deLex najaarsagenda 2020

deLex najaarsagenda 2020
Blijf ook dit najaar op de hoogte met de actualiteitenlunches, webinars en congressen van deLex. Met actuele, interactieve programma’s en volop gelegenheid tot netwerken!
Waar mogelijk organiseren we bijeenkomsten op locatie, waar nodig gaan we online.
De agenda:
- Dinsdag 8 september: Nederlands Octrooicongres deel 2, Online
- Dinsdag 6 oktober: Benelux Merkencongres deel 2, Hybride (onilne en op locatie)
- Woensdag 18 november: Jurisprudentielunch Merken- Modellen- en Auteursrecht
- Donderdag 26 november: Nationaal Mediarechtcongres 2020
- Woensdag 2 december: Jurisprudentielunch Octrooirecht
- Donderdag 10 december: Nationaal Reclamerechtcongres 2020, Hotel Jakarta Amsterdam
Het najaarsprogramma belooft nog veel meer, met een Kunst & IE maand, meer actualiteitenlunches, een Retailmiddag, en - in herhaling - een actualiteitenmiddag Entertainment & Muziek. Kijk voor meer informatie op de website of mail naar info@delex.nl
HvJ EU: Constantin Film Verleih tegen YouTube en Google

HvJ EU 9 juli 2020, IEF 19318, IEFbe 3102, IT 3187; ECLI:EU:C:2020:542 (Constantin Film Verleih) Verzoek om een prejudiciële beslissing in het kader van een geding tussen Constantin Film Verleih GmbH, een in Duitsland gevestigde distributeur van films, enerzijds, en YouTube LLC en Google Inc., die zijn gevestigd in de Verenigde Staten, anderzijds, over de door Constantin Film Verleih van deze twee vennootschappen geëiste gegevens met betrekking tot de e-mailadressen, de IP-adressen en de mobiele telefoonnummers van gebruikers die inbreuk hebben gemaakt op haar intellectuele-eigendomsrechten. Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 8, lid 2, onder a), van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB 2004, L 157, blz. 45, met rectificatie in PB 2004, L 195, blz. 16), zie ook [IEF 18550] en [IEF 19173]
Er wordt geoordeeld dat wanneer een film illegaal is geüpload op een onlineplatform zoals YouTube, de rechthebbende krachtens de richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten bij de exploitant uitsluitend het postadres van de betrokken gebruiker kan opvragen, maar niet zijn e-mailadres, IP-adres of telefoonnummer.
Zie ook het perscommuniqué van het HvJ EU.
HvJ EU: advertentie laten plaatsen is geen gebruik teken

HvJ EU 2 juli 2020, IEF 19317, IEFbe 3101; ECLI:EU:C:2020:519 (mk advokaten tegen MBK Rechtsanwälte) Merkenrecht. Deze uitspraak betreft de uitlegging van artikel 5 lid 1 Richtlijn 2008/95/EG. Het verzoek om uitleg is ingediend naar aanleiding van een geding tussen mk advokaten en MBK Rechtsanwälte.
Het Oberlandesgericht Düsseldorf stelde de volgende vraag aan het Hof van Justitie: “Maakt een derde die wordt genoemd in een op een website gepubliceerde vermelding met daarin een teken dat gelijk is aan een merk, gebruik van dat merk in de zin van artikel 5 lid 1 Richtlijn 2008/95, wanneer deze vermelding niet door deze derde is geplaatst, maar door de beheerder van de website is overgenomen van een vermelding op een andere website die de derde had laten plaatsen op een wijze die inbreuk maakt op het merk?”
Het antwoord komt erop neer dat artikel 5 lid 1 Richtlijn 2008/95 zo moet worden uitgelegd dat een persoon die actief is in het economische verkeer en een advertentie op een website heeft laten plaatsen die inbreuk maakt op een merk van een derde, geen gebruik maakt van het teken dat gelijk is aan dat merk wanneer de beheerders van andere websites die advertentie overnemen door publicatie ervan, op eigen initiatief en in eigen naam, op die andere websites.
Uitspraak ingezonden door Bram Woltering en Peter Claassen, AKD.
Normaal gebruik bij gebruik in slechts één lidstaat

