IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3220

Uitspraak ingezonden door Gert-Jan van den Bergh en Auke van Hoek, Bergh Stoop & Sanders, en Berber Brouwer, Walden Grene.

HvJ EU verklaart Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk

HvJ EU - CJUE 5 mei 2021, IEFBE 3220; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-verklaart-tinnus-enterprises-niet-ontvankelijk

HvJ EU  5 mei 2021, IEF 19961, IEFbe 3220; ECLI:EU:C:2021:357 (Tinnus Entreprises tegen EUIPO en Koopman International) Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft Tinnus Enterprises niet-ontvankelijk verklaard in haar appel tegen de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie van 18 november 2020 [IEF 19589], waarin werd geoordeeld dat zowel de Invalidity Division als de Boards of Appeal van het EUIPO terecht de ongeldigheid hebben uitgesproken van de modelregistratie van Tinnus voor een waterballonvuller (fluid distribution equipment), omdat alle kenmerken van het model uitsluitend door de technische functie zijn bepaald. Tinnus heeft naar het inzicht van het Hof onvoldoende aangetoond dat in de hogere voorziening een vraag aan de orde is die van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie.
Vastgesteld wordt dat Tinnus zelf heeft erkend dat de vier afzonderlijke elementen van de ballonvuller – die waren beoordeeld als volledig technisch bepaald - wel degelijk de kenmerken van het uiterlijk vormden. Een verder nieuwheidsonderzoek was dus niet nodig. Voor zover werd gesteld dat de criteria van het arrest van 8 maart 2018, DOCERAM [IEF 17542] onjuist zouden zijn toegepast, heeft Tinnus nagelaten aan te geven welke criteria volgens haar onjuist zijn toegepast. Bovendien is niet door Tinnus aangegeven of er überhaupt een vraagstuk speelt dat van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie. Het verzoek om verdere behandeling wordt daarom afgewezen.
 

IEFBE 3219

Prejudiciële vragen over het verlenen van een licentie en FRAND-voorwaarden

HvJ EU - CJUE 23 mrt 2021, IEFBE 3219; (Nokia tegen Daimler), https://www.ie-forum.be/artikelen/prejudici-le-vragen-over-het-verlenen-van-een-licentie-en-frand-voorwaarden

Landgericht Düsseldorf 23 maart 2021, IEF 19958, IEFbe 3219; C-182/21 (Nokia tegen Daimler)  Daimler heeft zonder licentie telecommunicatietechnologie van Nokia gebruikt. Tegelijkertijd wil Nokia geen licentie tegen FRAND-voorwaarden verlenen aan de leveranciers van Daimler. Daimler is van mening dat er sprake is van misbruik van machtspositie aan de kant van Nokia. De Duitse rechter heeft in deze zaak een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de uitleg van het verbod van misbruik, het verlenen van licenties en de verhouding tot FRAND-voorwaarden.  

IEFBE 3218

Vier vragen aan Polo van der Putt

In een serie interviews stellen we graag een aantal vrouwen en mannen achter de deLex-platforms aan jullie voor. Als eerste: Polo van der Putt. Partner bij Vondst en vanaf het eerste uur betrokken bij IT en Recht. Hoog tijd voor een paar vragen.

U bent in 1996 begonnen in de advocatuur. Was u toen al direct actief binnen de IT-sector of is deze interesse pas later tot uiting gekomen?

Ja, ik ben meteen binnen de IT-praktijk gaan werken, maar het had ook net zo goed iets anders kunnen zijn. Ik werd wel direct gegrepen en heb de IT-praktijk nooit meer verlaten. Het leuke vind ik nog steeds de opwinding bij trajecten dat het allemaal beter gaat worden (al mislukt er natuurlijk wel heel erg veel). Tijdens mijn studie had ik overigens al IT-vakken gevolgd. Het inleidende vak was in feite een cursus Word en Excel. Bij het verdiepingsvak hebben we geprogrammeerd in een hogere programmeertaal. Doel was om een programma te schrijven dat een rechtsvraag kon oplossen. Dat was leuk. De docent vertelde vol trots dat, met de nodige subsidie, door de universiteit software was ontwikkeld om wetten te toetsen. Belangrijkste wapenfeit was dat die software een fout in de Wegenverkeerswet had gevonden. Als je die letterlijk las, mochten trams op de stoep rijden. Een blunder van jewelste, aldus de docent. Dat ik ondanks dit succesverhaal toch nog open stond voor de IT-praktijk mag eigenlijk een wonder heten.

Wat is de meest spraakmakende zaak die u heeft meegemaakt?

IEFBE 3217

Uitspraak ingezonden door Olivier Vrins, ALTIUS.

Hoger beroep merkinbreuk afgewezen

Brussel - Bruxelles 6 mei 2021, IEFBE 3217; (Appellante tegen Louis Vuitton), https://www.ie-forum.be/artikelen/hoger-beroep-merkinbreuk-afgewezen

Hof van beroep Brussel 6 mei 2021, IEF 19947, IEFbe 3217, 2014/AR/217 (Appellante tegen Louis Vuitton) Appellante meent dat Louis Vuitton een inbreuk heeft gepleegd jegens haar eigen merk. In eerdere aanleg is geoordeeld dat dit niet het geval was gezien het onderscheidend vermogen en de reputatie van Louis Vuitton. Hier is appellante tegen in beroep gegaan, maar tevergeefs. Het hof van beroep heeft deze afgewezen in dit vonnis.

IEFBE 3214

Uitspraak ingezonden door Emmanuel Cornu en Eric De Gryse, Simont Braun en Andreas Reygaert, Fencer.

