Gepubliceerd op woensdag 1 augustus 2018
IEFBE 2657
Antwerpen - Anvers ||
19 okt 2017
Antwerpen - Anvers 19 okt 2017, IEFBE 2657; (Pelckmans Rijkevorsel tegen Marechal Boomkwekerij), https://www.ie-forum.be/artikelen/tuincentrum-te-rijkevorsel-maakt-inbreuk-op-gewestplanbestemming-door-verkoop-van-onder-andere-decor

Tuincentrum te Rijkevorsel maakt inbreuk op gewestplanbestemming door verkoop van onder andere decoratieartikelen

Hof van beroep Antwerpen 19 oktober 2017, IEFbe 2657 (Pelckmans Rijkevorsel tegen Marechal Boomkwekerij) De redactie is op zoek naar: Voorz. Rechtbank van Koophandel Antwerpen (afd. Turnhout) 25 februari 2016, om deze aan dit bericht toe te voegen redactie@ie-forum.be. Oneerlijke marktpraktijk. Beide partijen baten een plantencentrum-boomkwekerij uit. Marechal Boomkwekerij houdt voor dat partijen concurrenten van mekaar zijn. Zij vordert het verbod op te leggen het tuincentrum te Rijkevorsel verder te exploiteren, daar zij wetten op de ruimtelijke ordening en haar stedenbouwkundige vergunningen niet naleeft en buiten haar statutair handelt. De eerste rechter verklaarde de vordering gegrond, want de handelswijze van Pelckmans Rijkevorsel was in strijd met het bestemmingsvoorschrift. Het hof acht de vordering van Marechal Boomkwekerij toelaatbaar, want zij heeft een belang bij de beweerde oneerlijke marktpraktijk die haar beroepsbelangen kan schaden. Bovendien kan Pelckmans Rijkevorsel in redelijkheid niet voorhouden dat partijen geen concurrenten zijn. Verder wordt vastgesteld dat het tuincentrum van Pelckmans Rijkevorsel zich overeenkomstig de voorschriften van het gewestplan Turnhout in agrarisch gebied bevindt. De verkoop van bijvoorbeeld decoratieartikelen zijn niet onmiddellijk aan de landbouw aanverwant. Het is evident dat deze inbreuk op de gewestplanbestemming een met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad is. Het bestreden vonnis wordt grotendeels bevestigd.

2. De vordering van geïntimeerde is naar het oordeel van het Hof wel degelijk ontvankelijk. Geïntimeerde heeft wel degelijk een belang in de zin van art. 17 Ger.W. Dit belang kan omschreven worden als elk materieel of moreel voordeel dat, wie een eis instelt of verweer voert, op het ogenblik van de rechtsingang mag verwachten en waardoor zijn huidige rechtstoestand gewijzigd en verbeterd kan worden. Terecht stelde de eerste rechter vast dat geïntimeerde ageert op grond van een beweerde oneerlijke marktpraktijk die haar beroepsbelangen kan schaden. Dit verschaft haar de vereiste hoedanigheid en belang om in rechte op te treden. De procespartij die beweert houder te zijn van een subjectief recht, ook al wordt dat betwist, heeft belang en hoedanigheid om een vordering in rechte in te stellen. Het onderzoek naar het bestaan of de draagwijdte van het aangevoerde subjectief recht betreft de niet ontvankelijkheid maar de gegrondheid van de vordering.

4. […] Terecht besloot de eerste rechter dat een mogelijke aantasting van de beroepsbelangen van geïntimeerde door een vast te stellen inbreuk op art. VI.104 WER geenszins uitgesloten is. Er kan derhalve wel degelijk beroepsbelangenschade worden ingeroepen door geïntimeerde. Overigens zijn de argumenten die worden aangevoerd in het kader van de mogelijke aantasting van de beroepsbelangen dezelfde als de argumenten die werden gehanteerd met betrekking tot de ontvankelijkheid van de vordering zodat het Hof ter beantwoording van deze argumentatie verwijst naar hetgeen onder A. reeds werd geoordeeld.

7. Met geïntimeerde stelt het Hof vast dat appellante te Rijkevorsel een tuincentrum uitbaat dat zich overeenkomstig de voorschriften van het gewestplan Turnhout in agrarisch gebied bevindt. […] Geïntimeerde wijst terecht op de verkoop door appellante van dierbenodigheden, decoratieartikelen, zwembadbenodigdheden … Deze producten zijn uiteraard niet onmiddellijk aan de landbouw aanverwant, laat staan dat deze producten enige agrarische bewerking zouden hebben ondergaan. Het is evident dat door deze inbreuk op de gewestplanbestemming appellante een met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad stelt.

8. […] Besluit: appellante stelt met de eerlijke marktpraktijken strijdige daden door onwettige voordelen te willen halen uit met het gewestplan Turnhout strijdige activiteiten. De staking hiervan dient bevolen te worden.