IEFBE 3911
13 mei 2025
Uitspraak

Gerecht oordeelt over normaal gebruik van twee RTL-beeldmerken

 
IEFBE 3910
8 mei 2025
Artikel

IViR Summer Course on Copyright Law and Policy

 
IEFBE 3887
6 mei 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 1458

10% van netto-omzet voor artikels is roerend inkomen

Ruling Voorafgaande beslissing, 15 april 2014, IEFbe 1458; nr. 2013.252 (artikelen, nieuwsbrieven en columns)
Fiscaal. De door X geschreven artikels en bijdragen kunnen worden aangemerkt als werken van letterkunde. Zij vallen bijgevolg onder de bescherming van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Aangezien de bezoldiging van X niet wordt verminderd (en nog steeds wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder) en aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, wordt beslist dat de vergoeding van 10 % toegekend aan X door de bvba A op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 ten name van X wordt aangemerkt.

22. Uit de aanvraag blijkt dat de bvba A aan dhr X:
22.1 verder een bezoldiging zal betalen voor zijn activiteiten als zaakvoerder;
22.2 een auteursrecht zou betalen van 10 % op de door de bvba gerealiseerde netto-omzet van de door hem geschreven artikels en bijdragen.|
23. Het bedrag van de op dit moment door de bvba A aan dhr X toegekende bezoldigingen zal daarbij in geen geval verminderen.
24. Aangezien de bezoldiging niet wordt verminderd en verder wordt toegekend voor de activiteiten als zaakvoerder, aangezien een afzonderlijke auteursovereenkomst werd afgesloten, kan gesteld worden dat de vergoeding van 10 % op de door de bvba met de artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt
25. de vergoeding van 10 % op de door de bvba A met de door dhr X geschreven artikels en bijdragen gerealiseerde netto-omzet (excl. BTW), als een roerend inkomen als bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 wordt aangemerkt.

Uit J. Bossuyt, Auteursrechten in de inkomstenbelastingen, Wolters Kluwer 2014, p. 66:
(...) een bvba die aan haar zaakvoerder, auteur van artikelen, nieuwsbrieven, columns enz., een vergoeding ten belope van 10% van de door haar gerealiseerde netto-omzet wil uitkeren als vergoeding voor de overdracht van het exoploitatierecht aan de bvba. De DVB heeft vanzelfsprekend weinig problemen om vast te stellen dat de creaties binnen het toepassingsgebied van de auteurswet vallen. Voor de DVB is het opnieuw essentieel dat er een afzonderlijke overeenkomst bestaat. (...) De DVB aanvaardt dan ook dat de volledige vergoeding voor de exploitatie door de bvba van het auteursrecht van haar zaakvoerder als roerende inkomsten in de zin van artikel 17, § 1, 5°, WIB 92 moet worden aangemerkt.

IEFBE 1456

Logiciel Ogone non protégeables par droit d'auteur

Cour d'appel Bruxelles 19 mars 2015, IEFbe 1456 (D contre Ingenico E-Commerce Solutions)
Droit d'auteur - programma d'ordinateur - idées et fonctionnalités - non protégeables. D est informaticien et co-auteur du logiciel Ogone, (une plateforme de paiement sécurisé online). Le président du tribunal de commerce de Bruxelles reçoit les demandes mais les dit non fondées. D. ne justifie pas d'avantage que l'architecture du programme serait marquée par sa personnalité. La structure dont les caractéristiques ont été rappelées ci-avant n'est que la description de ces fonctionnalités. D. ne démontre pas que cette conditon qui implique un certain degré de concrétude des travaux préparatoires de conception serait satisfaite. La protection par le droit d'auteur ne peut lui être reconnue.

