DOSSIERS
Alle dossiers

Octrooirecht - Droit des brevets  

IEFBE 2766

Prejudicieel gestelde vragen over afgiftevoorwaarde art. 3a) ABC-verordening

HvJ EU - CJUE 17 okt 2018, IEFBE 2766; (Afgiftevoorwaarde ABC-verordening), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-afgiftevoorwaarde-art-3a-abc-verordening

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 17 oktober 2017, IEF 18036; IEFBE 2766; LS&R 1653; C-650/17 (Afgiftevoorwaarde ABC-verordening) Octrooirecht. Via Minbuza. Verzoekster is houdster van een Europees octrooi, dat inmiddels door tijdsverloop is vervallen. Het octrooi betreft een procedure voor de verlaging van de bloedglucosespiegel bij zoogdieren door het toedienen van zogenoemde DPPIV- remmers. De onder deze categorie van werkzame stoffen vallende werkzame stof sitagliptine werd na de datum van de aanvraag van het basisoctrooi door een licentiehoudster ontwikkeld die hiervoor een octrooi heeft verkregen op grond waarvan een aanvullend beschermingscertificaat aan haar werd afgegeven. Verzoekster verzocht bij het Duits octrooi- en merkenbureau op grond van het Duitse deel van het Europese octrooi om afgifte van een aanvullend beschermingscertificaat voor het product “sitagliptine in alle vormen die vallen onder de bescherming door het basisoctrooi”, subsidiair voor “sitagliptine, in het bijzonder sitagliptinefosfaat-monohydraat.” Ten aanzien van de vereiste vergunning voor het in de handel brengen als geneesmiddel baseerde zij zich hierbij op de toelatingen van het geneesmiddel Januvia van door het EMA. Bij besluit werd de aanvraag afgewezen, aangezien niet zou zijn voldaan aan de afgiftevoorwaarde overeenkomstig artikel 3a) van de ABC-verordening. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van artikel 3a) van de ABC-verordening.

IEFBE 2761

Geen schending motiveringsplicht Hof van Beroep uitspraak Roquette tegen Syral: probleemoplossingstoets niet enige manier om uitvinderswerkzaamheid aan te tonen

Hof van Cassatie - Cour de Cassation 22 mrt 2018, IEFBE 2761; (Roquette Frères tegen Syral Belgium), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-schending-motiveringsplicht-hof-van-beroep-uitspraak-roquette-tegen-syral-probleemoplossingstoe

Hof van Cassatie 22 maart 2018, IEFBE 2761 (Roquette Fréres tegen Syral Belgium) Octrooirecht. Het Hof van Beroep [IEFBE 2276] oordeelde dat het octrooi van Roquette geen uitvinderswerkzaamheid heeft. Roquette stelt dat het Hof van Beroep zijn motiveringsplicht ingevolge artikel 149 Grondwet heeft geschonden: zij had de probleemoplossingstoets moeten aanvoeren. Het Hof van Cassatie oordeelt dat het aanvoeren daarvan slechts een argument ter staving van het middel inzake de aanwezigheid van uitvinderswerkzaamheid is. Omdat het octrooi nietig is verklaard, dient het Hof van Cassatie niet meer in te gaan op verweer van eiseres betreffende de in ondergeschikte orde door de verweerster gevorderde verklaring van niet-inbreuk. Het Hof van Cassatie verwerpt het cassatieberoep.

IEFBE 2760

Landgericht Düsseldorf: ABC nietig wegens strijd met 3 c) ABC-Verordening

Duitse jurisprudentie - Jurisprudence allemande 1 okt 2018, IEFBE 2760; (MSD tegen Ratiopharm), https://www.ie-forum.be/artikelen/landgericht-d-sseldorf-abc-nietig-wegens-strijd-met-3-c-abc-verordening

