IEFBE 3923
16 juni 2025
Artikel

deLex zoekt Juridisch eindredacteur (32 uur)

 
IEFBE 3927
26 juni 2025
Uitspraak

Conclusie A-G Spielmann: Kritische publicatie van reeds bestaand werk kan auteursrechtelijk beschermd zijn

 
IEFBE 3922
24 juni 2025
Artikel

Benelux Merkencongres verplaatst naar 7 oktober – aanmelden weer mogelijk

 
IEFBE 812

China loopt beter in de pas met nieuw merkenrecht

M. Haegens, China loopt beter in de pas met nieuw merkenrecht, FD 7 mei 2014.
Bijdrage ingezonden door Michiel Haegens, V.O.. De invoering van het nieuwe Chinese merkenrecht op 1 mei toont aan dat ook China zich uiteindelijk conformeert aan internationale wet- en regelgeving op het gebied van intellectueel eigendom. De reden is wel begrepen eigen belang en daarvan profiteren ook Nederlandse ondernemers. (...) Het feit dat dit een win-winsituatie is, is de motor voor deze gestage ontwikkeling. Niet alleen het Westen, maar vooral ook China moet ervan profiteren. Nu de wetten er zijn, is het de kunst er op een verstandige manier mee om te gaan en kansen te benutten. Dat vraagt zowel kennis van zaken als een goed begrip van de Chinese manier van zakendoen.

Naar de supermarkt bij de Likea, frisdrank van Apple en een obscure webwinkel van Rolex. In China leek het allemaal te kunnen. Het land had lange tijd een dubieuze reputatie waar het gaat om de bescherming van intellectueel eigendom. Merken en octrooien werden op grote schaal straffeloos geschonden. Bekende Amerikaanse en Europese bedrijven bleken – zonder het zelf te weten - in China allerlei branchevreemde activiteiten te ontplooien. Nog steeds staat China op het gebied van merkenrecht bekend als no go area; een wild-west. Dat is onterecht. China heeft de wilde haren afgeschud. De recalcitrante puber lijkt zich op het gebied van intellectueel eigendom te voegen naar de mores van het internationale zakendoen. En dat is goed nieuws; China is immers een van de belangrijkste handelspartners van Nederland en de EU.

Kort na de UN World Intellectual Property Day is op 1 mei in China vernieuwd merkenrecht ingevoerd. Deze wetgeving sluit veel beter aan bij de Europese regels dan voorheen. Een belangrijke wijziging is bijvoorbeeld de invoering van een vorm van omgekeerde bewijslast. Wie meent dat zijn rechten in China worden geschonden, kan de inbreukmaker – mits goed beargumenteerd - in staat van beschuldiging stellen. Onder de nieuwe wetgeving moet de beschuldigde partij vervolgens veel sneller dan voorheen aantonen dat hij niet ter kwader trouw gehandeld heeft. Een andere wijziging is dat een merk voortaan voor meerdere categorieën tegelijk kan worden vastgelegd. Ten slotte verbetert de positie van de merkhouder tegenover partijen die te kwader trouw inbreuk maken op de rechten, verkort de doorlooptijd van een aanvraag en worden schendingen van het merkenrecht voortaan zwaarder bestraft. Overtreders kunnen forse boetes krijgen – de hoogte is met enkele honderden procenten opgeschroefd – of zelfs in de gevangenis belanden. Het zijn allemaal wijzigingen waarmee westerse bedrijven buitengewoon tevreden kunnen zijn.

In het verleden poogde het westen aan China zijn regels voor intellectueel eigendom op te leggen. Bedrijven ondervonden immers schade omdat elk product meteen werd gekopieerd. Als de productie in China plaatsvond, was de copy cat soms zelfs eerder in omloop dan het echte product. Echter, het monopolitiseren van nieuwe ideeën staat haaks op het communistisch ideaal. Door schade en schande wijs geworden ontdekten westerse bedrijven dat deze weg een doodlopende weg is. China had er immers helemaal geen baat bij om deze praktijken tegen te gaan. Pogingen om China te bewegen de wetgeving aan te passen, liepen dan ook op niets uit. Totdat China zelf ook begon te profiteren van afspraken over intellectueel eigendom.

