IEFBE 3737
29 april 2024
Artikel

Hoe Belgische IER-handhaving de Europese rechtspraak doorstaat

 
IEFBE 3736
25 april 2024
Uitspraak

Modeontwerpster kan merkgebruik verbieden op grond van niet-ingeschreven pseudoniem

 
IEFBE 3735
25 april 2024
Uitspraak

Arrest van Benelux-Gerechtshof over woordmerk NIELSON

 
IEFBE 2805

Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Simont Braun.

Eerder stakingsbevel Uber viseert elke verdeling bezoldigde taxiritten aan chauffeurs zonder toelating zoals art. 3 Ordonnantie 27 april 1995

Overig - Autres 18 dec 2018, IEFBE 2805; (Taxi Radio Bruxelles en Uber BE tegen Uber BV c.s.), https://www.ie-forum.be/artikelen/eerder-stakingsbevel-uber-viseert-elke-verdeling-bezoldigde-taxiritten-aan-chauffeurs-zonder-toelati

Vzr. NL Ondernemingsrechtbank Brussel 18 december 2018, IEFbe 2805 (Taxi Radio Bruxelles en Uber BE tegen Uber BV c.s.) Marktpraktijken. Uitleg eerder stakingsbevel [IEFbe 1541]. Stakingsbevel viseert elke verdeling van bezoldigde taxiritten aan chauffeurs die niet beschikken over een toelating zoals bepaald door artikel 3 van de Ordonnantie van 27 april 1995, ongeacht de benaming van de betrokken dienst door Uber.

IEFBE 2804

Uitspraak ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Woordmerk Anne Frank Stichting ingetrokken, naam slechts gebruikt als verwijzing

EUIPO - BHIM - OHMI 7 dec 2018, IEFBE 2804; (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting), https://www.ie-forum.be/artikelen/woordmerk-anne-frank-stichting-ingetrokken-naam-slechts-gebruikt-als-verwijzing

EUIPO Cancellation Division 7 december 2018, IEF 18174; IEFbe 2804 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting) Merkenrecht. Zie ook Volkskrant. Verzoek tot intrekken woordmerk Anne Frank gedaan door Anne Frank Fonds. Anne Frank Stichting heeft verwezen naar de naam, maar heeft de naam niet als zelfstandige merknaam gebruikt, waardoor het in vijf jaar niet "normaal" is gebruikt. Verzoek tot intrekking toegewezen.

IEFBE 2803

Marten Bouma onder HvJ EU Jägermeister/EUIPO

, IEFBE 2803; https://www.ie-forum.be/artikelen/marten-bouma-onder-hvj-eu-j-germeister-euipo

Marten Bouma onder HvJ EU 5 juli 2018; IEF 17826 (Jägermeister tegen EUIPO) Het is de tijd van het terugkijken naar wat er allemaal is gebeurd het afgelopen jaar. Het arrest van het Hof van Justitie van 5 juli roept bij mij steeds meer vragen op, het neemt zelfs mystieke vormen aan. Wat is er eigenlijk gedeponeerd? Waarom switcht de Onderzoeker bij het EUIPO van grondslag? Zijn de afbeeldingen het wezenlijke probleem of is het eigenlijk de classificatie van de afgebeelde producten? Zou het Benelux bureau een andere aanpak hebben gekozen? Waarom is de deposant zo halsstarrig? Waarom is Locarno klasse 07.99 Miscellaneous niet toegepast? Lees verder.

IEFBE 2802

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel Advocaten.

