DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 3071

HvJ EU geeft uitleg over 'van kracht zijnd basisoctrooi'

HvJ EU - CJUE 30 apr 2020, IEFBE 3071; ECLI:EU:C:2020:327 (Royalty Pharma tegen DPMA), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geeft-uitleg-over-van-kracht-zijnd-basisoctrooi

HvJ EU 30 april 2020, IEF 19178, LS&R 1815, IEFbe 3071; ECLI:EU:C:2020:327 (Royalty Pharma tegen DPMA) Royalty Pharma Collection Trust (hierna: Royalty Pharma) is houder van een aangevraagde Europees octrooi. Deutsches Patent- und Markenamt (hierna: DPMA) is het Duits octrooi- en merkenbureau. Royalty Pharma en DPMA hebben een geschil over de weigering van een aanvullend beschermingscertificaat voor sitagliptine, een stof die wordt gebruikt voor de behandeling van diabetes mellitus. De werkzame stof was als klasse stoffen in de vorm van een functionele formule in het basisoctrooi opgenomen. De verwijzende rechter, het Bundespatentgericht, stelde daarom de vraag of (1) een product slechts beschermd is door een van kracht zijnde basisoctrooi als deze onder de beschermingsomvang van de octrooiconclusies valt in de vorm van een specifiek aan de vakman geopenbaarde vorm ("embodiment") van de stof, of dat het (2) ook beschermd kan worden als de stof onder een in de octrooiconclusies beschermde functionele formule voor een klasse van stoffen valt, maar niet individueel geclaimd is in een van de conclusies; en (3) of een product wordt beschermd door een van kracht zijnde basisoctrooi als een stof onder de in een conclusie geclaimde functionele formule valt, maar deze stof later als een eigen inventieve ontwikkeling ("independent inventive step") is ontwikkeld.

Royalty Pharma verzoekt om heropening van de mondelinge behandeling en voert twee argumenten aan. Ten eerste heeft de A-G  het verkeerde octrooi genoemd in zijn conclusie en ten tweede zou hij zijn afgeweken van het Teva-arrest. Zie [IEF 18685]. Er wordt geoordeeld dat de te herstellen feitelijke onjuistheden niet van dien aard zijn dat zij een beslissende invloed hebben op de beslissing van het HvJ EU en daarom de heropening van de mondelinge fase van de procedure rechtvaardigen. Er wordt tevens opgemerkt dat Royalty Pharma wenst te reageren op de conclusie van de A-G, terwijl dat niet mogelijk is. Volgens het Hof is er voldoende voorgelicht om de vragen van de verwijzende rechter te beantwoorden en dat partijen hun standpunten over alle argumenten op basis waarvan de onderhavige zaak moet worden beslecht, voldoende hebben kunnen uitwisselen.

De prejudiciële vragen worden als volgt beantwoord:

IEFBE 3037

Conclusie AG inzake auteursrecht op vervallen octrooi

6 feb 2020, IEFBE 3037; ECLI:EU:C:2020:79 (SI en Brompton Bicycle Ltd tegen Chedech / Get2Get), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-inzake-auteursrecht-op-vervallen-octrooi

Conclusie AG 6 februari 2020, IEF 19008, IEFbe 3037; ECLI:EU:C:2020:79 (SI en Brompton Bicycle Ltd tegen Chedech / Get2Get) Geschil tussen de bedenker van een vouwsysteem voor fietsen (en het bedrijf dat die fietsen produceert) en een Koreaanse onderneming die soortgelijke fietsen produceert die door eerstgenoemde wordt beschuldigd van schending van zijn auteursrecht. De rechtsvraag luidt of een fiets waarvan het vouwsysteem vroeger onder een – thans vervallen – octrooi viel, als auteursrechtelijk beschermbaar werk kan worden beschouwd. Met name belangrijk is of een dergelijke bescherming is uitgesloten wanneer de vorm van het voorwerp “noodzakelijk is om technisch resultaat te bereiken” en op basis van welke criteria hij die beoordeling moet maken.

