DOSSIERS
Alle dossiers

Merkenrecht - Droit des marques  

IEFBE 4003

EU-Gerecht: ‘teamplay’ deels nietig wegens verwarringsgevaar met ‘TEAMPLAY’

Gerecht EU - Tribunal UE 1 okt 2025, IEFBE 4003; ECLI:EU:T:2025:932 (Siemens Healthineers AG tegen EUIPO en Sunware s. r. o.), https://www.ie-forum.be/artikelen/eu-gerecht-teamplay-deels-nietig-wegens-verwarringsgevaar-met-teamplay

Gerecht EU 1 oktober 2025, IEF 22981; IEFbe 4003; ECLI:EU:T:2025:932 (Siemens Healthineers AG tegen EUIPO en Sunware s. r. o.). Het Gerecht bevestigt grotendeels de beslissing van de Vijfde Kamer van Beroep van het EUIPO dat het EU-woordmerk teamplay (Siemens Healthineers) gedeeltelijk ongeldig is wegens verwarringsgevaar met het oudere Tsjechische woordmerk TEAMPLAY (Sunware) voor klassen 9 en 42. Procedureel verwerpt het Gerecht de klachten van Siemens: het recht om te worden gehoord is gerespecteerd (art. 94(1) Verordening 2017/1001) en het EUIPO hoeft in nietigheidszaken niet buiten de door partijen aangevoerde gronden en argumenten te treden (art. 95(1)). Inhoudelijk accepteert het Gerecht dat Sunware echt gebruik aantoont (art. 15(1) en 57(5) Verordening 207/2009) in Tsjechië en in de relevante periode 17-07-2015 t/m 16-07-2020, en wel voor twee zelfstandige subcategorieën: (i) “information system software” (klasse 9) en (ii) “information system software as a service” (klasse 42). De overgelegde facturen, een softwarelicentieovereenkomst en (implementatie)prijsaanbiedingen uit net vóór, tijdens en net na de relevante periode, gericht aan Tsjechische afnemers en met expliciete verwijzingen naar “TEAMPLAY” (o.a. “information system Teamplay”, “Teamplay – system core”, “annual licence fee”), zijn in hun totaliteit voldoende; een afzonderlijke omzetverklaring is niet vereist. Het Gerecht verwerpt tevens het betoog dat “information system software” geen valide subcategorie zou zijn: doel en gebruik (beheer, verwerking en optimalisatie van informatie binnen organisaties) onderscheiden deze software afdoende van andere toepassingen.

IEFBE 3995

Geen verwarringsgevaar of reputatieschade: Gerecht EU wijst oppositie Tamasu Butterfly af

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3995; ECLI:EU:T:2025:892 (Tamasu Butterfly Europa GmbH tegen EUIPO), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-of-reputatieschade-gerecht-eu-wijst-oppositie-tamasu-butterfly-af

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22958; IEFbe 3995, ECLI:EU:T:2025:892 (Tamasu Butterfly Europa GmbH tegen EUIPO). Tamasu Butterfly Europa GmbH, een Duitse onderneming actief in onder meer sportartikelen en -kleding, stelt beroep in bij het Gerecht tegen een beslissing van de Kamer van Beroep. Aanleiding is de internationale inschrijving van het woordmerk BTFY door het Britse bedrijf Domu Brands Ltd, waarbij bescherming in de Europese Unie is gevraagd. Tamasu verzet zich tegen deze inschrijving op basis van haar oudere rechten, waaronder het Uniewoordmerk Butterfly, alsook handelsnamen zoals Butterfly en BTY die in Duitsland zouden worden gebruikt. Het EUIPO heeft de oppositie afgewezen, omdat het de tekens onvoldoende gelijkend acht en ook geen sprake ziet van reputatieschade of verwarringsgevaar. De Kamer bevestigt deze beslissing, waarna Tamasu zich tot het Gerecht wendt. Tamasu voert drie middelen aan.Ten eerste zou het EUIPO artikel 8, lid 1, onder b, van de Uniemerkenverordening hebben geschonden door te concluderen dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen Butterfly en BTFY. Het Gerecht bevestigt dit oordeel en stelt vast dat de tekens visueel, fonetisch en conceptueel duidelijk van elkaar verschillen. Zo is Butterfly een betekenisvol Engels woord, terwijl BTFY geen duidelijke betekenis heeft en onvoldoende is aangetoond dat het publiek dit als afkorting van Butterfly zou herkennen. Daarmee kan verwarringsgevaar worden uitgesloten. 

