IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3907

Uitspraken ingezonden door Quirine van der Bent en Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

BBIE/OBPI 17 apr 2025, IEFBE 3907; ((Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen Vereniging VBO Makelaar), https://www.ie-forum.be/artikelen/bureau-wijst-oppositie-van-stichting-nederlands-register-vastgoed-taxateurs-tegen-e-rt-en-ert-toe

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom 17 april 2025 IEF, 22675, IEFbe 3907; Oppositienr. 2019062 & 2019063 (Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegenVereniging VBO Makelaar). De Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs heeft oppositie ingesteld tegen de registratie van twee certificeringsmerken aangevraagd door de Vereniging VBO Makelaar. Het betreft enerzijds de aanvraag van het woordmerk E-RT en anderzijds de aanvraag van het gecombineerde woord-/beeldmerk ERT, waarin naast de letters ERT een ster en de woorden Europees Register Taxateur zijn opgenomen. De opposities zijn gebaseerd op het oudere certificeringsmerk RT, dat is ingeschreven als Benelux-certificeringsmerk voor diensten in de klassen 35 en 36. Dit merk wordt gebruikt ter aanduiding van personen die zijn gecertificeerd als Register-Taxateur. De opposant toont aan dat het merk RT gedurende de relevante periode, van 26 juni 2018 tot 26 juni 2023, normaal is gebruikt. De overgelegde bewijzen, waaronder websites en LinkedIn-profielen van gecertificeerde taxateurs, bevestigen dat het merk in overeenstemming met het toepasselijke gebruiksreglement wordt gebruikt om de betrokken diensten te certificeren. Het Bureau acht het normale gebruik hiermee voldoende aangetoond.

IEFBE 3906

Uitspraak ingezonden door Sophie De Pourcq, IP Porta.

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

Luik - Liège 16 apr 2025, IEFBE 3906; (Louboutin tegen Steve Madden), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-auteursrechtelijke-bescherming-voor-louboutin-schoenen-modellen-missen-vereiste-originaliteit

Hof van Beroep te Luik 16 april 2025, IEFbe 3906; 2023/RG/1079 (Louboutin tegen Steve Madden). Christian Louboutin (hierna: Louboutin) stelt dat Steve Madden Europe BV inbreuk maakt op haar auteursrechten op zeven schoenmodellen, waaronder de ‘Spikaqueen’, ‘Pigalle Spikes’ en ‘Rosalie’. Volgens Louboutin zijn deze modellen het resultaat van vrije en creatieve keuzes en dragen zij haar persoonlijke stempel. De eerste rechter heeft de vorderingen van Louboutin afgewezen, nu niet is aangetoond dat modellen origineel waren in de zin van het auteursrecht. In hoger beroep vraagt Louboutin de beslissing van de eerste rechter te vernietigen en Steven Madden te verbieden de gewraakte schoenmodellen te blijven verhandelen, op straffe van een dwangsom van €10.000 per dag. Steve Madden betwist onder meer de originaliteit van de modellen en stelt dat de elementen waarop Louboutin zich beroept (zoals hoge hakken, spikes, transparante materialen) functioneel of modieus bepaald zijn, en bovendien reeds voorkwamen in eerdere modellen.

IEFBE 3887

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

In een ontbijtsessie van een uur neemt Peter Teunissen (Radboud Universiteit) ons mee in het leerstuk van fictief makerschap na het ONB-arrest. Op 6 maart 2025, heeft het Hof van Justitie antwoord gegeven op de prejudiciële vragen die gesteld werden in een zaak van drie musici tegen het Orchestre national de Belgique (ONB). Het Hof verklaarde de verplichte overdracht van rechten op grond van een wettelijke regeling (in dit geval een Koninklijk Besluit) onverenigbaar met het Unierecht. Dit arrest heeft verstrekkende implicaties voor de bescherming van uitvoerende kunstenaars en de manier waarop nationale rechtsstelsels invulling geven aan de allocatie van auteurs- en naburige rechten in arbeidsverhoudingen en andere gevallen.

Wat betekent dit voor uw praktijk? En hoe verhoudt dit arrest zich tot de fictieve makersregeling in Nederland en België? Dat behandelen we tijdens deze eerste online update.