Momenteel transformeert China van een maakeconomie naar een creatie-economie. De tijd dat het land slechts goedkoop produceert wat anderen bedenken, beginnen we langzamerhand achter ons te laten. ‘Invented in China’ is geen uitzondering meer. Grote Chinese ondernemingen hechten eraan dat ook hun intellectuele kapitaal binnen en buiten de landsgrenzen bescherming geniet. Om succesvol te kunnen ondernemen, is een gelijk internationaal speelveld immers een basisvoorwaarde.

Vanaf 1 mei profiteren niet alleen westerse maar ook Chinese bedrijven van verbeterde Chinese wet- en regelgeving op het gebied van intellectueel kapitaal. Het duurde misschien lang, maar een Chinees spreekwoord zegt niet voor niets: het is de tegenwind die de vlieger doet stijgen. Naar alle verwachting zal het in China met andere vraagstukken op het gebied van intellectueel eigendom hetzelfde gaan zoals nu met het merkenrecht gebeurt. Het feit dat er een win-win van toepassing is, is de motor voor deze gestage ontwikkeling. Niet alleen het westen, maar vooral ook China moet ervan profiteren. Nu de wetten er zijn, is het de kunst er op een verstandige manier mee om te gaan en kansen te benutten. Dat vraagt zowel kennis van zaken als een goed begrip van de Chinese manier van zaken doen.

Michiel Haegens is Head Trademarks & Designs en lid van de V.O. China Desk

IEFBE 807

VRM legt VRT boete op van 5.000 euro

VRM algemene kamer 24 maart 2014, IEFbe 807 (tegen VRT)
Mediarecht. Productplaatsing. De VRM controleerde de uitzendingen van Eén (29 januari 2014). In het programma 'Volt' komt een item aan bod rond het toenemende succes van het thuis brouwen van bier. Televisiekok Sofie Dumont krijgt in het programma de opdracht een 'Voltbier' te brouwen. Ze doet hiervoor beroep op brouwerij 'Anders'. Na afronding van het brouwproces wordt het bier gedegusteerd en in de studio besproken met een bierkenner. De benaming, het logo en de producten van de brouwerij 'Anders' worden tijdens de bewuste uitzending meerdere malen in beeld gebracht (o.a. op spandoeken, bierglazen, ... al dan niet in close-up). De VRM meent dat deze verwijzingen een positieve houding van het publiek ten opzichte van de handelsnaam (brouwerij Anders) bevorderen. De VRM meent dan ook dat in deze sprake is van productplaatsing.

Het Mediadecreet laat productplaatsing toe, mits naleving van enkele voorwaarden. Zo moet de kijker duidelijk gewezen worden op de aanwezigheid van productplaatsing in het programma door het uitzenden van het PP-logo. Dit logo (waarvan de wijze van het gebruik werd vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010) blijkt echter te ontbreken aan het begin en einde van het programma.

De VRM besluit dan ook de VRT een geldboete van 5.000 euro op te leggen. Bij het bepalen van de sanctie houdt de VRM rekening met de ernst van de inbreuk, de reikwijdte van de omroeporganisatie en de gemiddelde kijkcijfers van het desbetreffende programma.

IEFBE 798

La Cour d'Appel de Liège fait appel à l'OPRI

Cour d'appel de Liège 14 mars 2013, IEFbe 798 (AGMD-FTW contre Ville de Liège)
Resumé par Thibaut D’hulst, Van Bael & Bellis. Décision envoyée par Jean-François Henrotte et Alexandre Cruquenaire, Philippe & Partners et Philippe Mottard, Mottard & Jeanray. Update 12 mei: Recours en cassation a été interjeté contre cette décision. Brevet. Marques. Les parties appelantes prétendent être titulaires des marques « Télé-police » et « Télépolice Vision », ainsi que du brevet d’invention BE1018126A5 portant sur un système d’alarme. Elles allèguent à ce titre que la police de Liège aurait porté atteinte à leurs droits. Le premier juge a estimé que le brevet d’invention était nul, que la marque figurative s’était éteinte par défaut d'usage et que les parties appelantes s'étaient rendues coupables de publicité trompeuse et d’agissements contraires aux usages honnêtes du marché.

