Uitspraak mede ingezonden door Arnout Gieske, Marco R. Gerritsen, Van Diepen Van der Kroef.
HR na HvJ EU over met uniemerkenrecht strijdige beslissing in strijd met openbare orde

HR 8 juli 2017, IEF 16089; IEFbe 1859; ECLI:NL:HR:2016:1431 (Diageo tegen Simiramida-04)
Na HvJ EU [IEF 15118], Conclusie AG. Merkenrecht. Erkenning buitenlands vonnis. Openbare orde-exceptie (art. 34, onder 1, EEX-Vo). De onjuiste toepassing van het Europese recht – art. 5 lid 3 Merkenrichtlijn – door de rechtbank te Sofia is geen grond voor toepassing van de openbare orde-exceptie als bedoeld in art. 34, aanhef en onder 1, EEX-Vo. Op Diageo rust de plicht om alle nationaal beschikbare rechtsmiddelen aan te wenden; dat heeft ze nagelaten omdat het zinloos zou zijn geweest. Artikel 14 Handhavingsrichtlijn jo. 1019h Rv ziet mede op de kosten die Simiramida in Nederland maakt in kader van haar schadevergoedingsvordering en het verweer die Diageo maakt voor het verweer daartegen.
Bijdrage van de beheersvennootschappen in de financiering van de Dienst Regulering van het auteursrecht

Via LegalWorld: De regering stelt de modaliteiten vast om het organieke fonds voor de transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten te stijven via de jaarlijkse bijdrage die door de beheersvennootschappen wordt gestort. Die bijdrage herneemt de controlebijdrage die vóór de uitwerking van het Wetboek van economisch recht werd georganiseerd, maar de modaliteiten ervan worden gewijzigd om de bijdrage toe te wijzen aan de financiering van het nieuwe fonds.
Het Wetboek van economisch recht voorziet in de oprichting van een Dienst Regulering van het auteursrecht en de naburige rechten, die erop moet toezien dat de innings-, tariferings- en verdelingsregels die door de beheersvennootschappen worden bepaald billijk en niet discriminatoir zijn. Deze Dienst is nog niet operationeel en zal worden gefinancierd door een ‘organiek fonds voor de transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten’.
Lees verder op LegalWorld
Uitspraak aangebracht door Frederic Debusseré, time.lex; Henriette Tielemans, Covington & Burling LLP; Dirk Lindemans, Liedekerke; Dirk Van Liedekerke, Olswang.
Belgische Privacycommissie kan Facebook niet dagvaarden voor Belgische rechtbank

Hof van Beroep Brussel 29 juni 2016, IEfbe 1857; IT 2102 (Facebook tegen Privacycommissie)
De beschikking van de Voorzitter van de Nederlandstalige Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel [IEFbe 1569] is ongedaan gemaakt. In die zaak vorderde de Privacycommissie dat Facebook veroordeeld zou worden om te stoppen met het registreren via cookies en social plug-ins van het surfgedrag van internetgebruikers uit België die geen Facebook-account hebben. In eerste aanleg was de vordering van de Privacycommissie ingewilligd geweest.
1. Belgische rechtbanken hebben geen internationale rechtsmacht
Het Hof van Beroep oordeelt dat de Belgische rechtbanken geen internationale rechtsmacht hebben voor een procedure ingesteld door de Belgische Privacycommissie tegen Facebook Inc. en Facebook Ireland Limited, omdat er geen enkele wettelijke bepaling is die hen internationale rechtsmacht verleent:
HvJ EU: Licentienemer moet na octrooivernietiging royalty's doorbetalen voor duur van licentieovereenkomst indien opzegtermijn redelijk is

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16086; IEFbe 1856; C-567/14; ECLI:EU:C:2016:526 (Genentech)
Octrooirecht. Royalty's. Prejudiciële vragen over doorbetaling vaste royalty's bij retroactieve nietigverklaring van de octrooien.
Artikel 101 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het er niet aan in de weg staat dat krachtens een licentieovereenkomst als aan de orde in het hoofdgeding, de licentienemer wordt verplicht royalty’s te betalen voor het gebruik van een geoctrooieerde technologie gedurende de volledige looptijd van deze overeenkomst, wanneer het in licentie gegeven octrooi nietig wordt verklaard of daarop geen inbreuk wordt gemaakt, indien de licentienemer deze overeenkomst binnen een redelijke termijn vrij kon opzeggen.
HvJ EU: Exploitant van fysieke marktplaats kan worden verplicht merkinbreuk van marktkramer te doen staken

