Verbod voor Siondro om muzieknummers van Davoodi te gebruiken tijdens shows Baba Yega

Voorz. Rechtbank van Koophandel Gent 24 mei 2017, IEFbe 2707 (Davoodi tegen Siondro) Auteursrecht. Davoodi componeert muziek. Een dansgroep Baba Yega treedt op met de muziek van Davoodi. De drijvende kracht achter deze groep zou Siondro zijn. Volgens Siondro bestaat er een samenwerking tussen partijen. Een paar tussenkomsten werden gefactureerd door Davoodi en betaald door Siondro maar tot op heden is er volgens Davoodi nog een bedrag van €9.050,00 verschuldigd. Davoodi vordert staking van gebruik van de muziek en een dwangsom. Siondro meldt dat er video's verwijderd zijn van sociale media van Baba Yega en dat ze muziekstukken waarvoor betaald is zal blijven gebruiken. Het is niet duidelijk voor welk muziek stuk Siondro meent dat er voldoende is betaald evenmin is duidelijk of Siondro alle muziek afkomstig van Davoodi zal weren in haar sociale media of bij optredens. In deze omstandigheden is een inbreuk en herhalingsgevaar aangetoond. De stakingsvordering wordt toegewezen. Siondro moet elke reproductie en mededeling aan het publiek staken, alle videoclips en audiovisuele producties verwijderen en muziekproducties tijdens shows van Baba Yega niet meer gebruiken.
Stakingsvordering van Rational afgewezen omdat samenwerkingsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 augustus 2018, IEF 17925; IEFbe 2720; ECLI:NL:RBDHA:2018:9946 (Rational tegen RG) Merkenrecht. Rational produceert keukenapparatuur voor professionele afnemers. Ze is houder van woord- en beeldmerk RATIONAL. RG drijft een groothandel in horeca-keukenapparatuur. Rational en RG hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten. RG kreeg de gelegenheid om alle Rational-producten te verkopen en zou voor ieder verkocht product een provisie ontvangen. Betalingen werden door Rational zelf geregeld. Rational is eind 2015 verkocht en heeft een nieuwe directeur gekregen. Er werden nieuwe afspraken gemaakt tussen Rational en RG waarna onenigheid bestond. Volgens Rational is de overeenkomst op 4 januari 2018 per mail opgezegd. Rational vordert dat RG gebruik van de merken staakt en gestaakt houdt. RG zegt alleen in de mail dat ze het onacceptabel vindt dat ze niet meer op de Horecava mogen staan aangezien RG al twaalf jaar de Rational stand op de Horecava beheert. Er kan niet aannemelijk worden gemaakt dat de overeenkomst rechtsgeldig is beëindigd zodat RG gerechtigd is om zich als distributeur van Rational te presenteren en de merkenrechten te gebruiken. De stakingsvordering wordt afgewezen.
TB invest heeft actief bijgedragen aan contractbreuk door franchisenemer van de concurrent

Hof van beroep Antwerpen 1 juni 2017, IEFbe 2705 (TB Invest tegen Sebalthini) Oneerlijke marktpraktijken. Beide partijen zijn actief op de markt van elektronische sigaretten via franchisenetwerken. Sebalthini handelt onder de benaming 'New Smoke Sensation'. En TB Invest onder de naam 'Vapor Shop' of 'TB Shops'. Sebalthini had een franchiseovereenkomst gesloten met een franchisegever. Franchisegever gaf uitdrukkelijk te kennen dat hij de overeenkomst eenzijdig beëindigd en overstapt naar Vapor Shop. Sebalthini is van mening dat TB Invest medeplichtig is aan de contractbreuk en hierdoor eerlijke marktpraktijken heeft geschonden. De rechtbank stelde Sebalthini in het gelijk en legde een verbod op aan TB Invest om elektronische sigaretten te verkopen. TB Invest gaat hiertegen in beroep. TB Invest vordert dat het verbod ongegrond wordt verklaard omdat ze niet medeplichtig zijn. TB Invest heeft actief bijgedragen aan de contractbreuk door de overeenkomst tussen Sebalthini en franchisenemer te laten analyseren door haar franchisepartner en een jurist. TB Invest heeft ook aangeboden aan de franchisenemer om hem te adviseren en bij te staan. TB Invest heeft producten geleverd aan franchisenemer en heeft de winkel van de franchisenemer bezocht voordat de overeenkomst beëindigd was. De vordering wordt afgewezen.
Onmogelijk informatie te verschaffen vanwege buitenlandse server van Mylan

