IEFBE 3738
8 mei 2024
Uitspraak

European Copyright Society steunt Kwantum in rechtszaak rond Eames-stoel

 
IEFBE 3650
7 mei 2024
Artikel

DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair vanaf juni/juli 2024

 
IEFBE 3737
29 april 2024
Artikel

Hoe Belgische IER-handhaving de Europese rechtspraak doorstaat

 
IEFBE 2860

HvJ EU: Etiketteringsverboden tabak moeten worden opgevat als verbod om smaakstof als reclame te gebruiken

30 jan 2019, IEFBE 2860; ECLI:EU:C:2019:76 (Planta Tabak), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-etiketteringsverboden-tabak-moeten-worden-opgevat-als-verbod-om-smaakstof-als-reclame-te-gebr

HvJ EU 30 januari 2019, IEF 18370; IEFbe 2860; LS&R 1699; RB 3293; ECLI:EU:C:2019:76 Merkenrecht. Tabak. Reclame. Het verbod op het gebruik van elementen of kenmerken – inclusief merken – die verwijzen naar een smaak, naar geur- of smaakstoffen of naar andere additieven, dan wel naar het ontbreken daarvan in artikel 13, lid 1, onder c), van de richtlijn. Verduidelijkt moest nog worden of de etiketteringsverboden moeten worden opgevat als een verbod om de smaakstof als reclame te gebruiken. Dit is het geval, dit oordeel is in lijn met de conclusie van de AG [IEF 17815; IEFbe 2641; LS&R 1625; RB 3162] .

IEFBE 2857

Conclusie AG: Reclame maken voor imitatieproducten in ander land, dan is die Uniemerkrechter in dat land bevoegd

HvJ EU - CJUE 28 mrt 2019, IEFBE 2857; ECLI:EU:C:2019:276 (AMS Neve), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-reclame-maken-voor-imitatieproducten-in-ander-land-dan-is-die-uniemerkrechter-in-dat-la

Conclusie AG HvJ EU 28 maart 2019, IEF 18346; IEFbe 2857; ECLI:EU:C:2019:276; C-172/18 (AMS Neve) Bevoegdheid. Merkenrecht. Grondgebied waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden. Op een website afgebeelde advertenties en verkoopaanbiedingen. Conclusie AG:

Artikel 97, lid 5, van [Uniemerkverordening] moet aldus worden uitgelegd dat wanneer een onderneming, die gevestigd is en haar hoofdkantoor heeft in lidstaat A, aldaar stappen heeft ondernomen om te adverteren voor bepaalde waren en deze onder een teken dat identiek is aan een Uniemerk te koop aan te bieden op een website die is gericht op zowel handelaren als consumenten in lidstaat B, een rechtbank voor het Uniemerk van lidstaat B bevoegd is om uitspraak te doen over een vordering wegens inbreuk op het Uniemerk vanwege deze advertenties en verkoopaanbieding van deze producten op dit grondgebied.

Het is aan de verwijzende rechter om over dit punt een beslissing te nemen bij de toetsing van de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de betrokken lidstaat uit hoofde van artikel 97, lid 5, van verordening nr. 207/2009.

IEFBE 2859

HvJ EU: Door aanvrager gegeven kwalificatie als kleur- of beeldmerk vormt relevant element voor beoordeling

HvJ EU - CJUE 27 mrt 2019, IEFBE 2859; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-door-aanvrager-gegeven-kwalificatie-als-kleur-of-beeldmerk-vormt-relevant-element-voor-beoord

HvJ EU 27 maart 2019, IEF 18351; IEFbe 2859; C‑578/17; ECLI:EU:C:2019:261 (Hartwall) Kleurmerk of beeldmerk – Grafische voorstelling van een merk in de vorm van een afbeelding. Naar aanleiding van een tussenbeslissing van het nationale bureau voor de intellectuele eigendom heeft Hartwall toegelicht dat zij verzocht om inschrijving van het litigieuze merk als „kleurmerk” en niet als beeldmerk. HvJ EU:

1)      Artikel 2 en artikel 3, lid 1, onder b), [Merkenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat de door de aanvrager bij inschrijving aan een teken gegeven kwalificatie als „kleurmerk” of „beeldmerk” een van de relevante elementen vormt voor de beoordeling of dit teken een merk kan vormen in de zin van artikel 2 van deze richtlijn en of, in voorkomend geval, dit teken onderscheidend vermogen heeft in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van deze richtlijn, maar dat deze kwalificatie de bevoegde merkenrechtelijke autoriteit niet ontheft van haar verplichting om over te gaan tot een concrete en globale analyse van het onderscheidend vermogen van het betrokken merk, hetgeen betekent dat die autoriteit de inschrijving van een teken als merk niet kan weigeren op de loutere grond dat dit teken geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het gebruik dat ervan is gemaakt voor de geclaimde waren of diensten.