IEFBE 3032

HvJ EU verduidelijkt criteria farmaceutisch octrooi in mededingingsrecht

HvJ EU - CJUE 30 jan 2020, IEFBE 3032; ECLI:EU:C:2020:52 (Generics UK e.a.), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-verduidelijkt-criteria-farmaceutisch-octrooi-in-mededingingsrecht

HvJ EU 30 januari 2020, IEF 18991, LS&R 1782, IEFbe 3032; ECLI:EU:C:2020:52 (Generics UK e.a.) De Competition Appeal Tribunal heeft het Hof een prejudiciële vraag gesteld over de wettigheid van een besluit van de Competition and Markets Authority betreffende overeenkomsten tot schikking van een octrooigeschil gericht aan een aantal fabrikanten van generieke geneesmiddelen en aan de farmaceutische groep GlaxoSmithKline (hierna: GSK). Samenvattend gaan de vragen over de criteria aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of een overeenkomst tot schikking van een geschil tussen de houder van een farmaceutisch octrooi en een fabrikant van generieke geneesmiddelen in strijd is met het mededingingsrecht van de Unie.

IEFBE 2987

Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.

Nietigheid ABC wegens niet-dienstbaarheid aan basisoctrooi

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 26 feb 2019, IEFBE 2987; (Gilhead Sciences tegen Sandoz), https://www.ie-forum.be/artikelen/nietigheid-abc-wegens-niet-dienstbaarheid-aan-basisoctrooi

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 26 februari 2019, IEFbe 2987, LS&R 1756; A/17/02864 (Gilead Sciences tegen Sandoz) Gilead Sciences is een biofarmaceutisch bedrijf dat tenofovir disoproxil en emtricitabine gecombineerd commercialiseert onder de naam Truvada. Dit geneesmiddel wordt gebruikt ter behandeling van HIV. Gilead Sciences is houdster van een octrooirecht ten aanzien van Truvada. Tevens bezit Gilead Sciences een aanvullend beschermingscertificaat dat ziet op Truvada. Sandoz is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Sandoz is voornemens een generiek combinatieproduct met de actieve bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Gilead Sciences is het hiermee niet eens en eist staking van de distributie en elke andere verspreiding of inbreuken op het octrooi en het aanvullende beschermingscertificaat door Sandoz. Gilead wordt in dit geschil in het ongelijk gesteld, gezien met betrekking van Truvada niet is voldaan aan de tweeledige voorwaarde, voortvloeiende uit het Teva-arrest. De combinatie van werkzame stoffen (emtricitabine en tenofovir disoproxil) valt in het licht van de beschrijving noch noodzakelijkerwijs onder de uitvinding waarvoor het octrooi geldt, noch kunnen emtricitabine en tenofovir disoproxil worden geïdentificeerd in het licht van alle door het basisoctrooi bekendgemaakte gegevens.

IEFBE 2986

Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.

Productcombinatie valt niet noodzakelijkerwijs onder de uitvinding

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 27 jun 2019, IEFBE 2986; (Gilhead Sciences tegen Kyrka), https://www.ie-forum.be/artikelen/productcombinatie-valt-niet-noodzakelijkerwijs-onder-de-uitvinding

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 27 juni 2019, LS&R 1755, IEFbe 2986, A/17/02715 (Gilead Sciences tegen Kyrka) Gilead Sciences is een biofarmaceutisch bedrijf dat tenofovir disoproxil en emtricitabine gecombineerd commercialiseert onder de naam Truvada. Dit geneesmiddel wordt gebruikt ter behandeling van HIV. Gilead Sciences is houdster van een octrooirecht ten aanzien van Truvada. Tevens bezit Gilead Sciences een aanvullend beschermingscertificaat dat ziet op Truvada. Kyrka is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Kyrka is voornemens een generiek combinatieproduct met de actieve bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Gilead Sciences is het hiermee niet eens en eist, nadat een briefwisseling tussen partijen heeft plaatsgevonden, staking van de distributie en elke andere verspreiding door Kyrka. Kyrka is van mening dat het aanvullend beschermingscertificaat van Gilead Sciences nietig is wegens niet-vervulling van de voorwaarden. Kyrka krijgt gelijk, omdat de vakman de combinatie van tenofovir disoproxil en emtricitabine niet zomaar uit het octrooi kan afleiden en de productcombinatie aldus niet noodzakelijkerwijs onder het basisoctrooi valt. Dit leidt ertoe dat het aanvullend beschermingscertificaat niet dienstig is aan het basisoctrooi van de uitvinding.

IEFBE 2984

Uitspraak ingezonden door de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel.