14. (...) Outre qu'une idée (in casu, celle "de faire fonctionner cette structure de paiements, avec un tiers de confiance, sur internet") n'est pas un service ou un produit, M. D. ne justifie ni d'un droit intellectuel ni de circonstances contraires aux exigences des usages honnêtes en matière commerciale ni d'un investissement important dans une création à valeur économique.
IEFBE 1457

Assortimentenlogo's in catalogi wijken af

Hof van beroep Brussel 30 maart 2015, IEFbe 1457 (Selfmatic tegen Brainbox)
Auteursrecht. Catalogus. Art. 97 en 104 WER. In de cataloog van Brainbox worden assortimentenlogo's gebruikt. Selfmatic gebruikt soortgelijke logo's. De Voorzitter van de Rb KH Brussel [IEFbe 857] nam auteursrechtinbreuk aan op adaptaties van vierkante Brainbox-pictogrammen, parasitaire mededinging en misleidende reclame. Het hof opnieuw recht doende verklaart de vordering van Brainbox ongegrond. De voorpagina's maken een conceptueel verschillende totaalindruk. De assortimentlogo's zijn samengesteld uit een gekleurd vierkant met een pictogram en een benaming van het assortiment in het wit. In de vergelijking wijken pictogram, woorden en kleuren van elkaar af.

14. (...) Het hof besluit dat voor zover er sprake was van een eigen intellectuele schepping van de auteur van de assortimentlogo's die gebruikt worden door Brainbox, er daarop geen inbreuk werd gepleegd door de gelaakte assortimentlogo's die gebruikt worden door Selfmatic.
IEFBE 1455

Le metteur en scène au spectacle Dracula n'a pas un droit d'auteur

Cour d'appel Bruxelles 12 mars 2015, IEFbe 1455 (Del Diffusion Villers contre B)
Droit d'auteur et droits voisins - metteur en scène - conditions et effets. Del Diffusion engage B pour assurer la mise en scène du spectacle Dracula. La rénumération prévue est €3.000 par mois. De Diffusion se réserve le droit d'enregistrer ou de filmer elle-même pour constituer des archives. Le premier juge constate (à bon droit) que la preuve de l'existence d'un droit d'auteur n'est pas rapportée; il condamne Del Diffusion à payer à titre de droit voisins 1% de la recette brute HTVA de €530.000,00. Il se déduit de l'accord de M.B. de communiquer son interprétation au public. Dès lors que la prestation de M.B. n'a fait l'objet d'aucune reproduction ou fixation postérieure (...) en ce que la demande s'appuie, à titre subsidiaire, sur les droit voisins, elle n'est pas fondée. La Cour réforme les jugements en ce qu'ils statuent sur la demande introduite de se voir reconnaître des droit voisins pour sa prestation de metteur en scène du spectacle Dracula.
Lees verder

IEFBE 1454

Succesvolle oppositie Adidas tegen oranje nr.14-tweestreepshirt

OHIM Opposition Division 28 juli 2015, IEFbe 1454 (Adidas tegen Inter)
Uitspraak ingezonden door Gregor Vos en Sjo Anne Hoogcarspel, Klos Morel Vos & Reeskamp. Vormmerk. Adidas doet met succes een beroep op haar Gemeenschapsmerk CTM 3 517 588 tegenover het door Inter aangevraagde "oranje nr.14-merk" CTM 11 368 131 bestaande uit een vest respectievelijk een t-shirt. Adidas toont aan een bekend merk te zijn in de EU. Oppositie wordt gehandhaafd en de aanvraag van het Gemeenschapsmerk wordt geweigerd.
Lees verder

IEFBE 1453

Bijnaam Babytank voor gevechtstrainingen is voor-voorgebruik voor sportkleding

Vzr. Rechtbank Den Haag 28 juli 2015, IEFbe 1453 (Babytank Martial Arts tegen Baby Tank Industries)
Uitspraak ingezonden door Bart Vliexs, Brunet advocaten. Onder de naam Babytank Martial Arts geeft eiser trainingen in Braziliaans Jiu Jitsi. BMA heeft domeinnaam babytank.nl en woordmerk BABYTANK. BMA heeft in het kader van de beoefening van zijn sport de bijnaam Babytank gekregen. Onder de handelsnaam Baby Tank Industries ontwerpt en verkoopt gedaagde (sport)kleding en accessoires. Babytank is een verrassende combinatie van twee wat betekenis betreft niet-verwante begrippen en komt in beide tekens voor; inbreuk op handelsnaamrechten van BMA. BMA is als voor-voorgebruiker te goeder trouw te beschouwen voor kleding voorzien van het teken babytank. Er is verwarringsgevaar ex 2.20 lid 1 sub b BVIE.

