Gepubliceerd op woensdag 15 juli 2020
IEFBE 3105
Overig - Autres ||
13 mei 2020
Overig - Autres 13 mei 2020, IEFBE 3105; (BVBA Black & Gold tegen SSPCS), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-bij-slechts-n-gemeenschappelijk-element

Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs en Stéphanie de Potter, Inteo.

Geen verwarringsgevaar bij slechts één gemeenschappelijk element

Ondernemingsrechtbank Antwerpen 13 mei 2020, IEFbe 3105; A/19/06296 (BVBA Black & Gold tegen SSPCS) Merkenrecht. Black & Gold en SSPCS (Suspicious Antwerp) verkopen kledij gericht op een jong publiek. Black & Gold vordert dat SSPCS wordt verboden om gebruik te maken van haar logo en merk. Zij voert aan dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op haar merken, haar auteursrecht en de eerlijke marktpraktijken. De vordering wordt ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank hebben “de merken van Black and Gold enerzijds, en het merk van SSPCS anderzijds, als gemeenschappelijk element een schedel. Daar houdt het ook grotendeels mee op”. Er bestaat geen verwarringsgevaar. Anders oordelen zou “impliceren dat Black and Gold het gebruik van eender welke schedel als merk voor kleding kan monopoliseren, wat vanzelfsprekend een stap te ver is”. Één van de merken van Black & Gold werd per vergissing als ontwerptekening gedeponeerd, met een blauwe achtergrond en technische verwijzingen. Rechtbank: “Uit het registratievereiste van merken volgt dat het met het merk als gedeponeerd is dat de vergelijking moet worden gemaakt, niet met een interpretatie of correctie ervan”. Black & Gold voldoet niet aan haar bewijslast op auteursrechtelijk vlak. Zij beperkt zich tot de bewering dat de oprichters en de designer van Black & Gold op creatieve wijze te werk zijn gegaan. Rechtbank: “Vanzelfsprekend volstaat dit niet om originaliteit te bewijzen. Zeker wanneer de materie binnen een bepaalde stijl moet worden geplaatst, en waar de ontwerpers zoals Black and Gold verklaren inspiratie te hebben gezocht in een bepaalde culturele achtergrond (de Dia de los Muertos iconografie) moet op des te preciezere wijze worden aangegeven wat de werken in kwestie onderscheidt van het referentiekader. Dit gebeurt hier zoals gezegd geenszins.” Black & Gold bewijst tot slot evenmin dat er sprake is van oneerlijke marktpraktijken.

12. De merken van Black and Gold enerzijds, en het merk van SSPCS anderzijds hebben als gemeenschappelijk element een schedel. Daar houdt het ook grotendeels mee op. Het merk Skull 1 / Black and Gold merk is van een volstrekt andere stijl dan het merk van SSPCS: de schedel is veel ‘realistischer’ afgebeeld, dus minder gestileerd, er is qua stijl geen verwijzing naar de Día de los Muertos-iconografie, de tanden zijn prominent aanwezig en scherper dan natuurlijk zodat een roofdier-effect ontstaat, de ogen zijn leeg en de schedel is niet voorzien van versieringen, met uitzondering van een edelsteen op het voorhoofd. Essentieel echter - en hier maakt Black and Gold ten onrechte (en op de grens van het misleidende af) abstractie van in haar vergelijkingen in conclusies - bevat het merk een verbaal component in de woorden Black and gold in pseudo-handschrift onder de schedel. Dit alles zorgt voor een gans andere totaalindruk, die verwarring bij de gemiddelde consument uitsluit. (…) Hier anders over oordelen zou, gelet op de aanzienlijke verschillen, impliceren dat Black and Gold het gebruik van eender welke schedels als merk voor kleding kan monopoliseren, wat vanzelfsprekend een stap te ver is. Dit geldt evenzeer voor wat van ver of van dichtbij te maken heeft met Día de los Muertos: zoals gezegd moet worden vergeleken met de merken zoals gedeponeerd, en het verhaal erachter is in dit kader niet relevant.