DOSSIERS
Alle dossiers

Strafrecht/correctioneel - Pénal  

IEFBE 1170

Bestraffing onderschepper van HIV-remmers bedoeld voor minst ontwikkelde landen

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper 12 januari 2015, IEFbe 1170 (Openbaar Ministerie tegen zaakvoerder X)
Uitspraak aangebracht door Carina Gommers, Hoyng Monegier. Artikel 8 par 1.1 wet van bestraffing van namaak en piraterij van IE-rechten. HIV-remmers, door Gilead aangeboden tegen uiterst beperkte winstmarge in landen die door de VN als 100 minst ontwikkelde landen worden beschouwd, werden in België onderschept en kwamen daar niet terecht. Ze werden opnieuw ingevoerd en van nieuwe verpakkingen, bijsluiters en klevers voorzien en tegen woekerwinsten herverkocht. Gilead Sciences c.s. heeft zich als burgerlijke partij gevoegd. De rechtbank verklaart het tenlastegelegde bewezen tegen zaakvoerder X en veroordeelt deze tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met uitstel van tenuitvoerlegging en een geldboete. Op burgerrechtelijk gebied wordt zaakvoerder X veroordeeld tot betaling van een provisie van €1.121.500,00. Er wordt beroep aangetekend op burgerrechtelijk vlak.

p. 7. De in hoofde van beklaagde bewezen verklaarde feiten zijn uitermate laakbaar en getuigen van een totaal gebrek aan respect voor de menselijke waardigheid. Platvloers geldgewin dreef beklaagde ertoe HIV-remmers bestemd voor ontwikkelingslanden heimelijk in te voeren, deze schaamteloos te herverpakken op de Europese markt en deze tegen woekerwinsten te herverkopen. De geneesmiddelen bereikten aldus niet alleen nooit hun minder gefortuneerde bestemmelingen, de trafiek zorgde ervoor dat er op geen enkele wijze nog viel te controleren dat de geneesmiddelen correct werden bewaard en verscheept, wat evidentair potentieel ernstige risico's inhield voor diegene die ze alhier aankochten.

BURGERRECHTELIJKE
Hoewel de door de burgerlijke partijen geleden schade zeker en vaststaande is, is zij uit haar aard moeilijk vatbaar voor mathematisch en cijfermatig accurate becijfering, zodat zich een begroting ex aequo et bono opdringt.

De door de burgerlijke partijen geleden schade kan gelet op de stukken van de strafinformatie, getoetst aan de aangereikte stukken en in acht genomen de behandeling van de zaak ter terechtzitting, minstens worden geschat op minstens 2000 in omloop gebrachte doosjes x 560,75 euro ( de publieke verkoopprijs van TRUVADA in België) = 1.121.500,00 euro.

Door de rechtbank wordt ook aangenomen dat er mogelijks meer verpakkingen werden in omloop gebracht alsook dat de burgerlijke partijen als verantwoordelijke farmaceutische onderneming reputatieschade leed ingevolge de in hoofde van beklaagde bewezen verklaarde tenlasteleggingen, zodat aan de schadevergoeding een provisioneel karakter wordt verleend, zoals gevorderd.

IEFBE 629

Yahoo! moet meewerken middels verstrekking gevorderde gegevens

Hof van Beroep Antwerpen 20 november 2013, C/1785/2013 (Openbaar Ministerie tegen Yahoo! Inc.)
ICT. Strafrecht. Gegevensmededeling. Yahoo! wordt ten laste gelegd (verkort weergegeven) deelneming (ex art. 66 Strafwetboek) aan het plegen van inbreuk op artikel 46bis par 2 Wetboek van Strafvordering, omdat Yahoo! als operator van een elektronisch communicatienetwerk of verstrekker van een elektronische communicatiedienst van wie gevorderd werd gegevens mee te delen, dit heeft geweigerd ten aanzien van enkele e-mailadressen. Bij de correctionele rechtbank te Dendermonde werd Yahoo! schuldig bevonden en beveelt Yahoo! tot mededeling van de gevorderde gegevens.

Het Hof beperkt de geldboete tot € 8.000 te vermeerderen met opdeciemen. Omdat beklaagde nog niet veroordeeld is geweest tot een geldboete meer dan €24.000, wordt deels uitstel verleend.

p.10: "Tevergeefs houdt beklaagde voor dat zij niet diensten aanbiedt die geheel of hoofdzakelijk bestaan in het overbrengen van signalen via elektronische communicatienetwerken. Beklaagde biedt o.m. een (web)maildienst aan in België waardoor degene die zich registreert op elektronische wijze kan communiceren op het internet via een bij een internet acces provider verkregen IP-adres en beklaagde staat in voor de verzending en transmissie van deze elektronische communicatie. Dat is onderscheiden van de werking zelf van een internet acces provider (zoals bv. Telenet, Belgacom) die enkel de toegang verschaft tot het internet via een IP-aders. Dat op die manier toebekend IP-adres is evenwel enkel gekend door de internet service provider (zoals Yahoo!). Deze keuze is door beklaagde bewust gemaakt om commerciële doeleinden zoals terecht vastgesteld door de eerste rechter: indien beklaagde zich niet wil onderworpen zien aan de verplichtingen van artikel 46bis par2 van het Wetboek van Strafvordering staat het haar vrij het IP-bereik van België uit te sluiten (zie randnummer 4.3 bestreden vonnis).
IEFBE 549

