IEFBE 3907
30 april 2025
Uitspraak

Bureau wijst oppositie van Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs tegen E-RT en ERT toe

 
IEFBE 3906
29 april 2025
Uitspraak

Geen auteursrechtelijke bescherming voor Louboutin-schoenen: modellen missen vereiste originaliteit

 
IEFBE 3887
23 april 2025
Artikel

Online Update - Fictief makerschap na het ONB-arrest | dinsdag 13 mei 2025

 
IEFBE 3175

Uitspraak ingezonden door Andreas Reygaert en Paul Maeyaert, Fencer Law.

Geen auteursrecht voor ingebouwde stopcontacten

Gent(afd. Gent) - Gand(div. Gand) 9 sep 2020, IEFBE 3175; (Creative 4 tegen Van Den Weghe), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-auteursrecht-voor-ingebouwde-stopcontacten

Ondernemingsrechtbank Gent 9 september 2020, IEFbe 3175; A/19/02879 (Creative 4 tegen Van Den Weghe) Creative 4 (“C4”) claimt auteursrechten op geïntegreerde en verzonken stopcontacten gecommercialiseerd onder de naam “TRIMLESS”. Zij beweert dat de “Lapris” stopcontacten van VAN DEN WEGHE een inbreuk uitmaken. C4 slaagt er volgens de rechtbank niet in aan te geven welke waarneembare vormkenmerken van de TRIMLESS stopcontacten precies auteursrechtelijke bescherming toekomen. Volgens de rechtbank betreffen de TRIMLESS stopcontacten louter een werkwijze om een bepaald technisch effect te bereiken. C4 heeft als dusdanig geen authentieke vormgevingskeuzes kunnen maken. Bij toepassing van de zogenaamde “techniekrestrictie” kwalificeren de TRIMLESS stopcontacten bijgevolg niet als een auteursrechtelijk beschermd werk. Daar C4 er eveneens niet in slaagt om begeleidende omstandigheden voor te leggen die aantonen dat C4 werkelijk schade leidt door de aanwezigheid op de markt van de Lapris, faalt ook haar vordering wegens schending van de eerlijke marktpraktijken.

IEFBE 3173

Conclusie A-G in Mircom tegen Telenet

HvJ EU - CJUE 17 dec 2020, IEFBE 3173; ECLI:EU:C:2020:1063 (Mircom tegen Telenet BVBA), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-in-mircom-tegen-telenet

HvJ EU Conclusie A-G 17 december 2020, IEF 19712, IT 3381, IEFbe 3173; ECLI:EU:C:2020:1063 (Mircom tegen Telenet BVBA) Verzoek om een prejudiciële beslissing van de ondernemingsrechtbank Antwerpen. Richtlijn 2001/29/EG, artikel 3, lid 1. Begrip ‚mededeling aan het publiek’. Downloaden van een bestand met een beschermd werk via een peer-to-peernetwerk en gelijktijdige terbeschikkingstelling van de onderdelen van dat bestand ter upload voor andere gebruikers.
Antwoorden van A-G Szpunar:

IEFBE 3172

Geen gevaar voor verwarring tussen HALLOUMI en BBQLOUMI

Gerecht EU - Tribunal UE 20 jan 2021, IEFBE 3172; (Halloumi tegen Bbqloumi), https://www.ie-forum.be/artikelen/geen-gevaar-voor-verwarring-tussen-halloumi-en-bbqloumi

Gerecht EU 20 januari 2021, IEF 19711; IEFbe 3172; T-328/17 (Halloumi tegen Bbqloumi) Persbericht. Het Gerecht bevestigt dat er geen gevaar voor verwarring bestaat tussen het collectieve merk HALLOUMI, voorbehouden aan de leden van een Cypriotische vereniging voor de bescherming van de traditionele kaas van Cyprus, en het teken 'BBQLOUMI' dat dient om de producten van een Bulgaars bedrijf aan te duiden.

IEFBE 3171

Uitspraak ingezonden door Sacha Gryspeerdt, Nele Somers en Ben Hermans, Artes Law.

Wil van partijen primeert interpretatieregels

Antwerpen - Anvers 13 jan 2021, IEFBE 3171; (X tegen Directlease ), https://www.ie-forum.be/artikelen/wil-van-partijen-primeert-interpretatieregels

Hof van beroep Antwerpen 13 januari 2021, IEF 19705, IEFbe 3171; 2020/AR/133 (X tegen Directlease) Appellanten zijn een autojournalist en de vennootschap waarin de journalist zijn activiteiten heeft ondergebracht. Geïntimeerde, Directlease NV is een leasemaatschappij. Appellanten stellen dat Directlease haar auteursrechten op 6.200 artikelen (en 809 foto’s) heeft geschonden door de reproductie en de mededeling aan het publiek van deze werken zonder toestemming van appellanten op de website van Directlease. In 2014 hadden appellanten ook een vordering ingesteld tegen Directlease wegens schending van auteursrechten. Partijen sloten toen een dading waarbij Directlease zich er onder meer toe verbond om “een vergoeding van 35.000 EUR te betalen voor het laatstgenoemde gebruik van diens werken in de periode van september 2010 t/m 2014”. 