Gebruikelijk tegelpatroon leidt niet tot modelinbreuk

Brussel - Bruxelles 30 mrt 2021, IEFBE 3214; (Grosfillex tegen Dumaplast), https://www.ie-forum.be/artikelen/gebruikelijk-tegelpatroon-leidt-niet-tot-modelinbreuk

Hof van beroep Brussel 30 maart 2021, IEF 19943, IEFbe 3214; 2015/AR/1943 (Grosfillex tegen Dumaplast)  Grosfillex is sedert 2012 houder van een Gemeenschapsmodel voor een decoratief paneel, voornamelijk gebruikt in badkamers. Dumaplast brengt eveneens quasi identieke decoratieve panelen op de markt. Grosfillex betoogt dat Dumaplast inbreuk pleegt op haar Gemeenschapsmodel. Dumaplast vordert van haar kant de nietigverklaring van het Gemeenschapsmodel wegens gebrek aan eigen karakter. Dumaplast steunt daarbij op enkele anterioriteiten waarvan de meest relevante het tegelpatroon is uit 2011 dat wordt toegepast op keramische tegels. Met extensieve verwijzing naar het Group Nivelles arrest van het Hof van Justitie (C-361/15P), oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat bij de beoordeling van het eigen karakter wel degelijk rekening moet worden gehouden met het oudere model niettegenstaande de vaststelling dat het ouder model (keramische wandtegels) tot een andere sector behoort dan het Gemeenschapsmodel (wandpanelen).

IEFBE 3216

Inhoudsopgave BIE 2021-2

Inhoudsopgave van de nieuwe editie Berichten Industriële Eigendom 2-2021.

Artikelen
Een pleidooi voor herbezinning in FRAND-zaken − Jelle Drok en Romy Siebelink 70

You can’t have your cake and eat it too – over risicoverdeling bij handhaving van octrooirechten − Een kritische beschouwing naar aanleiding van Rb. Den Haag 14 oktober 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:10160 (Menzis/AstraZeneca) − Rutger Kleemans en Romy Siebelink 82

IEFBE 3215

Inhoudsopgave BIE 2021-1

Inhoudsopgave Berichten Industriële Eigendom aflevering 1, 2012.

Artikelen
De gedachte achter het ondoorgrondelijke: het hoe, wat en waarom van de wezenlijke waarde van de waar − Jorn Torenbosch 2

Hot Topics from the United States: 2020 Intellectual Property Law
Highlights − Eversheds Sutherland US IP Group 14

Berichten uit het buitenland
Frankrijk 2020 − Rein-Jan Prins 25

Terugblik
Procesrecht/sancties 2020 − Titia Deurvorst en Constant van Nispen 38

Handelsnaam- en domeinnaamrecht 2020 − Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht 41

IEFBE 3212

Online CIER-lezing door Sir Robin Jacob over Brexit en IE

Op de eerste CIER-lezing (die van aanstaande maandag 17 mei door Rianne van Rooden over het IP Action Plan) volgt snel een tweede. Op woensdag 23 juni spreekt Sir Robin Jacob over de gevolgen van de Brexit voor het IE-recht in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie.
Ter stimulering en verdieping van het debat zullen twee referenten, Luke McDonagh en Alexander Tsoutsanis, ingaan op de verwachte IE-ontwikkelingen in het VK en de Brexitkwesties waar de IE-praktijk mee worstelt.  

Sir Robin Jacob heeft aangeboden in zijn lezing specifiek in te gaan op kwesties die de deelnemers interessant vinden. Suggesties kunt u indienen via secretariaatMIWPI@uu.nl.
Mede vanwege onzekerheid over de corona-beperkingen zal de lezing online plaatsvinden. Als u zich aanmeldt via secretariaatMIWPI@uu.nl, ontvangt u de link. Deelname is gratis. Met deelname zijn 2 NOvA-opleidingspunten te verdienen.

Waar: online via Teams
Wanneer: woensdag 23 juni 2021, van 15:00 tot 17:00 uur

IEFBE 3211

Het bijzondere van octrooirechtelijke vertalingen

Hendriks & James Legal Translations is in 2002 opgericht door Nynke Hendriks en Ian James Gaukroger. Zij vertalen vaak in IE-zaken en hebben uitgebreide ervaring met octrooizaken.

Nynke Hendriks heeft in Engeland gestudeerd en is afgestudeerd in Nederlands Recht. Zij heeft haar eindscriptie over de octrooirechtelijke bepalingen in het TRIPs-verdrag geschreven dat in artikelvorm in IER is gepubliceerd.

Ian James Gaukroger is Engels en opgegroeid in Zimbabwe. Op 18-jarige leeftijd is hij naar Londen vertrokken om te studeren. Hij blonk op school uit in natuur- en scheikunde en heeft zijn belangstelling voor de techniek altijd behouden.

Hoe gaan jullie te werk bij octrooirechtelijke vertalingen?

Ian: het eerste wat we doen bij een octrooirechtelijke vertaling  is op zoek gaan naar het onderliggende octrooi. En dan in bijzonder naar conclusie 1 van dat octrooi. Een goed begrip van die conclusie is ons anker tijdens de verdere rechtsprocedure.

Nynke: het blijft interessant hoe juristen op grond van hetzelfde octrooi de meest tegenstrijdige posities kunnen verdedigen. Die posities zijn doorgaans gestoeld op zeer technische details. Het is zaak om die ook helder te houden bij het vertalen van de juridische argumentatie, anders sla je al snel de plank mis.