Gepubliceerd op woensdag 11 juli 2018
IEFBE 2650
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) ||
19 jan 2017
Antwerpen(afd. Antwerpen) - Anvers(div. Anvers) 19 jan 2017, IEFBE 2650; (Siemens tegen BVBA Telenet), https://www.ie-forum.be/artikelen/telenet-moet-identiteit-klant-bekend-maken-ter-bescherming-intellectueel-eigendomsrecht-siemens

Telenet moet identiteit klant bekend maken ter bescherming intellectueel eigendomsrecht Siemens

Rechtbank van Koophandel Antwerpen (afd. Antwerpen) 18 januari 2017 IEFbe 2650 (Siemens tegen BVBA Telenet) Auteursrecht. Siemens verkoopt het softwareprogramma NX. BVBA Telenet is een internetserviceprovicer. Siemens stelt dat zij via het beveiligingsmechanisme dat in dit pakket (NX) is ingebouwd, te weten is gekomen dat een versie ervan op herhaalde ogenblikken in 2014 en 2015 werd opgestart met gebruik van een niet–authentiek licentiebestand met BVBA Telenet als internetserviceprovider. Siemens vordert Telenet tot het bekend maken van de identiteit van haar klant. De vordering wordt toegewezen omdat het evenredig is het het doel; bescherming van intellectuele eigendomsrechten.

15. Zoals hoger vermeld moet de vordering van SIEMENS worden afgetoetst aan de criteria van
legaliteit, legitimiteit en proportionaliteit.
16. Er werd reeds vastgesteld dat artikel 877 (en in aanvullende mate artikel 1369bis/1) van
het Gerechtelijk Wetboek een wettelijke basis bieden voor de vordering.
17. De handhaving van intellectuele eigendomsrechten is op zich een legitiem doel. Considerans
2 van de Handhavingsrichtlijn stelt immers vast dat de bescherming van de intellectuele
eigendom de uitvinder of maker in staat moet stellen rechtmatig profijt van zijn uitvinding of
schepping te trekken en bovendien een zo groot mogelijke verspreiding van werken, denkbeelden
en nieuwe kennis mogelijk maken.
18. Er moet ook worden aangenomen dat de toekenning van de gevorderde maatregel het
evenredigheidsbeginsel zou respecteren.
Het Hof van Justitie besloot dat een nationale wetgeving (§ 53 c en d van de Zweedse Auteurswet)
die een bevel tot mededeling van de betrokken gegevens slechts mogelijk maakt
indien duidelijke bewijzen van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht op een werk
zijn overgelegd, de gevraagde gegevens de opsporing van een inbreuk op het auteursrecht
kunnen vergemakkelijken en het belang van de redenen voor dit bevel opweegt tegen de ongemakken
of andere nadelen ervan voor degene tot wie het is gericht, of tegen enig ander
daarmee strijdig belang, de rechter mogelijk maakt om de in het geding zijnde tegengestelde
belangen op basis van de concrete omstandigheden van de zaak af te wegen en daarbij terdege
rekening te houden met de uit het evenredigheidsbeginsel voortvloeiende vereisten (HvJ 19
april 2012, C-461/10, Bonnier Audio, ECLI:EU:C:2012:219, punten 58 en 59).
Naar analogie kunnen dezelfde criteria hier worden gehanteerd.
Hierbij moet bovendien worden opgemerkt dat de Franse versie van het arrest — de werkingstaal
van het Hof van Justitie — het heeft over “des indices réels d’atteinte à un droit de propriété
intellectuelle”: er hoeven dus geen “duidelijke bewijzen” te worden voorgelegd, maar ernstige
aanwijzingen.
19. De rechtbank stelt vast dat SIEMENS geen absoluut bewijs van een inbreuk bijbrengt. Er kan
bijvoorbeeld niet op voorhand worden uitgesloten dat de automatische melding van het gebruik
van een ongeldig licentiebestand het gevolg zou zijn van een technische storing. Toch
maakt zij het bestaan van deze inbreuk meer dan waarschijnlijk.
Het staat ook vast dat de identificatiemaatregel die zij van TELENET vraagt, van die aard is dat
deze de handhaving van haar rechten zal vergemakkelijken.
Het ongemak van TELENET is daarbij miniem, zeker gelet op de vergoeding die haar zal worden
toegekend (waarover verder meer).
20. Er moet dan ook worden besloten dat de gevorderde maatregel evenredig is met het doel
dat zij nastreeft.