IEFBE 3170

Conclusie A-G in zaak Facebook Ireland and Others

13 jan 2021, IEFBE 3170; ECLI:EU:C:2021:5 (Facebook Ireland and Others), https://www.ie-forum.be/artikelen/conclusie-a-g-in-zaak-facebook-ireland-and-others

HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2021, IEF 1970g, IT 3377, IEFbe 3170; ECLI:EU:C:2021:5 (Facebook Ireland tegen Gegevensbeschermingsautoriteit) Op 11 september 2015 heeft de gegevensbeschermingsautoriteit van België een procedure ingesteld tegen Facebook Ltd bij de rechtbank Brussel. De procedure betreft vermeende inbreuken op de wetgeving inzake gegevensbescherming door Facebook, die onder andere inhouden dat op onrechtmatige wijze informatie over het surfgedrag van internetgebruikers in België wordt verzameld en gebruikt. De gegevensbeschermingsautoriteit heeft verzocht Facebook te veroordelen tot staking van het zonder hun toestemming plaatsen van cookies die gedurende twee jaar actief blijven op de apparatuur die zij gebruiken wanneer zij op een webpagina van het Facebook.com-domein of op de website van een derde surfen.

IEFBE 3169

Gerecht EU: geen verwarringsgevaar merk Athlon

15 okt 2020, IEFBE 3169; ECLI:EU:T:2020:488 (Decathlon tegen Athlon Custom Sportswear PC), https://www.ie-forum.be/artikelen/gerecht-eu-geen-verwarringsgevaar-merk-athlon

Gerecht EU 15 oktober 2020, IEF 19695, IEFbe 3169; ECLI:EU:T:2020:488 (Decathlon tegen Athlon Custom Sportswear PC) Op 14 december 2016 heeft Athlon een aanvraag gedaan bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) voor de registratie van een Uniemerk, in de klassen 25 'kleding, hoeden' en 28 'sportartikelen- en apparatuur'. Op 14 april 2017 heeft Decathlon hiertegen oppositie ingesteld, op grond van artikel 41 van de Verordening (EG) nr. 207/2009. De oppositie wordt gebaseerd op het Unie-woordmerk Decathlon, dat geregistreerd staat sinds 28 april 2004, eveneens voor de klasse 25. In eerste instantie wordt de oppositie gegrond verklaard, omdat er sprake zou zijn van verwarringsgevaar in de zin van artikel 8 lid 1 sub b van de Verordening (EG) 2017/1001. De Kamer van beroep vernietigt echter deze beslissing. Hiertegen richt zich de vordering van Decathlon. Zij eist dat de beslissing op de oppositie in stand wordt gehouden. De vraag is of verwarringsgevaar bestaat tussen de twee merken. De vordering wordt afgewezen. Er zijn weinig visuele gelijkenissen tussen de merken en er is sprake van een weinig onderscheidend vermogen van het merk van Decathlon. Voor het algemene, relevante publiek valt er geen verwarring te duchten.

IEFBE 3168

Uitspraak ingezonden door Marga Verwoert en Nini Blom, Leeway Advocaten, en Carja Mastenbroek, Good Law.

Verzoek nietig verklaren vormmerk wordt afgewezen

17 dec 2020, IEFBE 3168; (Looplabb tegen Izipizi), https://www.ie-forum.be/artikelen/verzoek-nietig-verklaren-vormmerk-wordt-afgewezen

EUIPO 17 december 2020, IEF 19693, IEFbe 3168; C 40365 (Looplabb tegen Izipizi) Het EUIPO oordeelt dat de door Izipizi geregistreerde verpakking als zodanig (dus zonder vermelding van het woord Izipizi) géén onderscheidend vermogen heeft. Omdat het merk is gedeponeerd met de omschrijving “driedimensionaal merk” en het depot vier kanten van het teken laat zien, is het duidelijk dat het om een vormmerk gaat. Uit de grafische vormgeving blijkt dat het om een doos voor brillen gaat. Voor vormmerken geldt geen verzwaarde eis dat zij onderscheidend vermogen zouden moeten hebben verkregen. De vereisten voor het aannemen van onderscheidend vermogen zijn hetzelfde als voor andere merken. Echter, de perceptie van het publiek kan wel anders zijn, doordat consumenten die de vorm van een product zien daar niet altijd de herkomst uit afleiden. Dit is alleen het geval bij een vorm die aanzienlijk afwijkt van de gebruikelijke norm in de industrie. Het onderscheidend vermogen moet beoordeeld worden ten aanzien van het gehele teken, en met betrekking tot de waren en/of diensten waarvoor het is geregistreerd. Als één element onderscheidend is, kan daarom het hele teken onderscheidend zijn. Het woord IZIPIZI heeft sterk onderscheidend vermogen. Om deze reden is het hele teken onderscheidend. Er hoeft geen onderzoek te worden gedaan naar de mate waarin de vorm afwijkt van de gebruiken in de industrie.

