Gepubliceerd op woensdag 12 oktober 2016
IEFBE 1960
Brussel - Bruxelles ||
1 dec 2015
Brussel - Bruxelles 1 dec 2015, IEFBE 1960; 2015/9518 (En Vogue Entertainment B.V. tegen Vermeiren Kurt), https://www.ie-forum.be/artikelen/staking-van-gebruik-software-kan-alleen-gevorderd-worden-als-dit-gepast-en-nuttig-is

Staking van gebruik software kan alleen gevorderd worden als dit gepast en nuttig is

Hof van Beroep Brussel 1 december 2015, IEFBE 1960; 2015/9518 (En Vogue Entertainment B.V. tegen Vermeiren Kurt) Geïntimeerde is informaticus en legt zich toe op de ontwikkeling van gespecialiseerde software. Hij voert aan het softwarepakket ‘Greenlight’ te hebben ontwikkeld. Er ontstaat een geschil tussen geïntimeerde en de licentienemer, nadat de exploitatierechten op de software voor ‘Greenlight’ werden verleend in ruil voor een vergoeding. Het geschil heeft geleid tot een beslag inzake namaak, op verzoek van de geïntimeerde. Geïntimeerde voerde bij de rechtbank aan dat de appellante, door de software te blijven gebruiken en reproduceren, een inbreuk heeft gepleegd en pleegt op de auteursrechten en vordert staking van gebruik en reproductie hiervan. Het hof moet nu duidelijkheid geven over het feit of er sprake is van een inbreuk op het auteursrecht. Het hof overweegt hierover als volgt: het belang voor de eiser wordt beoordeeld op het ogenblik van het instellen van de vordering ten aanzien van de maatregelen die hij vraagt: het moet nog gepast en nuttig zijn om de staking van de aangeklaagde praktijk te bevelen. De vordering tot staking kan betrekking hebben op betwiste feiten waaraan een einde is gesteld, op voorwaarde echter dat het risico op herhaling niet is uitgesloten. Verder oordeelt het hof dat er geen ruimte is voor de uitbreiding van de vordering, waarin de geïntimeerde stelt de auteur te zijn van de ontwikkelde software.

Het hof overweegt als volgt:

Het belang voor de eiser wordt beoordeeld op het ogenblik van het instellen van de vordering ten aanzien van de maatregel die hij vraagt: het moet nog gepast en nuttig zijn om de staking van de aangeklaagde praktijk te bevelen. De vordering tot staking kan betrekking hebben op betwiste feiten waaraan een einde is gesteld, op voorwaarde echter dat het risico op herhaling niet is uitgesloten.
In casu blijkt uit de feiten dat appellante op 24 juli 2009 aan geïntimeerde meedeelde dat het Greenlight programma door haar niet meer werd gebruikt vanaf die datum en dat het door appellante ook niet meer zou gebruikt worden.
Door appellante werd aan geïntimeerde een offerte overgemaakt waaruit bleek dat zij aan een derde een ander softwareprogramma had besteld. Geïntimeerde werd door appellante, via die offerte, de gelegenheid geboden om de betrokken derde te contracteren teneinde de beweringen van appellante te verifiëren en te objectiveren.
Geïntimeerde kon er zodoende redelijkerwijze van uitgaan dat er minstens vanaf 24 juli 2009 door appellante geen gebruik meer zou worden gemaakt van de software waarvan hij stelt de auteur te zijn en dat het door hem aangevochten en door deskundige Golvers vastgestelde gebruik definitief was gestaakt.
Gelet op de expliciete verbintenis van appellante om zich met ingang van 24 juli 2009 van gebruik van de Greenlight software te onthouden en de mogelijkheid van geïntimeerde om dit te objectiveren, was er geen objectief herhalingsgevaar op het ogenblik waarop geïntimeerde tot dagvaarding van appellante overging en had zij zodoende geen belang meer bij de door haar ingestelde vordering tot staking.
De vordering van geïntimeerde dient om de voormelde redenen te worden afgewezen.

12. appellante voert aan de de eisuitbreiding van geïntimeerde, in de loop van de procedure van hoger beroep, onontvankelijk is. Het hof overweegt als volgt: de “uitbreiding van de vordering” van geïntimeerde kwam er naar aanleiding van de vaststelling dat appellante op de software waarvan geïntimeerde aanvoert de auteur te zijn, eenzijdige expertises had laten uitvoeren en dat zij de naar aanleiding daarvan opgestelde verslagen gebruikte in het kader van gerechtelijke procedures. Krachtens artikel 807 Ger. W kan een vordering die voor de rechter aanhangig is, uitgebreid of gewijzigd worden, indien de nieuwe, op tegenspraak genomen conclusies, berusten op een feit of akte in de dagvaarding aangevoerd, zelfs indien hun juridische omschrijving verschillend is. De feiten die in de dagvaarding worden aangevoerd, dateren van de periode gaande tussen 7 maart 2008 tot 25 april 2009. De eisuitbreiding van geïntimeerden berust noch geheel, noch gedeeltelijk op deze feiten. De eisuitbreiding berust op feiten die zich voordeden ten vroegste in 2010 en dus na de dagvaarding d.d. 4 augustus 2009, en in casu zelfs nadat de feiten waarop de dagvaarding berust, reeds een einde hadden genomen.
De vordering van geïntimeerde gesteund op de expertises die appellante eenzijdig liet uitvoeren op de software waarop geïntimeerde auteursrecht laat gelden en op het gebruik van de naar aanleiding daarvan opgestelde verslagen, maakt een nieuwe vordering uit van geïntimeerde, die niet voor het eerst in hoger beroep kan worden geformuleerd.
Dat de nieuwe feiten waarop de eisuitbreiding gesteund is, net zoals de feiten waarop de dagvaarding is gesteund, een inbreuk zouden uitmaken op het auteursrecht dat door geïntimeerde wordt ingeroepen doet hieraan geen afbreuk.
De uitbreiding van de vordering van geïntimeerde is onontvankelijk (…).

Het hof, recht doende na tegenspraak, verklaart het hoger beroep van appellante ontvankelijk en gegrond;
Doet het bestreden vonnis teniet;
Opnieuw recht doende;
Verwerpt de vordering en de uitbreiding van de vordering van geïntimeerde.