Uitspraak ingezonden door Tim Iserief, Richard van Oerle, Anne Marie Verschuur en Charles Gielen, NautaDutilh.
Stormparaplu's wijken af van die van Senz

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 mei 2016, IEF 15957; IEFbe 1803 ; ECLI:NL:RBDHA:2016:5461 (Senz tegen Impliva)
Gemeenschapsmodelrecht. Via rechtspraak.nl: Impliva's stormparaplu’s Stormaxi en Stormini wijken zodanig af van de Senz Original en de Senz Mini dat er geen sprake is van een inbreuk op het model- en auteursrecht (of andere rechten) van het bedrijf Senz. Senz is producent van stormparaplu’s. Naast deze Senz Original is de Senz Mini ontworpen, een kleinere, opvouwbare variant, met een vergelijkbare vormgeving. Het bedrijf heeft beide modellen geregistreerd om zich te beschermen tegen namaak-modellen. Recent heeft Impliva een model paraplu op de markt gebracht onder de naam Stormaxi, en een opvouwbare variant onder de naam Stormini.
Doorbraak in discussie kwekers- en octrooirecht

De Europese Commissie wil via een nadere interpretatie van de biotech-richtlijn helderheid en rechtszekerheid bieden over het patenteren van natuurlijke eigenschappen op groenten en andere planten. Dat heeft Eurocommissaris Elzbieta Bienkowska (Interne Markt) gezegd op het door staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken, zijn speech) georganiseerde symposium ‘Finding the Balance’.
COCO verwijst naar voornaam van bij een breed publiek bekende grondlegster van modehuis Chanel

Hof Den Haag 26 januari 2016, IEF 15953; IEFbe 1801; ECLI:NL:GHDHA:2016:1322 (Pacogi tegen Chanel)
Merkenrecht. Chanel voert oppositie tegen het merkdepot van PACOGI 'Coco de Mer' op basis vanhaar eerder (internationale) merk COCO. De oppositie wordt toegewezen. Het woord COCO kan als beschrijving van 'kokos' worden opgeval, een geur kan aanduiden, hetgeen een kenmerk van de waar is. Het publiek vat COCO echter op als verwijzing naar de voornaam van de bij een breed publiek bekende grondlegster van het modehuis Chanel, Coco Chanel, juist in relatie met cosmetica en parfums. Het hof verwerpt het beroep en bevestigt de afwijzing van de oppositie.
Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Jacqueline Schaap en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.
Succesvol beroep op modelrecht voor met lucht te vullen ligzak LAMZAC

Vzr. Rechtbank Den Haag 13 mei 2016, IEF 15948; ECLI:NL:RBDHA:2016:5216 (LAMZAC tegen Massive Air)
Gemeenschapsmodelrecht. Oomen is ontwerper van de LAMZAC Hangout een middels 'luchtscheppen' te vullen ligzak, en heeft een Gemeenschapsmodel voor een 'chaisse longue'. Massive is een geldwervingscampagne via indiegogo gestart voor de KAISR ligzak. De vraag is of vormgevingselementen een technische functie vervullen. Op de geïnformeerde gebruiker zal de gewijzigde KAISR geen andere algemene indruk wekken met dezelfde hoogte, dubbele buisvorm en kenmerkende enkele diepe spleeet centraal in de lengterichting. De scherpere punt aan het hoofdeinde is onvoldoende afwijkend. De voorzieningenrechter wijst de vordering op basis van het modelrecht toe en beveelt KAISR haar ligzak te staken.
Prejudicieel gestelde vragen over informatie over een handelaar die uitsluitend online verkoopt, terwijl ook op de site informatie staat

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 28 januari 2016, IEFbe 1800; IT 2057; RB 2712; C-146/16 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL)
Minbuza: Verzoekster, een bond van onder meer electro(nica)artikelen en postorderbedrijven die allerlei soorten goederen aanbieden, heeft verweerster DHL gedaagd wegens een advertentie in de ‘Bild am Sonntag’ van 2 december 2012. Verzoekster meent dat verweerster haar verplichting niet nakomt de identiteit en het geografische adres te vermelden ten behoeve van bezoekers aan het in de advertentie genoemde platform. De rechter wijst de vordering toe, maar in hoger beroep wordt die alsnog afgewezen omdat de rechter oordeelt dat de op de website gehanteerde methode met links in de rubriek ‘informatie over de aanbieder’ voor de consument voldoende herkenbaar is. Hij oordeelt ook dat het in alle rust van achter de computer aankopen doen niet is te vergelijken met kopen in een winkel, gadegeslagen door verkooppersoneel. Verzoekster vraagt en krijgt Revision.
IE-Forum.be-lunch: privacy, ecommerce en trade secrets

