Elektrode is afzonderlijk voortbrengsel

Gerecht EU 22 maart 2023; IEF 21320, IEFbe 3630; T‑617/21, ECLI:EU:T:2023:152 (B&Bartoni tegen EUIPO) In het onderhavige geschil draait het om het begrip "onderdeel van een samengesteld voortbrengsel” in de zin van artikel 4 lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening. Volgens B&Bartoni heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de betrokken elektrode geen onderdeel van een samengesteld voortbrengsel was. Het Gerecht oordeelt dat dit niet zo is. De snijmachine en de toorts kunnen bij vervanging van de elektrode niet uit elkaar worden gehaald en weer in elkaar worden gezet. Verder is het samengestelde voortbrengsel, te weten een toorts of een plasmasnijmachine, zonder elektrode een volledig voortbrengsel. Tot slot kan de betrokken elektrode worden vervangen door een andere elektrode en kunnen toortsen van verschillende typen de betrokken elektrode gebruiken. Op basis van deze reeks relevante aanwijzingen, heeft de kamer van beroep tot de slotsom kunnen komen dat de betrokken elektrode een afzonderlijk voortbrengsel is en geen onderdeel vormt van een samengesteld voortbrengsel in de zin van artikel 4 lid 2 van de Gemeenschapsmodellenverordening.