Rechtbank van Koophandel Brussel 8 juni 2017, IEFbe 2701 (Mylan tegen Teva) Octrooirecht. Synthon groep is een internationale farmaceutische generieke groep. Voor commercialisering in België werken ze samen met Mylan. Teva is een groep die generieke en innovatieve geneesmiddelen ontwikkelt. Teva vermoedt dat Mylan een werkwijze gebruikt die beschermd wordt door haar Europese octrooi. Teva verzocht de voorzitter in kort geding om een deskundige aan te stellen. Deze vordering om een deskundige aan te stellen werd toegewezen. Mylan weigerde mee te werken aan het onderzoek van de deskundige. Teva vordert een betaling wegens niet-naleving van verplichtingen. Mylan heeft derdenverzet aangetekend tegen de verplichting om stukken te overhandigen aan de deskundige en weigert de dwangsommen te betalen. De server van Mylan staat in het buitenland en heeft daartoe geen toegang. Het is voor Mylan onmogelijk om informatie te verschaffen. De vordering van Mylan wordt toegewezen en de dwangsommen worden opgeheven.
Belgische rechter onbevoegd omdat gaspatroon MAGMA niet beschikbaar is in België

Rechtbank van Koophandel Brussel 1 juni 2017, IEFbe 2702 (Guilbert Express tegen Prof Praxis) Oneerlijke marktpraktijken. Guilbert Express en Prof-Praxis zijn beide actief in de gereedschapswereld. Guilbert Express heeft een gaspatroon genaamd EXPRESS. Prof Praxis commercialiseert gaspatronen genaamd MAGMA. Beide gaspatronen lijken sterk op elkaar. Guilbert Express vordert commercialisatie te staken wegens oneerlijke mededinging. Oneerlijke mededinging kan alleen maar worden toegepast in zoverre de schade zich heeft voorgedaan op het Belgische grondgebied. MAGMA is niet beschikbaar op de Belgische markt en er is geen enkele vaststelling gedaan op het Belgische grondgebied. De rechter verklaart zich territoriaal onbevoegd.
Concurrentievervalsing door LPW onrechtmatige wijze verkregen klantenbestanden te gebruiken

Hof van beroep Antwerpen 22 juni 2017, IEFbe 2700 (DIY Industrial Belgium tegen Eurosteel) Concurrentievervalsing. DIY heeft inbreuk gepleegd door afwerving van zowel clienteel als personeel en dit door het onrechtmatig aanwenden van bedrijfsmiddelen, met name door zich de toegang te verlenen tot de emailservers, de broncode van de website van Eurosteel en de interne bedrijfsgegevens en het klantenbestand van Eurosteel. DIY moet handelingen staken en er wordt een verbod opgelegd om op onrechtmatige wijze contact op te nemen met de ondernemingen uit het klantenbestand van Eurosteel. DIY gaat hiertegen in hoger beroep. DIY is op 21 maart 2017 failliet verklaard en hoger beroep wordt gevoerd door een raadsman van LPW. LPW heeft met de klanten Eurosteel gecontracteerd waarbij zij diens klanten- en prijsgegevens actief in haar voordeel heeft aangewend, terwijl zij wist dat die gegevens op onrechtmatige wijze werden verkregen door DIY. En door het gebruik van vertrouwelijke bedrijfsinformatie van Eurosteel om ze zelf te kunnen beleveren, wordt de concurrentie vervalst.
Uitspraak ingezonden door Charles Gielen, NautaDutilh N.V.
S-vorm is nietig, omdat de vorm inherent is aan de generieke functie van opvulmateriaal
Hof Arnhem-Leeuwarden 21 augustus 2018, IEF 17927; IEFbe 2721 (Rivafoam tegen Storopack) Merkenrecht. Rivafoam is houder van een Benelux vormmerk voor een teken voor S-vormig vulmateriaal voor verpakkingen. Storopack heeft een Gemeenschapsmerk van een S-vorm geregistreerd, waarvan Rivafoam de nietigheid heeft ingeroepen. Storopack vordert nietigverklaring van het Benelux S-vormmerk omdat het teken uitsluitend bestaat uit een vorm waarvan de wezenlijke kenmerken noodzakelijk zijn om een technische uitkomst te verkrijgen. De rechtbank [IEF 14197] oordeelde dat de S-vorm Rivafoam nietig moet worden verklaard omdat de belijningen het resultaat zijn van het productieproces en per S-vorm verschillen. In hoger beroep vordert Rivafoam dat haar S-vormmerk geldig wordt verklaard. De door Rivafoam als merk ingeschreven S-vorm zozeer functioneel is bepaald dat daaraan geen merkenrechtelijke bescherming kan worden toegekend. Het betreft immers een vorm waarvan het wezenlijke kenmerk, de S, inherent is aan de generieke functie van het opvulmateriaal, namelijk het schok- en schuifbestendig verpakken van producten. Het toekennen van merkenrechtelijke bescherming aan de S-vorm zou concurrerende ondernemingen op een onwenselijke manier belemmeren om de technische en gebruiksvoordelen van de S te benutten. De vordering wordt afgewezen en verklaart de inschrijving van het ingeschreven S-vormmerk van Rivafoam nietig en beveelt doorhaling daarvan.
Rechtmatige opzegging levering roltabak Amber Leaf vanwege EU-leveringsstop