IEFBE 3902

A-G: Oproeping van alle coauteurs als ontvankelijkheidsvereiste is toelaatbaar onder bepaalde voorwaarden

HvJ EU - CJUE 10 apr 2025, IEFBE 3902; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.), https://www.ie-forum.be/artikelen/a-g-oproeping-van-alle-coauteurs-als-ontvankelijkheidsvereiste-is-toelaatbaar-onder-bepaalde-voorwaarden

Conclusie A-G 10 april 2025, IEF 22653, IEFbe 3902; ECLI:EU:C:2025:267 (Erfgenamen tegen SACD e.a.). In 1990 droegen filmregisseur Claude Chabrol en scenarioschrijver Paul Gégauff de exploitatierechten op enkele films voor 30 jaar over aan een distributiemaatschappij. Na hun overlijden stelden hun erfgenamen in 2019 een vordering in tegen deze maatschappij en gelieerde vennootschappen. Zij vorderden onder meer schadevergoeding wegens schending van contractuele verplichtingen en inbreuk op het auteursrecht. De verweerders betwistten de ontvankelijkheid van de vordering. Zij stelden dat naar Frans recht bij een vordering tot handhaving van een gemeenschappelijk auteursrecht op een zelfde werk, alle coauteurs of hun rechtverkrijgenden partij in de procedure moeten zijn. Omdat niet alle coauteurs in deze zaak waren opgeroepen, zou de vordering niet-ontvankelijk zijn. De verwijzende rechter heeft het Hof twee prejudiciële vragen voorgelegd om te beoordelen of deze Franse ontvankelijkheidsvoorwaarde verenigbaar is met het Unierecht.

IEFBE 3904

Vonnis van het Duitse Bundespatentgericht over octrooi met betrekking tot enzalutamide

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 8 apr 2025, IEFBE 3904; (Hexal, Accord, Synthon en STADA tegen Astellas), https://www.ie-forum.be/artikelen/vonnis-van-het-duitse-bundespatentgericht-over-octrooi-met-betrekking-tot-enzalutamide

Bundespatentgericht 8 april 2025, IEF 22655, IEFbe 3904, LSR 2290 (Hexal, Accord, Synthon en STADA tegen Astellas). EP 1 893 196 B2 ziet op het actieve ingrediënt enzalutamide. Enzalutamide vormt de basis voor het geneesmiddel Xtandi®, een geneesmiddel dat zeer succesvol is gebleken voor de levensverlengende behandeling van prostaatkanker. In oktober 2024 oordeelde de High Court of Justice in Engeland dat het Engelse deel van EP 1 893 196 B2 geldig is [zie IEF 22306]. Op 8 april 2025 vond ten overstaan van het Duitse Bundespatentgericht een zitting plaats ten aanzien van het Duitse deel van genoemd octrooi. Het Bundespatentgericht oordeelde dat (ook) het Duitse deel van het octrooi geldig is; het verwierp alle argumenten van de generieke eisers dat enzalutamide (in het octrooi aangeduid als RD162’) voor de hand zou liggen in het licht van de beweerde openbaarmaking van een presentatie en een poster die andere androgeenreceptorantagonisten toonden. De beslissing van het Duitse Bundespatentgericht is bekend. De motivering volgt op een later moment.

IEFBE 3905

Gerecht bevestigt herroeping EU-merk ‘Piekarnia i Kawiarnia Lajkonik’ wegens ontbreken van normaal gebruik

Gerecht EU - Tribunal UE 9 apr 2025, IEFBE 3905; ECLI:EU:T:2025:378 (Lorenz Switzerland AG tegen EUIPO, Lajkonik Alkohole Łukasz Bylica), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-herroeping-eu-merk-piekarnia-i-kawiarnia-lajkonik-wegens-ontbreken-van-normaal-gebruik

