IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3362

Artikel ingezonden door Willem Hoyng, HOYNG ROKH MONEGIER.

Willem Hoyng: German French UPC Supremacy?

Under the heading Juve Patent Survey 2021 Juve uses the title “UPC favourites: French and German judges dominate”. Juve suggests that its findings are based on Juve’s own worldwide survey of 1300 “patent experts”.

We do not know (other than the indication “heads of patent departments in selected technology companies across Europe as well as lawyers and patent attorneys with patents experience”) who these 1300 patent experts are; how many of these so-called experts have litigated patent cases; and how many of them have litigated several cases in front of the judges they nominate and/or have studied in depth the decisions of these judges.

Lees verder op EPLAW.org >>

IEFBE 3361

Uitspraak ingezonden door Jordi Bierens, Pels Rijcken.

Vordering tot doorhaling woordmerk UBO toegewezen

13 jan 2022, IEFBE 3361; https://www.ie-forum.be/artikelen/vordering-tot-doorhaling-woordmerk-ubo-toegewezen

BOIP 13 januari 2022, IEF 20480, IEFbe 3361; N3000217 (Kamer van Koophandel tegen UBO) Doorhalingsbeslissing. Op 27 maart 2020 diende de verzoeker (Kamer van Koophandel) een vordering tot doorhaling van Benelux inschrijving 13933760 van het woordmerk UBO in. De verzoeker stelt dat er onder andere sprake is van de nietigheidsgronden uit artikel 2.2.bis, lid 1 sub b en c BVIE. Inhoudelijk betekent dit dat het bestreden merk elk onderscheidend vermogen mist en dat het merk beschrijvend is. Verzoeker stelt dat de aanduiding UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’ en dat deze term wordt gebruikt om de belanghebbende van een onderneming of rechtspersoon aan te duiden. Uit de stellingen van partijen blijkt voorts dat het woord UBO kan dienen om een kenmerk aan te duiden van de diensten waarvoor het merk is geregistreerd. Dit leidt tot de conclusie dat de in artikel 2.2bis, lid 1, sub b en c BVIE bedoelde absolute nietigheidsgronden van toepassing zijn. Het Bureau besluit dat de vordering tot doorhaling wordt toegewezen en dat de Benelux merkinschrijving 1393760 wordt doorgehaald voor alle diensten.

IEFBE 3360

Start periode van voorlopige toepassing Unified Patent Court

Oostenrijk ratificeerde op 18 januari jl. het Protocol inzake voorlopige toepassing bij het UPC-verdrag. Hiermee is de periode van voorlopige toepassing gestart waarin de institutionele bepalingen van het UPC-verdrag in werking treden.

Lees meer over deze ratificatie op de website van het Unified Patent Court.

IEFBE 3359

Prejudiciële vragen over alternatieve modellen

HvJ EU - CJUE 21 dec 2021, IEFBE 3359; (Papierfabriek Doetinchem), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-alternatieve-modellen

Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) 21 december 2021, IEF 20476, IEFbe 3359; C-684/21 (Papierfabriek Doetinchem) via MinBuza. Verzoekster is houder van het recht op een gemeenschapsmodel dat is ingeschreven en gepubliceerd (litigieus model) met betrekking tot een packing device. Verweerster verkocht een concurrerend product dat door verzoekster wordt beschouwd als een inbreuk op het litigieuze model. Verweerster is van mening dat het litigieuze model nietig is omdat alle kenmerken van het model uitsluitend worden bepaald door de technische functie van het voortbrengsel. Zij heeft een reconventionele vordering tot nietigverklaring van verzoeksters gemeenschapsmodel ingesteld. De rechter in eerste aanleg heeft haar vordering in reconventie afgewezen. Hij was van oordeel dat de kenmerken van het litigieuze model gezien het bestaan van een groot aantal ontwerpalternatieven niet uitsluitend worden bepaald door de technische functie ervan. In het hiertegen ingestelde hoger beroep heeft de verwijzende rechter de reconventionele vordering tot nietigverklaring van het litigieuze model toegewezen.

IEFBE 3357

Vernietiging beslissing Uniewoordmerk SO COUTURE

HvJ EU - CJUE 21 jan 2021, IEFBE 3357; (L’Oréal tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/vernietiging-beslissing-uniewoordmerk-so-couture

HvJ EU Kamer van beroep 21 januari 2021, IEF 20474, IEFbe 3357; T-30/21 (L’Oréal tegen EUIPO) Verzoekschrift. L’Oréal is de verzoekende partij en het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) de verwerende partij. L’Oréal heeft een inschrijvingsaanvraag gedaan bij EUIPO voor het Uniewoordmerk SO COUTURE. Dit verzoek is door de vijfde kamer van beroep van het EUIPO op 3 november 2020 in zaak R 158/2016-5 afgewezen. L'Oréal verzoekt nu dat deze beslissing op grond van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad bij de globale beoordeling en de beoordeling van het verwarringsgevaar wordt vernietigd. De Kamer van beroep oordeelt dat de bestreden beslissing moet worden vernietigd.

