IEFBE 3887
6 mei 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 1467

Vervallenverklaring Shop.be vanwege geen normaal gebruik

Hof van beroep Antwerpen 27 april 2015; IEFbe1467 (Gids tegen gedaagde)
Merkenrecht. Normaal gebruik. Gids voert sinds 1999 een handel in o.a. IT-diensten onder de benaming "Shop". Kort hiervoor is door gedaagde het beeldmerk Shop.be ingeschreven en domeinnaam. De inschrijving en het depot gebeuren telkens op naam van Paragon, die failliet wordt verklaard in 2002. Gids vordert de vervallenverklaring, minstens de vernietigverklaring van het Beneluxmerk en toekenning van schadeloosstelling op grond van 2.26 en 2.27 BVIE. Gedaagde betwist die aanspraak vanwege een overnameovereenkomst. Het hoger beroep van Gids is gegrond. Het Beneluxmerk Shop.be wordt vervallen verklaard omdat er geen sprake is van normaal of hernieuwd normaal gebruik in de zin van 2.27 lid 2 BVIE. Doorhaling van de merkinschrijving wordt bevolen.

1. De feiten.
De feitelijke gegevens die aan het geschil ten grondslag liggen, kunnen worden samengevat als volgt:
- appellante, opgericht op 9 maart 1999, voert sindsdien handel (exploitatie van portaalsites in België, Nederland en Frankrijk, de verkoop van IT-diensten, het verkopen van e-commerce-oplossingen en virtuele winkels op het internet) onder meer onder de benaming Shop;
- kort voordien, op 17 februari 1999 had de geïntimeerde, als zaakvoerder van de BVBA Paragon (opgericht op 2 juni 1997 met als doel onder meer het verkopen van elektronische consumptiegoederen), het Benelux beeldmerk Shop.be nr. 0646591 laten inschrijven; op 2 april 1999 volgt het depot van de domeinnaam Shop.be; de inschrijving en het depot gebeuren telkens op naam van de BVBA Paragon; die vennootschap wordt op 5 maart 2002 failliet verklaard, faillissement dat wordt afgesloten op 14 september 2010;
- De geïntimeerde laat gelden dat hij titularis is van het Beneluxmerk Shop.be ingevolge overname-overeenkomst van 7 juli 2009 en dat hij sindsdien gebruik maakt van het merk en van de domeinnaam Shop.be;
- de appellante vordert de vervallenverklaring, minstens de nietigverklaring van het Beneluxmerk Shop.be en de toekenning van schadeloosstelling (over de domeinnaam bestaat een afzonderlijke procedure bij dit hof gekend onder rolnummer 2012/AR/892 die heeft geleid tot een arrest van 2 december 2013).