Gerecht van de Europese Unie 9 april 2025, IEF 22656; IEFbe 3905; ECLI:EU:T:2025:378 (Lorenz Switzerland AG tegen EUIPO, Lajkonik Alkohole Łukasz Bylica). Deze zaak betreft een verzoek tot vervallenverklaring van het Uniemerk ‘Piekarnia i Kawiarnia Lajkonik’. Het verzoek is gericht tegen het merk dat is geregistreerd op naam van Lorenz Switzerland AG. Het merk is ingeschreven voor waren in klasse 32, waaronder niet-alcoholische dranken en vruchtensappen, en voor detailhandelsdiensten in klasse 35 met betrekking tot deze producten. Volgens de verzoeker is het merk gedurende een aaneengesloten periode van vijf jaar niet daadwerkelijk gebruikt binnen de Europese Unie voor de betrokken waren en diensten. De Nietigheidsafdeling van het EUIPO heeft het verzoek toegewezen en het merk volledig vervallen verklaard. De merkhouder heeft vervolgens beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep, die het beroep heeft verworpen. De Kamer oordeelde dat het door de merkhouder overgelegde bewijs onvoldoende was om normaal gebruik van het merk aan te tonen.

IEFBE 3903

Profielstaaf behoudt modelbescherming: Gerecht bevestigt verschil in totaalindruk en zelfstandigheid van het voortbrengsel

Gerecht EU - Tribunal UE 2 apr 2025, IEFBE 3903; ECLI:EU:T:2025:349 (SMT GmbH tegen EUIPO, Gerrit Pies en Wolfgang Rixen), https://www.ie-forum.be/artikelen/profielstaaf-behoudt-modelbescherming-gerecht-bevestigt-verschil-in-totaalindruk-en-zelfstandigheid-van-het-voortbrengsel

Gerecht van de Europese Unie 2 april 2025, IEF 22654; IEFbe 3903; ECLI:EU:T:2025:349 (SMT GmbH tegen EUIPO, Gerrit Pies en Wolfgang Rixen). Het Gerecht spreekt zich uit over het beroep van SMT GmbH tegen een beslissing van de Kamer van Beroep. Deze beslissing ging over een ingeschreven Gemeenschapsmodel voor een profielstaaf, ingedeeld onder bouwmaterialen. De Kamer had het beroep van interveniënten Gerrit Pies en Wolfgang Rixen toegewezen en daarmee de eerdere nietigverklaring van het model vernietigd. De zaak begon met een verzoek van SMT tot nietigverklaring. Volgens haar was het model niet nieuw, had het geen eigen karakter en waren de uiterlijke kenmerken technisch bepaald. SMT stelde dat elementen zoals de uitsparingen en groeven noodzakelijk in hun exacte vorm en afmetingen moesten worden nagebootst om de profielstaaf met andere producten mechanisch te kunnen verbinden. Daardoor zou er geen ontwerpvrijheid zijn geweest. De nietigheidsafdeling van het EUIPO gaf SMT eerder gelijk. Pies en Rixen stelden echter beroep in. De Kamer van Beroep vernietigde daarop de beslissing en oordeelde dat het aangevoerde oudere model het eigen karakter van het betwiste model niet wegneemt. Ook de overige nietigheidsgronden werden verworpen.

IEFBE 3869

Uitspraak ingezonden door Bas Berghuis van Woortman, Bouke Algie en Machteld Hiemstra, Simmons & Simmons.

Geen inbreuk op ABC door geldig beroep op productie-voor-export vrijstelling

Nederlandse jurisprudentie - Jurisprudence néerlandaise 11 feb 2025, IEFBE 3869; ECLI:NL:GHDHA:2025:542 (Janssen Biotech tegen Samsung Bioepis), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-op-abc-door-geldig-beroep-op-productie-voor-export-vrijstelling

Hof Den Haag 11 februari 2025, IEF 22539, LS&R 2277, IEFbe 3869; ECLI:NL:GHDHA:2025:542 (Janssen Biotech tegen Samsung Bioepis). Janssen heeft een aanvullend beschermingscertificaat (ABC) voor het product ustekinumab en stelt dat Samsung Bioepis (hierna: SB) hier inbreuk op maakt door een ustekinumab biosimilar product te produceren en/of op te slaan voor export naar derde landen. Janssen vorderde bij de voorzieningenrechter een verbod om inbreuk te maken op haar Deense en/of Italiaanse ABC. SB betwist de inbreuk en beroept zich op de productie-voor-export vrijstelling van artikel 5 lid 2, sub a onder i en ii ABC-Vo. SB is voornemens haar biosimilar te vervaardigen en op te slaan met het oog op export and storing. Volgens Janssen voldoet SB niet aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van de productie-voor-export vrijstelling, ten eerste omdat SB ten tijde van de kennisgevingen voor een productie-voor-export vrijstelling nog geen handelsvergunningen had in de door haar beoogde exportlanden. Ten tweede omdat ten tijde van de kennisgevingen de IE-rechten van Janssen van kracht waren in de beoogde exportlanden en ten derde omdat het SB onder de productie-voor-export vrijstelling niet was toegestaan om de biosimilar producten in de EU op te slaan voor export. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet is vereist dat SB beschikte over handelsvergunningen in de beoogde exportlanden ten tijde van de kennisgevingen. Daarnaast is het ook niet vereist dat er in de beoogde exportlanden geen IE-rechten meer gelden. Ten slotte was het SB niet verboden om een voorraad aan te leggen voor Day-1 entry in de beoogde exportlanden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dreigde er dus geen inbreuk op de Deense en Italiaanse ABC’s van Janssen.