IEFBE 3998

Vóór 2009 erkende wijnnamen behouden bescherming onder oud EU-regime

HvJ EU - CJUE 11 sep 2025, IEFBE 3998; ECLI:EU:C:2025:693 (Duca di Salaparuta S.p.A. tegen Ministero dell’Agricoltura, della Sovranità alimentare e delle Foreste), https://www.ie-forum.be/artikelen/voor-2009-erkende-wijnnamen-behouden-bescherming-onder-oud-eu-regime

HvJ EU 6 maart 2025, IEF 22964; IEFbe 3998; ECLI:EU:C:2025:693 (Duca di Salaparuta/Italië (Salaparuta-wijnnaam)). Het Siciliaanse wijnbedrijf Duca di Salaparuta bezit sinds 1989 (nationaal) en 2000 (EU) handelsmerken “Salaparuta” voor wijn, terwijl de wijnen niet afkomstig zijn uit de gemeente Salaparuta. In 2006 erkent Italië de DOC “Salaparuta” als beschermde oorsprongsbenaming; per 8 augustus 2009 wordt deze naam zonder nieuw inhoudelijk onderzoek door de Europese Commissie als beschermde oorsprongsbenaming (PDO) opgenomen in het EU-register. Duca di Salaparuta stelt dat deze beschermde naam misleidend is en botst met zijn oudere bekende merken, en dat volgens het latere EU-recht bescherming geweigerd moet worden wanneer een geografische naam door de reputatie van een ouder merk de consument kan misleiden (o.a. art. 43 lid 2 Verordening 479/2008, art. 118k Verordening 1234/2007, art. 101 lid 2 Verordening 1308/2013). De Italiaanse cassatierechter vraagt het Hof van Justitie of dit nieuwe regime van toepassing is op wijnnamen die al vóór 1 augustus 2009 nationaal waren erkend en daarna automatisch EU-bescherming kregen, of dat het oude regime uit Verordening 1493/1999 blijft gelden.

IEFBE 3997

Gerecht EU: er is normaal gebruik gemaakt van het beeldmerk door Hummel

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-er-is-normaal-gebruik-gemaakt-van-het-beeldmerk-door-hummel

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22960; IEFbe 3997; ECLI:EU:T:2025:887 (Barry's Bootcamp tegen EUIPO, Hummel). Barry's Bootcamp vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing wordt het verzoek van Barry's Bootcamp om het beeldmerk van Hummel vervallen te verklaren wegens het ontbreken van normaal gebruik afgewezen. Barry's Bootcamp heeft verschillende procedures gestart tegen verschillende merken van Hummel (ECLI:EU:T:2025:888ECLI:EU:T:2025:889; ECLI:EU:T:2025:890). In deze procedure voert Barry's Bootcamp aan dat niet uit de beslissing kan worden afgeleid op welke gronden de Kamer van Beroep zich heeft gebaseerd om normaal gebruik aan te tonen. Het EUIPO betwist dit. De Kamer oordeelde dat de inschrijving consequent voorkwam in de door Hummel overgelegde catalogi en dat deze ook was gebruikt op prijskaartjes van kledingstukken en rechtstreeks op hoofddeksels en sportsokken. De Kamer heeft daaruit afgeleid dat de bestreden internationale inschrijving was gebruikt overeenkomstig haar wezenlijke functie als herkomstaanduiding. Het Gerecht volgt deze uitleg van het EUIPO. Ook voert Barry's Bootcamp een vervallenverklaring aan wegens geen normaal gebruik van het merk. Deze grief bestaat uit drie onderdelen. In het eerste onderdeel klaagt Barry's Bootcamp over onjuiste beoordeling van het bewijs. In het tweede onderdeel betoogt Barry's Bootcamp dat het gebruik van het merk louter decoratief is en dus geen gebruik als merk vormt. Ten slotte voert zij in het derde deel aan dat de Kamer van Beroep had moeten weigeren rekening te houden met de vormen van het merk die het onderscheidend vermogen ervan hebben gewijzigd.

