DOSSIERS
Alle dossiers

Handelsnaamrecht - Nom commerciaux  

IEFBE 3611

Toespraak Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht Chat-GPT

IE-Diner 26 januari 2023

Het IE-diner 2023 zit erop! En wat was het goed iedereen weer te zien onder het genot van een hapje en een drankje. Daarnaast hebben wij veel inspIEratie voor het komende jaar mogen opdoen dankzij de vier fantastische sprekers die elk op hun eigen wijze hun toehoorders aan het denken hebben gezet. Voor wie er niet bij kon zijn, maar nu toch benieuwd is naar de inhoud van gisteravond; hierna volgt de toespraak zoals deze door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht is uitgesproken. 

Zien we u het volgende IE-diner, donderdag 25 januari 2024 (weer)?

 

IEFBE 3597

Uitspraak ingezonden door Wouter Dammers en Nick Vrugt, LAWFOX.

Inbreuk op merkenrecht en handelsnaam aangenomen

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 14 dec 2022, IEFBE 3597; (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions), https://www.ie-forum.be/artikelen/inbreuk-op-merkenrecht-en-handelsnaam-aangenomen

Rechtbank Den Haag, 14 december 2022, IEF 21152, IEFbe 3597; C/09/566071 / HA ZA l9-18 ECLI:NL:RBDHA:2022:13582 (Online Publisher tegen Netmedia en Sparta Solutions) Zie [IEF 18502]. Online Publisher en Netmedia verlenen diensten die het retailers mogelijk maken hun reclamefolders online onder het voetlicht te brengen. Na een samenwerking van een aantal jaren is tussen Online Publisher en Netmedia een conflict ontstaan. Volgens Online Publisher heeft Netmedia na het verbreken van de samenwerking inbreuk gemaakt op de merken van Online Publisher, op haar handelsnaam en op het auteursrecht op door haar ontwikkelde en geschreven software. De rechtbank oordeelt dat Netmedia inderdaad inbreuk heeft gemaakt op de merken van Online Publisher, te weten op het 'wepublish-merk' en het 'publish-merk'. Verder oordeelt dat Netmedia inbreuk maakt op de handelsnaam 'wepublish' van Online Publisher, die zij onder meer exploiteert in haar domeinnaam en op Twitter. Met betrekking tot de gestelde auteursrechtinbreuk op de software, oordeelt de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat Online Publisher rechthebbende op de auteursrechten is. Netmedia moet €75.000 aan dwangsommen betalen.

IEFBE 3564

IE-rechten Bokmerk niet geschonden

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 19 okt 2022, IEFBE 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden ), https://www.ie-forum.be/artikelen/ie-rechten-bokmerk-niet-geschonden

Rb Den-Haag 19 oktober 2022, IEF 21048, IEFbe 3564; ECLI:NL:RBDHA:2022:10739 (Bokmerk tegen gedaagden) Bokmerk houdt zich bezig met de verkoop van aluminium panelen. Gedaagden 1 en 2 zijn een echtpaar dat een tijd lang middels een licentieovereenkomst exclusief gerechtigd om de Bokmerk-producten binnen het overeengekomen licentiegebied (België) voor eigen rekening en risico te verkopen. De licentieovereenkomst bevat onder meer een verbod om na het einde van die overeenkomst gebruik te  maken van de intellectuele eigendomsrechten en knowhow van Bokmerk, een geheimhoudingsbeding en een non-concurrentiebeding van één jaar na het einde van de overeenkomst. Per 1 maart 2021 is de licentieovereenkomst beëindigd, gedaagden 1 en 2 hebben een nieuwe onderneming opgezet. Gedaagde 3 is een vriend van hen die helpt bij de onderneming. Ook gedaagde 3 heeft in het verleden met Bokmerk samengewerkt. Bokmerk vordert van de 3 gedaagden onder meer dat zij de inbreuk op de IE-rechten van Bokmerk staken. Bokmerk wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens gedaagde 3 omdat gedaagde 3 onder bewind is gesteld. De rechtbank oordeelt ten aanzien van de vorderingen jegens gedaagden 1 en 2 dat de licentieovereenkomst niet geschonden wordt. Verder oordeelt de rechtbank dat er geen sprake is van onrechtmatige daad, slaafse nabootsing en gebruik van beschermde knowhow. Evenwel is er geen schending van de handelsnaam-, merken- en auteursrechten van Bokmerk.