3.2. Grond van betwisting
3.2.6. De geïntimeerde laat gelden dat het verval van het merk door de geïntimeerde niet meer kan worden ingeroepen, gelet op het hernieuwd gebruik daarvan dat door de gerechtswaarder wordt bevestigd in zijn proces-verbaal van vaststelling van 22 maart 2013. Die vaststelling wordt door de appellante als dusdanig niet betwist. De appellante argumenteert wel dat het gebruik van 22 maart 2013 van het merk door geïntimeerde (ook en zelfs voor zover dat gebruik mocht kunnen worden bestempeld als een begin van normaal gebruik of hernieuwd normaal gebruik in de zin van artikel 2.27.2 BVIE, hetgeen wordt betwist) zich situeert in de periode van drie maanden voorafgaand aan het instellen van de vordering (24 april 2013) en dus niet in aanmerking kan worden genomen, omdat de voorbereiding van dat begin van gebruik of hernieuwd gebruik pas werd getroffen nadat de appellante er kennis van had genomen dat een vordering tot vervallenverklaring zou kunnen worden ingesteld. Terecht verwijst de appellante in dat verband naar haar beroepsconclusie van 21 januari 2013 in de zaak voor de hof gekend onder rolnummer 2012/AR/892, waarin zij de overdracht van de doorhaling van dat beeldmerk heeft gevorderd onder meer op grond van "onvoldoende gebruik". De neerlegging van conclusies geldt als betekening (artikel 746 Ger. W.). Aangenomen wordt dat geïntimeerde vanaf de neerlegging van die conclusie kennis had dat een vordering tot vervallenverklaring van het beeldmerk zou kunnen worden ingesteld. Het beroep door geïntimeerde op de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder om op 22 maart 2013 de hierboven bedoelde materiële vaststellingen te doen, wordt dan ook geacht geen ander doel te hebben gehad dan een mogelijke vordering tot vervallenverklaring van beeldmerk Shop.be tegen te gaan. Dat de conclusie dateert van meer dan drie maanden voorafgaand aan het instellen van de vordering, is irrelevant (artikel 2.17 BVIE vereist niet dat de kennisgeving zou gebeuren binnen die periode van drie maanden). Dat alles geldt alleen maar des te meer omdat door appellante wordt betwist en door de geïntimeerde niet wordt bewezen dat hij ten tijde van de betrokken vaststellingen handelaar was, een inschrijving had in de kruispuntbank der ondernemingen, een btw-nummer had, ... In de gegeven omstandigheden bewijst de geïntimeerde zelfs geen begin van normaal gebruik of hernieuwd normaal gebruik, zodat toepassing van artikel 2.27.2. BVIE te zijnen gunste hoe dan ook uitgesloten is.

3.2.7. Slotsom is dat het hoger beroep van de appellante gegrond is. Het recht van de geïntimeerde op het Beneluxmerk Shop.be met inschrijvingsnummer 0646591 (klasse 35, 36 en 42) wordt vervallen verklaard. De doorhaling van die merkinschrijving wordt bevolen.  

IEFBE 1465

Roerend inkomen met 30 procent IE-vergoeding

NL Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel 24 juni 2014, IEFbe 1465 (30% IE-vergoeding)
Fiscaal. Werknemers die auteursrechten aan hun werkgever cederen of in concessie geven, kunnen in aanmerking komen voor de regeling van artikel 17, §1, 5° WIB92. In dat geval moet er een overeenkomst voor handen zijn waaruit blijkt welk deel van de ontvangen vergoedingen bedoeld is om de prestatie (beroepsinkomsten) te dekken en welk deel de cessie of concessie van auteursrechten of naburige rechten vergoedt (roerende inkomsten).

In casu vermeldt de arbeidsovereenkomst van belastingplichtige (afgesloten in 1995) dat hij integraal overdracht doet van alle intellectuele eigendomsrechten (inclusief auteursrecht) aan zijn werkgever voor de uitgevoerde werkzaamheden, waarvoor hij in ruil erkent enkel een loon te ontvangen dat niet alleen een volledige vergoeding is voor alle uitgevoerde werkzaamheden maar ook voor de overdracht van alle daaraan verbonden intellectuele rechten.

De toelichting die in 2011 bij de arbeidsovereenkomst werd gevoegd bepaalt dat 70 pct. van de ontvangen vergoedingen een vergoeding vormt voor de verrichte werkzaamheden en 30 pct. een vergoeding voor de overdracht van alle daaraan verbonden intellectuele rechten. Die toelichting omvat evenwel geen retroactieve correctie voor de ontvangen sommen.

De rechtbank besluit dat voor het betrokken inkomstenjaar 2008 geen overeenkomst voorhanden is waaruit blijkt welk deel van de vergoedingen in dat inkomstenjaar bedoeld is om de prestaties (beroepsinkomen) te dekken en welk deel de cessie of concessie van auteursrechten vergoedt (roerend inkomen). Derhalve is niet aangetoond dat de vergoedingen die in het inkomstenjaar 2008 werden ontvangen een vergoeding uitmaken  in de zin van artikel 17, §1, 5° WIB92, bij de overdracht van auteursrechten.