Landgericht Düsseldorf 1 oktober 2018, 4bO39/18; IEF 18014; IEFbe 2760; LS&R 1647 (MSD tegen Ratiopharm) (EN/DE) ABC-recht. MSD heeft een Duits ABC verkregen voor de combinatie ezetimibe en simvastatine. Eerder verkreeg MSD een ABC voor ezetimibe alleen, welk ABC inmiddels verlopen is. Beide ABCs steunen op hetzelfde basisoctrooi, EP0720599, dat een nieuwe groep azetidinonverbindingen met cholesterolverlagende werking beschermt (waaronder de stof ezetimibe). MSD verkrijgt in Duitsland op basis van haar combinatie-ABC ex parte verboden tegen meerdere generieke partijen. In inter partes kort geding procedures oordeelt het Landgericht Düsseldorf dat de geldigheid van het ABC voor de combinatie twijfelachtig is, omdat het ziet op hetzelfde resultaat van de uitvinderswerkzaamheid als waar het eerder verleende ABC voor ezetimibe op ziet. Met verwijzing naar de arresten Actavis/Sanofi (C-443/12; IEF 13336) en Actavis/Boehringer (C-577/13; IEF 14750) van het HvJ EU, oordeelt het Landgericht dat artikel 3 c) van de ABC-Verordening eraan in de weg staat dat de houder van een basisoctrooi een nieuw ABC kan verkrijgen telkens als hij een geneesmiddel in de handel brengt dat bevat, ten eerste, de als zodanig door zijn basisoctrooi beschermde werkzame stof, die de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van dit octrooi vormt, en, ten tweede, een andere, als zodanig door dit octrooi niet beschermde werkzame stof. Het Landgericht acht het voor de beoordeling van de geldigheid van het ABC van belang dat het combinatiegeneesmiddel slechts een additief effect vertoont t.o.v. ezetimibe alleen en dat het basisoctrooi ook geen andere onverwachte, voordelige effecten openbaart met betrekking tot dit combinatiegeneesmiddel. Dit wijst erop dat de belangrijkste uitvinderswerkzaamheid van het basisoctrooi betrekking heeft op ezetimibe, niet op het combinatiegeneesmiddel. Het Landgericht oordeelt dat, hoewel het combinatieproduct kan worden geacht te zijn beschermd door het basisoctrooi, het ABC in strijd met artikel 3 c) ABC-Verordening is verleend. Dit betekent dat gerede twijfel bestaat over de geldigheid van het ABC. Om die reden heft het Landgericht de opgelegde verboden op. Op 11 juni jl. oordeelde de voorzitter van de rechtbank Den Haag reeds dat het Nederlandse ABC voor de combinatie ezetimibe en simvastatine op voorhand nietig te achten was (C/09/552040 / KG ZA 18-405; IEF 17763).

IEFBE 2756

Conclusie AG: Mededeling aan autoriteit van carve out is verzoek tot beperking van handelsvergunning

HvJ EU - CJUE 4 okt 2018, IEFBE 2756; ECLI:EU:C:2018:822 (CtBG tegen Warner-Lambert), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-mededeling-aan-autoriteit-van-carve-out-is-verzoek-tot-beperking-van-handelsvergunning

Conclusie AG HvJ EU 4 oktober 2018, IEF 18007; IEFbe 2756; LS&R 1645; ECLI:EU:C:2018:822; C‑423/17 (CtBG tegen Warner-Lambert) Geneesmiddelen voor menselijk gebruik – Richtlijn 2001/83/EG – Generieke geneesmiddelen – Samenvatting van de productkenmerken van een geneesmiddel – Carve-out voor nog geoctrooieerde indicaties van het referentiegeneesmiddel – Omvang van de handelsvergunning voor het generieke geneesmiddel – Publicatie van de samenvatting van de productkenmerken van het geneesmiddel.

1)      Artikel 10 en artikel 11 van [Geneesmiddelenrichtlijn] moeten aldus worden uitgelegd dat een mededeling waarmee de aanvrager of de houder van een handelsvergunning voor een generiek geneesmiddel in de zin van artikel 10 de autoriteit laat weten dat hij overeenkomstig artikel 11, tweede alinea, de delen van de samenvatting van de productkenmerken van het referentiegeneesmiddel die verwijzen naar indicaties of doseringsvormen die onder het octrooirecht van een derde vallen, niet vermeldt in de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter van het generieke geneesmiddel, dient te worden aangemerkt als een verzoek tot beperking van de handelsvergunning voor dit generieke geneesmiddel tot de overige indicaties of doseringsvormen.

IEFBE 2753

Uitspraak aangebracht door Tim Robrechts en Steven Cattoor, HOYNG ROKH MONEGIER.