IEFBE 3490

Niet aannemelijk dat verwarring tussen handelsnamen te duchten is

Brussel - Bruxelles 25 jun 2019, IEFBE 3490; (Brems tegen B), https://www.ie-forum.be/artikelen/niet-aannemelijk-dat-verwarring-tussen-handelsnamen-te-duchten-is

Hof van Beroep Brussel 25 juni 2019, IEFbe 3490; rolnr. 2016/AR/807 (Brems tegen B) In dit hoger beroep betreft het een handelsnaamrechtelijk geschil tussen de handelsnamen Brems Dakwerken tegen DakwerkenQuincyBrems. Omtrent het gebruik van de domeinnaam DakwerkenQuincyBrems oordeelt de rechter dat B voldoende voorzorgen heeft getroffen om verwarringsgevaar te vermijden. Brems heeft daarbij noch ten aanzien van de domeinnaam, noch ten aanzien van het handelsnaamrecht, niet aannemelijk gemaakt dat verwarring te duchten is tussen de gebruikte handelsnamen en domeinnamen van partijen. Hierdoor concludeert het hof dat bij het relevante publiek in dit onderhavige geval geen verwarring te duchten is. Het publiek wordt er niet toe gebracht om een ander besluit te nemen, dan het besluit dat zij eigenlijk zou hebben genomen.

IEFBE 3466

Uitspraak ingezonden door Grégory Sorreaux en Melis Metin, Thales advocaten

Conflict tussen soortgelijke handelsnamen

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 27 apr 2022, IEFBE 3466; ( Saucisses contre La Bouche.), https://www.ie-forum.be/artikelen/conflict-tussen-soortgelijke-handelsnamen

Tribunal de l’entreprise francophone de Bruxelles Chambre des actions en cessation 27 avril 2022, IEFbe 3466; A/21/03120 (Saucisses contre La Bouche) Action en cessation auprès du Tribunal de l’entreprise fondée sur les articles 8 de la Convention de l’Union de Paris, VI.98 et VI.104 du CDE en raison de la violation des droits découlant d’un nom commercial (Saucisses) par un nom commercial et une marque postérieurs (Saussice). Le Tribunal a conclu que la dénomination commerciale et la marque postérieurs sont identiques au nom commercial antérieur d’un point de vue auditif. L’existence d’un logo semi-figuratif ne permet pas d’échapper au constat d’identité, un nom commercial ayant, avant tout, vocation à être prononcée par le public qui y est confronté. En ce qui concerne la nature activités exercées, il n’est nullement requis que toutes les activités des parties soient identiques afin de conclure à l’existence du risque de confusion. Les entreprises étant également situées à proximité l’une de l’autre, le Tribunal a constaté l’existence du risque de confusion et a déclaré les demandes de Saucisses fondées.

IEFBE 3426

Paul Maeyaert en Louise De Meese, Fencer.

Gebruik handelsnaam Curateam leidt tot verwarringsgevaar met Curat

Rechtbanken van Eerste Aanleg - Tribunaux de première instance 7 apr 2022, IEFBE 3426; (Curateam tegen Curat), https://www.ie-forum.be/artikelen/gebruik-handelsnaam-curateam-leidt-tot-verwarringsgevaar-met-curat

Voorzitter Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel 7 april 2022, IEFbe 3426; A/21/03238 (Curateam tegen Curat) Eiseres is een verplegingsgroep die sinds 2012 actief is in de thuisverplegingssector in Halle en omstreken onder de handelsnaam ‘Curat’. Verweerster is eveneens actief in de thuisverplegingssector in dezelfde regio. Sinds 1 september 2021 voert zij haar activiteiten onder de naam ‘Curateam’, al dan niet gecombineerd met de slogan ‘Thuisverpleging voor (H)alleman’.

IEFBE 3351

Prejudiciële vragen over het begrip "benaming van het product"

HvJ EU - CJUE 5 nov 2021, IEFBE 3351; (BiFi The Original), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-het-begrip-benaming-van-het-product

Bayerisches Verwaltungsgericht Ansbach (Duitsland) 5 november 2021, IEF 20465, IEFbe 3351; C-595/21 (BiFi The Original) via MinBuza. Verzoekster produceert het product “BiFi The Original Turkey” en brengt het als voorverpakt levensmiddel via de detailhandel op de markt. Bij de productie worden palmvet en raadzaadolie gebruikt. “BiFi The Original” is een woord- en beeldmerk volgens het Duitse merkenrecht en een beeldmerk volgens het Unierecht. De instantie die toezicht houdt op levensmiddelen heeft op 7-1-2019 bij besluit bevolen dat het verzoekster verboden is het product onder de benaming “BiFi 100% Turkey” in de handel te brengen zonder de bij de productie gebruikte ingrediënten in de onmiddellijke nabijheid van de benaming van het product te vermelden in een specifiek bepaalde lettergrootte. Verzoekster heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de verwijzende rechter. Verzoekster heef de etikettering in het tweede kwartaal van 2019 gewijzigd. Sindsdien staat er in het hoofdgezichtsveld op de voorkant van de verpakking “BiFi The Original” en daarnaast of daaronder “Turkey”. Boven het woord “Turkey” staat een afbeelding van een kalkoen in het zwart. Op de achterzijde van het etiket wordt het levensmiddel telkens vóór de ingrediëntenlijst omschreven als “gevogelte-minisalami met palmvet en raapzaadolie”. De lettergrootten van “BiFi”, “The Original” en “Turkey” verschillen. “BiFi is het grootst geschreven en “The Original” het kleinst. Prejudiciële vragen:

IEFBE 3284

Uitspraak ingezonden door Jesper Vrielink, NautaDutilh.