Hof van Cassatie: The Pirate Bay ontoegankelijk maken is passend technisch hulpmiddel

Hof van Cassatie 22 oktober 2013, P.13.0550.N (Telenet, Tecteo en Brutele)
Uitspraak mede ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, BREIN.
Internettoegang. Ontoegankelijk maken van Thepiratebay. Strafrecht. Op basis van artikel 39bis en 89 Strafvordering wordt gevorderd de toegang ontoegankelijk te maken tot de inhoud die wordt gehost door de server gekoppeld aan de hoofddomeinnaam thepiratebay.org. Passende technische hulpmiddelen in de zin van artikel 39bis, § 4, Wetboek van Strafvordering kunnen bestaan in het bevelen aan de internettoegangleveranciers van het ontoegankelijk maken van de toegang tot de server waarop de gegevens zijn gehost, waarvan het kopiëren om technische redenen of wegens de omvang van de gegevens niet mogelijk is.

Artikel 39bis, § 4, Wetboek van Strafvordering sluit niet uit dat die bevelen worden gericht aan anderen, dan zij die gegevens zelf opslaan of laten opslaan en vereist evenmin dat de bevelen tot daadwerkelijk gevolg hebben dat hij die gegevens opslaat of laat opslaan ze niet meer kan consulteren, wijzigen of wissen.

Het arrest kon dan ook wettig oordelen dat de onderzoeksrechter op grond van artikel 39bis aan de eiseressen als internettoegangleveranciers het bevel mocht geven om “de toegang ontoegankelijk te maken tot de inhoud die wordt gehost door de server gekoppeld aan de hoofddomeinnaam ‘thepiratebay.org’.

 

6. Het middel voert schending aan van de artikelen 35 tot en met 39bis, 55, 56 en 89 Wetboek van Strafvordering: het arrest oordeelt ten onrechte dat er een wettelijke grondslag bestaat voor het door de onderzoeksrechter gegeven bevel; de bevolen beslagmaatregel kan enkel de waarheidsvinding en het verzamelen van bewijs tot doel hebben of betrekking hebben op goederen die door de artikelen 42 en 43quater Strafwetboek bedoelde zaken schijnen uit te maken, maar kan niet als doel hebben het voorkomen van het verder plegen van dergelijke inbreuken of van verdere schade aan de burgerlijke partij; een beslagmaatregel kan niet worden opgelegd als preventieve maatregel, ter voorkoming van inbreuken of van schade aan de burgerlijke partij, maar hoogstens met die doelstelling worden gehandhaafd; het arrest dat anders oordeelt, is dan ook niet naar recht verantwoord.

11. Uit de opbouw van artikel 39bis Wetboek van Strafvordering, de tekst van paragraaf 4 en de samenhang tussen de verschillende paragrafen volgt dat de procureur des Konings en op grond van artikel 89 Wetboek van Strafvordering ook de onderzoeksrechter, zo blijkt dat het om technische redenen of wegens de omvang van de gegevens niet mogelijk is de gegevens op dragers te kopiëren, de passende technische middelen kan nemen om de toegang tot deze gegevens in het informaticasysteem, evenals tot de kopieën daarvan die ter beschikking staan van de personen die gerechtigd zijn om het informaticasysteem te gebruiken, te verhinderen en hun integriteit te waarborgen.

12. Passende technische hulpmiddelen in de zin van artikel 39bis, § 4, Wetboek van Strafvordering kunnen bestaan in het bevelen aan de internettoegangleveranciers van het ontoegankelijk maken van de toegang tot de server waarop de gegevens zijn gehost, waarvan het kopiëren om technische redenen of wegens de omvang van de gegevens niet mogelijk is.

Artikel 39bis, § 4, Wetboek van Strafvordering sluit niet uit dat die bevelen worden gericht aan anderen dan zij die gegevens zelf opslaan of laten opslaan en vereist evenmin dat de bevelen tot daadwerkelijk gevolg hebben dat hij die gegevens opslaat of laat opslaan ze niet meer kan consulteren, wijzigen of wissen.

14. Het arrest kon dan ook wettig oordelen dat de onderzoeksrechter op grond van artikel 39bis aan de eiseressen als internettoegangleveranciers het bevel mocht geven om “de toegang ontoegankelijk te maken tot de inhoud die wordt gehost door de server gekoppeld aan de hoofddomeinnaam ‘thepiratebay.org’ (gekende IP-adressen 194.71.107.50 en 194.71.107.15), en meer bepaald door aanwending van alle mogelijke technische middelen, waaronder minstens het blokkeren van alle domeinnamen die doorverwijzen naar de server die gekoppeld is aan de hoofddomeinnaam ‘thepiratebay.org’, waarbij de ontoegankelijk te maken domeinnamen door de RCCU Mechelen en de FCCU (Federal Computer Crime Unit) worden vastgesteld.