IEFBE 2858

Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser, Schaap & Kreijger.

Dirk Visser: updated version of 'Trying to understand article 13'

28 mrt 2019, IEFBE 2858; https://www.ie-forum.be/artikelen/dirk-visser-updated-version-of-trying-to-understand-article-13

Article 17, formerly known as article 13, is the most important and most controversial provision of the EU Directive on Copyright in the Digital Single Market on which the EU member states and institutions have reached agreement in principle in February 2019. 2 The European Parliament voted in favour on 26 March 2019. The council of ministers is expected to accept the final text on 9 April 2019.

This paper aims at analysing what the idea of article 17 is and how it might work out in practice. Which legal issues will arise, which preliminary questions will be put to the CJEU? It is not meant to argue for or against article 17. The article itself is taken as a given. This paper is merely a first attempt to look ahead and find out what could happen in practice.

It is obvious that article 17 is a compromise between many interests and wishes and that is quite contradictory at some points. But that in itself is nothing new. Much of the EU legislation consist of partly contradictory or incomprehensible clauses, because compromise apparently was the only option for reaching consensus. Consequently, it is often up to commentators, practitioners and judges to make the best of it.

The directive contains a large number of recitals on the issue article 17 addresses, and article 17 itself contains many subsections.  
Lees het vernieuwde artikel hier (pdf).
De geplande lunchbijeenkomst van deLex, met onder andere Dirk Visser, op donderdag 11 april over de DSM-richtlijn gaat door. Voor meer informatie kijk hier.

 

IEFBE 2856

Uitspraak ingezonden door Selmer Bergsma, Koen Limperg en Edmee Peijster, De Brauw Blackstone Westbroek.

Het patroon van de TIJGERNOOT is weliswaar onregelmatig, maar bevat voldoende karakteristieke, terugkerende elementen

27 mrt 2019, IEFBE 2856; ECLI:NL:RBGEL:2019:1444 (Frito-Lay tegen Intersnack), https://www.ie-forum.be/artikelen/het-patroon-van-de-tijgernoot-is-weliswaar-onregelmatig-maar-bevat-voldoende-karakteristieke-terugke

Rechtbank Gelderland 27 maart 2019, IEF 18345; IEFbe 2856; ECLI:NL:RBGEL:2019:1444 (Frito-Lay tegen Intersnack) Merkenrecht. Inbreuk. Frito-Lay is houder van het woordmerk TIJGERNOOTJES. Intersnack brengt Girafnootjes op de markt. Intersnack stelt dat TIJGERNOOTJES is verworden tot soortnaam, maar heeft dit onvoldoende onderbouwd. De nootjes zelf zijn een samengesteld merk (merk 2) dat zowel kleur- als vormelementen kent, maar hoeft niet te voldoen aan zowel de vereisten voor zuivere kleurmerken, als de vereisten voor zuivere vormmerken. Dit geldt niet voor alle samengestelde merken van Frito-Lay, uit een zwart-wit foto, zonder beschrijving valt niet af te leiden wat beschermd dient te worden. Het patroon van de noot is weliswaar onregelmatig, maar bevat voldoende karakteristieke, terugkerende elementen om herkenbaar te zijn voor het in aanmerking komende publiek. Daarnaast is er geen sprake van een technisch effect o.i.d. nu het merk enkel het patroon op de nootjes betreft. Er is onvoldoende overeenstemming tussen de het woordmerk TIJGERNOOTJES en Girafnootjes. Het uiterlijk van de nootjes stemt wel voldoende overeen om van inbreuk te spreken. Het gebruik van een afbeelding van de open noot is geen inbreuk nu dit een informatief doel dient. Geen slaafse nabootsing, wel merkinbreuk op het patroon van de nootjes.

IEFBE 2855

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Is een schriftelijke overeenkomst betreffende de terbeschikkingstelling van software tussen twee overheidsorganen, waaraan een samenwerkingsovereenkomst is verbonden, een "overheidsopdracht"?