La Cour d’Appel s’interrogeant sur l’identité des appelants, avec la décision du 14 mars 2013 elle a rouvert les débats afin d’établir si l’appelante FTW bénéficiait de la personnalité juridique et avait un intérêt personnel et légitime à agir en justice. Elle s'est ainsi demandé si l'appelante FTW a valablement pu déposer la marque figurative « Télé-police » et la marque verbale « Télépolice Vision ». En outre, la Cour a invité l’Office de la Propriété intellectuelle à déposer le formulaire de demande ainsi que d’autres documents concernant l’enregistrement du brevet litigieux.

IEFBE 811

Patents and Standards - modern framework for IPR-based standardization

European Commission, Patents and Standards - a modern framework for IPR-based standardization, final report - executive summary
Standardization and intellectual property rights are key contributors to industrial innovation and industrial competitiveness. Standards ensure rapid diffusion of technologies and interoperability between products. Patents provide incentives for research and development and facilitate knowledge transfers. Many standards comprise innovative technologies that are protected by patents.

Public authorities and the standardization community have developed rules and practices to ensure the efficient licensing of such standard-related patents. These rules and practices aim to give patent holders a fair return on investment in research and development and to allow all users of the standard fair access at reasonable cost.

In 2013 DG Enterprise and Industry commissioned a fact-finding study on the issue of patents and standards. This fact-finding study analyses the rules and practices developed to ensure efficient licensing of standard-related patents. It also covers barriers to efficient licensing and ideas discussed among stakeholders for dealing with these barriers.

IEFBE 810

BMM Student Award 2014

Uit het persbericht: De Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht (BMM) kent jaarlijks de BMM Student Award toe aan een student voor een scriptie en/of artikel op het gebied van intellectuele eigendomsrechten. Artikelen en scripties van studenten vormen veelal waardevolle bijdragen; nieuwe zienswijzen worden belicht en kritische geluiden worden gemaakt over wetgeving en rechtspraktijk. Om studenten te enthousiasmeren en te stimuleren tot het schrijven van scripties en artikelen op het gebied van de intellectuele eigendomsrechten en zich daarin verder te specialiseren, kent het bestuur van de BMM deze prijs toe.

De Award voor 2014 is een geldprijs van € 1000. De winnende bijdrage zal bovendien, eventueel in verkorte vorm, gepubliceerd worden in het BMM bulletin.

De sluitingsdatum is 1 juli 2014. De toekenning van de prijs zal plaatsvinden in november tijdens de BMM Lustrum Najaarsbijeenkomst. Inzendingen kunnen worden aangeleverd via secretariaat@bmm.nl onder vermelding van "Student Award". Het reglement kan geraadpleegd worden op www.bmm.nl.

IEFBE 809

Doughnuts niet verwaarloosbaar in BIMBO DOUGHNUTS-merk

HvJ EU 8 mei 2014, zaak C-591/12P (Bimbo/BHIM) - dossier
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht EU waarbij het Gerecht het beroep ingesteld door aanvrager van het woordmerk „BIMBO DOUGHNUTS” afwees. De oppositie met een beroep op internationale en nationale woordmerken „DONUT”, „DOGHNUTS” en „DONUTS” in dezelfde klasse 30, was gegrond. Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009. Verwarringsgevaar. De hogere voorziening wordt afgewezen. Het Gerecht EU stelde al dat het bestanddeel „bimbo” een dominerende plaats had en het bestanddeel „doughnuts” niet verwaarloosbaar was in de totaalindruk, zodat het bij vergelijking in beschouwing moest worden genomen.

29 Het Gerecht is dus niet tot de conclusie gekomen dat er verwarringsgevaar bestond op basis van de loutere vaststelling dat het bestanddeel „doughnuts” in het aangevraagde merk een zelfstandige onderscheidende plaats heeft, maar heeft het bestaan van bedoeld gevaar afgeleid uit een globale beoordeling die de verschillende fasen van het onderzoek omvatte die naar voor komen uit de in de punten 19 tot en met 25 van het onderhavige arrest gememoreerde rechtspraak en in het kader waarvan het de in casu relevante factoren in beschouwing heeft genomen. Het Gerecht heeft artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 dus juist toegepast.

