9 okt 2025
Prejudiciële vragen gesteld over collectief beheer van auteursrechten voor uitvoerende kunstenaars
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJEU 9 september 2025, IEF 23117; IEFbe 4041; C-601/25 (SAWP) via MinBuza. Stowarzyszenie Artystów Wykonawców SAWP (hierna: verzoeker) is een organisatie voor het collectief beheer van auteursrechten van uitvoerende kustenaars. Zij vraagt informatie op bij verweerder, een kabeltelevisie-exploitant, over welke uitzendingen met muzikale werken zij heeft uitgezonden en hoeveel daar aan verdiend is. E. spółka z ograniczoną odpowiedzialnością (hierna: verweerster) stelt dat zij geen informatie hoeft te delen, omdat zo een verzoek verband moet houden met een daadwerkelijke aanspraak op een schadevordering die voortvloeit uit een inbreuk op het auteursrecht. Verweerster exploiteert alleen audiovisuele werken waarvan de rechten aan de producenten toebehoren, en niet aan de uitvoerende kustenaars. Er kan dus geen schadevordering voortvloeien uit dit informatieverzoek. De Poolse rechter vraagt of het nationale kader in overeenstemming is met richtlijn 2014/26 en richtlijn 2004/48.
Prejudiciële vragen:
1) Moeten artikel 17 van richtlijn 2014/26/EU, gelezen in samenhang met overweging 33 ervan, en artikel 8, lid 1, van richtlijn 2004/48/EG, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 2, ervan, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een uitlegging van het nationale recht volgens welke een collectieve beheerorganisatie kan verzoeken dat gebruikers worden gelast om informatie te verstrekken over het onrechtmatige (inbreukmakende) gebruik van auteursrechten of naburige rechten, zonder dat er sprake is van een gerechtelijke procedure inzake een vordering wegens inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten?
2) Moet artikel 17 van richtlijn 2014/26/EU, gelezen in samenhang met overweging 33 ervan, aldus worden uitgelegd dat een collectieve beheerorganisatie die in een gerechtelijke procedure tegen een gebruiker vordert dat deze bepaalde informatie over het gebruik van auteursrechten en naburige rechten verstrekt, moet aantonen of aannemelijk moet maken dat de rechthebbenden die zij vertegenwoordigt aanspraak kunnen maken op betaling van een wettelijke of contractuele vergoeding of dat die informatie nodig is voor de verdeling en uitbetaling van de aan de rechthebbenden verschuldigde bedragen?