IEFBE 3996

Gerecht EU: de motivering van het EUIPO was onvoldoende

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-de-motivering-van-het-euipo-was-onvoldoende

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22959; IEFbe 3996; ECLI:EU:T:2025:891 (Digi International tegen EUIPO, Teraoka Seiko). Digi International vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. De Kamer van Beroep wees de oppositie van Teraoka deels toe en oordeelde dat haar oudere merk DIGI’ normaal was gebruikt. Digi International voert aan dat de Kamer het bewijs onjuist heeft beoordeeld en dat de motiveringsplicht niet is nagekomen. Zij betoogt dat de Kamer geen algehele beoordeling van het bewijsmateriaal heeft verricht. Volgens Digi International blijkt niet uit de beslissing waarom zij oordeelde dat het oudere merk daadwerkelijk was gebruikt. Het EUIPO betwist dit.  

IEFBE 3992

Uitspraak ingezonden door Michaël de Vroey, Simont Braun.

Belgische rechter: publiekrechtelijke vergunning kan ‘ouder recht’ zijn

Rechtbanken van Eerste Aanleg - Tribunaux de première instance 18 sep 2025, IEFBE 3992; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA), https://www.ie-forum.be/artikelen/belgische-rechter-publiekrechtelijke-vergunning-kan-ouder-recht-zijn

Vzr. Ondernemingsrechtbank Brussel 18 september 2025, IEF 22954; LS&R 2316; IEFbe 3992; A/2025/00161 (Huvepharma tegen EMDOKA). Huvepharma is een farmaceutisch concern dat humane én diergeneeskundige producten ontwikkelt en commercialiseert. Eén van zijn merken is "DOXORAL", een diergeneeskundig product. EMDOKA specialiseert zich in de ontwikkeling, registratie en commercialisering van diergeneeskundige producten. Eén van die kernproducten is DOXYRAL. Toen Huvepharma het merk "DOXORAL" deponeerde, stelde EMDOKA oppositie in bij het BBIE deze oppositie werd afgewezen. Later heeft zij ook een nietigheidsprocedure gestart tegen het merk, deze werd ook afgewezen. Merkhouder Huvepharma vordert EMDOKA te staken met het gebruik van het teken DOXYRAL. EMDOKA voert verweer: ze is in bezit van verschillende vergunningen die kunnen worden geïnterpreteerd als een ouder recht van lokale betekenis. Ook voert zij opnieuw nietigheid van het merk aan, terwijl Huvepharma daartegenover stelt dat die vordering verjaard zou zijn. De rechtbank behandelt eerst de kwestie van verjaring. Een merk kan op absolute gronden steeds worden aangevochten, ongeacht het tijdsverloop. Relatieve gronden daarentegen kunnen wel verjaren: de UMVo bepaalt dat een vordering na vijf jaar gedogen niet meer kan worden ingesteld. De vordering tot nietigverklaring is dus niet verjaard. De rechtbank oordeelt dat "DOXORAL" een eigen klankkleur en visuele vorm heeft en daarmee voldonde onderscheidend vermogen heeft. De nietigheidsvordering wordt afgewezen.  

IEFBE 3991

Gerecht EU: "PriSecco" strijdig met "BOB Prosecco"

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’ ), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-prisecco-strijdig-met-bob-prosecco

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22953; IEFbe 3991; ECLI:EU:T:2025:893 (Manufaktur Jörg Geiger tegen EUIPO, Consorzio di Tutela della Denominazione di Origine Controllata ‘Prosecco’). Manufaktur Jörg Geiger vordert in dit merkenrechtelijk geschil vernietiging van de beslissing van het EUIPO. In die beslissing is het woordmerk ‘PriSecco’, dat in 2015 was ingeschreven, op verzoek van het Consorzio nietig verklaard wegens strijd met de beschermde oorsprongsbenaming ‘Prosecco’. Prisecco werd aangevraagd voor klasse 32 met de beschrijving: cocktails, niet-alcoholisch. De aanvraag tot inschrijving was op 9 juni 2015, hierdoor wordt het geschil beheerst door de bepalingen van de Verordening nr. 207/2009. Als eerste voert Manufaktur Jörg Geiger aan dat in deze verordening niet uitdrukkelijk verwezen wordt naar de oorsprongsbenaming "BOB Prosecco". Het EUIPO voert hiervoor aan dat de oorsprongsbenaming onder een ouder recht in de zin van artikel 8 lid 4 van Verordening nr. 207/2009 kon worden aangemerkt. Het Gerecht volgt dit; bovendien kan Manufaktur Jörg Geiger geen rechten ontlenen aan een ouder nationaal recht.  