Sponsors 50% reductie! Op woensdag 18 mei 2016 van 12u00 - 15u15 organiseert deLex, de uitgever van IE-Forum.be, een intensieve actualiteitenlunch. Tijdens deze IE-Forum.be-lunchbijeenkomst bespreken Jos Dumortier, Bart Van den Brande en Gunther Meyer met u de belangrijkste Belgische en Europese ontwikkelingen op het gebied van het privacyrecht, e-commerce en trade secrets. De essentie en het belang voor de praktijk wordt besproken. In slechts drie uur tijd bent u volledig op de hoogte van de ontwikkelingen in de meest recente ontwikkelingen van het afgelopen (half) jaar. Aanmelden hier
Beschikking ingezonden door Arvid van Oorschot en Gerben Hartman, Brinkhof.
Geen verwarring door SENSIGO met SENSOREADY voor publiek met hoog aandachtsniveau

Hof Den Haag 10 mei 2016, IEF 15940; IEFbe 1797 (Novartis tegen Synthon)
Merkenrecht. BBIE-oppositie. Synthon verricht een Benelux-depot voor het woordmerk SENSIGO voor injectiehulpmiddel, waartegen Novartis zonder succes oppositie instelde, op basis van haar Gemeenschaps(woord-)merken SENSOREADY en SENSAREADY. Het oudere merk heeft in haar geheel en op onderdelen een zwakke onderscheidingskracht. Een matige visuele en auditieve en hooguit matige begripsmatige overeenstemming bij een publiek met een hoog aandachtsniveau, maakt het dat verschillen sneller worden waargenomen. De oppositie is terecht afgewezen. Artikel 1019h Rv is niet van toepassing, omdat Synthon geen inbreukactie tegen Novartis overweegt, kan de oppositie niet als vooruitgeschoven inbreukverweer worden gezien.
Conclusie AG: Dynamisch IP-adres is ook persoonsgegeven als ISP over aanvullende gegevens beschikt die identificatie mogelijk maakt

Conclusie AG HvJ EU 12 mei 2016, IT 2055; IEFbe 1796; C-582/14; ECLI:EU:C:2016:339 (Breyer)
Zie eerder IT 1698; IEFbe 1206. Begrip ‚persoonsgegevens’ – IP-adressen – Bewaring door een aanbieder van elektronische mediadiensten. Nationale regeling volgens welke geen rekening kan worden gehouden met het legitieme belang van de voor de verwerking verantwoordelijke.
1) Overeenkomstig artikel 2, onder a), [richtlijn gegevensbescherming], vormt een dynamisch IP‑adres waarmee een gebruiker toegang heeft gekregen tot de website van een aanbieder van elektronische mediadiensten voor deze laatste een ‚persoonsgegeven’, wanneer een internetprovider beschikt over de aanvullende gegevens die het, samen met het dynamische IP‑adres, mogelijk maken de gebruiker te identificeren.
Uitspraak ingezonden door Merle Hafkamp, Gravendeel Advocaten.
Exclusieve franchise golfleraren niet rechtsgeldig beëindigd

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 4 mei 2016, IEF 15939; IEFbe 1795 (WGTF tegen DGTF)
Merkenrecht. Franchise. World Golf Teachers Federation leidt golfleraren op en certificeert hen volgens haar standaard. Het woordmerk is geregistreerd. DGTF heeft een overeenkomst voor de Benelux, deze wordt opgezegd en met een ander wordt een exclusieve overeenkomst gesloten dat zij de naam WGTF of the Benelux mag gebruiken. DGTF is houdster van een beeldmerk. De conventionele stakingsvordering van het gebruik van GTF of logo's met een wereldbol zodat het lijkt op een golfbal wordt afgewezen. Eiser kan geen beroep doen op een VS-merkdepot, en heeft geen beeldmerk. De reconventionele vordering tot staken van domein- en merknamen WGTF worden toegewezen. Derden mogen in de Benelux het merk niet gebruiken totdat de franchiseovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd.
Conclusie AG: EUIPO en rechtbanken verplicht rekening houden met verknochte onherroepelijke beslissingen

Conclusie AG HvJ EU 13 april 2016, IEF 15936; IEFbe 1794; ECLI:EU:C:2016:250; C-226/15 P (Pink Lady)
Merkenrecht. Apple and Pear Australia en Star Fruits Diffusion zijn samen houder van drie gemeenschapsmerken voor Pink Lady-appels. Zij hebben twee procedures ingesteld om het gebruik van het woordteken „English pink” door Carolus te verhinderen. Ten eerste hebben zij oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woordteken „English pink” als gemeenschapsmerk, die Carolus bij het EUIPO, voorheen het BHIM, had aangevraagd. Ten tweede hebben zij tegen Carolus een vordering wegens inbreuk op hun gemeenschapswoordmerk „Pink Lady” ingesteld bij een rechtbank voor het gemeenschapsmerk bij de Rechtbank van Koophandel in Brussel. Deze respectievelijke procedures hebben geleid tot twee verschillende beslissingen over het gevaar voor verwarring van het oudere gemeenschapswoordmerk „Pink Lady” met het woordteken „English pink”. In deze hogere voorziening is, naast andere zaken, één belangrijke principiële vraag aan de orde: in hoeverre is het EUIPO, wanneer het beslist in een procedure inzake oppositie tegen de inschrijving van een gemeenschapsmerk, gebonden aan een onherroepelijke beslissing van een rechtbank voor het gemeenschapsmerk na een vordering wegens inbreuk op een eerder ingeschreven gemeenschapsmerk?