ABC niet dienstig aan basisoctrooi

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 26 feb 2019, IEFBE 2984; (Gilhead Sciences tegen Mylan), https://www.ie-forum.be/artikelen/abc-niet-dienstig-aan-basisoctrooi

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 26 februari 2019, IEFbe 2984, LS&R 1753, A/17/02947 (Gilead Sciences tegen Mylan) Gilead commercialiseert tenofovir disoprocxil en emtricitabine gecombineerd onder de naam Truvada. Mylan is een Belgische onderneming die generieke geneesmiddelen commercialiseert. Gilead is houdster van het Europese octrooi en heeft een marktvergunning voor dit octrooi. Gilead is tevens houdster van een aanvullend beschermingscertificaat dat werd toegekend voor het combinatieproduct 'Emtricitabine/tenefovir disoproxil'. Mylan is voornemens het generiek combinatieproduct met de bestanddelen tenofovir disoproxil en emtricitabine op de Belgische markt te brengen. Dit geneesmiddel zal worden gecommercialiseerd onder de naam 'Emtricitabine/Tenofovir disoproxil Mylan'. Gilead beweert dat Mylan hiermee inbreuk maakt op haar octrooi en aanvullend beschermingscertificaat. Gilead wordt in dit geschil in het ongelijk gesteld. Met betrekking tot Truvada is niet voldaan aan de tweeledige voorwaarde, voortvloeiende uit het Teva-arrest. De combinatie van werkzame stoffen (emtricitabine en tenofovir disoproxil) valt in het licht van de beschrijving niet noodzakelijkerwijs onder de uitvinding waarvoor het octrooi geldt. Ook kunnen emtricitabine en tenofovir disoproxil niet worden geïdentificeerd in het licht van alle door het basisoctrooi bekendgemaakte gegevens. Het aanvullende beschermingscertificaat is niet dienstig aan het basisoctrooi en is om deze reden nietig verklaard. 

IEFBE 2982

Octrooi nietig wegens toegevoegde materie en gebrek aan uitvinderswerkzaamheid

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 3 sep 2019, IEFBE 2982; (Biogen, HLR en Genentech tegen Sandoz), https://www.ie-forum.be/artikelen/octrooi-nietig-wegens-toegevoegde-materie-en-gebrek-aan-uitvinderswerkzaamheid

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 3 september 2019, IEFbe 2982, LS&R 1749; A/17/03546 (Biogen, HLR en Genentech tegen Sandoz) Via IP Report. Biogen is houdster van het octrooi Rituximab voor de behandeling van chronische lymfocytische leukemie. HLR is licentiehoudster van dit octrooi voor Europa. Daarnaast zijn Biogen en Genentech mede-houdsters van een octrooi betreffende de werkwijze voor het behandelen van gewrichtsbeschadiging, in het bijzonder een nieuwe een inventieve behandeling van gewrichtsbeschadiging bij patiënten met reumatoïde artritis volgens een specifiek herbehandelingsregime. Tegen het laatstgenoemde octrooi is oppositie ingesteld door meerdere opponenten. Nadat de eiseressen vernamen dat Sandoz Rixathon op de markt wilde brengen, is een ingebrekestelling door de advocaten van de eiseressen verstuurd aan Sandoz. Eén dag later zijn marktvergunningen aan Sandoz toegekend. Bij brief werd Sandoz vervolgens herhaaldelijk door de respectievelijke eiseressen verzocht om hun octrooirechten niet te schenden en de Belgische markt hetzij niet te betreden, hetzij het betreden uit te stellen totdat het octrooi nietig zou zijn verklaard. De Oppositieafdeling heeft het octrooi vervolgens nietig verklaard wegens toegevoegde materie. Eiseressen hebben in het onderhavige geschil een procedure aanhangig gemaakt, omdat ze van mening zijn dat Sandoz inbreuk heeft gemaakt op hun octrooirechten door productie, verspreiding en commercialisatie van Roxathon. In deze procedure is het octrooi nietig verklaard wegens de aanwezigheid van toegevoegde materie en gebrek aan uitvinderswerkzaamheid. 

IEFBE 2921

Uitspraak ingezonden door Carina Gommers, Hoyng Rokh Monegier.