HvJ EU - CJUE 14 feb 2019, IEFBE 2855; https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-is-een-schriftelijke-overeenkomst-betreffende-de-terbeschikk

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 14 februari 2019, IT 2729; IEF 2855; C-796/18 (Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung) via MinBuza: De stad Keulen is in 2016 op zoek gegaan naar nieuwe software voor het meldkamersysteem van haar beroepsbrandweer. Zij keek hiervoor onder andere naar de door de deelstaat Berlijn gebruikte software IGNIS Plus van Sopra Steria Consulting GmbH (hierna: “SSC”). De overeenkomst tussen Berlijn en SCC laat toe dat Berlijn de software IGNIS Plus kosteloos doorgeeft aan andere overheidsinstanties met veiligheidstaken (hierna: “BOS”). De stad Keulen en de deelstaat Berlijn sluiten overeenkomsten betreffende een kosteloze langdurige terbeschikkingstelling en gebruik van de software IGNIS Plus. Informatikgesellschaft für Software-Entwicklung (ISE), dat voor BOS software ontwikkelt en te koop aanbiedt, vordert nietigverklaring van de overeenkomsten. Zij stelt dat de overeenkomsten tussen de stad Keulen en de deelstaat Berlijn, die een juridische eenheid vormen, zijn onderworpen aan het aanbestedingsrecht en dat de verwerving daarom Europabreed diende te worden aanbesteed.

IEFBE 2854

DSM-richtlijn aangenomen door Europees Parlement

Volg de plenaire vergadering live. Europees Parlement - Persberichten. Nadere informatie volgt.

Selectie van video's EP Plenary session: Copyright in the Digital Single Market
- Opening statements by Axel VOSS (EPP,DE), rapporteur, Nicola DANTI (S&D, IT) for IMCO committee and Mariya GABRIEL, Member of the EC in charge of Digital Economy and Society (8:59 - 9:10)
- MEPs debate Part 1, Part 2, Part 3 , Part 4
- Catch the eye (10:17 - 10:35)
- Closing statements by Andrus ANSIP, Vice-President of the EC in charge of DSM and by Axel VOSS (EPP, DE), rapporteur (10:35 - 10:40)

- Vote on the report by Axel VOSS (EPP, DE) (12:46 - 12:52)

Press release - Copyright reform: the Commission welcomes European Parliament's vote in favour of modernised rules fit for digital age

 

IEFBE 2853

Vragen aan HvJ EU: Is auteursrechtelijke bescherming vouwfiets uitgesloten als verschijningsvorm noodzakelijk is voor technisch resultaat?

HvJ EU - CJUE 18 dec 2018, IEFBE 2853; (Brompton Bicycle), https://www.ie-forum.be/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-is-auteursrechtelijke-bescherming-vouwfiets-uitgesloten-als-verschijningsvorm-nood

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 december 2018, IEF 18332; IEFbe 2853; C-833/18 (Brompton Bicycle) Via MinBuza: Brompton Bicycle beschuldigt CHEDECH ervan inbreuk te maken op Brompton’s auteursrecht betreffende haar vouwfietsen. Net als de vouwfietsen van CHEDECH, hebben die van Brompton drie standen (gevouwen, open en stand-by). Brompton meent daarom dat inbreuk wordt gemaakt op haar auteursrecht door de identieke verschijningsvormen van de vouwfietsen. Richtlijn 2001/29/EG bepaalt dat voor gebruiksvoorwerpen auteursrechtelijke bescherming uitgesloten is indien het gaat om verschijningsvormen die noodzakelijk zijn voor het bereiken van het technische resultaat. CHEDECH stelt dat dit laatste in deze zaak ook het geval is. In de Belgische rechtspraak wordt om de noodzakelijkheid te bepalen het onlosmakelijke verbandcriterium toegepast. Het Hof past een ander criterium toe, namelijk het oorzakelijkheidscriterium. In dat licht wenst de verwijzende Belgische rechter duidelijkheid van het Hof.

IEFBE 2852

Conclusie AG: Vooraf ingesteld selectievakje dat door de gebruiker moet worden gedeactiveerd is geen daadwerkelijke toestemming

HvJ EU - CJUE 21 mrt 2019, IEFBE 2852; ECLI:EU:C:2019:246 (Planet49), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-vooraf-ingesteld-selectievakje-dat-door-de-gebruiker-moet-worden-gedeactiveerd-is-geen

Conclusie AG HvJ EU 21 maart 2019, IT 2730; IEFbe 2852; ECLI:EU:C:2019:246; C-673/17 (Planet49) Verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie. Cookies. Toestemming. Daadwerkelijke toestemming middel van een vooraf ingesteld selectievakje. Conclusie AG:

(1)      There is no valid consent within the meaning of Articles 5(3) and 2(f) (...Directive on privacy and electronic communications), read in conjunction with Article 2(h) of [Directive 95/46/EC] and on the free movement of such data in a situation such as that of the main proceedings where the storage of information, or access to information already stored in the user’s terminal equipment, is permitted by way of a pre-ticked checkbox which the user must deselect to refuse his consent and where consent is given not separately but at the same time as confirmation in the participation in an online lottery.