Verwarringsgevaar ondanks weinig overeenstemmingen

Gerecht EU - Tribunal UE 15 sep 2021, IEFBE 3284; ECLI:EU:T:2021:569 (Albéa tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/verwarringsgevaar-ondanks-weinig-overeenstemmingen

Gerecht EU 15 september 2021, IEF 20201, IEFbe 3284; ECLI:EU:T:2021:569 (Albéa tegen EUIPO) In 2013 heeft verzoekster Albéa Services aanvraag gedaan tot inschrijving van het beeldmerk 'Albéa' in onder andere de klasse cosmetica. Dm-drogerie markt GmbH & Co heeft hiertegen oppositie gesteld. Zij is houder van Uniemerk 'Balea' in overeenkomende klasse. De bestreden beslissing is een uitspraak van de vijfde kamer van beroep, die in de kern stelt dat er te veel verwarringsgevaar voor het relevante publiek ontstaat. Het Gerecht gaat hier in mee en overweegt het volgende. De beoordeling van het verwarringsgevaar hangt af van een tal aan elementen, met name de bekendheid van het merk bij het betrokken publiek. Volgens het Gerecht is er een zekere onderlinge afhankelijkheid tussen de herkenning van een merk door het publiek en het onderscheidend vermogen ervan. Ondanks een geringe visuele en fonetische overeenstemming tussen de conflicterende tekens komt het Gerecht tot de conclusie dat het merk 'Balea' door het grote marktaandeel in cosmetische producten hoog onderscheidend is. Hierdoor kan er toch verwarringsgevaar kan ontstaan tussen de twee beeldmerken. Het beroep dat betrekking heeft op de klasse cosmetica wordt verworpen. 

IEFBE 3251

Gerecht EU: 'Bio' in merknamen heeft nagenoeg zelfde betekenis

Gerecht EU - Tribunal UE 30 jun 2021, IEFBE 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-bio-in-merknamen-heeft-nagenoeg-zelfde-betekenis

Gerecht EU 30 juni 2021, IEF 20087, IEFbe 3251; ECLI:EU:T:2021:396 (Biovène Cosmetics tegen EUIPO en Eugène) Biovène heeft in 2016 de gelijknamige merknaam bij het EUIPO ingeschreven. Eugène Perma is houder van de merknaam Biorene en is van mening dat Biovène inbreuk maakt op haar merknaam. Beide ondernemingen zijn actief in de cosmeticasector. EUIPO heeft vanwege verwarringsgevaar de inschrijving van Biovène afgewezen. Het Gerecht gaat na of er sprake is van vergelijkbare producten en vergelijkbare beeldmerken. Volgens het Gerecht betreft het inderdaad vergelijkbare producten, omdat beide zijn bedoeld voor lichamelijke verzorging en hygiëne. Daarnaast is er geen sprake van producten die voor de gemiddelde consument goed te onderscheiden zijn, onder andere vanwege het feit dat ‘Bio’ in deze context nagenoeg dezelfde betekenis heeft.

IEFBE 3068

Uitspraak ingezonden door Thomas Degraeve, K Law.

Handelsnaam ’t Fakkelhuis maakt inbreuk op De Fakkels

Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 1 apr 2020, IEFBE 3068; (De Fakkels tegen 't Fakkelhuis), https://www.ie-forum.be/artikelen/handelsnaam-t-fakkelhuis-maakt-inbreuk-op-de-fakkels

Hof van beroep Antwerpen 1 april 2020, IEFbe 3068; 2019/AR/1563 (De Fakkels tegen 't Fakkelhuis) Eiser baat sinds 1989 een gastronomisch restaurant uit in Sint-Truider onder de handelsnaam De Fakkels. Verweerder heeft een café-brasserie in Borgloon onder de naam ’t Fakkelhuis sinds juni 2019. Centraal staat de vraag of er risico op verwarring is tussen de handelsnaam De Fakkels van eiser en de handelsnaam ’t Fakkelhuis van verweerder. Er wordt gesteld dat de gehanteerde handelsnamen in grote mate auditief en conceptueel vergelijkbaar zijn, door het gelijklopend gebruik van de term fakkel. Bovendien zijn de commerciële activiteiten van eiser en verweerder gelijklopend. Ze zijn beiden actief in dezelfde handelssector en zij richten zich op de dezelfde doelgroep. Tot slot is de invloedsfeer en het publiek van partijen ook identiek. Er wordt geoordeeld dat verweerder het gebruik van de combinatie van de bewoordingen of tekens ’t Fakkelhuis dient te staken in elke mogelijke vorm van publicatie.