Octrooi- en modelrechtinbreuk commercialisering mini-wallets

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 26 feb 2019, IEFBE 2921; (Secrid tegen Griffe J), https://www.ie-forum.be/artikelen/octrooi-en-modelrechtinbreuk-commercialisering-mini-wallets

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 26 februari 2019, IEFbe 2921 (Griffe J tegen Secrid) Octrooirecht. Modellenrecht. Vervolg op IEFBE 2483. Verweerders ontwerpen en commercialiseren o.a. kaartbeschermers en mini-wallets en zijn houder van een Europees octrooi met de titel "Houder voor betaalkaarten" en houder van het modelrecht op het ontwerp van de mini-wallets. Eiser biedt eveneens mini-wallets aan via webshops. Verweerder heeft eiser in gebreke gesteld. Verweerder meent dat eiser na deze ingebrekestelling nog steeds de inbreukmakende producten aanbiedt. De voorzitter van de rechtbank van koophandel stond toe dat er een beschrijvend en bewarend beslag werd gelegd. De vorderingen van eiser op derdenverzet waren ongegrond. In deze zaak vordert verweerder inbreuk op haar octrooirechten en modelrechten. Eiser vordert ongegrondverklaring van de vorderingen van verweerder. De rechtbank verklaart de vorderingen gegrond. Er is sprake van inbreuk op de octrooi- en modelrechten.

IEFBE 2846

HvJ EU: Geen ABC voor een product dat een nieuwe formulering van een oud werkzaam bestanddeel is

HvJ EU - CJUE 21 mrt 2019, IEFBE 2846; ECLI:EU:C:2019:238 (Abraxis Bioscience), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-geen-abc-voor-een-product-dat-een-nieuwe-formulering-van-een-oud-werkzaam-bestanddeel-is

HvJ EU 21 maart 2019, IEF 18317; IEFbe 2846; LS&R 1695; ECLI:EU:C:2019:238; C-443/17 (Abraxis Bioscience) ABC. eerste vergunning voor het in de handel brengen van het product als geneesmiddel. Vergunning voor het in de handel brengen van een geneesmiddel dat bestaat in een door het basisoctrooi beschermde nieuwe formulering van een reeds toegestane werkzame stof. HvJ EU (Engels):

Artikel 3, onder d), van verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen, juncto artikel 1, onder b), van deze verordening, moet aldus worden uitgelegd dat de in artikel 3, onder b), van deze verordening bedoelde vergunning voor het in de handel brengen waarop een aanvraag voor een aanvullend beschermingscertificaat wordt gebaseerd die betrekking heeft op een nieuwe formulering van een bestaande werkzame stof, niet kan worden beschouwd als de eerste vergunning voor het in de handel brengen van het betrokken product als geneesmiddel wanneer voor deze werkzame stof als zodanig al eerder een dergelijke vergunning is afgegeven.
IEFBE 2801

Gerecht vernietigt ten dele besluit EC tot vaststelling bestaan beperkende overeenkomsten en misbruik machtspositie op markt perindopril

HvJ EU - CJUE 12 dec 2018, IEFBE 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Commissie), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-vernietigt-ten-dele-besluit-ec-tot-vaststelling-bestaan-beperkende-overeenkomsten-en-misbrui

HvJ EU 12 december 2018, IEF 18151; LS&R 1683; IEFbe 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Europese Commissie) Octrooirecht. Contractrecht. Via persbericht.De Servier-groep ontwikkelde perindopril, een geneesmiddel dat tot de klasse van angiotensine-converterende enzymremmers ('ACE') behoort, gebruikt in de cardiovasculaire geneeskunde en voornamelijk bedoeld voor de behandeling van hypertensie en hartfalen. Het perindopril samengestelde octrooi, ingediend bij het EPO in 1981, verliep in de loop van de jaren 2000 in verschillende EU-lidstaten. Het actieve farmaceutische bestanddeel van perindopril, dat wil zeggen de biologisch actieve chemische stof die de gewenste therapeutische effecten produceert, neemt de vorm aan van een zout, erbumine. Een nieuw octrooi met betrekking tot erbumine en zijn productieprocessen werd door Servier in 2001 bij het EPO ingediend en in 2004 verleend (het 947-octrooi). Naar aanleiding van geschillen waarbij de geldigheid van dat octrooi werd aangevochten, heeft Servier verschillende schikkingsovereenkomsten gesloten met een aantal generieke bedrijven, waarmee elk van deze ondernemingen moest afzien van toetreding tot de markt of het betwisten van dat octrooi. Het Gerecht vernietigt ten dele het besluit van de Europese Commissie tot vaststelling van het bestaan ​​van beperkende overeenkomsten en misbruik van een machtspositie op de markt voor perindopril. Het Gerecht bevestigt echter dat bepaalde overeenkomsten inzake octrooiering concurrentiebeperkend kunnen zijn. Lees verder.