37 Wat ten slotte de in punt 16 van het onderhavige arrest samengevatte argumentatie betreft, moet worden vastgesteld dat de door het Gerecht in punt 97 van het bestreden arrest gebezigde begrippen „ondeelbaar geheel” en „logische eenheid” overeenstemmen met het begrip „eenheid met een andere betekenis”, dat door het Hof is gebruikt in de rechtspraak waarnaar in punt 25 van het onderhavige arrest wordt verwezen.

45 Om te beginnen kan, zoals de advocaat-generaal in de punten 37 tot en met 42 van zijn conclusie heeft opgemerkt, gelet op de redenering in met name de punten 91 tot en met 100 van het bestreden arrest, het Gerecht niet worden verweten dat het het verwarringsgevaar tussen de conflicterende tekens automatisch zou hebben afgeleid uit de vaststelling dat het bestanddeel „doughnuts” een zelfstandige onderscheidende plaats heeft in het merk waarvoor om inschrijving werd verzocht. 46 Blijkens die punten heeft het Gerecht immers een globale beoordeling van het verwarringsgevaar verricht en heeft het daartoe rekening gehouden met de specifieke factoren van het concrete geval. Bovendien is die beoordeling gebaseerd op een gedetailleerd onderzoek, in de punten 52 tot en met 89 van het bestreden arrest, van alle door Bimbo aangevoerde aspecten en inzonderheid op de bekendheid van dat merk. Het desbetreffende betoog van Bimbo voor het Hof is dus gebaseerd op een onjuiste lezing van dat arrest, en moet derhalve worden verworpen.
IEFBE 808
IEFBE 793

L'ancien journal était très largement renommé

Cour d'appel de Bruxelles 13 mars 2013, IEFbe 793 (Le Peuple)
Droit des marques. 2.14 CBPI. Le recours 2005875 est dirigé contre décision OBPI qui rejette l'opposition contre la marque verbale "Le Peuple". A l'appui de leur opposition les demandeurs invoquent une marque non enregistrée (6bis Convention de Paris), les demandeurs ont exposé l'édition du journal "LE PEUPLE". L'ancien journal (1974-1998, première: 1885) était très largement renommé. Les demandeurs n'établissent pas cette titularité (de la marque "LE PEUPLE". Une (co-)titularité éventuelle de droit d'auteur sur des articles figurant dans un journal n'équivaut pas à une (co-)titularite de droit d'auteur sur le titre du journal.

Lees verder

IEFBE 784

Bevel staking vergelijkende campagnes van eBay

Hof van Beroep Brussel 14 januari 2014, IEFbe 784 (Media Markt tegen Ebay)

Vergelijkende reclame. Misleiding. Controleerbaarheid. Merkenrecht. Appellante is houder van de internationale, gemeenschaps- en Benelux woord-/beeldmerken SATURN. Eveneens houder van de internationale, gemeenschaps- en Benelux beeldmerken Media Markt. In meerdere campagnes heeft ebay.com meerdere reclameacties gevoerd, waarin ook een vergelijking winkelketens is opgenomen, waaronder Media Markt en Saturn. Appellante acht zich gegriefd door deze campagne. Het hof oordeelt dat de campagne inbreukmakend is op de artikelen 94/1, § 1, 1 en 3, 88,2 en 4 WMPC. Veroordeelt geïntimeerden hoofdelijk tot de onmiddellijke staking van de campagne(s).

20. [..] Door de gelaakte reclame wordt de consument naar de verkooppagina van Ebay gelokt, waar hij zal besluiten het product al dan niet aan te kopen. Het staat dan ook vast dat de consument door de reclame een besluit over een transactie heeft genomen dat hij anders niet had genomen.

Ten slotte neemt het hof aan dat, rekening houdend met alle relevante omstandigheden van de reclame, dit het geval is voor een aanzienlijk aantal consumenten tot wie de reclame is gericht.

De reclame gevoerd op de verticale en rechthoekige productbanners beantwoordt zodoende niet aan de voorwaarde van artikel 19, § 1, 1 WMPC en 94/1, §1, 1 WHPC (niet misleiding) zodat deze reclame ongeoorloofd is en moet worden verboden (artikel 19, §2 WMPC).

