdat CeramTec de merkaanvragen te kwader trouw heeft ingediend. De cour d’appel de Paris heeft de merken op die laatste grond nietig verklaard. CeramTec betwist dat kwade trouw hier van toepassing is en stelt dat deze grond niet mag worden gebruikt om het toepassingsbereik van artikel 7 te omzeilen. De Cour de cassation heeft het Hof van Justitie verzocht om uitlegging van de verhouding tussen de gronden van nietigheid wegens kwade trouw en de absolute weigeringsgronden. Centraal staat of kwade trouw mag worden aangenomen wanneer een merk is aangevraagd met het doel een technisch monopolie te verlengen dat eerder onder octrooi viel, en hoe artikel 7 en artikel 52 van de merkenverordening zich tot elkaar verhouden.

IEFBE 3925

Gerecht: chevronpatroon op breinaalden geen geldig merk

Gerecht EU - Tribunal UE 21 mei 2025, IEFBE 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-chevronpatroon-op-breinaalden-geen-geldig-merk

Gerecht van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22760; IEFbe 3925; ECLI:EU:T:2025:526 (KnitPro International tegen EUIPO, 135 Kirkstall Inc.). In deze zaak vraagt KnitPro International het Gerecht om gedeeltelijke nietigverklaring van de beslissing van de Grote Kamer van Beroep. Het gaat om een EU-beeldmerk bestaande uit een zwart-wit patroon van chevrons tussen twee parallelle lijnen, geregistreerd voor breinaalden en haaknaalden. Volgens de Grote Kamer mist dit merk voldoende onderscheidend vermogen. De oorspronkelijke aanvraag dateert van 15 februari 2010 en leidde op 10 augustus 2010 tot registratie. In 2013 vroeg 135 Kirkstall, Inc. om nietigverklaring van het merk. De Nietigheidsafdeling wees dat verzoek af, maar de Kamer van Beroep verklaarde het merk in 2015 alsnog ongeldig. In 2017 vernietigde het Gerecht die beslissing wegens een onjuiste beoordeling: de Kamer had zich gebaseerd op het gebruik van het merk in plaats van op de grafische weergave zoals geregistreerd. Ook een tweede besluit van de Grote Kamer uit 2019 werd door het Gerecht in 2021 vernietigd, omdat niet op alle aangevoerde gronden was beslist. De zaak werd daarop opnieuw aan de Grote Kamer voorgelegd. Die oordeelde in het bestreden besluit van 15 december 2023 opnieuw dat het merk onderscheidend vermogen mist, ditmaal met volledige motivering en inachtneming van de eerdere uitspraken van het Gerecht.