IEFBE 1464

Action en cessation contre des sites de téléchargement et de streaming

Pres. Tribunal d'arrondissement de et à Luxembourg 11 mars 2014, IEFbe 1464 (BAF contre ROOT)
Décision envoyée par Vincent Jadot, Belgian Entertainment Association et Stéphanie Hermoye, Hoyng Monégier LLP. L'association BAF demande à ce qu'il soit constaté que, par l'entremise des sites web exploités sous les noms de domaine (...), il est porté atteinte aux droit d'auteur et/ou aux droits voisins sur les oeuvres et/ou les prestations du répertoire de ses (sous-)membres et de ses mandants. Elle demande par conséquent qu'il soit ordonné à la société ROOT, en sa qualité de fournisseur de services sur Internet, de faire cesser ces atteintes commises par son intermédiaire.

Les sites permettaient le téléchargement de contenus (séries audiovisuelles et films), renvoyaient vers des plateformes d'hébergement de fichiers permettant de télécharger des albums de musique et permettaient l'accès en ligne (streaming) aux oeuvres protégées.

 

Les sites permettaient le téléchargement de contenus (séries audiovisuelles et films), renvoyaient vers des plateformes d'hébergement de fichiers permettant de télécharger des albums de musique et permettaient l'accès en ligne (streaming) aux oeuvres protégées. Le vice-président ordonne à la société ROOT la cessation des atteintes portées par son intermédiaire, mais rejette la demande tendant à voir ordonner à la société ROOT de cesser de fournir tout service permettant de réaliser directement ou indirectement des infractions à la LDA à tout site internet qui lui serait notifié par la BAF

IEFBE 1463

In de tijdschriften/dans les revues 2015-07

Hieronder een selectie van de hoofdartikelen uit de vakbladen van deze maand, mede mogelijk gemaakt door Praktijkgebied IE.nl (ook via Legal Intelligence of Rechtsorde), voor de losse tijdschriftensites dient u apart in te loggen:


GRUR Int.


IER


JIPLP


Mediaforum 2015-5

 
ICIP L'Ingenieur Conseil 2015/2


Informatie / aanvragen

GRUR Int.
Matthias Leistner
Copyright at the interface between EU law and national law: definition of “work” and “right of communication to the public”

Reiner Muenker
Enforcement of unfair competition and consumer protection laws by a private business association in Germany: the Wettbewerbszentrale

IER
F.W. Grosheide, Intellectuele Eigendom en Reclamerecht, Heksentoer
IER 2015/29: Herman Jansen/Di Fiorito
IER 2015/30: HvJ EU, 12-03-2015, nr. C-577/13: Actavis Group PTC en Actavis UK
IER 2015/31: Leo Pharma/Sandoz
IER 2015/32: Rb. Overijssel, 31-03-2015, nr. C/08/166774 / KG ZA 15-10
IER 2015/33: Nemzeti Fogyasztóvédelmi Hatóság/UPC Magyarország Kft.
IER 2015/34: (Trento Sviluppo, Centrale Adriatica/AGCM)
IER 2015/35: (Garmin/TomTom)
IER 2015/36: (Vliegwinkel.nl)

IP in Review
Jay Sanderson
An information environmental manifesto

Míchel Olmedo Cuevas
So close, yet so far

Aurelia J. Schultz
Not just for academics …

JIPLP
Editorial
Molly Stech
Naming opportunities

Current Intelligence
Select this article
Andrew Moir and Grace Pead
Patents: Infringing British Telecommunications granted disclosure of patentee's licence documents before damages inquiry

Kirsten Toft
Trade marks: The EU General Court provides guidance on own name, unfair advantage and late evidence in trade mark proceedings

Birgit Clark
Trade marks: Acronyms within composite marks and the question of likelihood of confusion

Michele Giannino
Trade marks: Does a cover band's use of a singer's first name infringe trade mark rights in a celebrity's name?

