Un brevet annulé en première instance peut encore être prima facie valable
Hof van Cassatie 24 juni 2013, IEFbe 779 (Eurogenerics tegen H. Lundbeck) - français
Arrêt envoyé par Frédéric Lejeune, Hoyng Monegier. IEFbe 104. Brevet - Juge du fond - Décision d'annulation - Décision susceptible  d'opposition ou d'appel - Effets - Juge des référés - Contrefaçon -  Droits apparents - Appréciation - Fondement.
Aux termes de l’article 51, § 2, de la loi du 28 mars 1984, en cas d’annulation des brevets, le pourvoi en cassation est suspensif. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 28 mars 1984 que le législateur a adopté cette disposition vu la gravité de la décision d’annulation car le tribunal ne peut restaurer un brevet annulé.
Il s’ensuit que le juge des référés, appelé à interdire provisoirement des actes de contrefaçon, peut raisonnablement, pour établir l’existence des droits apparents de la demanderesse, avoir égard au brevet européen dont elle est titulaire même s’il a été annulé par une décision du tribunal de commerce, aussi longtemps qu’il n’a pas été statué définitivement sur l’appel dirigé contre cette décision d’annulation.
IEFbe 104. Gerechtelijke Wetboek. Octrooirecht. ABC voor geneesmiddelen. Escitalopram.
Naar luid van artikel 51, § 2, van de wet van 28 maart 1984 heeft de voorziening in cassatie, ingeval van nietigverklaring van de octrooien, schorsende werking. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 maart 1984 blijkt dat de wetgever die bepaling heeft opgenomen gelet op de ernst van de beslissing tot nietigverklaring, vermits de rechtbank een nietig verklaard octrooi niet kan herstellen.
Daaruit volgt dat de rechter in kortgeding, aangewezen om de handelingen van namaak voorlopig te verbieden, om het bestaan van de ogenschijnlijke rechten van de eiseres vast te stellen, redelijkerwijs rekening kan houden met het Europees octrooi, waarvan zij houdster is, zelfs als een beslissing van de rechtbank van koophandel dat octrooi nietig heeft verklaard, zolang geen definitieve uitspraak is gedaan over het hoger beroep tegen die beslissing van nietigverklaring.
Het middel dat van het tegendeel uitgaat, faalt naar recht.
Uitspraak mede ingezonden door Pieter Callens en Véronique Pede, 
Octrooirecht. Werkwijze-octrooi. Saint-Gobain Glass is houdster van 
Octrooirecht. KTN mede-uitvinder van de installatie die ze gekocht heeft van Ayal en van de uitvinding opgeëist in de octrooiaanvraag 
Arrêt definitif. Brevet. Procédé (sous-titrage de films cinématographiques). Contrefaçon. Le remboursement de ses frais de conseils techniques. Vainement LTI cite-t-elle encore une recommandation du Comité des  ministres du Conseil de l'Europe dès lors que celle-ci a trait à  la  question des frais d'avocats et non des conseils techniques. Ce chef de demande n'est pas fondé.

Via LegalWorld
Uitspraak mede ingezonden door Peter L'Ecluse en Thibaut D'Hulst,