Nietigverklaring model Multimox, argument latere elektronische beschikstelling irrelevant voor openbaarmaking

EUIPO - BHIM - OHMI 30 apr 2018, IEFBE 2802; (Asian Gear tegen Multimox), https://www.ie-forum.be/artikelen/nietigverklaring-model-multimox-argument-latere-elektronische-beschikstelling-irrelevant-voor-openba

EUIPO 30 april 2018, IEF 18161; IEFbe 2802; (Asian Gear tegen Multimox) Modellenrecht. Asian Gear diende verzoek in tot nietigverklaring tegen het gemeenschapsmodel met nr. 00607155-0002, die op 19 oktober 2006 is aangemeld.Zij stelt dat de scooter aan nieuwheid en eigen karakter ontbreekt omdat er sinds 22 december 2005 een identieke Chinese modelinschrijving zou bestaan. Alle argumenten met betrekking tot latere elektronische terbeschikkingbestelling van het Chinese model zijn irrelevant, omdat zelfs in de tijd dat de registers van de nationale en intergouvernementele bureaus nog niet online te benaderen waren, het gebruikelijk was dat de publicatiebladen van de bureaus in grote bibliotheken te bekijken waren. De ingewijden van de voertuigindustrie in het onderhavige geval konden dus rederlijkerwijs kennis hebben genomen van de publicatie van het Chinese model. Ook ontbreekt het eigen karakter, omdat er afgezien van de contrasterende vormgeving van het gemeenschapsmodel, geen sprake is van doorslaggevende verschillen tussen de bedoelde modellen vanuit de afbeelding. Aanvraag tot nietigverklaring ingewilligd.

IEFBE 2801

Gerecht vernietigt ten dele besluit EC tot vaststelling bestaan beperkende overeenkomsten en misbruik machtspositie op markt perindopril

HvJ EU - CJUE 12 dec 2018, IEFBE 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Commissie), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-vernietigt-ten-dele-besluit-ec-tot-vaststelling-bestaan-beperkende-overeenkomsten-en-misbrui

HvJ EU 12 december 2018, IEF 18151; LS&R 1683; IEFbe 2801; ECLI:EU:T:2018:910 (Biogaran tegen Europese Commissie) Octrooirecht. Contractrecht. Via persbericht.De Servier-groep ontwikkelde perindopril, een geneesmiddel dat tot de klasse van angiotensine-converterende enzymremmers ('ACE') behoort, gebruikt in de cardiovasculaire geneeskunde en voornamelijk bedoeld voor de behandeling van hypertensie en hartfalen. Het perindopril samengestelde octrooi, ingediend bij het EPO in 1981, verliep in de loop van de jaren 2000 in verschillende EU-lidstaten. Het actieve farmaceutische bestanddeel van perindopril, dat wil zeggen de biologisch actieve chemische stof die de gewenste therapeutische effecten produceert, neemt de vorm aan van een zout, erbumine. Een nieuw octrooi met betrekking tot erbumine en zijn productieprocessen werd door Servier in 2001 bij het EPO ingediend en in 2004 verleend (het 947-octrooi). Naar aanleiding van geschillen waarbij de geldigheid van dat octrooi werd aangevochten, heeft Servier verschillende schikkingsovereenkomsten gesloten met een aantal generieke bedrijven, waarmee elk van deze ondernemingen moest afzien van toetreding tot de markt of het betwisten van dat octrooi. Het Gerecht vernietigt ten dele het besluit van de Europese Commissie tot vaststelling van het bestaan ​​van beperkende overeenkomsten en misbruik van een machtspositie op de markt voor perindopril. Het Gerecht bevestigt echter dat bepaalde overeenkomsten inzake octrooiering concurrentiebeperkend kunnen zijn. Lees verder. 

IEFBE 2800

Conclusie AG: sampling moet een inbreuk vormen op rechten producent fonogram indien gebruik zonder toestemming

HvJ EU - CJUE 12 dec 2018, IEFBE 2800; ECLI:EU:C:2018:1002 (Pelham e.a.), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-ag-sampling-moet-een-inbreuk-vormen-op-rechten-producent-fonogram-indien-gebruik-zonder-to