Nina O'Sullivan
Trade marks: ASOS successfully relies on ‘own name’ defence in Court of Appeal

Eleonora Rosati
Copyright: Unauthorized hyperlinks to live TV broadcasts not infringements under the InfoSoc Directive

Jesse Gleeson and Annie Zheng
Copyright: Live streaming and copyright: are there visual images and sounds embodied in an audiovisual signal?

Eleonora Rosati
Copyright: High Court issues blocking order against Popcorn Time

Ben Challis
Copyright: More ‘Blurred Lines’ when it comes to writing songs?

Emir Crowne and Adrian Werkowski
General: First comprehensive review of metatag liability by a Canadian court

Articles
Bill Batchelor and Luca Montani
Exhaustion, essential subject matter and other CJEU judicial tools to update copyright for an online economy

Gino van Roeyen and Denise Verdoold
A Dutch bankruptcy: how does it affect intellectual property, licensors and licensees?

J. Gregory Sidak
FRAND in India: The Delhi High Court's emerging jurisprudence on royalties for standard-essential patents OPEN ACCESS CC-BY

Dan Prud'homme
China's shifting patent landscape and State-led patenting strategy

Mediaforum
Opinie
F**k de K**g
Tim Vis
Wetenschap
Herziening van het strafrecht over groepsbelediging en haatzaaien
Marloes van Noorloos
Documentatie
Rechtspraak
Documentatie
Jurisprudentie
Nr. 16 HR 31 maart 2015, Strafzaak AIVD-bron m.nt. W.F. Korthals Altes
Nr. 17 HvJEU 16 april 2015, Telefonia Dialog/T-Mobile Polska m.nt. S.J.H. Gijrath
Nr. 18 HR 16 december 2014, Strafzaak groepsbelediging, aanzetten tot discriminatie

Revue de droit intellectuel-L'ingénieur-conseil 2015/2
LES TRAVAUX DE L'AIPPI
• A. Clerix, Ph. Campolini, E. De Gryse, C. Dekoninck, F. de Visscher, N. D’Halleweyn, G. Meyer, D. Op de Beeck, S. Vandenwynckel, K. Vanhalst et A. Gorbatyuk, « Inventorship of multinational inventions », rapport du groupe belge de l’AIPPI sur la question Q244
• E. Cornu, R. Dupont, G. Philipsen, O. Santantonio et E. Vereecke, « Taking unfair advantage of trademarks: parasitism and free riding », rapport du groupe belge de l’AIPPI sur la question Q245
• B. Michaux, S. Depreeuw, S. Van Den Brande et T. Van De Gehuchte, « Exceptions and limitations to copyright protection for libraries, archives and educational and research institutions », rapport du groupe belge de l’AIPPI sur la question Q246
• O. Hottat, D. Kaesmacher, S. Lens, A. Mottet, D. Op de Beeck, P.Y. Thoumsin et B. Vanbrabant, « Trade secrets: overlap with restraint of trade, aspects of enforcement », rapport du groupe belge de l’AIPPI sur la question Q247

JURISPRUDENCE

Brevets
• Cour de cassation (1re ch.), 12 mars 2015, affaire « Saint-Gobain c/ Knauf Insulation »
• Tribunal de commerce de Liège, div. Liège (4e ch.), 20 février 2015, affaire « GE Healthcare » et note d’observations de Jean-François van Drooghenbroeck, « Regroupement du contentieux des brevets à Bruxelles : pas avant le 1er janvier 2015 »

Marques
• Cour d’appel de Bruxelles, (8e ch.), 27 janvier 2015, affaire « Côte d’Or/Belgid’Or »
• Prés. du tribunal de commerce d’Anvers (cess.) section Anvers, 14 avril 2015, affaire « GRC / PV Cycle »

Dessins et modèles
• C.J. Benelux, 27 mars 2015, affaire « Montis Design c/ Goossens Meubles »
• Prés. du tribunal de commerce néerlandophone de Bruxelles (cess.), 15 avril 2015, affaire « Modèles de tricycle »