16. Het onderdeel voert schending aan van de artikelen 39bis en 89 Wetboek van Strafvordering: het arrest neemt ten onrechte aan dat artikel 39bis Wetboek van Strafvordering een wettige grondslag uitmaakt voor het bevelen van het ontoegankelijk maken van de op de server van “The Pirate Bay” opgeslagen gegevens; de beslagmaatregel van artikel 39bis Wetboek van Strafvordering heeft tot doel de integriteit van de in het informaticasysteem opgeslagen gegevens te beschermen; de door de onderzoeksrechter bevolen maatregel kan die doelstelling niet realiseren omdat het blokkeren door de internettoegangleverancier van alle domeinnamen die verwijzen naar de server gekoppeld aan de hoofddomeinnaam “thepiratebay.org” niet verhindert dat de exploitanten van de websites van “The Pirate Bay” nog toegang hebben tot hun website; een maatregel die enkel tot gevolg heeft dat de internetgebruikers geen toegang meer hebben tot de gegevens terwijl de beheerder van de gegevens hierover verder kan beschikken, is geen beslagmaatregel als bedoeld in artikel 39bis Wetboek van Strafvordering; de bevolen ontoegankelijkmaking neemt immers de beschikkings- of beheersmacht van “The Pirate Bay” niet weg.

25 (...) De eiseressen vragen aan het Hof van Justitie de volgende prejudiciële vraag te stellen: “Staan considerans 47 en artikel 15 van de Richtlijn 2000/31 betreffende de elektronische handel, omgezet in artikel 21, § 1, Wet Elektronische Handel, toe dat een nationale bepaling in het kader van een gerechtelijk onderzoek toelaat een maatregel te bevelen erin bestaande door de aanwending van alle mogelijke technische middelen de toegang tot de inhoud die wordt gehost door de server gekoppeld aan een welbepaalde hoofddomeinnaam verbonden aan wel bepaalde IPadressen, ontoegankelijk te maken en dit ongeacht via welke domeinnamen die toegang wordt verschaft?”

28. De prejudiciële vraag die, eensdeels, berust op een onjuiste lezing van het arrest, anderdeels, op een onjuiste rechtsopvatting, wordt niet gesteld.

IEFBE 410

Serie YouTube-filmpjes Sharia4Belgium grof en kwetsend

Hof van Beroep Antwerpen 6 juni 2013, I: AN56.99.324-10, II: AN56.F1.16052-11 (Sharia4Belgium YouTube)

Diversiteit.be: In een hele reeks YouTube-filmpjes laat F.B. zich in bijzonder grove en kwetsende bewoordingen uit ten aanzien van een politica getroffen door een ongeneeslijke ziekte (ondertussen is ze overleden). Ook andere politici worden zwaar op de korrel genomen. Een aantal van zijn uitlatingen betreffen niet-moslims.

Het hof van beroep bevestigt het vonnis van de correctionele rechtbank in Antwerpen geveld op 4 mei 2012 en houdt bij de strafbepaling rekening met de veroordeling van betrokkene door de correctionele rechtbank in Antwerpen op 30 november 2012. Die laatste veroordeling was opgelopen naar aanleiding van uitlatingen tijdens een persconferentie die volgde op de aanhouding van een vrouw die de volledige gelaatssluier droeg.

Zaak Belkacem : notie drukpersmisdrijf ingeperkt en notie belaging uitgebreid
D. Voorhoof, “Strafbare uitingen op internet, de kwalificatie drukpersmisdrijf en het misdrijf belaging”, noot onder Corr. Antwerpen 30 maart 2012 en Corr. Antwerpen 2 mei 2012,Auteurs & Media 2012/5, 484-486.

Dirk Voorhoof, UGent: In een arrest van 6 juni 2013 heeft het hof van beroep te Antwerpen de veroordeling van Belkacem (Sharia4Belgium) bevestigd wegens aanzetten tot haat en discriminatie en wegens belaging via filmpjes en uitspraken op internet. Ten gronde bevestigt het arrest wat kon verwacht worden, nl. dat sprake is van het openlijk aanzetten tot haat, discriminatie of geweld jegens personen of groepen wegens geloof, levensbeschouwing of politieke overtuiging. Opmerkelijk is dat het hof van beroep te Antwerpen van oordeel is dat de gesproken teksten via internet niet de kwalificatie drukpersmisdrijf opleveren, en dat enkel gedrukte teksten in aanmerking komen voor die kwalificatie en de eraan verbonden bevoegdheid van het Hof van Assisen. Ook het oprekken van de strafbaarstelling "belaging" (stalking) tot uitingen op het internet is problematisch. Voor een commentaar op deze beide aspecten, zie noot onder het vonnis a quo, in bijlage. Link naar het arrest hieronder : Antwerpen 6 juni 2013 (niet 13 juni 2013).

  • 1
  • 2
  • 11 - 14 van 14