Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.
HvJ EU: Harman International Industries

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21100, IEFbe 3579; C‑175/21, ECLI:EU:C:2022:895 (Harman International Industries) Zie [IEF 20826]. Harman produceert audiovisuele apparatuur, waaronder luidsprekers, hoofdtelefoons en audiosystemen. Zij heeft met een distributeur een overeenkomst gesloten voor de verkoop op het Poolse grondgebied van haar waren die zijn voorzien van de Uniemerken JBL en HARMAN, waarvan zij houder is. AB verkoopt op de Poolse markt waren van Harman die zij kocht van een andere leverancier dan de door Harman voor die markt erkende distributeur. Harman heeft bij de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau, Polen), de verwijzende rechter, een vordering ingesteld tot staking van de inbreuk op de rechten die zij aan haar merken ontleende. Volgens de verwijzende rechter bestaat het risico dat de rechterlijke bescherming van het vrije verkeer van goederen wordt beperkt als gevolg van de Poolse rechterlijke praktijk inzake de formulering van het dictum van beslissingen waarbij een inbreuk wordt vastgesteld.
HvJ EU: Bayer Intellectual Property

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21099, LS&R 2131, IEFbe 3578; C‑204/20, ECLI:EU:C:2022:892 (Bayer Intellectual Property) Via MinBuza: Verzoekster is houdster van het Duitse merk ANDROCUR en maakt deel uit van de Bayer-groep. ANDROCUR is een geneesmiddel dat onder meer in Duitsland wordt verhandeld. Oorspronkelijk was het merk op 2 november 1956 ingeschreven op naam van Schering Aktiengesellschaft. Na verschillende wijzigingen van de naam van deze vennootschap werd het merk in 2012 overgedragen aan verzoekster. Verweerster is de grootste Duitse geneesmiddelenimporteur. Bij brief van 28 januari 2019 heeft zij verzoekster ervan in kennis gesteld dat zij het geneesmiddel ANDROCUR in verpakkingen met een inhoud van 50 tabletten zou invoeren uit Nederland en in Duitsland zou distribueren in verpakkingen met een inhoud van 50 of 100 tabletten.
HvJ EU: Merck Sharp & Dohme e.a.

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21098, LS&R 2130, IEFbe 3577; C-224/20, ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.) Via MinBuza: In deze verwijzingsbeschikking worden zeven zaken beschreven die hebben geleid tot de prejudiciële vragen. Deze zaken hebben betrekking op parallelimport/-distributie en herverpakking van geneesmiddelen. Verzoeksters zijn geneesmiddelenfabrikanten en merkhouders voor de geneesmiddelen die elk van hen vervaardigt en verkoopt. Verweersters voeren geneesmiddelen die door verzoeksters in andere landen van de EU in de handel zijn gebracht, parallel in Denemarken in. De verwerende parallelimporteurs herverpakken de geneesmiddelen in nieuwe buitenverpakkingen. Verzoekers stellen dat het merkenrecht een merkhouder het recht geeft om zich in omstandigheden als die van het hoofdgeding te verzetten tegen herverpakking in nieuwe buitenverpakkingen. De verwerende parallelimporteurs betogen dat de herverpakking noodzakelijk en dus rechtmatig is. De vraag rijst of de geneesmiddelenfabrikanten zich kunnen verzetten tegen die herverpakking.
HvJ EU: Novartis tegen Abacus Medicine

HvJ EU 17 november 2022; IEF 21097, LS&R 2129, IEFbe 3576; C-147/20,ECLI:EU:C:2022:891 (Novartis tegen Abacus Medicine) Via MinBuza. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in het kader van een geding tussen Novartis Pharma GmbH, die in Duitsland is gevestigd en in deze lidstaat houder is van de exclusieve rechten op de woordmerken Novartis en Votrient, en Abacus Medicine A/S, die is gevestigd in Denemarken, betreffende de verhandeling in Duitsland door laatstgenoemde vennootschap van geneesmiddelen van het merk Votrient die uit andere lidstaten parallel zijn ingevoerd.
Verweerster wil nieuwe verpakkingen gebruiken in plaats van de oorspronkelijke verpakkingen van verzoekster om aan de voorwaarden voor parallelimport te voldoen. Verweerster verwijst hierbij naar artikel 5.3 van verordening 2016/161 “De fabrikanten drukken de streepjescode op de verpakking af op een glad, gelijkmatig en laag reflecterend oppervlak”. Aangezien het etiket vanwege de siliconenlaag op de verpakking van Vorient makkelijk kan worden verwijderd, meent verweerster dat zij als parallelimporteur geen andere keuze heeft dan een eigen verpakking voor de distributie in Duitsland te gebruiken. Verzoekster verzoekt om verweerster te verbieden Votrient in nieuwe verpakkingen in de handel te brengen op grond van artikel 9(2) van verordening 2017/1001.
Beantwoording van de prejudiciële vragen:
Conclusie A-G: recht op informatie houder IE-recht