IEFBE 3356

HvJ EU Conclusie A-G over parallelimport van geneesmiddelen

HvJ EU - CJUE 13 jan 2022, IEFBE 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-over-parallelimport-van-geneesmiddelen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20473, LS&R 2014, IEFbe 3356; ECLI:EU:C:2022:28 (Parallelimport geneesmiddelen) Deze conclusie betreft drie rechtszaken waarin verschillende geschillen spelen betreffende parallelimport van geneesmiddelen. Het Landgericht Hamburg heeft de behandeling van deze rechtszaken geschorst en het Hof meerdere prejudiciële vragen gesteld. Onder andere de vragen of artikel 47 bis van richtlijn [2001/83] zo moet worden uitgelegd dat ten aanzien van parallel ingevoerde producten kan worden aangenomen dat de maatregelen ter zake van de verwijdering en het aanbrengen van de veiligheidskenmerken overeenkomstig artikel 54, onder o), van richtlijn [2001/83], hetgeen door de parallelimporteur wordt uitgevoerd door middel van ofwel heretikettering ofwel ompakking, gelijkwaardig zijn wanneer beide maatregelen voor het overige voldoen aan de voorwaarden van richtlijn [2001/83] en van gedelegeerde verordening [2016/161] en even geschikt zijn om de authenticiteit en de identiteit van het geneesmiddel te controleren en om te bewijzen dat met het geneesmiddel is geknoeid?

IEFBE 3355

HvJ EU Conclusie A-G inzake rechtsverwerking wegens gedogen

HvJ EU - CJUE 13 jan 2022, IEFBE 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-conclusie-a-g-inzake-rechtsverwerking-wegens-gedogen

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2022, IEF 20472, IEFbe 3355; ECLI:EU:C:2022:25 (Heitec AG tegen Heitech promotion GmbH) Heitec is houdster van het op 4 juli 2005 als Uniemerk ingeschreven woordmerk HEITEC. Verweerster in het hoofdgeding is op 16 april 2003 in het handelsregister ingeschreven onder de handelsnaam HEITECH Promotion GmbH, waaronder zij haar activiteiten verricht (hierna: Heitech). Op 22 april 2009 is Heitech schriftelijk in gebreke gesteld door Heitec wegens het gebruik van de handelsnaam en het merk met het woordelement HEITECH. Heitec heeft voor de rechter primaire vorderingen ingesteld wegens inbreuk op de haar door haar handelsnaam HEITEC verleende rechten, en subsidiair vorderingen wegens inbreuk op haar Uniemerk HEITEC. Het Bundesgerichtshof heeft de behandeling van de zaak geschorst en het Hof vier prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn [2008/95] alsmede in de zin van artikel 54, leden 1 en 2, en artikel 111, lid 2, van verordening [nr. 207/2009]. De A-G concludeert o.a. dat alleen een einde kan worden gemaakt aan de termijn van rechtsverwerking wegens gedogen als de houder van oudere rechten laat blijken een einde te maken aan het gedogen door beroep in te stellen binnen een termijn van vijf jaar vanaf het ogenblik waarop hij kennis heeft gekregen van het gebruik van het jongere merk.

IEFBE 3354

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Burger" is een geldig Uniemerk

EUIPO - BHIM - OHMI 22 dec 2021, IEFBE 3354; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://www.ie-forum.be/artikelen/euipo-impossible-burger-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20471, IEFbe 3354 ; R 973/2021-5 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2018 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Burger. Op 28 februari 2019 is het merk ingeschreven. Op 18 maart 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk merk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEFBE 3353

Ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, Lamyae Ramdani en Irenah Klink, De Brauw Blackstone Westbroek.

EUIPO: "Impossible Sausage" is een geldig Uniemerk

EUIPO - BHIM - OHMI 22 dec 2021, IEFBE 3353; (Nestlé tegen Impossible Foods), https://www.ie-forum.be/artikelen/euipo-impossible-sausage-is-een-geldig-uniemerk

EUIPO the Fifth Board of Appeal 22 December 2021 IEF 20470 , IEFbe 3353; R 972/2021 (Nestlé tegen Impossible Foods) In 2019 diende Impossible Foods Inc. (een bedrijf dat plantaardige vervangers voor vleesproducten ontwikkelt) een aanvraag in voor de inschrijving van het woordmerk Impossible Sausage. Het merk is op 19 september 2019 ingeschreven. Op 20 november 2019 heeft Nestlé een verzoek tot nietigverklaring van het ingeschreven Uniemerk ingediend. De argumenten die door Nestlé zijn aangevoerd ter onderbouwing van het feit dat het woordmerk slechts een verwijzing is naar de kenmerken van de waren en dus een onderscheidend vermogen mist, slagen niet. Nestlé wijst er ook op dat de houder van het Uniemerk de term onmogelijk op een beschrijvende manier gebruikt in zijn promotie- en reclameactiviteiten en dat dit dus zou aantonen dat het publiek het teken als niet-onderscheidend of beschrijvend zou opvatten.

IEFBE 3378

MMA jurisprudentielunch & Benelux Merkencongres

Vanaf dit voorjaar neemt Jesse Hofhuis (Hofhuis Alkema Groen) het stokje over van Charles Gielen bij de halfjaarlijkse jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht van deLex. Op woensdag 18 mei is de eerstvolgende MMA jurisprudentielunch, met Tobias Cohen JehoramJesse Hofhuis en Joris van Manen. Inschrijven is mogelijk via deze link.

Tijd: 13.00 – 16.15 uur (inloop vanaf 12.30 uur)
Locatie: wordt nog bekend gemaakt*
Accreditatie: 3 opleidingspunten (BMM, PO of Vlaamse Orde)