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16085; IEFbe 1855; IT 2101; C-494/15 (Tommy Hilfiger Licensing e.a.)
Persbericht: De exploitant van een fysieke marktplaats kan worden verplicht de door de marktkramers gemaakte merkinbreuken te doen staken. Voor de daartoe uitgevaardigde rechterlijke bevelen gelden dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die gelden voor de beheerder van een elektronische marktplaats. De vennootschap Delta Center is huurder van de Praagse markthallen. Zij onderverhuurt de verschillende verkoopstands op deze marktplaats aan marktkramers. Producenten en distributeurs van merkproducten hebben vastgesteld dat in de markthallen van Praag namaak van hun producten werd verkocht. Zij hebben vervolgens de Tsjechische rechterlijke instanties verzocht Delta Center te gelasten de verhuur van verkoopstands in deze hallen aan dergelijke inbreukmakers te staken. De richtlijn inzake intellectuele eigendom staat merkhouders toe in rechte te ageren tegen de tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk te maken op hun merken.
Conclusie AG: InfoSoc verzet zich tegen belasten van erkende auteursrechtenorganisaties met reproductie en weergave in digitale vorm van 'niet meer verkrijgbare boeken'

Conclusie AG HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16084; IEFbe 1854; IT 2100; C-301/15; ECLI:EU:C:2016:536 (Soulier en Doke)
Prejudiciële gestelde vragen [IEF 15148; IEFbe 1449]. Auteursrecht en naburige rechten. Exclusief reproductierecht. Over wettelijke collectieve vertegenwoordiging voor out-of-print books. Nationale regeling waarbij de uitoefening van de exploitatierechten van niet meer in de handel verkrijgbare boeken wordt toegekend aan een incasso-organisatie. Recht van verzet van de auteurs of de rechthebbenden.
Artikel 2, onder a), en artikel 3, lid 1, [InfoSoc], verzetten zich ertegen dat een regeling, als die welke bij de artikelen L. 134‑1 tot en met L. 134‑9 van de code de la propriété intellectuelle is ingesteld, erkende auteursrechtenorganisaties belast met de uitoefening van het recht om de reproductie en de weergave in digitale vorm van „niet meer verkrijgbare boeken” toe te staan, ook al biedt zij de auteurs of de rechthebbenden van deze boeken de mogelijkheid die uitoefening te beletten of te beëindigen, onder bepaalde door haar vastgestelde voorwaarden.
Uitspraak ingezonden door Jan Jacobi, Blenheim.
Handelsnaam SUNSATIONAL TANNING voldoende onderscheidend van SUNSATION

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 1 juni 2016, IEF 16077 (Bosten & Baylord tegen Gestel)
Handelsnaamrecht. Merkenrecht. B&B vorderen verklaring voor recht van inbreuk op de merkenrecht SUNSATION door gebruik van te maken van het teken/handelsnaam SUNSATIONAL TANNING. De laatste heeft de naam ondertussen al gestaakt. De geringe afwijking door toevoeging van de letters 'al' en 'Tanning', ondanks dat deze op zichzelf ook beschrijvend zijn, waren deze toereikend om voldoende te onderscheiden. Voormalig gebruik van de handelsnaam is niet in strijd met art. 5 Hnw noch 2.20 lid 1 BVIE.
Gerecht EU: Bekendheid McDonalds kan registratie andere MAC-voedsel/drank-merken voorkomen

Uitspraak ingezonden door Matthijs Kaaks, Boekx Advocaten.
Merkinbreuk op TRANSAVIA door affiliatemarketing is een risicoaansprakelijkheid van opdrachtgever

Uitspraak ingezonden door Wim Maas en Eelco Bergsma, Taylor Wessing.
Nietig octrooi roterend vorkenbord, merkinbreuk door voormalig distributeur door oude marktplaatsadvertenties

Rechtbank Den Haag 29 juni 2016, IEF 16068 (Slemaco tegen VHS)
Octrooirecht. Merkenrecht. Slemaco ontwikkelt en produceert voorzetstukken voor verreikers, zoals een roterend vorkenbord onder het merk ROMASTOR. Zij is houdster van EP2427402 voor een hefinrichting en heforgaan voor toepassing in een hefinrichting. Het Nederlandse deel van het octrooi is nietig; de Rototilt op een graafmachine in een YouTube-filmpje is van net voor de prioriteitsdatum.
Partijen hadden een distributierelatie en het teken ROMASTOR werd vermeld op een opdrachtbevestiging (voor een tweede vorkenbord), waar geen ROMASTAR werd geleverd. Ook werden er marktplaatsadvertenties getoond onder verwijzing naar romastor.nl. Dit gebeurde in de periode dat er nog een samenwerking liep. De omstandigheid dat er op dat moment nog een distributierelatie bestond tussen partijen, maakt vanzelfsprekend niet dat VHS het teken ROMASTOR mag gebruiken voor niet van Slemaco c.s. afkomstige vorkenborden. Het in de lucht houden van advertenties na afloop van de samenwerking is te kwalificeren als merkinbreuk aangezien een beroep op uitputting niet meer kan opgaan (er was geen sprake van voorraad bij VHS). Er volgt een merkinbreukverbod, afgifteplicht en over een weer overdracht van domeinnamen met ROMASTOR en handelsnaam VHS daarin.