Conclusie AG 12 december 2018, IEF 18150; IEFbe 2800; C‑476/17; ECLI:EU:C:2018:1002 (Pelham e.a.) Naburige rechten. Via het persbericht. Ralf Hűtter en Florian Schneider-Esleben zijn leden van de band Kraftwerk, die in 1977 een fonogram uitbracht met daarop het werk „Metall auf Metall”. Pelham GmbH, een vennootschap naar Duits recht, is producent van een fonogram met het werk „Nur mir”. Hűtter en SchneiderEsleben stellen dat Pelham, Moses Pelham en Martin Haas met behulp van sampling ongeveer twee seconden van een ritmische sequens van „Metall auf Metall” hebben gekopieerd en deze met minieme wijzigingen en op een herkenbare manier in een doorlopende herhaling onder het nummer „Nur mir” hebben gezet. Volgens Hütter en Schneider-Esleben wordt zo inbreuk gemaakt op het naburige recht waarvan zij als producenten van het betrokken fonogram houder zijn, en dus hebben zij met name verzocht om staking van de inbreuk, toekenning van schadevergoeding en afgifte van de fonogrammen met het oog op vernietiging ervan. Advocaat-generaal Szpunar stelt het Hof voor te oordelen dat sampling een inbreuk vormt op de rechten van de producent van een fonogram als er zonder diens toestemming gebruik van wordt gemaakt.   Lees verder.

IEFBE 2799

Prejudicieel gestelde vragen: is het feit dat een licentiehouder van software zich niet houdt aan de voorwaarden van de overeenkomst een auteursrechtinbreuk of kan hiervoor een afzonderlijke regeling gelden?

HvJ EU - CJUE 16 okt 2018, IEFBE 2799; (Free Mobile tegen IT Development), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-is-het-feit-dat-een-licentiehouder-van-software-zich-niet-houdt-aan-de

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 16 oktober 2018, IEF 18145; IT 2689; IEFbe 2799; C-666/18 (Free Mobile tegen IT Development) Via Minbuza. Free Mobile is een aanbieder van mobiele telefonie op de Franse markt. Bij overeenkomst van 25.08.2010 heeft IT Development aan Free Mobile een licentie verleend en een onderhoudscontract met haar afgesloten voor het softwarepakket ClickOnSite. IT Development heeft aangevoerd dat er in strijd met de licentieovereenkomst wijzigingen zijn aangebracht in de software en heeft op 22.05.2015 inbeslagneming wegens inbreuk laten verrichten ten kantore van de onderneming Coraso, een subcontractant van Free Mobile. Volgens Free Mobile zijn de verzoeken op grond van inbreuk niet ontvankelijk. Daarnaast stelt Free Mobile dat de originaliteit van de software niet is bewezen en dat de handelingen voor beslag inzake inbreuk nietig zijn. Ook stelt Free Mobile dat de aangebrachte wijzigingen alleen betrekking hebben op de eigen database van de licentiehouders en dat de clausule waarin is bepaald dat het softwarepakket niet mag worden gewijzigd in strijd is met de bepalingen van het wetboek van intellectuele eigendom. Deze bepalingen moeten worden geacht niet te zijn geschreven. De rechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van IT Development niet-ontvankelijk verklaard. IT Development heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en de rechter in tweede aanleg verzocht om een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof. In eerste aanleg waren de verzoeken van IT Development uitsluitend gebaseerd op inbreuk. In hoger beroep zijn zij subsidiair tevens gebaseerd op de contractuele aansprakelijkheid.