Hof van beroep Gent 12 juni 2017, IEFbe 2699 (Devan tegen Cobeltab en Conway) Onrechtmatige opzegging. Devan baat een tankstation met tabakswinkel uit. Zowel Cobeltab als Conway zijn groothandelaars in tabaksproducten en leveren Amber Leaf roltabak aan Devan. De EU wil smokkel bestrijden en heeft een leveringsstop ingevoerd om na te gaan van wie de in beslaggenomen Amber Leaf producten afkomstig zijn. De inbeslaggenomen roltabak zou zijn aangekocht door Devan en geleverd door Cobeltab en Conway. Cobeltab en Conway hebben laten weten om het roltabak niet meer te leveren. Devan heeft bij de rechtbank gevorderd dat de levering herbenoemd moet worden. De vordering is ongegrond. Devan gaat hiertegen in hoger beroep. Cobeltab en Conway tonen voldoende aan dat minstens een aantal van de in beslag genomen kartons nog met de oorspronkelijke verzegeling aangetroffen werden. Het is aannemelijk dat twee volle kartons die door de Conway aan Devan geleverd werden niet door verschillende stromannen bij de Devan per toegelaten kilogram verkocht werden en gehergroepeerd werden door derden. Het hof bevestigt het bestreden vonnis.
Vlaams EnergieBedrijf maakt misleidende en vergelijkende reclame ondanks dat concurrenten niet genoemd worden

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 22 juni 2017, IEFbe 2698 (EDF Luminus tegen Vlaams EnergieBedrijf) Oneerlijk marktpraktijken. Misleidende reclame. EDF levert als energieleverancier, onder meer elektriciteit en aardgas. VEB is opgericht door de Vlaamse regering. Het kan als elektriciteitsleverancier optreden en beschikt over leveringsvergunningen voor zowel elektriciteit als gas. VEB beweert dat haar energieprijs goedkoper zou zijn en een minimale kostendekkende vergoeding vraagt. Volgens EDF maakt VEB op oneigenlijke wijze gebruik van een rechtsfiguur uit de overheidsopdrachtenreglementering, namelijk de aankoopcentrale. Tevens maakt VEB misleidende en vergelijkende reclame door onjuiste beweringen te doen. EDF vordert handelen te staken en gestaakt te houden. Diensten zoals beheer van klantrelatie op het vlak van bestelling, verificatie van hoeveelheden, facturatie enz. Deze prestaties zijn dan ook inherent inbegrepen in het optreden als aankoopcentrale. Deze vordering wordt afgewezen. VEB vergelijkt haar prijzen met andere elektriciteitsleveranciers en promoot zichzelf als goedkoper alternatief dan de privé-elektriciteitsleveranciers. De gebruiker die kennisneemt van de reclame kan de concurrenten immers herkennen dan wel identificeren. Men hoeft niet direct te weten wie de getroffen concurrenten zijn. De rechter beveelt staking van de oneerlijke en vergelijkende reclame.
Resumé par Thibaut D'hulst et Lily Kengen, Van Bael & Bellis.
Message Interne Critiquant la qualité des prestations après la fin d’une collaboration constitue un acte contraire aux pratiques honnêtes du marché

Tribunal de commerce du Brabant wallon, 7 juin 2017, IEFbe 2714 (Ktapult contre Century 21) Ktapult et Century 21 ont signé une convention de collaboration, dans le cadre de laquelle Ktapult était notamment chargée de la création de sites internet. Ces sites n’ont pas donné satisfaction et Century 21 a mis fin à la collaboration. Les relations entre les deux sociétés se sont dégradées, et celles-ci se sont mutuellement mises en demeure de cesser tout acte de dénigrement, diffamation ou calomnie. Ktapult a également introduit une procédure devant le Tribunal de commerce de Bruxelles tendant à obtenir des dommages et intérêts sur la base de l’article 1794 du Code civil. Alors que la procédure était en cours, Century 21 a adressé un e-mail à ses franchisés indiquant qu’il avait été mis fin à la collaboration avec Ktapult en raison de ses mauvaises prestations.
Ktapult estime qu’un tel acte, ainsi que le fait que Century 21 ait prétendument qualifié une personne, au sein de Ktapult, d’ « individu sans scrupules », est interdit au sens de l’article VI.104 du Code de droit économique et Ktapult demande donc sa cessation sous peine d’astreinte. Century 21 introduit une demande reconventionnelle à l’égard de Ktapult afin qu’elle cesse tout acte de dénigrement, diffamation ou calomnie.