4.8. BTI stelt verder dat de handelsnaam van BMA volgens haar "Babytank Martial Arts", afwijk van de door haar gehanteerde handelsnaam "Baby Tank Industreis". Er zou volgens haar dus ook om die reden geen verwarring optreden. Aan BTI kan worden toegegeven dat het bestanddeel "Martial Arts" anders is dan het bestanddeel "Industries". Deze toevoegingen zijn naar voorlopig oordeel echter niet meer dan generieke of beschrijvende termen waaraan weinig onderscheidend vermogen moet worden toegekend. Van belang is naar voorlopig oordeel dan ook veeleer dat juist het meest onderscheidende onderdeel van beide handelsnamen nagenoeg hetzelfde is. De naam Babytank is, in aanmerking genomen de activiteiten van BMA, een verrassende combinatie van twee wat betekenis betreft niet-verwante begrippen ("baby" en "tank"). De in beide namen onderscheidende bestanddelen komen, afgezien van de al dan niet aanwezige spatie, geheel overeen. De verschillen, te weten de spatie, een hoofdletter T in plaats van een kleine t en de generieke beschrijvende toevoegingen, doen aan die overeenkomst onvoldoende af om verwarring te voorkomen.
IEFBE 1412

Chapitre n'a commis aucune faut avec des meta-tag et adwords

Tribunal de Commerce de Mons et (div.) de Charleroi, 17 septembre 2014, IEFbe 1412 (Moliere et compagnie contre Chapitre.com)
Décision envoyée par Karen Rosier, UNamur. Noms de domaine. Pratique parasitaire illégale. Liens sponsor. Moteur de recherche. Chapitre.com est une entreprise de vente de livres en ligne. Molière a développé un commerce en ligne sur son site web. Chapitre.com aurait utilisé des méta-tag et ADWORDS du moteur de recherche de Google "Libraire" et "Molière". Chapitre n'a dès lors commis aucune faute au sens des article 1382 et suivants du Code civil ni accompli une ou des pratiques commerciales interdites en vertu de la loi sur les pratiques du marché en manière telle que la demande de la S.A. Molière et compagnie s'avère ne point être fondée.
Lees verder

IEFBE 1452

Inbreuk op rallyschild LIEGE-SOFIA-LIEGE

Hof van beroep Brussel 10 maart 2015, IEFbe 1452 (KACB tegen ST-ONE)

Uitspraak mede aangebracht door Patricia Carnewal en Gérard Martin, Meritius Brussels. Merkenrecht. De vzw Koninklijke Automobielclub van België heeft in 1927 voor de eerste keer een uithoudingswedstrijd georganiseerd Liege-Biarritz-Liege, later werden merken ingeschreven. De rally werd niet altijd jaarlijks gehouden: Liege-Sofia-Liege, Liege-Rome-Liege (+beeldmerk), Spa-Sofia-Liege en Marathon de la Route. St.-One deponeert het merk Liege-Sofia-Liege. St.-One verzocht met succes de vervallenverklaring van LIEGE-SOFIA-LIEGE, SPA-SOFIA-LIEGE, haar rally-activiteiten maken geen inbreuk op MARATHON DE LA ROUTE. Alleen het beeldmerk van St-One maakt inbreuk op ouder beeldmerk LIEGE-SOFIA-LIEGE. Het Hof bevestigt de laatste inbreuk, maar verandert het bestreden vonnis: KACB zich kan verzetten tegen het gebruik van het teken LIEGE-SOFIA-LIEGE en soortgelijke tekens.
Lees verder
IEFBE 1451