HvJ EU Conclusie A-G 17 november 2022, IEF 21092, IEFbe 3575; ECLI:EU:C:2022:905 (TB tegen Castorama Polska en Knor) TB is een natuurlijke persoon die via haar online winkels siervoorwerpen op de markt brengt. In het kader van haar commerciële activiteiten verkoopt zij machinaal door haar vervaardigde reproducties met een ongecompliceerde grafische vormgeving, bestaande uit een beperkt aantal kleuren, geometrische figuren en korte zinnen. Twee van deze reproducties worden zonder haar toestemming verkocht in de winkels van Castorama, die deze krijgt aangeleverd door Knor. TB vordert de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau) Castorama informatie te verstrekken over de distributiekanalen en de hoeveelheid ontvangen en bestelde goederen. Castorama betwist dat de reproducties van TB niet als werken kunnen worden aangemerkt. De verwijzende rechter stelt het Hof twee vragen. De eerste vraag is of art. 8 lid 1 van richtlijn 2004/48, aldus worden uitgelegd dat het betrekking heeft op een maatregel ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten die slechts kan worden genomen wanneer in de betreffende procedure of in een andere procedure wordt vastgesteld dat de rechthebbende houder van een intellectuele-eigendomsrecht is?
"Wellmonde" maakt geen inbreuk op "Well and Well"

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21089, IEFbe 3574; ECLI:EU:T:2022:687 (Pharmadom tegen EUIPO) Op 12 december 2016 heeft Wellstat Therapeutics Corp het EU-woordmerk Wellmonde geregistreerd. Op 10 april 2017 heeft Phardom hiertegen oppositie ingesteld omdat eerder het merk Well and Well is ingeschreven. De oppositie is door de kamer van beroep van het EUIPO afgewezen. Het Gerecht oordeelt dat er een geringe mate van visuele overeenstemming is tussen Wellmonde en Well, dat geldt ook voor de fonetische overeenstemming. De tekens stemmen tevens niet begripsmatig overeen. Tot slot oordeelt het Gerecht dat er ook geen sprake is van verwarringsgevaar, de oppositie is terecht afgewezen.
Oppositie tegen beeldmerk wolf terecht afgewezen

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21087, IEFbe 3573; ECLI:EU:T:2022:697 (Société Elmar Wolf tegen EUIPO) Op 25 juli 2016 heeft Fuxtec GmbH, een Duitse verkoper van tuingereedschap, een Unie-beeldmerk geregistreerd. Het merk is een afbeelding van de kop van een wolf. Société Elmar Wolf heeft op 17 augustus 2017 tegen deze registratie oppositie ingesteld omdat haar merk ook de kop van een hond/wolf afbeeldt. De oppositie is door de kamer van beroep van het EUIPO afgewezen. Het Gerecht stelt dat de kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat de betrokken tekens visueel slechts in geringe mate overeenstemmen. Ook heeft de kamer van beroep terecht geoordeeld dat de tekens niet conceptueel overeenstemmen. Tot slot is er geen sprake van verwarringsgevaar. Het beroep van Société Elmar Wolf wordt verworpen.
Europees Parlement neemt wet aan ter versterking cyberveiligheid

Het Europees Parlement heeft vorige week wetgeving goedgekeurd die van EU-landen eist dat zij aan strengere toezichts- en handhavingsmaatregelen voldoen en sancties harmoniseren. Zo komen er strengere cyberveiligingsverplichtingen voor risicobeheer, rapportageverplichtingen en het delen van informatie. Essentiële sectoren zoals energie, vervoer, banken, gezondheidszorg, digitale infrastructuur, openbaar bestuur en ruimtevaart gaan onder de nieuwe veiligheidsbepalingen vallen en moeten dus meer maatregelen nemen om zich te beschermen. De nieuwe regels beschermen ook belangrijke sectoren zoals postdiensten, afvalbeheer, chemicaliën, levensmiddelen, productie van medische apparatuur, elektronica, machines, motorvoertuigen en aanbieders van ICT-producten of -diensten. Alle middelgrote en grote ondernemingen in bepaalde sectoren gaan onder de wetgeving vallen.
Oppositie tegen K Water merk onterecht toegewezen

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21078, IEFbe 3571; ECLI:EU:T:2022:700 (L'Oréal tegen EUIPO) Op 10 juli 2019 heeft L'Oréal bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een beeldteken K Water als EU-merk ingediend. Arne-Patrik Heinze heeft op 15 augustus 2019 oppositie ingesteld tegen deze inschrijving. De oppositieafdeling heeft de oppositie afgewezen, maar deze beslissing is vernietigd door het EUIPO. Het EUIPO heeft namelijk geoordeeld dat er verwarringsgevaar is tussen de twee merken. L'Oréal is tegen deze beslissing in beroep gegaan. Het Gerecht oordeelt dat de visuele overeenstemming tussen de twee merken als gering moet worden beschouwd, evenals fonetische overeenstemming. Begripsmatig verschillen de merken van elkaar. Tot slot oordeelt het Gerecht dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. De beslissing van het EUIPO wordt vernietigd.
Oppositie CB terecht afgewezen

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21077, IEFbe 3570; ECLI:EU:T:2022:698 (CB tegen EUIPO) CB is het nationale interbancaire netwerk van Frankrijk. CCB is een van de vier grootste banken van China. Op 14 oktober heeft zij een aanvraag tot inschrijving van een EU-merk ingediend, CB heeft hiertegen op 7 mei 2015 oppositie ingesteld. De oppositie is door het EUIPO afgewezen. CB vordert vernietiging van deze beslissing van EUIPO. Het Gerecht verwerpt het beroep. Het uit de stilering voortvloeiende beeldelement binnen het merk van CB moet als dominant worden beschouwd, niet de letters 'C' en 'B'. Er is geen sprake van overeenstemming tussen de twee beeldmerken, er is ook geen sprake van verwarringsgevaar. Tot slot is ook geen sprake van ongerechtvaardigd voordeel trekken uit de reputatie van het merk van CB.