Droit d’auteur
• Cour d’appel de Bruxelles (9e ch.), 5 mars 2015, affaire « Coupe-cigares »
• Prés. du tribunal de 1re instance francophone de Bruxelles (cess.), 13 mars 2015, affaire « Sabam c/ État belge et fournisseurs d’accès à Internet »

Saisie-contrefaçon
• Cour d’appel de Gand (7e ch.), 30 mars 2015, affaire « LED Software »

BIBLIOGRAPHIE
• Erratum

IEFBE 1462

De la Liberté d'expression pour l'émission "Au nom de la loi" de RTBF

Tribunal de premier instance Bruxelles 14 janvier 2014, IEFbe 1461 (Laboratoires STEROP et Overseas contre RTBF et De Persgroep)
Décision envoyée par Edward Taelman, Allen & Overy. Liberté d'expression. Liberté de la presse. Audiovisuel. Journaliste, éditeur. Faute. Obligation d'objectivité. Le 24 avril 1996, la RTBF a diffusé l'émission "Au nom de la loi". Les reportages ont été annoncés dans un article paru dans le quotidien De Morgen "Un financier du FN écoule des médicament périmés en Afrique". Le tribunal dit les demandes non fondées.

3.a. Quant à la faute:
(...) L'assimilation des agissements de la société Sterop (..) avec un comportement criminel ("assassin") dans les pays africains résulte non seulement du montage qui a été opéré par les journalistes qui ont choise de clore le reportage par un extrait de l'interview du directeur de Médecins Sans Frontières Belgisch, où il déclare que "les gens qui vendent des médicaments qui sont périmés ou sous-dosés sont des assassins" mais également de la présentation générale du reportage dont un certain nombre des séquences filmées en Afrique sont entrecoupées par des image macabres (cimetière, épidémie, vautours).
(...)
En revanche, le tribunal est d'avis que les journalistes de la RTBF ne disposaient pas d'une base factuelle suffisante pour soutenir ou laisser supposer que, ce faisant, les sociétés Sterop ou Sterop Overseas semaient la mort en Afrique.
IEFBE 1461

BBIE juni-juli / OBPI juin-juillet 2015

Merkenrecht. We beperken ons tot een maandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 27 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE-serie mei 2015.

 

30-07

2010153

Phönix

PHENIX CREATIVE INTERIOR WITH PAINT

1289959

Toegew.

nl

28-07

2009293

Gipsy's

Gipsy Ibiza

1266910

Gedeelt.

nl

28-07

2008677

DISCUS

PET'S BUDGET

1265555

Afgew.

fr

28-07

2008679

DISCUS

PET'S BUDGET

1265554

Afgew.

fr

28-07

2008680

DISCUS

PET'S BUDGET

1265544

Afgew.

fr

28-07

2008678

DISCUS

PET'S BUDGET

1265550

Afgew.

fr

28-07

2008681

DISCUS

PET'S BUDGET

1265553

Afgew.

fr

23-07

2009953

PINK GIRL

PINK SENSE

1287794

Afgew.

nl

23-07

2009754

ANGEL

ANGELICUS

1283891

Toegew.

fr

22-07

2010130

GAUCHOS

GAUCHOS

957721

Toegew.

nl

 