Arts wordt relatief publieke persoon door opzienbarende rechterlijke beslissing

Hof van beroep Brussel 30 juni 2015, IEFbe 1451 (Palliatieve zorgen)
Uitspraak aangebracht door Edward Taelman, Allen & Overy. Mediarecht. Persrecht. Privacy. oor kankerpatiënte en haar familie werd een eenzijdig verzoek tot bevelen van kunstmatige ventilatie via een canule uit te voeren, die de arts zou hebben geweigerd vanwege de uitzichtloze situatie. Deze beschikking zou in strijd zijn met het beginsel dat een arts geen behandeling uit te voeren die geen positieve gevolgen kan hebben. Over deze beslissing is bericht in media. Uit de getrapte aansprakelijkheid uit artikel 25 lid 2 van de gecoördineerde Grondwet volgt dat de uitgever, drukker of verspreider niet vervolgd kan worden. De hoofdredacteur valt niet hieronder. De artikels getiteld "Iemand van 98 krijgt geen medicamenten meer" en "Nog klachten over diensthoofd palliatieve zorgen in Halle", "Rechter dwingt dokter om patiënt te behandelen", dit is voorwerp van een sterk maatschappelijk debat. De RvdJ [2009-07] wordt aangehaald: Het noemen van de naam van klager en tonen van zijn foto is geen inbreuk op privacy, de persoonlijke levenssfeer is nooit aan bod en er is gelegenheid geweest om te reageren, waar de voorkeur niet aan werd gegeven. Appellant wordt telkens afgebeeld in zijn doktersjas dus als professioneel in het vak en volledig neutraal. Het vonnis wordt bevestigd.

3.4. Appellant beklaagt er zich tenslotte over dat zijn recht op afbeelding zou zijn geschonden in twee van de geciteerde artikels.

De publicatie van een afbeelding van (relatief) publieke personen of van particulieren die in een actualiteit van algemeen belang betrokken zijn, maakt geen fout uit wanneer de publicatie strekt tot een informatie in het kader van deze actualiteit en niet gepaard gaat met een inbreuk op het recht op privacy.

Het recht op informatie ontstaat wanneer de actualiteit het privédomein overstijgt en een kwestie van algemeen belang wordt waardoor het recht op afbeelding in zeker mate ophoudt toe te behoren aan de oorspronkelijke titularis om het voorwerp te worden van een recht op informatie van de bevolking.

Appellant wordt telkens afgebeeld in zijn doktersjas dus als professioneel in het vak en volledig neutraal. De afbeeldingen zijn geenszins kwetsend of spottend. Op die foto's kan nergens enig verband worden gelegd met het privé-even van appellant. Uit die gepubliceerde foto's kan geen inbreuk op de privacy worden afgeleid. Hij kwam in de actualiteit n.a.v. een beschikking genomen op eenzijdig verzoekschrift en uitgesproken op 16 mei 2008. Deze beslissing werd doro een aantal geneesheren als 'opzienbarend' beschouwd en 'in tegenstrijd met hun deontologische code'. Niet alleen het Laatste Nieuws deed hierover berichtgeving, maar vele andere media. Hierdoor werd appellant een relatief publieke persoon.

De Privacycommissie waartoe appellant zich gericht heeft, stelde in haar brief van 20 januari 2010 dat wat het bekendmaken betreft van persoonsgegevens (naam, voornaam, afbeelding) de toestemming van de betrokkene slechts één van de toelaatbaarheidsgronden is opgesomd in artikel 5,a van de Privacywet (...)

IEFBE 1450

BV gaf geen informatie, laat staan negatieve, aan journalist

Hof van Beroep Antwerpen 29 april 2015, IEFbe 1450 (Ol tegen journalist en Bekende Vlaming)
Uitspraak aangebracht door Edward Taelman, Allen & Overy. Mediarecht. O heeft samen met een bekende vlaming (BV) een modezaak Farfalle. De eisen tot schadeloosstelling van eiseres tegen journalist en hoofdredacteur worden afgewezen. De beweerde fout van de journalist is door het artikel "[BV] emotioneel en financieel gekraakt door faillissement van haar modezaak" in het weekblad "Dag Allemaal" te publiceren. Hij heeft de journalistieke waarden (hoor en wederhoor en nader onderzoek) uitgevoerd. De hoofdredacteur, verantwoordelijke voor de frontpagina ['opgelicht door haar beste vriendin], heeft geen onderscheiden fout gemaakt. De lay-out is de gebruikelijke opmaak van de frontpagina. Het hof stelt vast dat O geen bewijs levert dat BV informatie over eiseres als persoon en/of over Farfalle, laat staan negatieve informatie verstrekte aan de journalist.

Het hof merkt op dat de inspanningsverbintenis van de journalist met betrekking tot het onderzoek naar de betrouwbaarheid en de waarachtigheid van de vergaarde informatie met redelijkheid moet worden benaderd, rekening houdend met de beperkte onderzoeksmogelijkheden van de journalist.
(...) De bewering [dat de inspanningen niet zijn geleverd] geraakt niet bewezen.