Uit hetgeen voorafgaat, volgt dat deze reclame niet enkel misleidend is wat de vergelijking betreft, maar ook misleidend op zich is wat de prijs en beschikbaarheid op eBay betreft. Deze reclame is zodoende ook misleidend in de zin van artikel 88, 2 en 4 WMPC (en artikel 94/6, §1, 2 en 4 WHPC).
[..]
21. Bovendien voeren appellanten terecht aan dat de Campagne niet beantwoordt aan de voorwaarde van controleerbaarheid in de zin van 1 artikel 19, §1,3 WMPC en 94/1, §1, 3 WHPC.
[..]

IEFBE 806

WIPO seminar with focus on the global IP systems

WIPO organiseert op 22 mei 2014 in samenwerking met NL Octrooicentrum en BBIE een seminar in het Beatrix theater in Utrecht. Het NOVU, BBIE, NL octrooicentrum, WIPO, maar ook advocaten en ondernemers treden op als spreker: "Very practical presentations focus on the global IP systems". U kunt zich hier kosteloos online registreren. Het volledige programma leest u hier(onder).

9.00 a.m. – 9.30 a.m. Coffee break
9.30 a.m. – 9.40 a.m. OPENING SESSION
Welcome addresses by:
– Mr. Wouter Pijzel, Director, Dutch Association of Inventors (NOVU), Utrecht
– Mr. Derk-Jan de Groot, Director, Netherlands Patent Office (NPO), The Hague
– Mr. Hugues Derème, Deputy Director General, Benelux Office for Intellectual Property (BOIP), The Hague
– Mr. Yo Takagi, Assistant Director General, Global Infrastructure Sector, World Intellectual Property Organization (WIPO), Geneva
9.40 a.m. – 10.00 a.m. SESSION I
Topic 1: Introduction to WIPO
Development of the International Legal Framework
Major Intellectual Property Economic Studies
Speaker: Mr. Erik Wilbers, Director, Arbitration and Mediation Center, Global Issue Sector, WIPO
10.00 a.m. – 10.25 a.m. Topic 2: The Patent Cooperation Treaty (PCT) –
Introduction and Future Developments
Speaker: Mr. Claus Matthes, Director, PCT Business Development Division, Innovation and Technology Sector (ITS), WIPO
10.25 a.m. – 10.40 a.m. Topic 2: The PCT – The actual practice (questions, experiences, discussion):
Moderator: Mr. Robbert-Jan de Lang, Partner, Dutch & European Patent Attorney (EP&C), Utrecht
Speakers: Mr. Claus Matthes
Ms. Eva van Wanrooij, Director Patent Law, Janssen Insectious Diseases & Diagnostics, Eindhoven
Questions and Answers
10.40 a.m. – 11.00 a.m. Coffee break
11.00 a.m. – 11.25 a.m. Topic 3: Global Intellectual Property Systems:
(a) The Madrid System for the International Registration of Marks
(b) The Hague System for the International Registration of Industrial Designs
Speaker: Mr. David Muls, Madrid Registry, Brands and Designs Sector, WIPO
11.25 a.m. – 11.40 a.m. Topic 3: Global Intellectual Property Systems: The actual practice (questions, experiences, discussion)
(a) The Madrid System for the International Registration of Marks
(b) The Hague System for the International Registration of Industrial Designs
Moderator: Huib Berendschot, Partner, AKD Advocaten - IP & Technology Practice Group), Amsterdam
Speakers: Mr. David Muls, Dutch entrepreneur
Questions and Answers
11.40 a.m. – 12.05 p.m. Topic 4: Global Databases for Intellectual Property Platforms and Tools for the Connected Knowledge Economy
Speaker: Mr. Yo Takagi
12.05 p.m. – 12.25 p.m. Topic 5: Practical Tips on Alternative Dispute Resolution
Speaker: Mr. Erik Wilbers
12.25 p.m. – 12.45 p.m. CLOSING SESSION
Questions and Answers
12.45 p.m. – 2.00 p.m. Lunch break with specific Sessions (Patents, Trademarks and Databases)