EUIPO 12 maart 2020, IEF 19315, IEFbe 3099; 28 762 C (Worldwide Machinery tegen Scaip) Merkenrecht. De rechten van Scaip, houder van Uniemerk 11 385 33, worden gedeeltelijk ingetrokken, omdat in een periode van vijf jaar met betrekking tot sommige betwiste goederen geen sprake was van normaal gebruik en er geen redenen waren voor niet-gebruik. Normaal gebruik vereist daadwerkelijk gebruik op de markt van de geregistreerde waren en diensten. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met alle relevante factoren, tussen deze factoren is een zekere afhankelijkheid. Met betrekking tot sommige betwiste goederen is wel aangetoond dat het Uniemerk in de relevante periode op het relevante grondgebied in voldoende mate is gebruikt. Opvallend is dat normaal gebruik in deze zaak wordt aangenomen bij gebruik van het Uniemerk in slechts één lidstaat. Bij deze beoordeling wordt ook een door partijen overeengekomen geografische beperking meegenomen.
Indicatietarieven in octrooizaken

De Rechtbank Den Haag, het Gerechtshof Den Haag en de Hoge Raad hebben de regelingen voor Indicatietarieven in octrooizaken vastgesteld. De regelingen worden van kracht vanaf 1 september 2020.
Uitspraak ingezonden door Martijn de Lange, Octrooicentrum Nederland.
HvJ EU: uitleg verordening voor aanvullende beschermingscertificaten

HvJ EU 9 juli 2020, IEF 19314, LS&R 1840, IEFbe 3097; ECLI:EU:C:2020:531 (Santen) Artikel 3 d), van Verordening (EG) 469/2009 moet als volgt worden uitgelegd: een handelsvergunning kan niet worden beschouwd als de eerste handelsvergunning in de zin van deze bepaling, wanneer deze betrekking heeft op een nieuwe therapeutische toepassing van een actief ingrediënt of een combinatie van actieve ingrediënten, waarvoor al een handelsvergunning is verleend voor een andere therapeutische toepassing.
Het is voor de 2e keer in de geschiedenis - de eerste keer was C-121/17 [IEF 17872] - dat het Hof als Grand Chamber een uitspraak deed over de ABC-Verordening. De reden daarvoor was de spanning die bestond tussen een aantal uitspraken aan het begin van de eeuw en de beruchte uitspraak in de zaak Neurim in 2012. Het Hof neemt nu expliciet afstand van de redenatie in Neurim.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, BakerMcKenzie.
Merkenrechtinbreuk ESSENTIALS FOG op ESSENTIEL

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 13 februari 2020, IEFbe 3095; A/19/02799 (Kadine tegen FOG en PacSun) Merkenrecht. Kadine, een onderneming die kleding verdeelt onder het merk “ESSENTIEL”, verzet zich tegen het gebruik door FOG en PacSun van de benaming “ESSENTIALS (FEAR OF GOD)” in de EU op onder meer kleding, verpakkingen en in reclame op een wijze die bewerkelijk overeenstemt met haar ESSENTIEL-merken. Voor PacSun staat vast dat zij gebruik maakt van het teken in het economisch verkeer in de Benelux. Dit geldt niet voor FOG. Daarnaast is er sprake van overeenstemming van merk en teken: het “ESSENTIEL”-woordmerk en het “ESSENTIALS”-teken zijn in hoge mate visueel, auditief en conceptueel overeenstemmend. Ook gaat het om overeenstemmende waren en is er tenslotte sprake van verwarringsgevaar. Derhalve maakt PacSun inbreuk maakt op de merkenrechten van Kadine overeenkomstig artikel 2.20.2.b BVIE.
Verzoek wijziging vervaldatum kwekersrecht afgewezen