IEFBE 3900

Merk Transport Werk is beschrijvend voor transportdiensten

Gerecht EU - Tribunal UE 19 feb 2025, IEFBE 3900; ECLI:EU:T:2025:316 (Transport Werk GmbH tegen EUIPO, Milan Antonic), https://www.ie-forum.be/artikelen/merk-transport-werk-is-beschrijvend-voor-transportdiensten

Gerecht van de Europese Unie 19 maart 2025, IEF 22636; IEFbe 3900; ECLI:EU:T:2025:316 (Transport Werk GmbH tegen EUIPO, Milan Antonic). Transport Werk GmbH verzoekt het Gerecht om vernietiging van de beslissing van de Kamer van Beroep, waarin het Uniemerk TRANSPORT WERK nietig is verklaard. De merkregistratie beteft diensten in klasse 39, zoals transport-, opslag- en logistieke diensten. De nietigverklaring is aangevraagd door Milan Antonic, op grond van het beschrijvend karakter van het merk. Het Gerecht oordeelt dat de Kamer terecht heeft vastgesteld dat de woorden “Transport” en “Werk” bekende Duitse termen zijn, die samen door het relevante publiek onmiddellijk worden begrepen als aanduiding van een plek waar transportdiensten worden uitgevoerd. De argumenten van verzoekster, dat het om los geplaatste woorden zou gaan die elkaar zouden tegenspreken, overtuigen het Gerecht niet. Ook de tweeregelige opstelling van de woorden verandert niets aan die waarneming.

IEFBE 3901

Gerecht bevestigt beschrijvend karakter van ‘MEDISET’

Gerecht EU - Tribunal UE 2 apr 2025, IEFBE 3901; ECLI:EU:T:2025:355 (Paul Hartmann AG tegen EUIPO, Medisept sp. z o.o.), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-bevestigt-beschrijvend-karakter-van-mediset

Gerecht van de Europese Unie 2 april 2025, IEF 22637; IEFbe 3901; ECLI:EU:T:2025:355 (Paul Hartmann AG tegen EUIPO, Medisept sp. z o.o.). Paul Hartmann AG stelt beroep in bij het Gerecht tegen een beslissing van de Kamer van Beroep. In die beslissing is het beroep verworpen tegen de eerdere nietigverklaring van het internationale woordmerk ‘MEDISET’. Het merk was geregistreerd voor medische producten in de klassen 5 en 10, waaronder onder meer compressen, absorberende verbanden, pleisters, sets voor verbandwisseling, wattenstaafjes, operatiehandschoenen en bloedlancetten. Medisept sp. z o.o. heeft bij het EUIPO verzocht om nietigverklaring van het merk, met als argument dat het geen onderscheidend vermogen heeft en beschrijvend is. Het Gerecht stelt vast dat de betrokken producten zowel op het algemene publiek als op medische professionals zijn gericht, zoals artsen, verpleegkundigen en apothekers. Aangezien het merk het Engelse woord “set” bevat, richt het Gerecht zich bij de beoordeling op de waarneming door Engelstalige consumenten in lidstaten zoals Ierland, Nederland en Zweden. Volgens het Gerecht zal dit publiek het woord ‘MEDISET’ begrijpen als een combinatie van ‘medi’ (als afkorting van ‘medical’ of ‘medicine’) en ‘set’ (een verzameling van objecten), en de naam dus opvatten als aanduiding van een medisch geheel van producten.