22-07
CITI
Citimmo
Gedeelt.
fr
22-07
GAUCHOS
GAUCHOS GRILL RESTAURANT
Toegew.
nl
17-07
CREDO
PHYSIOTONE CREDOPHAR
Gedeelt.
nl
17-07
CREDO
CREDOPHAR CREDOXIL
Gedeelt.
nl
17-07
CREDO
CREDOPHAR
Toegew.
nl
14-07
BLOOMA
BLOOMY
Gedeelt.
nl
02-07
PLUS
SUN PLUS
Afgew.
nl
02-07
DELTEA
DELTA
Toegew.
fr
30-06
VION
VIFON
Gedeelt.
nl
24-06
Brand HOME
home of happy brands
Afgew.
nl
18-06
RABO
VABO
Toegew.
nl
17-06
AIRWASH
AIRWASH
Afgew.
nl
12-06
DISGOVER
DISCOVER
Gedeelt.
nl
08-06
CAT
G C A T AUCTA GROUP
Afgew.
fr
08-06
CAT
G.C.A.T.
Afgew.
fr
08-06
SUSHI KINGS
SUSHI KING
Afgew.
nl
08-06
TOXO
Tox-Aid
Gedeelt.
nl

 

IEFBE 1460

Succesvolle vordering BAF tot staking website omzeilingsproducten

Rechtbank van eerste aanleg Brussel 9 augustus 2013, IEFbe 1460 (BAF tegen DNS.be)
Uitspraak ingezonden door Vincent Jadot, Belgium Entertainment Association. Vordering tot staking omzeilingsproducten. BAF vordert met succes dat er op de websites spellen-ds.be en jeux-ds.be (en r4i-r4.be die rechtstreeks verwijst) in strijd met art. 79bis par.1 Auteurswet producten worden verkocht en/of reclame wordt gemaakt voor verkoop van producten die inbreuk maken op het auteursrecht op computerspellen uit het repertoire van BAF. De diensten van DNS.be als tussenpersoon worden door derden gebruikt om inbreuk te plegen op het auteursrecht of op een naburig recht in de zin van artikel 87 par.1 van de Auteurswet. DNS.be wordt bevolen om de dienstverlening te staken en bijgevolg om binnen de drie werkdagen na betekening van huidig vonnis de domeinnamen buiten gebruik te stellen en te houden.

5.5. In de rechtspraak die eiseres zelf bijbrengt waarin de kwestieuze linkers eveneens in het geding zijn, is er telkens sprake van een zogenaamd alternatief nut van de linkers. De linkers zouden niet alleen mogelijk maken dat illegale copies van computerspellen van Nintendo kunnen worden afgespeelt op de Nintendo spelcomputer, maar ook, dat de Nintendo spelcomputer voor meer doeleinden kan worden gebruikt dan louter voor het afspelen van de Nintendo computerspellen, namelijk onder andere ook om er muziekbestanden op af te spelen, video's te bekijken, of zogenaamde "homebrew"-spellen ("huisgemaakte"spellen) van derden erop af te spelen en dergelijke.

Niettegenstaande dat zogenaamde alternatief nut van de linkers, blijft de conclusie voor de stakingsrechter in deze zaak dat de linkers juist bedoeld zijn om de bescherming van de doeltreffende technische voorzieningen voor de auteursrechtelijke beschermde computerspellen van Nintendo te omzeilen en dat dit hun voornaamste commercieel doel of nut is.

5.6. De stakingsrechter acht het gelet op het voorgaande dan ook afdoende bewezen dat de op de websites onder de kwestieuze domeinnamen "omzeilingsproducten" in de zin van art. 79bis par. 1 Auteurswet te koop worden aangeboden en er reclame wordt gemaakt voor de verkoop ervan. 
IEFBE 1458

10% van netto-omzet voor artikels is roerend inkomen

Ruling Voorafgaande beslissing, 15 april 2014, IEFbe 1458; nr. 2013.252 (artikelen, nieuwsbrieven en columns)
Fiscaal. De door X geschreven artikels en bijdragen kunnen worden aangemerkt als werken van letterkunde. Zij vallen bijgevolg onder de bescherming van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Aangezien de bezoldiging van X niet wordt verminderd (en nog steeds wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder) en aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, wordt beslist dat de vergoeding van 10 % toegekend aan X door de bvba A op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 ten name van X wordt aangemerkt.