IEFBE 3987

Geen verwarringsgevaar tussen “Monta” en “MONTACK” door duidelijk conceptueel verschil

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-verwarringsgevaar-tussen-monta-en-montack-door-duidelijk-conceptueel-verschil

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22946; IEFbe 3987; ECLI:EU:T:2025:854 (La Superquímica SA tegen EUIPO, Monta Klebebandwerk GmbH). In 2018 vroeg Monta Klebebandwerk GmbH de EU-woordmerkinschrijving Monta aan voor plak- en verpakkingsproducten in klassen 16 en 17. La Superquímica SA maakte oppositie op basis van haar oudere Spaanse merk MONTACK, ingeschreven voor lijmen in klasse 16 en klasse 1. De Oppositieafdeling erkende na een gebruiksverzoek alleen gebruik voor klasse 16 en wees de oppositie af wegens gebrek aan verwarringsgevaar; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigde dat. Voor het Gerecht stelde La Superquímica dat de overeenstemming van waren en tekens onjuist was beoordeeld en dat ook voor klasse 1 gebruik was bewezen. Het Gerecht beschouwt het relevante publiek als Spaans, met een gemiddelde tot hoge mate van oplettendheid, en verklaart de nieuwe grief over klasse 1 niet-ontvankelijk omdat die niet eerder was aangevoerd. Waren in klasse 16 van het oudere merk zijn bovengemiddeld soortgelijk aan Monta’s klasse-16-waren, onder gemiddeld aan een deel van de klasse-17-waren en nauwelijks of niet aan specialistische industriële tapes.

IEFBE 3988

Geen bescherming voor niet-ingeschreven teken “Confrasilvas” wegens gebrek aan gebruik van meer dan lokale betekenis

Gerecht EU - Tribunal UE 24 sep 2025, IEFBE 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-bescherming-voor-niet-ingeschreven-teken-confrasilvas-wegens-gebrek-aan-gebruik-van-meer-dan-lokale-betekenis

Gerecht EU 24 september 2025, IEF 22948; IEFbe 3988; ECLI:EU:T:2025:916 (Confrasilvas – Construções SA tegen EUIPO, Riccardo Zizioli). In 2022 vraagt Riccardo Zizioli de EU-woordmerkinschrijving Confrasilvas aan voor bouw- en onderhoudsdiensten in klasse 37. Confrasilvas – Construções SA maakt oppositie met beroep op het niet-ingeschreven teken Confrasilvas, dat zij naar eigen zeggen in meerdere EU-landen (onder meer Portugal, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië) in het handelsverkeer gebruikt voor bouw- en vastgoedactiviteiten. De oppositie is gebaseerd op artikel 8 lid 4 UMVo, dat bescherming biedt aan oudere niet-geregistreerde tekens als die in het handelsverkeer worden gebruikt met meer dan louter lokale betekenis. Na een gebruiksverzoek zet de opposant de procedure alleen op eigen naam voort. De Oppositieafdeling wijst de oppositie af; de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO bevestigt dat, omdat het aangevoerde bewijs niet laat zien dat het teken door de opposant zelf in het handelsverkeer van meer dan plaatselijke betekenis wordt gebruikt. Voor het Gerecht voert Confrasilvas één middel aan: de Kamer zou het bewijs verkeerd hebben beoordeeld en ook het Portugese recht, dat haar zou toestaan het gebruik van het latere merk te verbieden, niet hebben onderzocht.

IEFBE 3982

Gerecht: voor sommige klassen geen overeenstemming tussen 'Sherwood' en 'SHER-WOOD'

Gerecht EU - Tribunal UE 10 sep 2025, IEFBE 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-voor-sommige-klassen-geen-overeenstemming-tussen-sherwood-en-sher-wood

Gerecht EU 10 september 2025, IEF 22934; IEFbe 3982; ECLI:EU:T:2025:855 (JSherwood tegen EUIPO, INA International). Het Gerecht van de EU behandelt in deze zaak een merkenconflict tussen JSherwood en INA International. JSherwood vordert vernietiging van een beslissing van het EUIPO waarin de aanvraag voor het beeldmerk 'Sherwood wear with pride' wordt afgewezen wegens het bestaan van een ouder merk, 'SHER-WOOD', van Ina International. JSherwood betoogt dat de Kamer van Beroep in de bestreden beslissing artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 heeft geschonden door te oordelen dat er sprake was van overeenstemming met het oudere merk.