Octrooi Genentech voor geneesmiddel borstkanker nietig verklaard: gebrek aan nieuwheid

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 28 aug 2018, IEFBE 2753; (Pfizer tegen Genentech), https://www.ie-forum.be/artikelen/octrooi-genentech-voor-geneesmiddel-borstkanker-nietig-verklaard-gebrek-aan-nieuwheid

NL Rechtbank van Koophandel Brussel 28 augustus 2018, IEFbe 2753 (Pfizer tegen Genentech) Octrooirecht. Pfizer houdt voor actueel een biosimular te ontwikkelen met trastuzumab als actief bestanddeel ter behandeling van borstkanker en wil dit in België commercialiseren. Genentech ontwikkelde een geneesmiddel ter behandeling van bepaalde types borstkanker dat gecommercialiseerd wordt onder het merk Herceptin® met als actie bestanddeel trastuzumab. Octrooi daarvan is verlopen. Genentech heeft een nieuw octrooi EP 1 308 455 die als tweede generatie-octrooi bestempeld wordt door Pfizer. De technische kenmerken van EP455 werden ondubbelzinnig geopenbaard in een eerder aangevraagd octrooi (WO’801). Het nieuwe octrooi is daarom de rechtbank nietig verklaard bij gebrek aan nieuwheid.

IEFBE 2749

Uitspraak en samenvatting ingezonden door: Kirian Claeyé en Diederik Arnout ALTIUS

Geen inbreuk CAF en De Lijn op octrooi Belgisch luik

Rechtbanken van Koophandel - Tribunaux de commerce 20 sep 2018, IEFBE 2749; (Bombardier/CAF), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-inbreuk-caf-en-de-lijn-op-octrooi-belgisch-luik

Vzr. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 20 september 2018, IEFBE 2749 (Bombardier/CAF) Octrooirecht. Stakingsvordering. CAF en Bombardier werden beiden geselecteerd voor een aanbestedingsopdracht van vervoersmaatschappij De Lijn. De Lijn stelde een gunningsverslag op waaruit blijkt dat de offerte van CAF superieur is aan die van Bombardier. Bombardier stelde daarop een stakingsvordering in tegen CAF en De Lijn op basis van een beweerdelijke inbreuk op het Belgisch luik van een Europees octrooi voor lagevloertrams. De inbreuk werd echter niet aanvaard, aangezien de trams van CAF voor De Lijn niet de kenmerken bezitten van de conclusies van het octrooi. Ook een inbreuk bij equivalent werd niet aanvaard in het licht van de specifieke numerieke waarden in de kenmerken en de beschrijving van het octrooi. De stakingsvordering werd ongegrond verklaard.

IEFBE 2715

Stakingsvordering gunningsbeslissing voor aanleg van lagevloertrams niet-ontvankelijk omdat Bombardier geen octrooihouder is

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 20 apr 2017, IEFBE 2715; (Bombardier tegen CAF), https://www.ie-forum.be/artikelen/stakingsvordering-gunningsbeslissing-voor-aanleg-van-lagevloertrams-niet-ontvankelijk-omdat-bombardi

Voorz. Rechtbank van Koophandel Brussel 20 april 2017, IEFbe 2715 (Bombardier tegen CAF) Aanbestedingsvergunning. Octrooirecht. Vervoersmaatschappij De Lijn had een aanbestedingsopdracht gepubliceerd. CAF en Bombardier werden beide geselecteerd. De lijn stelde een gunningsverslag op waaruit blijkt dat de offerte van CAF superieur is aan die van Bombardier. Bombardier diende een verzoekschrift in bij de Raad van State tot schorsing van de gunningsbeslissing. De Raad van State oordeelde dat De Lijn haar zorgvuldigheidsplicht en de plicht tot gelijke handeling schond omdat ze niet hebben onderzocht waarom CAF goedkoper was. Bombardier beschikt over een Europees Octrooi op een uitvinding voor aanleg voor lagevloertrams. CAF zou het octrooi schenden en daarom lagere kosten maken. Bombardier vordert om de stakingsvordering van het verzoekschrift bij de Raad van State gegrond en ontvankelijk te verklaren. Eiseres, Bombardier AT, is niet meer de houder van het octrooi omdat dit is gewijzigd en op naam van Bombardier (Holdings) staat. De stakingsvordering is niet-ontvankelijk.