IEFBE 2798

Brigitte Spiegeler en Ernst van Knobelsdorff onder HvJ EU Levola/Smilde

, IEFBE 2798; https://www.ie-forum.be/artikelen/brigitte-spiegeler-en-ernst-van-knobelsdorff-onder-hvj-eu-levola-smilde

Brigitte Spiegeler en Ernst van Knobelsdorff onder HvJ EU 13 november 2018; IEF 18098; IEFbe 2790 (Levola/Smilde) Op 13 november 2018 wees het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘HvJ EU’) arrest in de zaak van Levola Hengelo B.V. (‘Levola’) tegen Smilde Foods B.V. (‘Smilde’) inzake het al dan niet bestaan van auteursrecht op smaak. Allereerst de feiten. Levola heeft de intellectuele eigendomsrechten op het product “Heksenkaas”, een smeerdip bestaande uit roomkaas en verse kruiden. Het product is in 2007 ontwikkeld. Vanaf 2014 produceert Smilde een vergelijkbaar product:  “Witte Wievenkaas”, dat door een Nederlandse supermarktketen wordt geëxploiteerd. Levola was van mening dat Smilde door de productie en verkoop van het product Witte Wievenkaas inbreuk maakte op haar auteursrechten op de smaak van Heksenkaas. Volgens Levola moet de smaak van Heksenkaas worden gezien als een eigen intellectuele schepping van haar maker en is de smaak van het door Smilde ontwikkelde product Witte Wievenkaas een reproductie van het werk (de smaak) van Levola. Lees verder.

IEFBE 2796

Uitspraak ingezonden door Michiel Odink en Lotte Rutgers, Leeway Advocaten.

Oppositie apparkB afgewezen door visuele en conceptuele verschillen ParkBee

EUIPO - BHIM - OHMI 26 nov 2018, IEFBE 2796; (Barcelona de Serveis Municipals tegen allGreen), https://www.ie-forum.be/artikelen/oppositie-apparkb-afgewezen-door-visuele-en-conceptuele-verschillen-parkbee

EUIPO Opposition Division 26 november 2018, IEF 18123; IEFbe 2796; (Barcelona de Serveis Municipals tegen allGreen) Merkenrecht. Oppositie ingesteld tegen waren en diensten van de klassen 9 en 39, internationale inschrijving nr. 1 293 504, betreffende het beeldmerk Parkbee. Het onderscheidend vermogen van apparkB is lager dan gemiddeld voor goederen en diensten gerelateerd aan parkeren of dat kan worden gebruikt door een mobiele applicatie, omdat het sterk verwijst naar concepten als "parkeren" en "een app". Voor ParkBee geldt wat betreft "Park" hetzelfde. "Bee" is nietszeggend en heeft daarmee wel onderscheidend vermogen. Visueel verschillen de eerste en laatste letters, en verschilt de weergave van de letters. Auditief zijn de merken vergelijkbaar in hoge mate. Conceptueel lijken de tekens weinig op elkaar, doordat op het teken van apparkB een smartphone is weergegeven. Hoewel de tekens fonetisch sterk vergelijkbaar zijn, zal deze auditieve gelijkenis worden gecompenseerd door de genoemde visuele en conceptuele verschillen, in het bijzonder rekening houdend met het feit dat consumenten een hogere mate van aandacht zullen besteden met betrekking tot sommige van de goederen en diensten. Bovendien ligt voor ten minste een deel van de waren en diensten de grootste samenloop in het zwakke element, 'park', dat voor deze goederen en diensten niet kan leiden tot een verwarringsgevaar wanneer beide tekens andere, meer onderscheidende elementen bevatten. Oppositie in zijn geheel afgewezen.

IEFBE 2795

Léon Dijkman onder HvJ EU Levola/Smilde

, IEFBE 2795; https://www.ie-forum.be/artikelen/l-on-dijkman-onder-hvj-eu-levola-smilde

Léon Dijkman onder HvJ EU 13 november 2018; IEF 18098; IEFbe 2790 (Levola Hengelo tegen Smilde) In its recent decision Levola Hengelo BV v. Smilde Foods BV, the CJEU ruled that the taste of a food product is not protectable by copyright. According to the CJEU, the subject matter of a 'work' within the meaning of the InfoSoc Directive must be "expressed in a manner which makes it identifiable with sufficient precision and objectivity". The experience of taste, however, is inherently subjective and there are presently no technical means to achieve a precise and objective identification thereof. Consequently, taste cannot be protected by copyright.