Gerecht EU (zesde kamer) 25 juni 2020, IEF 19304, IEFbe 3094; ECLI:EU:T:2020:289 (Siberia Oriental tegen CPVO) Kwekersrecht. Siberia Oriental verzoekt het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CPVO) om wijziging van de vervaldatum van haar communautaire kwekersrecht voor het ras Siberia (van de soort Lilium L.), omdat zij meent dat het CPVO de beschermingstermijn verkeerd heeft berekend. Het CPVO verklaart dit verzoek niet-ontvankelijk, omdat de termijn om beroep in te stellen reeds was verstreken en omdat er geen rechtsgrondslag bestond voor een wijziging. Verzoekster gaat in beroep bij de kamer van beroep van het CPVO, die het beroep eveneens niet-ontvankelijk verklaart. Siberia Oriental verzoekt daarop het Gerecht de beslissing van de kamer van beroep te vernietigen en het CPVO te gelasten de vervaldatum te wijzigen. Deze tweede vordering is niet-ontvankelijk, want het Gerecht kan volgens vaste rechtspraak geen bevelen richten tot het CPVO. Het CPVO moet zelf consequenties verbinden aan het dictum van het Gerecht. Daarnaast moet elk verzoekschrift een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen inhouden. Derhalve zijn verzoeksters algemene verwijzingen naar de beweringen en memories die zij in de procedure voor de kamer van beroep van het CPVO heeft gedaan en ingediend, niet-ontvankelijk. Een verzoek tot heronderzoek van een beslissing die niet binnen de gestelde termijn is bestreden kan enkel worden gerechtvaardigd door nieuwe belangrijke feiten. Verzoekster beroept zich niet op dergelijke wezenlijke nieuwe feiten, dus haar verzoek tot wijziging van de vervaldatum wordt niet gestaafd.
Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, BakerMcKenzie.
Oneerlijke handelspraktijken en slechtmaking in voedingsmiddelenindustrie

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 9 april 2020, IEF 19303, IEFbe 3093; A/19/00514 (Halal bouillonblokjes) Unilever produceert halal bouillonblokjes van het merk Knorr. Dit product wordt in de regel door Casa Foods verdeeld op de Europese markt. Tussen juni en september 2018 kocht ook Mondial Negoce deze bouillonblokjes bij Unilever en verkocht ze door aan MNS, die ze verdeelde in België. Casa Foods stelt dat op een grootverpakking een sticker over haar naam is geplakt waar op staat dat MNS de producten verdeelt in België. Casa Food stelt dat Mondial Negoce en MNS zich schuldig maken aan oneerlijke handelspraktijken, handelsnaaminbreuk en aan derde-medeplichtigheid omdat zij zouden meewerken aan een schending van haar distributieovereenkomst met Unilever Maghreb. Er is sprake van een schending van Verordening 1169/2011, omdat MNS producten in de handel aanbiedt waarop noch de naam van Mondial Negoce noch de naam van Casa Food vermeld zijn. Ook de tegenvordering van Mondial Negoce en MNS is gegrond. Door afnemers van Mondial Negoce en MNS berichten te sturen die afbreuk doen aan hun reputatie, maakt Casa Food zich schuldig aan slechtmaking.
Uitspraak ingezonden door Anniek Schalekamp, BRight Advocaten.
Wijziging domeinnaamhouder door identiek gebruik van merknaam

WIPO 18 juni 2020, IEF 19301, IEFbe 3092; DNL2020-0017 (KvK tegen Spain Build, Vliet B.V. en Dragos Dragi) Merkenrecht. Verweerders gebruiken domeinnamen met daarin hetzelfde merk als dat van de Kamer van Koophandel (kvk-uittreksel.nl, kvk-uittreksels.nl en uittreksels-kvk.nl), gelinkt aan websites waarop identieke, dan wel soortgelijke diensten worden aangeboden. Hierdoor ontstaat verwarringsgevaar. Het publiek zou ten onrechte kunnen denken dat de websites gelieerd zijn aan of worden beheer door de Kamer van Koophandel en dat de uittreksels die worden verstrekt afkomstig zijn van de Kamer van Koophandel. Daarnaast hebben verweerders geen recht op of legitiem belang bij de domeinnamen. Tot slot hebben verweerders de domeinnamen te kwader trouw geregistreerd en gebruikt, omdat zij de domeinnamen gebruikten om commercieel voordeel te behalen. De Geschillenbeslechter beveelt derhalve wijziging van de domeinnaamhouder van de domeinnamen, zodat de Kamer van Koophandel domeinnaamhouder van kvk-uittreksel.nl, kvk-uittreksels.nl en uittreksels-kvk.nl wordt.