Gepubliceerd op woensdag 29 april 2020
IEFBE 3068
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) ||
1 apr 2020
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 1 apr 2020, IEFBE 3068; (De Fakkels tegen 't Fakkelhuis), https://www.ie-forum.be/artikelen/handelsnaam-t-fakkelhuis-maakt-inbreuk-op-de-fakkels

Uitspraak ingezonden door Thomas Degraeve, K Law.

Handelsnaam ’t Fakkelhuis maakt inbreuk op De Fakkels

Hof van beroep Antwerpen 1 april 2020, IEFbe 3068; 2019/AR/1563 (De Fakkels tegen 't Fakkelhuis) Eiser baat sinds 1989 een gastronomisch restaurant uit in Sint-Truider onder de handelsnaam De Fakkels. Verweerder heeft een café-brasserie in Borgloon onder de naam ’t Fakkelhuis sinds juni 2019. Centraal staat de vraag of er risico op verwarring is tussen de handelsnaam De Fakkels van eiser en de handelsnaam ’t Fakkelhuis van verweerder. Er wordt gesteld dat de gehanteerde handelsnamen in grote mate auditief en conceptueel vergelijkbaar zijn, door het gelijklopend gebruik van de term fakkel. Bovendien zijn de commerciële activiteiten van eiser en verweerder gelijklopend. Ze zijn beiden actief in dezelfde handelssector en zij richten zich op de dezelfde doelgroep. Tot slot is de invloedsfeer en het publiek van partijen ook identiek. Er wordt geoordeeld dat verweerder het gebruik van de combinatie van de bewoordingen of tekens ’t Fakkelhuis dient te staken in elke mogelijke vorm van publicatie.

4.1.
Wat de gelijkenis tussen de handelsnamen betreft, dient rekening gehouden te worden met de gelijkenis op auditief, visueel of conceptueel vlak.

De in casu gehanteerde handelsnamen "De Fakkels" en " 't  Fakkelhuis"  zijn naar het oordeel van  het  Hof  in  grote  mate  auditief  en  conceptueel  vergelijkbaar. Hierbij  dient  men  meer aandacht te hebben voor de gelijkenissen  dan voor de verschilpunten. In beide gevallen valt het gelijklopend gebruik van de term "fakkel" op.

Het risico voor  verwarring is groter  naarmate  de naam  een grote  onderscheidende kracht heeft.  In  casu  gaat   een   grote  onderscheidende   kracht   uit   van   de  handelsnaam   van geïntimeerde.  De handelszaak  van geïntimeerde  heeft niets te  maken met fakkels zodat  de gebruikte   handelsnaam   origineel   is   en   het   haar   onderscheidend   vermogen   vergroot.
Onterecht  houdt  appellante  voor  dat  het  gebruik  van  de benaming "De Fakkels"  voor  het restaurant van geïntimeerde banaal is.

Ook  het  enkele  feit  dat  beide  handelsnamen  voorafgegaan  worden  door  een  verschillend lidwoord ("de" versus '"t"), dat appellante naast het woordelement  "fakkel" een  toevoeging van het woord "huis" heeft opgenomen  in haar handelsnaam  en dat geïntimeerde gebruik maakt van het woord  "fakkels" in het meervoud, terwijl in de handelsnaam  van appellante enkel   "fakkel"   in  het   enkelvoud   voorkomt,   neemt   de  auditieve   gelijkenis   tussen   de handelsnamen niet weg.

Tenslotte  wordt  volstrekt   niet  aangetoond  door  appellante  dat  de  door  haar  gekozen handelsnaam   een  historische  waarde   zou  hebben,  waardoor   de  conceptuele  gelijkenis tussen de handelsnamen zou teniet gedaan worden.

4.2.
De commerciële  activiteiten  van  appellante  en geïntimeerde  zijn wel degelijk  gelijklopend. Appellante en geïntimeerde zijn beiden actief in dezelfde handelssector en zij richten zich op dezelfde doelgroep.

Terecht  merkt  geïntimeerde  op dat appellante, in tegenstelling  tot  haar beweringen dat zij enkel  een  café-brasserie zou  zijn,  wel  degelijk  op  haar  website  en  sociale  media  melding maakt van haar uitbating als zijnde een restaurant. Het enkele feit dat appellante thans nog geen vermelding heeft in gastronomische gidsen, is niet ter zake dienend. Op de website en op sociale  media vermeldt  appellante integendeel  dat zij een chef-kok heeft aangeworven, die   jarenlang  ervaring  heeft  in    gastronomische  restaurants  met vermelding in gastronomische gidsen. Uit de door geïntimeerde bijgebrachte  menukaart  blijkt bovendien dat appellante wel degelijk een zelfde doelgroep als die van geïntimeerde viseert. Appellante toont niet aan dat zij een louter laagdrempelig karakter zou hebben waardoor  zij een ander doelpubliek zou aanspreken.

Tenslotte  blijken  ook  appellante  en  geïntimeerde   dezelfde   BTW  en  RSZ  activiteiten  te hebben: eetgelegenheden met volledige bediening.