IEFBE 3166

Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, BakerMcKenzie.

FOG maakt inbreuk op het merk Kadine

Brussel - Bruxelles(Fr./Nl.) 11 dec 2020, IEFBE 3166; ( Kadine B.V. tegen Fear of God LLC), https://www.ie-forum.be/artikelen/fog-maakt-inbreuk-op-het-merk-kadine

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 11 december 2020, IEFbe 3166; C/20/00060 (Kadine B.V. tegen Fear of God LLC) Kadine is houder van de "Essentiel-merken" voor o.a. handtassen, kleding en schoenen. Ze verkoopt en verdeelt haar kledingwaren via meer dan 50 eigen retailwinkels verspreid over de hele EU. FOG is de uitbater van het streetwear label 'Fear of God Essentials'. FOG lanceerde in 2018 een nieuw submerk 'Fear of God Essentials', dat voor kleding werd geregistreerd. Op de kleding figureert prominent het opschrift 'Essentials', al dan niet aangevuld met het onderschrift 'Fear of God'. Kadine vordert vast te stellen dat met het gebruik van de benaming 'Essentials', door FOG, zij daarmee inbreuk pleegt op de merkrechten van Kadine. Op 1 juli 2020 heeft FOG een nieuwe collectie Essentials kleding gelanceerd en ze maakt vanaf dan via haar website www.fearofgod.com reclame voor de Essentials kleding die mede op consumenten in de Benelux en de EU gericht is. Daarop heeft Kadine FOG op 18 september 2020 in kort geding gedagvaard. Geoordeeld wordt dat de vordering van Kadine gegrond is, waardoor het FOG verboden wordt om inbreuk te maken op de merkrechten van Kadine in de gehele EU, door het teken 'Essentials' voor waren en diensten commercieel te exploiteren. Dit onder verbeurte van een dwangsom van 500 euro per overtreding van dit verbod.

IEFBE 3164

Simone Vandewynckel nieuwe vennoot bij Inteo

Belgian intellectual property law firm Inteo welcomes Simone Vandewynckel as a partner on 4 January 2021. The hire is a boost for the boutique firm, adding depth and expertise to support its growth.

Simone started her career at Benelux law firm Stibbe in 2008 to move to an in-house role as global head of intellectual property at Velcro Companies in 2018. She is a board member of the Belgian AIPPI group. Simone co-authored a handbook on the procedural aspects of intellectual property
enforcement in Belgium. At Inteo, Simone will work with founding partners Sofie Cubitt and Kristof Neefs, and associates Stéphanie de Potter and Annouk Naze.

The Mechelen-based outfit opened for business in December 2016. Four years in, Inteo has become an active player in intellectual property litigation. The firm’s non-contentious service offering includes assisting technology and research-driven companies in negotiating licensing and research agreements. Clients and peers have labelled Inteo ‘a breath of fresh air’ and ‘one to keep on your radar’ in the Belgian IP scene.

IEFBE 3163

HvJ EU: beantwoording prejudiciële vragen over bewijslast gezondheidsclaims

10 sep 2020, IEFBE 3163; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB), https://www.ie-forum.be/artikelen/hvj-eu-beantwoording-prejudici-le-vragen-over-bewijslast-gezondheidsclaims

HvJ EU 9 september 2020, IEF 19670, RB 3472, LS&R 1895, IEFbe 3163; ECLI:EU:C:2020:693 (Konsumentombudsman tegen Mezina AB) Mezina is actief op het gebied van het vervaardigen en het in de handel brengen van natuurlijke remedies en voedingssupplementen. Bij het in de handel brengen van deze producten, gebruikt Mezina gezondheidsclaims. De verordening nr. 1924/20061 regelt dat, bij etikettering van en de reclame voor levensmiddelen, er voor moet worden gezorgd dat de stoffen waarvoor een claim wordt gedaan, een bewezen heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect hebben. De richtlijn 2005/29 beschermt de consument en verbiedt handelaren een verkeerde indruk te geven van de aard van producten. De Konsumentombudsman heeft beroep ingesteld om daarmee Mezina te verbieden deze gezondheidsclaims te gebruiken. De behandeling van de zaak is geschorst en het Hof wordt de prejudiciële vragen gesteld of de bewijslast op de handelaar rust die een bepaalde gezondheidsclaim doet of op de autoriteit die de nationale rechter verzoekt de handelaar te verbieden deze claim nog te gebruiken. Geoordeeld wordt dat de betrokken exploitant de gebruikte claim met algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs dient te onderbouwen.