IEFBE 2701

Onmogelijk informatie te verschaffen vanwege buitenlandse server van Mylan

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 8 jun 2017, IEFBE 2701; (Mylan tegen Teva ), https://www.ie-forum.be/artikelen/onmogelijk-informatie-te-verschaffen-vanwege-buitenlandse-server-van-mylan

Rechtbank van Koophandel Brussel 8 juni 2017, IEFbe 2701 (Mylan tegen Teva) Octrooirecht. Synthon groep is een internationale farmaceutische generieke groep. Voor commercialisering in België werken ze samen met Mylan. Teva is een groep die generieke en innovatieve geneesmiddelen ontwikkelt. Teva vermoedt dat Mylan een werkwijze gebruikt die beschermd wordt door haar Europese octrooi. Teva verzocht de voorzitter in kort geding om een deskundige aan te stellen. Deze vordering om een deskundige aan te stellen werd toegewezen. Mylan weigerde mee te werken aan het onderzoek van de deskundige. Teva vordert een betaling wegens niet-naleving van verplichtingen. Mylan heeft derdenverzet aangetekend tegen de verplichting om stukken te overhandigen aan de deskundige en weigert de dwangsommen te betalen. De server van Mylan staat in het buitenland en heeft daartoe geen toegang. Het is voor Mylan onmogelijk om informatie te verschaffen. De vordering van Mylan wordt toegewezen en de dwangsommen worden opgeheven.

IEFBE 2661

Merkinbreuk op merk CowsOnWeb, want teken wordt gebruik in reclame gericht aan professionele afnemers

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 31 jul 2017, IEFBE 2661; (Marcram tegen Signum), https://www.ie-forum.be/artikelen/merkinbreuk-op-merk-cowsonweb-want-teken-wordt-gebruik-in-reclame-gericht-aan-professionele-afnemers

Voorz. NL Rechtbank van Koophandel Brussel 31 juli 2017, IEFbe 2661 (Marcram tegen Signum) Marcram profileert zich als een ontwikkelaar van elektronische apparatuur – in het bijzonder voor de veeteelt. Zij was voor die activiteit niet ingeschreven in de KBO, en dan nog enkel als ‘groothandel’. Signum is een ingenieursbureau dat software en hardware ontwikkelt, produceert en verdeelt voor professionele klanten die veelal actief zijn in de landbouwsector. Het gaat in casu om Cowsonweb, een geboortebewaker/sonde voor koeien. Marcram kan geen rechten putten uit de handelsnaam “Cowsonweb” , omdat zij duidelijk geen gebruik meer maakte van de naam. Marcram voerde aan dat Signum inbreuk pleegt op haar octrooirecht (BE 2013/0021). Het octrooi is echter nietig, omdat de nieuwheid en inventiviteit ontbreken. De vordering is ongegrond. De tegeneis van Signum is dat Marcram inbreuk maakt op haar merk “CowsOnWeb”. Het teken van Marcram is identiek aan het merk van Signum. Het teken wordt gebruikt in reclame gericht aan professionele afnemers en daarom is het niet relevant of Marcram de betreffende waren en diensten effectief verdeelt. Er is sprake van merkinbreuk.

IEFBE 2681

Bijdrage ingezonden door Cees Mulder, Maastricht University.

Cees Mulder - Verwijzing naar de Grote Kamer over te laat beroep of betaling taks voor het beroep na twee maanden

7 jun 2018, IEFBE 2681; G-1/18 https://www.ie-forum.be/artikelen/cees-mulder-verwijzing-naar-de-grote-kamer-over-te-laat-beroep-of-betaling-taks-voor-het-beroep-na-t

Verwijzingsbeschikking President EOB naar Grote Kamer van Beroep 7 juni 2018, G-1/18. Octrooiprocesrecht. De President van het Europees Octrooibureau (EOB) heeft een rechtsvraag voorgelegd aan de Grote Kamer van beroep. Hij kan dit doen wanneer twee kamers van beroep over deze vraag uiteenlopende beslissingen hebben genomen (Artikel 112(1)(b) EOV). Het betreft de vraag (vertaald uit het Frans):

"Indien beroep wordt ingesteld en/of de taks voor het beroep wordt betaald na het verstrijken van de termijn van twee maanden volgens Artikel 108 EOV, is het beroep dan niet-ontvankelijk of wordt het geacht niet te zijn ingesteld, en moet de taks voor het beroep worden terugbetaald?"