22. Uit de aanvraag blijkt dat de bvba A aan dhr X:
22.1 verder een bezoldiging zal betalen voor zijn activiteiten als zaakvoerder;
22.2 een auteursrecht zou betalen van 10 % op de door de bvba gerealiseerde netto-omzet van de door hem geschreven artikels en bijdragen.|
23. Het bedrag van de op dit moment door de bvba A aan dhr X toegekende bezoldigingen zal daarbij in geen geval verminderen.
24. Aangezien de bezoldiging niet wordt verminderd en verder wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder, aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, kan gesteld worden dat de vergoeding van 10 % op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt
25. de vergoeding van 10 % op de door de bvba A met de door dhr X geschreven artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet (excl. BTW), als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt.

Uit J. Bossuyt, Auteursrechten in de inkomstenbelastingen, Wolters Kluwer 2014, p. 66:
(...) een bvba die aan haar zaakvoerder, auteur van artikelen, nieuwsbrieven, columns enz., een vergoeding ten belope van 10% van de door haar gerealiseerde netto-omzet wil uitkeren als vergoeding voor de overdracht van het exoploitatierecht aan de bvba. De DVB heeft vanzelfsprekend weinig problemen om vast te stellen dat de creaties binnen het toepassingsgebied van de auteurswet vallen. Voor de DVB is het opnieuw essentieel dat er een afzonderlijke overeenkomst bestaat. (...) De DVB aanvaardt dan ook dat de volledige vergoeding voor de exploitatie door de bvba van het auteursrecht van haar zaakvoerder als roerende inkomsten in de zin van artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 moet worden aangemerkt.

IEFBE 1456

Logiciel Ogone non protégeables par droit d'auteur

Cour d'appel Bruxelles 19 mars 2015, IEFbe 1456 (D contre Ingenico E-Commerce Solutions)
Droit d'auteur - programma d'ordinateur - idées et fonctionnalités - non protégeables. D est informaticien et co-auteur du logiciel Ogone, (une plateforme de paiement sécurisé online). Le président du tribunal de commerce de Bruxelles reçoit les demandes mais les dit non fondées. D. ne justifie pas d'avantage que l'architecture du programme serait marquée par sa personnalité. La structure dont les caractéristiques ont été rappelées ci-avant n'est que la description de ces fonctionnalités. D. ne démontre pas que cette conditon qui implique un certain degré de concrétude des travaux préparatoires de conception serait satisfaite. La protection par le droit d'auteur ne peut lui être reconnue.

14. (...) Outre qu'une idée (in casu, celle "de faire fonctionner cette structure de paiements, avec un tiers de confiance, sur internet") n'est pas un service ou un produit, M. D. ne justifie ni d'un droit intellectuel ni de circonstances contraires aux exigences des usages honnêtes en matière commerciale ni d'un investissement important dans une création à valeur économique.
IEFBE 1457

Assortimentenlogo's in catalogi wijken af

Hof van beroep Brussel 30 maart 2015, IEFbe 1457 (Selfmatic tegen Brainbox)
Auteursrecht. Catalogus. Art. 97 en 104 WER. In de cataloog van Brainbox worden assortimentenlogo's gebruikt. Selfmatic gebruikt soortgelijke logo's. De Voorzitter van de Rb KH Brussel [IEFbe 857] nam auteursrechtinbreuk aan op adaptaties van vierkante Brainbox-pictogrammen, parasitaire mededinging en misleidende reclame. Het hof opnieuw recht doende verklaart de vordering van Brainbox ongegrond. De voorpagina's maken een conceptueel verschillende totaalindruk. De assortimentlogo's zijn samengesteld uit een gekleurd vierkant met een pictogram en een benaming van het assortiment in het wit. In de vergelijking wijken pictogram, woorden en kleuren van elkaar af.

14. (...) Het hof besluit dat voor zover er sprake was van een eigen intellectuele schepping van de auteur van de assortimentlogo's die gebruikt worden door Brainbox, er daarop geen inbreuk werd gepleegd door de gelaakte assortimentlogo's die gebruikt worden door Selfmatic.